SOCIALE WERKING VAN Belgische landbouw in HET BOERENFRONT §i§ De Fiera di Milano WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS - Vrijdag 10 mei 1968 47ste Jaargang nr. 2331 VRAAG TOT OPNAME Een lid van Het Boerenfront, tevens vurig Redt U Zeiver, vraagt ons vol gende bijdrage in ons blad op te ne men. Wij willen hem dit genoegen doen en hier volgt bedoeld artikel SOCIALE WERKING VAN HET BOERENFRONT Het Boerenfront is een vesting ge worden die zich in de loop der jaren gestadig uitbouwde tot een stevige verdedigingsstelling. Bij de eerste or- ganisatiezorgen stelde zich riog de vraag moet het Boerenfront zich ins gelijks bezighouden met sociale be slommeringen Het was immers in die tijd dat de wet op de kinderbij slagen in voege kwam en derhalve de kassen hiervoor dienden opgericht. Het was een ernstig probleem dat zich voor de jonge organisatie stelde: Zou de oprichting van dergelijke kas de vrijheid van handelen niet beknot ten Of, integendeel, zou dit niet een stevige grondslag vormen tot algehe le samenhorigheid onder de aangeslo ten leden Na rijp beraad, na zorg vuldig wikken en wegen werd 't voor deel groter geacht dan het risico en werd de kas gesticht. Dat was dan meteen het vertrekpunt voor de uit bouw van een stevig sociale organi satie in de schoot van het Boeren front, die zich intussen heeft uitge breid tot pensioenkas, ziekenfonds, sociale verzekeringskas, sociale en rechtskundige dienst. In deze volle bloei en ontwikkelings periode brak de oorlog uit. Talloos zijn degenen aan wie tijdens de droeve oorlogsperiode op diskrete wijze daadwerkelijke steun bij allerlei moei lijkheden kon worden verleend. Vier jaar stilstand, totaal verander de sociale, ekonomisch en politieke toestanden, hadden de verhoudingen vervormd en de geesten vertroebeld. Nieuwe wapens van verdachtmaking en machtsmisbruik werden nijdig ge hanteerd 't Boerenfront zou nu eens goed en wel begraven worden. Maar het Boerenfront kon niet be graven worden want het leefde. En naarmate de lucht uitklaarde van de oorlogswolken en de toestanden in de landbouw weer hun oude vormen be gonnen te vertonen, werd het voor de boeren meer en meer duidelijk dat in deze nieuwe tijd toch nog de oude boerenstrijd verder diende gestreden. Die opdracht vervult het Boeren front sindsdien onder dezelfde dyna mische leiding, gestadig, met minder spectaculair vertoon misschien dan bij zijn ontstaan, maar met dezelfde overtuiging, dezelfde onafhankelijk heid, dezelfde verbetenheid, maar met het grotere gezag van een stevige or ganisatie. De problemen stellen zich enigszins anders dan bij het ontstaan van het Boerenfront. De machtsmid delen die tegen de boerenbelangen worden aangewend zijn geweldiger en minder doorzichtig. De problemen die zich stellen zijn ingewikkelder omdat ze in de meeste gevallen kunstmatig in het leven worden geroepen onder dekking van ingewikkelde ekonomi- sche planningen. Door het ontstaan van de E.E.G. zijn deze problemen tot buiten onze grenzen uitgesponnen en de mogelijkheid om ze te beïnvloeden is er oneindig door bemoeilijkt. Meer dan ooit dreigt de landbouw gewurgd te worden door de greep van de sa mengebundelde machten van indus trie, handel en groot-kapitaal. Meer dan ooit dient derhalve een boeren- organisatie los te staan van al deze vreemde belangen, maar terzelfdertijd vertegenwoordigend genoeg te zijn om de nationale instanties te kunnen dwingen tot het verdedigen van onze eigen nationale belangen in de alge mene E.E.G.-politiek. Dat is de zware taak die het Boe renfront zich voorstelt te vervullen in deze verwarde tijd met benauwen de eksperimenten. Daarom dient het steeds verder te groeien in ledental om deze strijdbaarheid te verstevigen en te verhogen. Ook daarom mag geen enkele boer nog afzijdig blijven, maar dient hij door zijn steun en vertrou wen de Boerenfrontvesting, die ons bestaan als boer zal veilig stellen, te versterken. In 1968 heeft het Ministerie van Land bouw tot een grootscheepse deelneming aan de jaarbeurs van Milaan (14-25 april 1968) besloten. De Belgische stand legt de klemtoon op de produkten waarvoor de verkoopsmogelijkheden in Italië nog ver van uitgeput zijn eieren en eiprodukten, aardappelen, sierplanten en boomkweke- rijprodukten, begonia's, kaas en andere zuivelprodukten. Hij bevindt zich op een hoek aan de ingang van het Voedingspaviljoen, zodat over een legte van ongeveer 12 meter Bel gische specialiteiten aan het publiek kun nen worden getoond. Een Belgische kok bereidt verschillende witloof recepten, een Italiaanse vrouwelijke tolk geeft commentaar bij de