BEKALKEN Afslachten of inenten Nu niet meer uitstellen WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Vrijdsc 2S I? 47ste Jaargang nr. 2316 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Een Engelse stem over mond- en klauwzeer Het Engelse tijdschrift The Finan cial Times heeft naar aanleiding v.d. mond- en klauwzeerepidemie, die in Engeland verschrikkelijke verwoestin gen heeft aangericht en misschien, op dit ogenblik dat wij dit artikel schrij ven, er nog aan het woeden is, in een paar artikels uitgeweid over deze aan gelegenheid en vraagt zich daarbij af wat de beste oplossing is voor de bestrijding van deze kwaal, namélijk al de aangetaste dieren onverbiddelijk afslachten ofwel de inenting tegen de ze ziekte verplichtend maken. De schrijver van het artikel zegt dat hij een landbouwencyclopedie in zijn bezit heeft, uitgegeven in 1885, waar in een referentie staal opgetekend da terend van het jaar 1727, die de ver schijnselen van mond- en klauwzeer opsomt en waarbij deze ziekte de puistziekte genoemd wordt. Het was echter moeilijk in de eer ste helft van de vorige eeuw, waarin de gezondheidstoestand van het vee zonder meer erbarmelijk was, een on derscheid te maken tussen mond- en klauwzeer en andere ziekten die met koorts gepaard gaan. Schrijver vertelt dat hij voor de eer ste maal, in 1930, in Argentinië, deze ziekte heeft leren kennen. Men hecht te er veel minder belang aan dan aan andere ziekten, zoals aan anthrax of miltvuur en black-leg (een soort be roerte van het vee, waarbij de voor poot verlamd wordt en het vlees een zwarte kleur krijgt) die als dodelijk werden aangezien en waartegen inge ënt werd. Wat mond- en klauwzeer betreft, trachtte men de nog zuigende kalve ren van 8 tot 12 maand oud, ermee te besmetten om ze er later onvatbaar voor te maken. Voor het geheel van de kudden bracht dit wel een vermindering v.d. produktie mee, die echter van tijde lijke aard bleek te zijn. De onvatbaar heid van de kalveren, denkelijk te danken aan de biestmelk, duurde maar een jaar maar tenslotte waren de er ge gevallen eerder zeldzaam. In Argentinië geeft men er dus niet zoveel om en de maatregelen die de Argentijnse regering de jongste jaren genoodzaakt was te nemen, waren niet zozeer ingegeven om recht streeks de ziekte te bestrijden, dan wel door de vrees dat het land zijn af zetmarkten hierdoor zou kunnen ver liezen. Op het Europees vasteland waar de ziekte min of meer endemisch was, d.w.z. dat ze in 'n bepaalde streek ge regeld voorkwam, begcn men eerst vanaf 1930, er maatregelen tegen te nemen en dit om louter ekonomische redenen. De overlevende dieren vertoonden immers een daling van de melkgift, soms een volledig ophouden ervan, onvruchtbaarheid en verwerpen van de vrucht zodat de kudde niet meer ekonomisch rendabel was. De gevolgen van de ziekte zijn des te ernstiger naarmate het land lange tijd ervan gespaard is gebleven. In 1951-52 werd de schade toegebracht aan de Europese veestapel geraamd op nagenoeg 27 miljard Belgische fr. wegens sterfte en vermindering van melkgift. In Engeland werden toen slechts 600 dieren afgeslacht, terwijl dit aan tal in Frankrijk 300.000 beliep, in Ne derland 27.000 en in Denemarken een aantal dat iets hoger lag dan in Neder, land. Sedert 1951-52 hebben talrijke West-Europese landen maatregelen genomen om de ziekte te bestrijden door inenting en dit met een onbe twistbaar welslagen. Het voornaamste argument ingeroe pen tegen vaccinatie of inenting is echter, dat de herhaalde inentingen, althans in Engeland, tot deze laatste maanden, duurder uitkwamen dan de afslachtingen. Er worden nog andere opwerpingen gemaakt. Er bestaan verschillende vi russen van deze ziekte en, ofschoon de inenting de ziekte voorkomt voor de gangbare gevallen van de ziekte, kan er zich toch altijd een nieuwe mu tatie voordoen. Bij grondontleding is het vast te stellen dat nog talrijke gronden te zuur zijn om de hoogste opbrengten te kunnen geven. Een gepaste kalktoestand is immers één van de vertrekpunten opdat de grond een goede struktuur en een weelderig mikro- benleven zou bezittenbijgevolg een betere opneembaarheid van de aanwezige voedende elementen en uiteindelijk een vlottere en evenwichtiger plantengroei, wat tenslotte alleen maar de opbrengsten zowel van de plantaardige als van de dier lijke produkten kan ten goede komen. Het vroege voorjaar biedt nog een laatste gelegenheid om overal waar het volgens ontleding nodig is, de