Hogere belastingen voor 1966 1Rechtsaangelegenheden voor de landbouwer WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Zaterdag 2 september 1867 46ste Jaargang nr. 2295 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Zoals ieder jaar werden ook in 1967 onlangs besprekingen gevoerd tussen de landbouworganizaties enerzijds en het ministerie van Financiën anderzijds in verband met de forfaitaire aanslagbarema's voor belasting van de landbouw op zijn inkomsten van 1966. Die besprekingen blijken dit jaar echter een alleenspraak van het ministerie van Financiën geweest te zijn Immers de voorstellen van de landbouworganizaties werden ijskoud ter zijde gelegd en de vriendelijke heren van de fiskus waren slechts bereid om alleen over hun eigen voorstellen te praten Wie nu denkt dat de grote landbouw organizaties hierop even ijskoud opge staan zijn en tegenover zoveel aanmati ging de deur hebben dichtgegooid, is er glad naastNeen, onze fiere landbouwor ganizaties, zowel de V.P.A. als de B.B., zijn dan met veel ijver de voorstellen van de fiskus gaan onderzoeken en hebben be paalde aanmerkingen gemaakt, die, zoals De Boer schrijft, tot op zekere hoog te door het bestuur der belast in "en zou den in aanmerking genomen w< Sen Dat die tot op zekere hoogte wel zeer hoog z.al zijn, kunnen wij ons zo reeds voor stellen, immers er werden ook nog bezwa ren voorgelegd aan de minister (en dit zullen dan toch geen kleinigheden geweest zijn), maar de minister heeft even ijskoud als zijn vriendelijke ambtenaren beslist met deze bezwaren geen rekening te hou den Bespottelijker kan het werkelijk niet. Onze landbouworganizaties werden dus in feite over de gehele lijn vierkantig voor de aap gehouden en als gemene leuge naars wandelen gestuurd. En De Boerkomt dan tot de vol gende vernederende vaststelling Het ziet er naar uit dat op deze wijze bij voor baat elke mogelijkheid van een akkoord wordt uitgesloten. De fiskus zal dus tot een eenzijdige vaststelling van taksatienor- men voor het jaar 1966 moeten overgaan. Alles wijst erop dat deze door de fiskus vastgestelde aanslagbasissen hoger zullen liggen dan het barema van vorig jaar en De Boer besluit als volgtZoals de zaken er thans voor staan moeten wij daarom een ernstige waarschuwing richten tot het Bestuur van Financiën zowel als tot de regering in haar geheel. Wij zijn zeer benieuwd wat die ernstige waarschuwing van de brave jongens van de Boerenbond zal teweegbrengen. Wij hebben zo de indruk dat de regering in haar geheelop dit ogenblik al zit te schudden en te heven voor die ernstige waarschuwingzij weet immers uit on dervinding dat de wind van die kant uit de goede richting komt en wel geen torna do zal teweegbrengen. De talrijke B.B.- parlementairen zijn het in zover wel eens met hun profiterende spitsbroeders, dat het geld voor hun vergoeding die zij ondertussen tot een half miljoen hebben verhoogd, toch van ergens moet komen; en wat is nu gemakkelijker dan dit uit de zak van de belastingsbetalers, dus (tok van de boeren te kloppen! Na de strengere kwaliteitsnormen voor de melk, na de halfslachtige maatregel waarbij de taksen op de granen slechts met 2 werden verminderd in plaats van volledig afge schaft, na de verhoogde taksen op ver scheidene grondstoffen en materieel, na de indexpolitiek op de rug van de boer, na de volgehouden sociale achteruitstelling, nu nog een aanval in rechte lijn door verhoging van de belastingen Intussen werden door de U.P.A.'s in Wallonië de drietanden opnieuw geplant en op verscheidene plaatsen reeds beto gingen gehouden. Naar het schijnt stapten de Boerenbonders daar mee op straat. Ook onder de Vlaamse boeren begint het te roeren en de voorgenomen belas tingsverhoging zal beslist geen kleine druppel olie op het vuur zijn. Wij vrezen evenwel dat de B B. zich zal wachten op straat te komen. De Boerenbond zit nu eenmaal vast in 'n politiek keurslijf en in allerlei zakelijke belangen, waarmee de boer zelf weinig of niets te maken heeft of, erger nog, waar van hij braafjes het stille slachtoffer zou moeten worden. Twee recente voorbeel den illustreren dit weer eens zeer duidelijk. Te Boechout bij Antwerpenwerd het CVP-istisch gemeentebestuur in de min derheid gesteld, omdat een lid van deze meerderheid, die onpartijdig de belangen van de boeren wenste te verdedigen, zich verzette tegen bepaalde verkavelingsplan nen van het gemeentebestuur. De burge meester en zijn twee schepenen waren hierdoor zozeer op hun tenen getrapt dat zij onmiddellijk hun ontslag aankondig den. Dit voorval, dat voor de boeren van Boechout wellicht niet zo onbelangrijk was en dat voor de overige boeren en boe- renvertegenwoordigers in onze gemeenten toch