kookde monstraties en biedt vervolgens de berei dingen aan als degustatie. Witloof wordt in beperkte hoeveelheden verkocht. De Nationale Zuiveldienst beschikt over een toonbank. Hier kunnen de bezoekers Belgische kaas proeven en kopen in be perkte kwantiteiten. Verder kunnen de bezoekers zich ook nog begoniabollen aanschaffen. De Belgische deelname aan de jaar beurs van Milaan is dus wel zeer gestof feerd. Onze aanwezigheid op de buiten landse markten, en op de eerste plaats in de EEG-landen. blijft immers een vitale noodzakelijkheid voor onze land- en tuinbouw. Wegens de inspanningen die onze EEG- partners op dit gebied leveren hun uitgebreide deelname te Milaan bewijst het overduidelijk laat onze commer ciële expansie in het buitenland niet toe op onze lauweren te rusten. DE JAARBEURS VAN MILAAN De omvang van de jaarbeurs van Mi laan, is door zijn algemeenheid en zijn uitgestrektheid, met geen enkele andere jaarbeurs te vergelijken. Waarlijk alle takken van de economie zijn op de jaarbeurs van Milaan aanwe zig met de laatste snufjes inzake werktui gen en verbruiksartikelen. Op de jaarbeurs van Milaan zijn de produkten in negen groepen ingedeeld, onderverdeeld in 126 secties. Een van die groepen bevat alles wat landbouw en voe ding betreftlandbouwprodukten, land bouwwerktuigen, voedingswaren en dran ken, werktuigen voor de voedingsnijver heid, veeteelt, installaties voor stallen en veeteelt, dierenvoeding, veterinaire pro dukten. De jaarbeurs van Milaan wordt bezocht door 4.000.000 personen. Deze bezoekers zijn vanzelfsprekend niet allen geïnteres seerd in de voedingssector, doch het uit eindelijk aantal dat het landbouw- en voe dingspaviljoen bezoekt ligt zeer hoog. De drie restaurants van dit paviljoen lokken veel voik aan, die tevens zo in de voe dingssector terechtkomen. De standen die specialiteiten verkopen om onmiddellijk verbruikt te worden (ham, croque-mon- sieur, kaas enz...) doen er goede zaken. Omdat bij de proefdeelneming van de N.D.A.L.T.P. in 1967 gebleken was dat in het landbouw- en voedingspaviljoen mu ziek stak als mogelijke actie op de ver bruiker naast het algemeen beeld van tentoonstelling van stalen, werd dan ook beslist in 1968 deel te nemen met kook demonstraties, degustaties en verkoop van Belgische specialiteiten. Ook veel landbouwers, die te Milaan naar het werktuigenpark komen, bezoe ken het landbouw- en voedingssalon. Hun belangstelling gaat vooral naar basispro- dukten (zaaizaden en dergelijke). Het Noord-Italiaans publiek is daaren boven koopkrachtiger dan in andere stre ken van het schiereiland en dus interes santer als verbruikers. Voor hetgeen Bel gië aan specialiteiten te bieden heeft, is dit belangrijk. De streek van Milaan ver tegenwoordigt 35 van gans de Ita liaanse economie, Lombardije samen met Turijn en Genua 55 en gans Noord- Italië 75 INVOERMOGELIJKHEDEN VOOR LANDBOUWPRODUKTEN IN ITALIË Op het eerste gezicht zou men zich kun nen afvragen waarom de Belgische land en tuinbouwsector zich aan de Italiaanse markt interesseert. Is Italië dan geen groot landbouwland, een land van fruit en groenten, van druiven en wijn Toont de Italiaanse uitvoer niet aan dat het zijn eigen behoeften kan dekken Deze oppervlakkige mening beant woordt nochtans niet aan de huidige eco nomische gegevens betreffende de handel in landbouw, en voedingsprodukten. Vooreerst blijkt het dat landen, zelfs met een uitgebreide landbouwproduktie, zoals Frankrijk en Italië, zelf aanzienlijke hoeveelheden landbouwprodukten invoe ren, en dat landen die op landbouwgebied deficitair zijn, zoals Duitsland, zich ook als uitvoerders op de vreemde markten doen gelden. De openstelling van de gren zen in de EEG-landen heeft de nationale basisgegevens doen vervagen en heeft het noodzakelijk gemaakt te redeneren in het perspectief van een uitwisseling in een ruimer marktgebied. Voor Italië moet er ook op gewezen worden dat niet alle takken in de natio nale landbouw voldoende ontwikkeld zijn, en dat er op die wijze op een louter natio naal plan, deficitaire sectoren bestaan. Hierbij komt nog dat de verhoging van de landbouwproductie in Italië (2,5 in 1965, 1,5 in 1966, 2,5 in 1967), geen gelijke tred houdt met de verhoging van Zie vervolg 2 bladzijde 1' kolom) Landbouwers stichter ARBEID ADELT Tei. 053/24267 i ii it i* i n wlWftf- ïf{*%z "i_. H Jaarabonnement 120 F Uitgegeven door de Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst vereniging REDT U Handelsregister Aalst nr 145 ZELVEN <1 Het overnemen van artikelen q CAUDRON is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1968 | | pagina 1