voorge schreven bekalkingen uit te voeren. Steecis iv, eer boeren zijn zich terdege hiervan bewust en zij handelen dan ook in overeenstemming hiermeemaar spij tig genoeg zijn er nog steeds te veel die aan de kalktoestand van de grond weinig of geen belang hechten en die door na latigheid op dit gebied jaarlijks grote ver liezen lijden. DE ZUURHEIDSGRAAD (pH) ...De zuurheidsgraad van de grond kan door een grondontleding bepaald worden. Die zuurheidsgraad wordt dan bij middel van een cijfer, het pH-cijfer, uitgedrukt. Is dit cijfer 7, dan is de grond neutraal is het cijfer hoger dan 7, dan is de grond sterk ontzuurd of zogezegd alkalisch van reaktie; is het cijfer lager dan 7, dan is de grondreaktie zuur; en dit des te meer, naarmate het cijfer kleiner is. De goede pH-cijfers liggen tussen 6 en 7,5. De meest gewenste of optimale p H- waarde verschilt enigszins volgens de grondsoort en volgens het te winnen ge was. Zo mogen de zandgronden best licht zuur zijn en een pil-waarde bezitten van ongeveer 6,5, veel zuurder is beslist niet goed, maar bij hogere pH-cijfers deugt het ook niet, want vooral in zeer lichte gronden treden dan vrij vlug bepaalde ge breksverschijnselen op, b.v. mangaange- brek. Een zware leemgrond moet een hoger pH bezitten, namelijk minstens on geveer 7, bij te hoge waarden echter kun nen ook hier gebreksverschijnselen te voorschijn treden b.v. boorgebrek. (hart- rot ziekte) Ook de gewassen stellen tegenover de zuurheidsgraud van de grond verschillen de eisen. Zo is het bekend dat b.v. aard appelen en rogge beter gedijen in een licht zure grond, terwijl b.v. tarwe en bie ten slechts de beste opbrengsten kunnen geven op gronden die neutraal of zelfs licht alkalisch zijn. Ook voor weiden is het omwille van 't vee en voor het behoud van een goed grasbestand van belang dat de grond een reaktie bezit van ongeveer het neutraal punt, dus ongeveer 7. NAT OF ZUUR Slechts een grondontleding uitgevoerd door een ernstig laboratorium, dat zich meteen ook reeds op veel praktijkervarin gen kan steunen, kan aangaande het al of niet zuur zijn van een grond een vol doende klare en duidelijke uitspraak ge ven. Voortgaan op het al of niet aanwe zig zijn van bepaalde onkruid planten, werkt over het algemeen zeer misleidend. Dit o.a. omdat in de praktijk meestal niet of onvoldoende onderscheid wordt ge maakt tussen 'n nutte grond en 'n zure grond. Dit zijn nochtans twee volledig verschillende of dikwijls zelfs tegengestel de begrippen. Inderdaad, een natte grond heeft een waterontlasting, die te wensen overlaat en hij kan slechts gezond ge maakt worden door de waterafvoer te verbeteren. Een zure grond daarentegen bevat te weinig kalk en kan slechts door passende bekalkingen in orde gebracht worden De grond verzuurt door uitspoeling van de kalk er is des te meer uitspoeling naarmate de grond beter kan ontwateren. In een natte weide is er weinig of geen uitspoeling mogelijk maar een goed ont waterde akker, zal regelmatig verzuren, daar de kalk samen met het neerdalend water in de ondergrond verdwijnt. Het is dus helemaal geen uitzondering dat een zogenoemde zure maar eigenlijk nat te weide, helemaal geen kalk nodig heeft; maar talrijke goed ontwaterde gronden moeten regelmatig opnieuw van kalk voorzien worden om een voortschrijdende verzuring tegen te gaan. Juist hierom is het zo belangrijk dat de juiste zuurheidsgraad van de grond door middel van ernstige grondontledin- gen wordt bepaald. BEK A LK1NGSMIDDELEN ...Om de verzuring van de grond tegen te gaan moeten volgens de voorschriften van het bekalkingsadvies dat bij grondontle ding wordt verstrekt, de passende hoeveel heden be kal kingsmit'delen toegediend worden. Blindelings bekalken is steeds uit den boze, want in sommige gevallen zult u te weinig geven en dus ondoelmatig werken, ofwel zult u te veel geven en u blootstellen aan allerlei schadelijke gevol gen. Dit laatste is beslist niet denkbeeldig, vooral niet naarmate de grond lichter is. Er zijn verschillende bekalkingsmidde- len en de voornaamste horen thuis onder de groep van de ongebluste en gebluste kalk en de groep van de koolzure kalk soorten. Ongebluste brokkalk is het rijkst aan ontzurende eenheden. Het vraagt evenwel veel werk en meestal is het niet mogelijk (Zie vervolg 2e bladz. 3e kolom j,,-..»- ■- Jaarabonnement 120 F A Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron 1 Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1968 | | pagina 1