Veel inlichtingen over de produktie
Voeding op het mestvarkensbedrijf
(Vervolg van le bladzijde)
(Vervolg van
le bladzijde)
Uit Ons Vee 30-10-68
DE KOORNBLOEM - 15 nov. 1968
zocht, betere prijzen maken en onze
sterkte in de Euromarkt gaan bepalen,
moeten we in onze voedermethoden
naar die kwaliteit streven en o.a. lan
ger op biggenmeel houden en de voor
keur geven aan de beperkte voeding.
NATTE BRIJVOEDING
Aantal maaltijden
voor de biggen liefst 3 x daags,
voor lopers 2 x daags.
Hoeveel voeder
Zoveel dat de varkens in 10-15 mi
nuten de bak proper hebben uitge-
likt.
Hoeveel water
van 20 tot 40 kg 2,5 I. water per
kg meel;
van 40 tot 70 kg 2 I. water per kg
meel;
van 70 tot 100 kg 1,75 I. water
per kg meel.
Opmerking met brijvoeding, in
dien men de varkens veel voeder
geeft, kan men de dieren meer la
ten eten dan aan de droogvoeder-
bak. De goede mester zal dus zorg
moeten dragen dat het rantsoen
van de varkens beperkt blijft.
3. Loopvarkensmeel PRIMA EXTRA
- PIETRAIN
Vanaf de 50-60 kg komen de varkens
in een groeiperiode waarbij ze iets
minder eisen zullen gaan stellen. De
grootste spierweefselvorming wordt
bereikt op circa 70 kg (bijna 400 gr/
dag) maar tegelijkertijd neemt de vet-
weefselvorming gestadig toe bij 40
kg 200 gr/dag en bij 100 kg 400
gr/dag.
Zo verklaart zich dus dat de laatst
bijgewonnen kilogram minder waarde
vol wordt naarmate het varken zwaar
der wordt.
De voeding van varkens in dit stadi
um moet er dus op gericht zijn om de
natuurlijke neiging van vetvorming, zo
veel mogelijk af te zwakken, terwijl
de minder wordende spiervorming
toch zijn grootst mogelijke ontplooiing
moet krijgen. Het is dan ook om deze
reden dat het beperkt voeden van de
varkens vooral belangrijk wordt vanaf
50 kg. Immers, van dan af begint vet
ongeveer één derde van de laatste kg
aanwinst te beslaan, en dit wordt zelfs
meer dan de helft op 100 -110 kg.
De overgang van Biggenmeel naar
Loopvarkensmeel brengt vrijwel nooit
moeilijkheden; inderdaad, deze dieren
zijn reeds heel wat sterker en, buiten
de voederovergang, worden ze verder
onberoerd gelaten.
VOEDERSCHEMA MESTVARKENS
DAGELIJKS RANTSOEN
Gewicht van de varkens Onbeperkt
Streng beperkt
Beperkt
BIGGENSTARTER-
OVERGANGSMEEL
20 - 25 kg
1,a 1,25 kg
1,a 1,25 kg
1,a 1,25 kg
BIGGENMEEL
25 - 30kg
30 - 40 kg
PRIMA
1,30 a 1,50 kg
1,50 a 2,— kg
EXTRA
1,a 1,25 kg
1,30 a 1,70 kg
EXTRA
1,a 1,25 kg
1,30 a 1,70 kg
LOOPVARKENSMEEL
40 - 50 kg
50 - 60 kg
60 - 70 kg
70 - 80 kg
80 - 90 kg
90 - 100 kg
PRIMA
2— a 2,25 kg
2,25 a 2,50 kg
2,50 a 2,75 kg
2,75 a 3,— kg
3,a 3,25 kg
3,25 a 3,50 kg
EXTRA
1,70 a 2,— kg
2,— a 2,25 kg
2,25 a 2,50 kg
2,50 a 2,70 kg
2,70 a 2,90 kg
2,90 a 3,kg
PIETRAIN
1,50 a 1,75 kg
1,75 a 2,— kg
2,— a 2,25 kg
2,25 a 2,50 kg
2,50 a 2,70 kg
2,70 a 2,80 kg
a. Loopvarkensmeel PRIMA
Wordt gegeven aan varkens die tot
verzadiging kunnen eten, dus aan de
droogvoederbak.
