Wm
Landbouwpraatje in de Engelse radio
Sterfte bij kalveren
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEOIGiNG VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
Zaterdag 21 oktober 1967
46ste Jaargang nr. 2302
Over sommige samenwerkende vennootschappen
in Engeland
De kans ziek te worden en te sterven is in de eerste levensweken aanmerke
lijk groter dan bij oudere dieren. Ongeveer 7 a 8 procent van de kalveren sterft
dan. Als ziekteoorzaken kennen we giftige stoffen, tekorten in de voeding, kou
vatten en infecties met bacteriën, virussen en parasieten. Bij jonge kalveren hebben
we als ziekteoorzaak veel met infecties te maken. In de eerste levensdagen zijn
het uitsluitend de bacteriën die een rol spelen, virussen komen later en daarna,
meestal gedurende de weideperiode, de bekende parasieten, longworm, maagdarm-
worpien en leverbot. De bacteriële ziekte kunnen we bestrijden door de aanvals-
kracht van de bacteriën zo grondig mogelijk af te breken en de verdediging van het
kalf zo goed mogelijk te maken. Als voorbeeld van een bacteriële ziekte bij het
jonge kalf kennen we de colibacillose of witte diarree. Deze ziekte veroorzaakt bij
kalveren van enkele dagen oud over de gehele wereld grote schade. Op bepaalde
bedrijven is de situatie zelfs zodanig dat ten gevolge van deze ziekte bijna geen
kalf op de been komt. Ruim een derde van de sterfgevallen bij de jonge kalveren
wordt door deze ziekte veroorzaakt.
De colibacil is een normale darmbewo-
ner van de oudere dieren en doet bij deze
dieren geen schade. Van de colibacillen
zijn vele stammen bekend, maar bepaalde
stammen zijn sterk ziekteverwekkend bij
het jonge dier. Om richtlijnen aan te ge
ven voor de bestrijding van een ziekte is
het nodig dat we met de wegen, waarlangs
de injectie plaatsvindt, op de hoogte zijn.
A Is zodanig kennen we de navelinfectie,
zodat de ontsmetting erg belangrijk is.
Ook kan de injectie via het maagdarmka
naal gaan; hygiëne bij de voeding is van
uiterst belang. Verder nog langs het slijm
vlies van neus en keel.
ZIEKTEVERSCHIJNSELEN
.Colibacillose kan zeer acuut verlopen.
De bacteriën veroorzaken dan een bloed
vergiftiging en zg. sepsis waarbij de
dood bijna steeds binnen 1 a 2 dagen op
treedt. Het kalf ligt kort n^i de geboorte
sterk versuft, languit met koude poten en
een koude natte muil. Door het snelle ver
loop zien we dikwijls geen diarree. De
bacteriën worden veel aangetroffen in de
neus en keelholte waardoor men dit als
een belangrijke infectieweg beschouwt.
Experimenteel is ook gebleken dat een
dodelijk colisepsis bij pasgeboren kalve
ren gemakkelijk via de neus is te veroor
zaken. Om deze v/eg via de neus zo mo
gelijk tegen te gaan gebruikt men sinds
kort een spray met bacteriën die normaal
in de neus voorkomen om de ontwikkeling
van de colibaci! in de neus tegen te gaan.
In hoeverre deze handelwijze in de prak
tijk als een feitelijke voorbehoeding van
de ziekte zal blijken moeten de proeven
nog uitwijzen. Bij een wat langzamer ziek
teverloop als reeds genoemde sepsis ken
nen we de witte diarree. Naast diarree
zien we suffe kalveren met rechtopstaand
haar, vuil achterstel, op gebogen rug vast
liggende huid door indroging. Tenslotte
sterft het dier aan een niervergiftiging. De
colibacillose kan wel genezen zijn maar
ik meen er hier reeds op te moeten wijzen
dat een goede vochtvoorziening van groot
belang is bij deze zieke dieren.
Bij colibacillose kan de veehouder zelf
veel doen om de ziekte te voorkomen en
het is dan hoofdzakelijk deze zijde van
het probleem die we hier onder de loep
willen nemen. Het ontstaan van ziekte is
zelden een kwestie van één factor maar
bijna steeds een samenspel van de facto
ren infectie, huisvesting, voeding en er
felijkheid.
INFECTIE VOORKOMEN
Elke injectie is theoretisch met hygië
nische maatregelen te voorkomen, maar
de meeste op deze wijze ook feitelijk.
Reeds 50 jaar geleden heeft Poels met
hygiënische maatregelen goede successen
geboekt bij de bestrijding van colibacillo
se. Uitgaande van het idee dat de oudere
dieren de smet stof bronnen waren, gaf hij
aan vlak voor de geboorte de omgeving
van de geboorteweg te ontsmetten met een
creoline-oplossing of halamid, het kalf
schoon opvangen, in een niet besmette of
gedesinfecteerde ruimte brengen, navel
ontsmetten met jodium of kaliumperman-
ganautoplossing en nadien laten drinken
uit schone emmers, niet laten zuigen op
vuile vingers enz. Deze maatregelen gel
den nog steeds en mits goed uitgevoerd
voorkomen ze veel ziekte. Aangaande de
huisvesting van de jonge kalveren moet
helaas de opmerking worden gemaakt dat
ze over het algemeen slecht is en dat ze
steeds slechter wordt doordat alle hoeken
en gaten volgezet worden met andere run
deren.
