Het recht van vestiging OVERWEGINGEN als landbouwer in de E. E. G. over het gebeuren in 196/ WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Zit vervolg onderaan hierneven). "Vrijdag 5 januari 1968 47ste Jaargang nr. 2313 Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron stichter O. CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 We konden inzage nemen van een nota gepubliceerd door de Kommissie van de EEG over het recht zich als landbouwer te gaan vestigen in de Europese Gemeenschap en een en ander hiervan brengen we graag ter kennis van onze lezers. De ekonomische unie tussen de Zes door het Verdrag van Rome geschapen houdt in dat niet enkel waren en kapi talen vrij mogen verkeren binnen de Gemeenschap, maar eveneens dat de personen, die onderdaan zijn van een v/d Staten - fysieke personen of ven nootschappen - hun ekonomische be drijvigheid kunnen uitoefenen op de plaats die door hen het meest ge schikt wordt geacht, zonder dat be schouwingen die te maken zouden hebben met de nationaliteit van deze personen of zelfs met een tekort aan coördinatie tussen de verschillende wetgevingen, in het land van het ont haal, zich kunnen verzetten tegen een keuze die enkel door ekonomische re denen mag ingegeven worden. Artikels 52 tot 58 inbegrepen, van het Verdrag voorzien en organiseren de vrijheid van vestiging in de schoot van de Gemeenschap. Ze maken een onderscheid tussen het afschaffen van de beperkingen gegrondvest op de na tionaliteit (art. 52) en de coördinatie van de toegangsvoorwaarden tot de ekonomische activiteiten en de uitoe fening ervan, evenals de wederkerige erkenning van de diploma s. (art. 57) Dit betekent vooraf dat de lid-Staten er zich van onthouden nieuwe beper kingen op de vestiging in te voeren, die zouden gegrondvest zijn op de na tionaliteit in de persoon van de land bouwers die lid zijn van een andere lid-Staat. Dit wordt in het Engels daar om de standstill clausule genoemd, een woord dat we echt niet hoeven te vertalen voor de Vlamingen. De afschaffing van de bestaande be perkingen wordt geregeld volgens een tijdsprogramma, b'evat in het Alge meen Programma voor de afschaffing van de beperkingen, door de Raad vastgelegd op 18 december 1961. Vol gens dit tijdsprogramma is er voor zien dat de vrijheid van vestiging al thans voor de landbouw eerst zal ver wezenlijkt zijn op het einde van een overgangsperiode namelijk in 1970. Nochtans werd rekening gehouden, enerzijds, met het feit dat talrijke landbouwers onderdaan van een van de lid-Staten zich reeds gevestigd heb ben in een andere lid-Staat en, ander zijds, dat vele landbouwarbeiders reeds aan het werk zijn .7 een andere lid-Staat en, eindelijk, dat er in de Gemeenschap heel wat verlaten en braak liggende akkers liggen. Daarom werden dan ook volgende maatregelen voorzien 1) een vrijheid van vestiging op de verlaten of onbewerkte gronden, zon der enige beperking, behalve dan het recht te mogen ruilen met een ander bedrijf. 2) een vrijheid van vestiging zonder enige beperking ten voordele van een van de onderdanen van een van de lid-Staten, die in het Qnthaalland ge werkt heeft als bezoldigde landbouw- arbeider gedurende ten minste twee jaar en dit zonder onderbreking. 3) de erkenning van de toepasselijk heid van de landbouwpachten op reeds geïnstalleerde landbouwers. Er zijn, inderdaad, sommige Staten waarin die toepasselijkheid alleen geldt voor ei gen onderdanen. 4) de erkenning van het recht van om ruiling ten voordele van de reeds ge ïnstalleerde landbouwers. Inderdaad, de machtiging die hun werd verleend, geldt doorgaans enkel voor een be paald bedrijf. 5) bij het begin van het derde sta dium, dus vanaf 1 januari 1966, krijgen de geïnstalleerde landbouwers toe gang tot de verschillende vormen van kredietverlening. 