Loopvarkensmeel wordt gegeven van
40-50 kg voort tot slachtrijpheid. Dit
tijdstip van afleveren voor slachting
moet, vooral tegenwoordig, niet te
lang uitgesteld worden omdat de var
kens, zeker van 100 kg voort, relatief
veel vet beginnen te vermen; dit kost
veel voeder en de waarde van de kar
kas verminderd erdoor.
b. Loopvarkensmeel EXTRA
Wordt gegeven aan varkens die be
perkt worden gevoed, zoals onder an
dere bij de beperkte brijmethode. Ook
weer van 40-50 kg tot slachtgewicht.
Vooral tijdens deze periode heeft
het veel zin de varkens te rantsoene
ren. Immers, het dier wil in die perio
de van nature uit veel vet vormen;
maar als het varken, op die leeftijd
minder voedingsstoffen krijgt aange
voerd, dan zullen beenderen en spie
ren nog wel blijven doorgroeien omdat
deze weefsels voorrang hebben; ter
wijl het tekort vooral zal ontzegd wor
den aan het vetweefsel dat toch maar
een reserveweefsei is.
Het voordeel van loopvarkensmeel
EXTRA is dubbel eerstens zal de
slachtkwaliteit van het varken beter
zijn, door de mindere vetneerzetting,
en tweedens, zal het voederverbruik
lager zijn omdat de varkens, beperkt
gevoed, economischer groeien.
Er staat wel tegenover dat de die
ren iets trager zullen groeien, zoniet
is dit een teken dat er onvoldoende
wordt beperkt.
c. Loopvarkensmeel PIETRAIN
Is voor varkens die streng worden
beperkt en die van nature uit een gro
te aanleg voor vleesvorming hebben.
Hetv is een sterk geconcentreerd
meel, zeer hoog in energie en zeer
hoog in eiwit. Dit heeft echter ver
schillende gevolgen
door zijn concentratie is dit het
meel dat de goedkoopste kilo aan
winst kan maken; inderdaad, de
toename van de concentratie is
groter dan de toename in voeder-
prijs;
door zijn zeer hoog eiwitgehalte
kan het tenvolle de vleesvorming
(Zie vervolg onderaan hierneven)
hoeveel er in Oost-Vlaanderen met in
zicht en overtuiging is gewerkt gewor
den.
2. Stierkalveren.
3.169 of 183 min (verleden jaar 610
min.)
3.000 is een ruim voldoende aantal
op voorwaarde dat ongeveer elk stier
kalf afstamt van een goede moederkoe
en geen slechte vaderstier.
Ook dit is nog niet bereikt. Dus an
dermaal mogelijkheid tot medewer
king of propaganda.
3. Natuurlijke dekdienst tegenover de
Kunstmatige Inseminatie.
40 der vrouwelijke kalveren zijn
K.l.-produkten. Breedweg klopt dit met
de ingestuurde rode dekkaarten.
Voor de stierkalveren ligt dit per
centage op 36; dit betekent dat er een
iets groter aantal K.l.-gebruikers is dat
geen of min stierkalveren laat inschrij.
ven; hierdoor gaan mogelijks enkele
erfelijk-beste kalveren verloren.
4. De gewestelijke syndikaten afzon
derlijk.
Lijk verleden jaar boeken alle ge
westen ook dit jaar vooruitgang in aan
tal vaarzekalveren. Het percentage
vrouwelijke kalveren op het totaal aan
tal is voor geheel de provincie samen
77; slechts twee gewesten wijken
hierin uitgesproken af nl. Dendermon-
de met 81 en Zottegem met 69.
Het aantal stierkalveren bleef sta
tionair in 7 gewesten; het daalde be
trekkelijk duidelijk in de gewesten Ne-
vele, Gent, Oudenaarde en Deinze.
