Een nederlaag voor de margarine Voordelig zeugen houden WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Boter en margarine Zo vlug mogelijk weer drachtig De kwaliteit van de Belgische varkens staat overal hoog aangeschreven... Maar als men dat zegt. dan bedoelt men de slachtkwaliteit De rentabiliteit van de varkenshouderij is evenwel afhankelijk van andere eigen schappen. zoals vruchtbaarheid, - weerstandsvermogen voederomzetting e.d. En nu kan het wel gebeuren dat de kweker zozeer zijn inspanningen richt op de verbetering van de slachtkwaliteit, dal hij ook grote toegevingen doet aan de andere cco~ orvsche ci^cnschs.r^cïn Belichten we daarom het economisch belang van één van de bruikbaarheidseigen schappen even aantal worpen per jaar en per zeug. Het aantal worpen per jaar is afhanke lijk vun twee zaken a) De lengte van de zoogperiode. hHet aantal dagen tussen hei penen en de volgende dracht. KORTERE ZOOGPERIODE. Meestal wordt er gespeend wanneer de biggen 6 a 9 weken oud zijn. Zuiver eco nomisch bekeken kan men zeggen hoe jonger gespeend wordt, des te voordeliger bereikt men biggen van 20 kg. Dit voordeel is echter slechthet resul taat van volgende balans Wanneer vroeger wordt gespeend heeft de zeug minder zeugenvoer no dig voor de zoogperiode kan de zeug vlugger aan de volgende worp beginnen. Maar anderzijds als men jonger speent hebben de biggen meer bijvoeder no dig om 20 kg. te bereiken. De balans van deze voor- en nadelen geeft echter nog altijd een beter financieel resultaat door jong te spenen zo bv. big gen, gespee ld op 5 weken, kosten wan neer ze 20 kg hebben bereikt, nog altijd 45 a 60 F minder per big dan 20 kg big gen, gespeend op 8 weken. Nu zijn er nog twee zaken die het finan cieel resultaat van vroegspenen beïnvloe den Naarmate vroeger gespeend wordt kan de blggensterfte groter worden omdat de biggen misschien te jong co te zwak van de moeder worden afgetrokken. Deze moeilijkheid kan echter volledig worden opgevangen door aandacht te schenken aan volgende punten - de biggen moeten reeds zeer jong aan hijvoeding worden gewend ge maakt (hemobig korrel, babybiggen- kruimel). de biggen moeten in een goed kli maat en in gezonde omstandigheden worden gehouden. 2. Wanneer gespeend wordt op 5 a 6 we ken, komen de zeugen vlotter bronstig enkele dagen na het spenen, dan wan neer gespeend wordt op bv. 3 weken of op bv. 8 weken. Met andere woorden bij spenen op 5 a 6 weken heeft men minder zeugen waarvan de bronst lang op zich laat wachten. MINDER DAGEN TUSSEN HET SPE NEN EN DE VOLGENDE DRACHT Tijdens deze periode brengt de zeug niets, maar dan ook niets opDus komt 't erop aan deze periode zo kort mogelijk te houden. Hoe kan men dat bereiken Door de droge, lege zeug in de onmid dellijke nabijheid van de beer te huis vesten. Door te voorkomen dat de zeug, na een zoogperiode. al te zeer uitgeput is. Door de zeug in extra groeikonditie te brengen, en dit kan men door tussen het spenen en de bronst de zeug flink te voeren. 46ste Jaargang nr. 2284 Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 Ofschoon we nog vrij onlangs een artikel hebben geschreven, waarbij wij hebben aangedrongen op het leggen van een belasting op de margarine, om aldus de afzet van meer boter moge lijk te maken in voorwaarden die min der ongunstig zijn en waarbij de mede dinging op een eerlijker basis zou be rusten, stellen we er nochtans prijs op alweer dit onderwerp te behandelen maar dan van een andere kant beke ken, namelijk de propagandastrijd tus sen de natuurlijke boter en het ver- vangprodukt dat hoedanigheden toe geschreven wordt die het niet bezit. Enkele jaren geleden meenden de margarinefabrikanten een nieuw wa pen tegen de boter te hebben gevon den. Ze beweerden dat het gebruik van boter uiterst schadelijk was voor de gezondheid en het ontstaan van op dit ogenblik vrij verspreide ziekten in de hand zou werken. Bij gelegenheid nu van de Dag van de Melk te Brussel gehouden, is ge bleken dat het beroep op de weten schap voor de margarinefabrikanten falikant is uitgevallen en dat ze de kous op de kop hebben gekregen. De Zwitserse professor Halden, een man met gezag op dit terrein, heeft daar verklaard, dat nieuwe opzoekin gen hebben uitgewezen dat redelijke hoeveelheden boter, toegediend in het kader van een evenwichtige voeding nooit het cholesterolgehalte hebben verhoogd. De cholesterol is namelijk een vet- achtige, glanzende stof, scheikundig gezien een alcohol, die in alle dierlij ke vetten, in gai, bloed en hersenen voorkomt. Hij wordt ook wel galvet genoemd. Aan het oohopen van deze stof in de bloedsomloop wordt het steeds veelvuldiger optreden van vele ziekten van het hart en van de aderen toege schreven. Nu is het merkwaardig dat profes sor Halden, die zich daarbij steunt op de mening van ettelijke van zijn colle ga's, onder meer op deze van zijn En gelse collega John Yudkin, de stelling voorhield dat niet het verbruik van vet ten de voornaamste oorzaak zou zijn van voornoemde ziekten, maar dat er wel een goed aanwijsbaar verband be staat tussen het verbruik van suiker en de hartziekten. Professor Halden bewees dat de sterfte te wijten aan ziekten van de hartvaten, de aderverkalking, de ont aarding van het weefsel van het hart het hoogst is in die landen, waar het verbruik van kalorieën suiker en vet stoffen hoog is. In de landen met het hoogste sterf tecijfer aan deze ziekten, namelijk de Verenigde Staten van Amerika en En- gelënd, ligt het verbruik van suiker het hoogst. Dit sterftecijfer ligt veel lager in landen als Frankrijk en België, waar het verbruik van granen en groenten, maar ook van bepaalde zuivelproduk- ten zeer hoog ligt. Nu is het opmerkelijk dat juist in beide landen het verbruik van suiker het laagst ligt zodat men al dadelijk een oorzakelijk verband tussen deze feiten mag leggen. Wanneer men de statistieken gaat raadplegen in de landen die vooral op de nijverheid gericht zijn, dan blijkt dat de toeneming van de sterfgeval len te wijten aan de hartziekten en de ziekten van de bloedsomloop gelijke tred houdt met het verbruik van sui ker, wat dan toch wel als afdoend be wijs kan gelden. Professor Halden heeft voor meer zekerheid ook de tegenproef gedaan. In vele ontwikkelingslanden komen hartziekten omzeggens niet voor. Daar bestaat hun dagelijkse voeding voor 80 uit granen met daarbij nog wat groenten en fruit. Hiij wees erop dat de mensen voor al deze die in hoge welstand leven, de eenvoudigste dingen in hun onmiddel lijke omgeving zijn gaan verwaarlozen en op die manier tegennatuurlijk zijn gaan leven. (Zie vervolg 2de bladzijde onderaan le kolom) (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1967 | | pagina 1