het vermelden waard is, werd in De Boer gewoon doodgezwegen. Een tweede feit. Eenieder heeft wel iets gehoord of gelezen over de hoerenbeto- ging te Kallo tegen de onteigeningen waar mee men in de polders op de linkerschel- deoever nogal grof schijnt te werk te wil len gaan. Na de inpalming van de polders langs de rechteroever, bestaan nu ook reeds grootse plannen om de al even vruchtbare polders op de linkeroever en zelfs een gedeelte van het Waasland aan de industrializatie op te offeren. Maar voor de boeren van Kallo kwam er nog dit bij dat zij zomaar even met 150.000 fr. per ha minder zouden moeten tevreden zijn dan hun ge buren uit Melsele. Te Kal- Wij hebben ons de jongste tijd be ijverd ten dienste van onze lezers rechtsaangelegenheden uit de praktijk in onze krant te berde te brengen en nader te bespreken, omdat wij tot het inzicht zijn gekomen dat dit voor hen veelal nuttiger is dan algemene be schouwingen, die ze wellicht wel met een zekere belangstelling lezen, maar die dan toch niet zo tot hun spreken. We wensen hiermee voort te gaan en in dit artikel zaken te behandelen zowel in verband met de uitrusting van landbouwvoertuigen en de voor schriften inzake het verkeer langs de weg als inzake registratierechten bij aankoop van onroerende goederen. We hebben aldus gelezen dat zelfs rijkswachters niet altijd juist weten welke verplichtengen, voor wat de uit rusting van landbouwvoertuigen be- trett op de landbouwer wegen en zelfs soms de neiging hebben hem zwaar dere verplichtingen op te leggen als door de wetgever wordt voorzien. Art. 76, 11 van het koninklijk be sluit van 8 april 1954 luidt als volgt: De landbouwvoertuigen of het spe ciaal materieel in gebruik door de on dernemers van werken moeten niet voorzien zijn van de lichten voorzien door nr. 1 van dit artikel, op voorwaar- lo ging het om de vestiging van een ther mische centrale door de elektriciteitsgroep EBES, waarvan men veronderstelt dat 'n knaap van de Boerenbond in de beheer raad zit of zat. Indien dit waar is, dan is het niet te verwonderen dat ook over het geval Kal lo in De Boer niets te bespeuren valt. Wij hopen evenwel dat de leiders van de B B. zullen inzien dat het hun plicht is mee te doen en zelfs aan het hoofd te staan om de boeren belangen te verdedi gen. Wanneer echter op 13 september e. k. te Rumbeke-Bertem en naderhand wel licht ook op andere plaatsen betogingen van het A.B.S. plaats grijpen, zal De Boerspijtig genoeg waarschijnlijk nog steeds gemuilband rondlopen, om uitein delijk misschien, zoals met de strijd om de melkprijs destijds, als het ijzer te heet begint te worden, willens nillens toch nog een duwke mee te geven en dan liefst de pluimen van de bereikte resultaten op zijn hoed te steken. de dat deze voertuigen niet sneller rij den dan 20 km. per uur. Bovendien moeten de landbouw voertuigen vermeld in de vorige ali nea niet voorzien zijn van de rode kat ogen aan de achterkant, wanneer ze niet rijden op het ogenblik dat de kruisingslichten of de weglichten van de auto's moeten branden Nummer 1 van dit artikel voorziet onder letter c) dat de auto's en de aanhangwagens (opleggers) door de ze voertuigen getrokken moeten voor zien zijn van lichten die de richting aanwijzen (flikkerlichten) Hieruit blijkt dus dat landbouw voertuigen die niet sneller dan 20 km per uur rijden, niet moeten voorzien zijn van flikkerlichten, vermeld in dit artikel 1. Naar het schijnt wordt dit soms in twijfel getrokken door rijks wachters die een bekeuring willen op stellen. Thans volgen hier enkele gegevens en voorschriften voor het verkeer van maaidorsers langs de openbare we gen. Men dient vooraf te weten dat de breedte van een voertuig (om 't even of het een landbouwvoertuig is of niet) niet meer, dan 2 m 50 mag be dragen in gelijk welke dwarsrichting gemeten. Nochtans wanneer het gaat over landbouwvoertuigen die zich van de boerderij naar het veld of andersom begeven, en waarvan de snelheid niet hoger ligt dan 20 km per uur, wordt een maximumbreedte van 3 m. toege laten. De beweegbare buitendelen of de delen die gemakkelijk kunnen afge haakt wórden, moeten worden samen- geplooid of afgehaakt, om de breedte te verminderen gedurende het ver keer op de openbare weg. Om nu gebruik te mogen maken van een landbouwvoertuig dat een breedte heeft die de maximumbreed te van 3 m. overschrijdt (wat meest al het geval is voor maaidorsers, is men verplicht vooraf machtiging daar toe te vragen aan het ministerie van het Verkeer. Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom) Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 (Zie vervolg onderaan hierneven)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1967 | | pagina 1