Op weinig bedrijven is een goed kalver-
hok aanwezig en dit is toch een eerste
vereiste voor een goede kalveropfok. Kal
veren vragen een schone, droge tochtvrije
ligplaats en ongeveer 3 vierkante meter le
vensruimte voor elk kalf. Een indeling
van het hok in tweeën is in verband met
de leeftijd van de dieren aan te bevelen.
Voor mestkalveren is naast een goede
huisvesting de temperatuur in de stal en
de vochtigheidsgraad van de lucht van be
lang. Een hoge vochtigheidsgraad van de
\ucht voorkomt longaandoeningen.
GEEN IMMUUNSTOFFEN
De voeding van het kalf willen we in
twee perioden gaan verdelen, nl. de biest-
periode en de melkperiode. De biestperio-
de is kort, maar buitengewoon belangrijk
voor de bestrijding van alle besmettelijke
ziekten. Als een dier eer bepaalde infec-
Zie vervolg 2e bladz. 4e kolom
.V - -■
Jaarabonnement 120 F
.41
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O.CAUDRON
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/24 267
Nog maar kort geleden lazen we in
een gewestelijk algemeen weekblad,
dat onze landbouwers nog steeds in
sterke mate de geest van samenhorig
heid, van solidariteit bleken te mis
sen, dat ze nog teveel op eigen, on
middellijk voordeel bedacht waren (of
dit voordeel nu al of niet werkelijk of
enkel denkbeeldig was), met andere
woorden dat ze teveel eigengereid, te
veel individualist of, anders gezegd,
mensen waren die altijd op zichzelf
wilden staan en stelselmatig weiger
den op te gaan in een gemeenschap
pelijke groep met hun standgenoten.
De schrijver meende er te mogen
uit afleiden dat deze ongunstige ka
raktertrek er de oorzaak van was, dat
onze wettelijk aldus genoemde samen
werkende vennootschappen zich in
hun dagelijkse gang van zaken eigen
lijk als naamloze vennootschappen ge
droegen, juist wegens deze eigenheid
van hun leden die liefst alles wat er
te beredderen viel maar overlieten
aan het bestuur van de vennootschap.
We laten in het midden of deze op
vatting juist is maar we hebben hier
aan gedacht bij het beluisteren van
een landbouwpraatje door de land-
bouwdiensten van de BBC (British
Broadcasting Corporation) of, eenvou
diger de Engelse Radio, waarin een
bepaalde vorm van samenwerkende
vennootschappen voor de landbou
wers werd besproken, waarbij wel een
grote zin voor gemeenschappelijk op
treden verondersteld wordt.
Er werd vooreerst op gewezen dat
op dit ogenblik in Engeland, honder
den syndikaten en samenwerkende
vennootschappen voor de aankoop van
landbouwmachines bestonden.
Dit zal sommigen onder ons wel
verbazen maar dit bewijst dat derge
lijke organisaties aan de overzijde van
het Kanaal wel erg in trek moeten zijn
en hun leefbaarheid dan ook schitte
rend bewijzen.
Het totstandbrengen van een sa
menwerkende vennootschap, onder
een of andere vorm, zelfs als een fei
telijke vennootschap zonder een wet
telijke vorm is uiteraard niets nieuws,
want dit heeft wel altijd bestaan om
dat het vooral voor kleine landbou
wers, die zich geen grote uitgaven
voor hun materieel konden getroosten
noch min noch meer dan een noodza
kelijkheid was.
Sedert onheuglijke tijden hebben de
boeren aan elkaar wederkerig hun
landbouwgereedschap uitgeleend zo
dat dit een vaste geplogenheid is ge
worden gedurende generaties onder
de landbouwers.
Ook voor de aankoop van dit gereed
schap hebben ze, zover men zich ge
heugen kan, de koppen bij elkaar ge
stoken om met gemeenschappelijke
middelen zaken aan te kopen die elk
voor zichzelf zich niet aanschaffen
kon.
Doch wanneer bij de private vereni
gingen, 't lenen en ontlenen van ma
chines bijna steeds op een twist uit
liepen, die zelfs in haat kon overgaan,
zijn de syndikaten en de samenwer
kende vennootschappen ontstaan om
tot een gemeenschappelijke inbedrijf-
neming te komen, die zonder horten
of stoten verloopt.
Het ligt voor de hand dat in alle ge
meenschappelijke organisaties beper
kingen dienen te bestaan. Opdat een
samenwerkende vennootschap renda
bel en leefbaar zou zijn mag ze enkel
het aantal machines aankopen die
noodzakelijk zijn voor de leden in hun
geheel genomen en niet voor ieder af
zonderlijk.
De manier waarop de Britten erin
geslaagd zijn zich aan deze beperkin
gen aan te passen heeft de deskundi
gen verbaasd. En toch is dit in de
grond niet zo verrassend omdat de
voordelen daarbij duidelijk de onge
makken overtreffen.
Dank zij de samenwerkende ven
nootschappen is het mogelijk machi
nes met een groot arbeidsvermogen
en met een goede hoedanigheid te
hebben, die op het gepaste ogenblik
elke boerderij kunnen bedienen.
Trouwens werd in Engeland daarbij
steeds meer vastgesteld dat de leden
van de syndikaten niet enkel hun ma-
(Zie vervolg 2' bladzijde le kolom)