6) op hetzelfde tijdstip als hiervoor kunnen de geïnstalleerde landbouwers lid worden van de samenwerkende vennootschappen. Het jaar dat ten einde liep zal on ze boeren wellicht lang bijblijven om dat het enerzijds zo zeldzaam schoon was en anderzijds zo ontgoochelend bitter. Zeldzaam mild werden wij be deeld door moeder natuur. Op enkele uitzonderingen na kregen wij telkens het gepaste weer; de weiden konden bijna doorlopend en tot lang in het na jaar begraasd worden, de granen, aard appelen, bieten, rapen gaven schone en hoge opbrengsten. Enkele onver mijdelijke wanklanken nochtans door late lentevorst was er weinig steen- fruit; door vroegtijdige warmte rijpten de aardbeien alle tegelijk, evenzo de bloemkolen; en - zeer uitzonderlijk ver schijnsel in onze streken, - een wind hoos bracht in een oogwenk enorme schade teweeg te Oostmalïe en in de streek van leper. Ontgoochelend bitter was 1967 ech ter tegelijk. Mooie opbrengsten ver gingen als sneeuw voor de zon door ongelooflijk lage verkoopprijzen; den ken wij maar aan de bloemkolen, de aardbeien, de zomerappels en niet het minst aan de aardappelen. De prijzen voor de varkens en voor het rundvee zakten bergaf; de markt van de braad- kiekens bleef uiterst gemeen; de eier- prijzen waren niet om ermee te bof fen... En de landbouwpolitiek De één wording van de Euromarkt gaf tot nu toe maar weinig of geen bemoedigen de resultaten, voor zover ze zelfs niet teleurstellend waren. Laten wij hopen dat het nog betertOndertussen stel len wij vast dat steeds grotere bedra gen, die vroeger,nooit, op verre na niet voor onze eigen landbouw voorzien waren, nu moeten afgedragen worden voor doelstellingen waar wij niets aan hebben; integendeel, die zelfs de drei ging inhouden van een toenemende overproduktie en verdere verlaging van onze verkoopprijzen. En wat deden of doen onze nationa le verantwoordelijken Wat deed on ze regering Veel gunstigs kunnen wij er spijtig genoeg niet van vertel len De kwaliteitsnormen voor de melk hebben zij verstrengd. De belastingen hebben zij verhoogd. Door vroegere kleinzielige indexpolitiek - waardoor wij bepaalde afzetmarkten verloren, - zijn zij medeverantwoordelijk voor de huidige lage prijzen. De sociale ach terstelling vergeleken met de loon- trekkenden hebben zij op verre na niet weggewerkt. De grondvermorsing tomen zij niet in integendeel zij zijn nog de grootste verkwisters. En het boerensyndikalisme Het kende juist door die bittere ontgooch elingen een heropflakkering. Zelfs de machtige, gevestigde Boeren bond liet zich tot een betoging mee slepen, maar keurde verder in bedek te termen de overige manifestaties af en ns de dramatische afloop te Oude naarde weerklonk uit de Boerenbond niet het minste protest tegen de schandalige brutaliteiten van sommi ge ordehandhavers. Wij willen dit kort overzicht niet in een pessimistische stemming beslui ten, maar wensen al onze boeren in 1968 nog beter weer dan in 1967 en vee! geluk op hun bedrijven. Voorts alle succes voor het échte boerensyn dikalisme in België en in alle landen van de EEG, opdat het de nationale verantwoordelijken en ook de EEG- bonzen aan het verstand zou kunnen brengen dat het familiaal landbouw bedrijf de enige gezonde basis is voor de West-Europese landbouw en dat het bijgevolg recht heeft op een min stens gelijkwaardig bestaan als de overige, meestal veel minder produk- tieve standen of klassen van de West- Europsse maatschappij 7) in het begin van het derde jaar van het derde stadium of op 1 januari 1968, krijgen de geïnstalleerde landbouwers het recht te kunnen genieten van alle hulpmiddelen en subsidies. 8) op het einde van ds overgangperio de, dus op 1 januari 1970 komt er vol strekte vrijheid van vestiging, zonder een enkele beperking, voor de land- (Zie vervolg 2 bladzijde le kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1968 | | pagina 1