BE MESTSTOFFEN De wet op het uitgesteld loon WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Voor het naderend voorjaar Een wet voor landbouwers en tuinders Alhoewel de winter ons nog allerlei parten kan spelen, ziet het ernaai uit dat wij 'n vroeg voorjaar zouden kunnen krijgen.Van zohaast de weiden en het land be. hoorlijk toegankelijk zijn. moeten, zonodig, de kalkstoffen gestrooid worden daar na de fosfaat- en kalimeststoffen en tenslotte de stikstof meststoffen. Zoniet, kunt U ook door gebruik van samengestelde meststoffen de drie hoofdvoedingselementen (stikstof, fosfaat en kali) in éénmaal strooien. Hierna dan, om uw geheugen en kennissen even terug op te frissen, een korte beschrijving van de voornaamste meststoffen en van de samengestelde meststoffen die regelmatig bij „Redt U Zelven' kunnen gekocht worden. worden zoals trouwens ook de metaal- Het zijn de stikstofmeststoffen die nor maal het meest merkbare resultaat geven. Echter speelt een evenwichtige verhouding in de bemesting een belangrijke rol daarom moet naast de stikstof ook vol doende fosfaat en kali (potas) gestrooid worden. En vóór alles moet U ervoor zorgen dat de kalktoestand van uw grond in or de weze. Tegenwoordig verdient, naast de bovengenoemde drie hoofdelementen en naast de kalk, ook het magnesium uw bij zondere aandacht. Wij wezen er reeds her haaldelijk op dat U zich voor dit alles het best op een betrouwbare grondontle- ding kunt steunen. 1. K1ESER1ET is een grondverbeterings middel, dat uitsluitend magnesiumsulfaat bevatnamelijk minstens 80 dit komt overeen met 27 °/c magnesia MgO)-een- heden. Kieseriet werkt niet ontzurend, maar is uitsluitend als magnesiumbron te gebruiken. Het is oplosbaar in water en werkt dus vlug. Het kan best samen met de fosfaat- en kalimeststoffen gestrooid worden. 2. DE FOSFAATMESTSTOFFEN Hieronder vinden wij de metaalslakken (ijzerslakken) fertiphos en superfosfaat. METAALSLAKKEN zijn het best te gebruiken op gronden die nog te zuur zijn; deze meststof bevat immers, naast het fos faat, nog vrij veel gebonden en vrije kalk. Overigens bevatten metaalslakken, ook wat magnesium en sommige sporen elementen, zoals b.v. mangaan. Metaal slakken zijn van de hierbovengenoemde drie fosfaatmeststoffen, naar het blijkt, de minst vlug werkende. Dit hangt ech ter, zoals trouwens voor alle meststoffen, overwegend van de weersomstandigheden af. SUPERFOSFAAT wordt het best voor behouden voor de gronden die voldoende voorzien zijn van kalk. Het is overigens een fosfaatmeststof die door aardappelen bijzonder gegeerd wordt. Ons superfosfaat is gekorreld en bevat 18 fosfaateenhe den, oplosbaar in water. FERTIPHOS is een meer algemeen bruikbare fosfaatmeststof. Het heeft een hoge inhoud nl. 38-39 Het is een wit te, fijne en zeer lichte meststof, die dus bij zeer stil weer moet kunnen gestrooid slakken, die wel veel zwaarder zijn, maar toch ook zeer fijn. Fosfor moet steeds in voldoende mate in opneembare vorm in de grond aanwe zig zijn. Het is immers noodzakelijk voor de vorming van de eiwitten en van zet meel en vethet is overigens een element dat voor dieren en mensen onmisbaar is voor hun beendervorming. Het fosfaat in de grond spoelt weinig of niet uithet kan echter wel in minder of meer onopneem bare vorm in de grond vastgelegd worden. Het is dus wel wenselijk telkenjare op nieuw een fosfaatmeststof te strooien. Eenmaal dat de grond een behoorlijk fos faatgehalte bezit, komt U toe met jaar lijkse hoeveelheden van ongeveer 80 kg fosfaat-eenheden per hektare, zonder veel onderscheid volgens de aard van het ge was. Dit is dus ofwel ongeveer 500 kg me taalslakken, ofwel 400 kg superfosfaat of 200 kg fertiphos per hektare. 