Voor verdere inlichtingen verwijzen
wij naar onderstaande tabel.
Gewest
Stierkalveren
TABEL
Vaarskalveren
vrouw.
K.l.
kalveren
Eeklo
341
4)
1.215
328)
78,1
47,6
Zaffelare
386
4)
1.343
297)
77,7
43,3
Sint-Niklaas
223
1)
824
123)
78,7
47,4
Nevele
259
75)
834
194)
76,3
43,5
Gent
238
54)
650
77)
73,2
39,1
Wetteren
225
4)
782
42)
77,7
38,0
Dendermonde
236
9)
1.027
259)
81,3
37,0
Deinze
239
24)
928
179)
79,5
39,7
Zottegem
322
1)
737
141)
69,6
31,6
Aalst
264
19)
710
132)
72,9
27,2
Oudenaarde
211
49)
808
177)
79,3
37,6
Geraardsbergen
225
15)
739
137)
76,7
30,6
Totaal 3.169
(—183)
10.597
2.086)
77,0
39,2
Het besluit weze kort maar dubbel
behoorlijk positief resultaat waar
op thans reeds schone verwachtin
gen kunnen gebouwd worden voor
een heel nabije toekomst.
om best, om technisch sterk te
kunnen werken heeft het Oost-
vlaamse vee nood aan 20.000 gere
gistreerde vaarzekalveren per
jaar
Helpen, steunen en aansporen
Dan kunnen inlichtingen verschaft
worden.
laten ontplooien; vooral dieren met
de natuurlijke aanleg voor veel
vleesvorming vinden in dit meel
voldoende eiwitstoffen om waarde
volle karkassen te vormen;
door zijn hoge concentratie kan
men de varkens uitermate snel la
ten groeien; dit is echter fout, om
dat de dieren dan over zo'n aan-
voerweelde van voedingsstoffen
beschikken dat zij het overtollige
hiervan in vet zullen omzetten;
ten slotte dient Pietrainmeel ern
stig en regelmatig te worden ge
rantsoeneerd omdat de zwakste
dieren, wegens de hoge concentra
tie, overlast kunnen geraken.
Loopvarkensmeel PIETRAIN is de
interessantste samenstelling voor de
mester die de beste vleeskwaliteit wil
produceren tegen de laagste voeder-
kosten.
4. Loopvarkensmeel EIWITARM,
naast ondermelk.
Dit kan gebruikt worden voor var
kens van 20 tot 100 kg die dagelijks
over 2 a 4 liter ondermelk afge
roomde melk) beschikken.
Voorbeeld
van 20 tot 30 kg
2,5 I. ondermelk lopersmeel Ei-
witarm;
van 30 tot 100 kg
3 I. ondermelk lopersmeel Eiwit-
arm.
Hoeveel ondermelk
1. beneden de 30 kg geeft men hoog
stens 2,5 liter per dag en per dier
omdat de biggen ook nog maar een
beperkte opname van meel heb
ben.
2. Meer dan 4,5 I. per dag en per dier
wordt oneconomisch, ook voor de
zwaardere dieren.
3. Indien men over een beperkte hoe
veelheid ondermelk beschikt dan
geeft men aan de biggen minstens
2 liter per dier en per dag.
Heeft men dan onvoldoende voor
alle dieren, dan krijgen de lopers
een volledig varkensvoeder.
Opmerking
In de praktijk zal men de afgeroom
de melk bij voorkeur in gezuurde toe
stand verstrekken, want zoete afge
roomde melk gaat bij warm weer ge
makkelijk tot rotting over.
Deze rotte melk is buitengewoon
gevaarlijk voor jonge dieren, zij ver
tonen dan heftige vergiftigingsver
schijnselen o.a. waggelende gang, bra
ken, blauwkleuring van de huid. Men
kan de ondermelk aanzuren met
toevoegen van 10 karnemelk;
ofwel 10 zure ondermelk van de
vorige dag;
ofwel 1 soeplepel mierenzuur (100
op 25 I. ondermelk.