3. DE KALIMESTSTOFFEN Deze worden onderverdeeld in chloor- houdende en chloor-arme soorten tot de eerste groep behoren chloorptas 40 tot 60 en ruw kaliumzout 20 tot de tweede groeppotassulfaat en patentkali. De chloorhoudende soorten mogen, zeker voor aardappelen, vlas, erwten, groenten, fruit, hop, tabak, niet meer kort vóór het zaaien of planten of kort vóór de aanvang van het nieuwe groeiseizoen gestrooid wor den. Dan gebruikt U voor deze gewassen beter potassulfaat ofwel patentkali. In tegenstelling met de fosfaatbemesting moet de hoeveelheid te strooien potas per hektare goed afgestemd worden op de ver schillende behoeften per gewas. Zo kun nen wij de voornaamste gewassen volgens hun stijgende behoeften aan kali ongeveer als volgt rangschikken I. graasweiden. II. graangewassen, vlas, erwten, bonen, klavers, muaigras, witloof. III. aardappelen, bieten, hop, tabak, fruit bomen. Voor de eerste groep zijn gemiddeld minder dan 100 kali-eenheden per hek tare vereistvoor de tweede groep 120- 180 eenheden en voor de derde groep 200 tot 250 potas-eenheden per hektare. mm 47ste Jaargang nr. 2317 Vrijdag 2 februari 1968 Jaarabonnement 120 F :u Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O.CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 Het gebeurt uiterst zelden en dan nog meestal met aanzienlijke vertra ging dat er een wet gestemd wordt ten gunste van hen die zich met land en tuinbouw bezig houden, om er hun brood mee te verdienen. Na een lange lijdensweg van straks drie jaar in Kamer en Senaat, met her haalde terugkaatsing van de teksten van de ene Kamer naar de andere, werd op 28 december 1967 de wet ge stemd, hier als titel vermeld, en ver scheen ze in het Belgische Staatsblad op 20 januari 1968. De wet die we nu gaan bespreken is een volwassen wet, die bij haar voorbereiding echter meer dan één kinderziekte heeft doorgemaakt, voor aleer ze tot volledige wasdom kon geraken. Art. 1 van deze wet geeft de bepa ling van wat onder de benaming „uit gesteld loon" moet worden verstaan. Op een vergoeding, uitgesteld loon genoemd, hebben recht de wettige, natuurlijke of adoptieve (aangeno men) afstammelingen van een land bouwer of tuinder of van zijn echtge noot, en de echtgenoten van deze afstammelingen, die, na hun meerder jarigheid, ten minste drie jaar door lopend een niet beloond normale ar beid hebben verricht op het bedrijf van die landbouwer of tuinder of van zijn echtgenoot. Stippen we hier enkele punten aan. De vergoeding mag dus niet enkel ge- eist worden tegenover de bedrijfslei der maar ook tegenover zijn echtge note, wanneer deze een afzonderlijk bedrijf zou hebben gehad. Het gaat hier niet over een arbeid die af en toe werd verricht. Er wordt een doorlopende, voortdurende ar beid, dus zonder onderbreking, ge vergd. Arbeid gedurende een termijn van minstens drie jaar, waarbij de ja ren vóór de meerderjarigheid niet in aanmerking mogen genomen worden. Nu kan het gebeuren dat er wel een loon, maar geen volledig loon is uit betaald geworden. Wat in dergelijk ge val Zij die wegens hun arbeid op het bedrijf geen volledig loon hebben ont vangen maar wel bijzondere voorde len die niet aan andere afstammelin gen van dezelfde graad zijn verleend, worden geacht, behoudens tegenbe wijs, deze voordelen te hebben ont vangen in vergelding voor zodanige arbeid en zij hebben slechts aan spraak op het verschil tussen het uit gesteld loon berekend zoals hierna bepaald en de waarde van die voorde len geraamd op het tijdstip van de toekenning. De voordelen verstrekt in de vorm van kost, inwoning of bijdra gen voor de sociale wetgeving wor den niet in aanmerking genomen. In dit geval wordt het dus een be rekening die wel ingewikkeld kan wor den. Er wordt hier dan toch reeds aan gegeven welke posten niet in aanmer king mogen komen. Anderzijds lezen we nog verdere gegevens over deze berekening in ar tikel 2 van de wet. Het uitgesteld loon wordt vastgesteld op één derde van het brutoloon van een geschoold land- bouwarbeider of -arbeidster, berekend op basis van het hoogste loon dat van toepassing was gedurende de periode van werkelijke arbeid waarvoor uitge steld loon kan worden gevorderd. De ze periode mag tien jaar niet te boven gaan. We moeten er dus op letten wat de duur betreft, dat naast het minimum van drie jaar ook een maximum van tien jaar voorzien wordt. Het beloop van één derde van het brutoloon kan nog worden verminderd tot één vierde in het volgende geval. Indien de afstammeling en zijn echt genoot, gedurende de gehele periode of een gedeelte ervan, beide op het bedrijf hebben gewerkt overeenkom stig de bepalingen van art. 1, wordt het loon van ieder van de echtgenoten voor de tijd van de gemeenschappe lijke arbeid vastgesteld op één vierde van het brutoloon van een geschoold landbouwarbeider of arbeidster. Ver sie vervolg 2e bladz. 3e kolom) (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1968 | | pagina 1