De werking rond Brussel. Verzekering tegen werkeloosheid. heren en Dood. Priester DAENS-Penning Gemeeeniekiezingen. Briefwisseling uit Mechelen. Vlaanderenland. PARLEMENT. geslapt bij den trouwen Garlier en dan naar huis het hart vol moed en vreugde. Bemerkt gij niet, vriend lezer, dat er sinds eenige weken nieuw bloed in onze partij stroom'? Dit heeft ons weer bijzonder verrukt te VoIIezele. De menschen weten dat ze van een zwaar juk worden verlost, dat de kerker waarin de Volks partij gestoken lag, wordt opengebroken, dat zij die zoolang gestreden hebben nu ook gaan vrien den en verdedigers vinden in alle besturen. Van daar hunne opgeruimdheid, hunnen moed Vooruit, makkersHet licht daagt in het Oos ten P. V. S. Ongelooflijk is het hoe de gedachten der chris- tene demokratie vooruitgang doen in den bijgang van Brussel, misschien grooteren als rond Brugge. Te Sterrebeek werd eene meeting gegeven drij weken geleden de heer Verraes, secretaris van het Syndikaat der Steenbakkers, ging er 's zon dags nadien om 'nen propaganda-club te slich- teu, en reeds telt die club ongeveer vijtlig leden. Allen jonge moedige kerels die 't goede zaad in den omtrek gaan neerleggen en doen gedijen. Te Saventhem, waar de socialisten reeds een sterk ingericht bataillon op strijdvoet hadden, komen ons mannen eene eskadron van christene volksjongens er tegenover te zetten. Nu zondag laatst was het wederom meeling te Woluwe-St Pieter voor een talrijk en begrijpend publiek, ik zeg begrijpend, want op te merken valt het, boe het volk daar goed de denkbeelden vat, die door desprekers vooruitgezet worden. In Vlaanderen zijn de menschen meer schuch ter, zoo min of meer met 'nen zekeren schrik be vangen Als ze op de meetingen komen, ze schijnen te zeggen 't Is de waarheid en zeker is het de waarheid, maar zou de heer van 't kasteel of onze burgemeester of de notaris of de eerste schepene of de meid van den pastoor er ook zoo over oordeelen En als zij er zoo niet over oordeelen, zou ik, werkman, zou ik, land bouwer, ik, ambachtsman, dan wel die waarheid mogen erkennen en als ik het deed, zouden ze mijn land niet afnemen, of mijn huis niet doen verkoopen, of mij niet zonder werk zetten, of mij niet in den ban slaan Hier rond Brussel, staat iets anders te lezen op de wezens der aanhoorders a 't Is de waarheid, a ik begrijp ze, en daarom ik erken ze, en 'k zal o ze verdedigen tegenover elk 't moet waar- heid zijn, want ze vragen tegenspraak en doen 'nen oproep acht dagen te voor, en de bewaar- ders en durven niet te voorschijn komen om te weerleggen 'tgeen gezegd wordt Zoo zijn we besloten gansch 't arrondissement Brussel af te gaan, alle zondageu ievers, zoowel in de kleine gemeenten als in de groote en ook in de steden. En het is volslrekt zeker, indieD de herkiezing maar plaats heeft in Mei of in Jun. van 1900, dat wij lniüo'lsStillwee zetels nullen hebben als het COed IS 'f onlW .>r Aon ei. L\j<j Vatbaar «^..oiiviüg. Buiten Brussel-stad zijn er bijna geen socialis ten nog, men kent er enkel katholiek en liberaal, en de menschen zeggen We zijn gefopt ge weest door alle twee die partijen, maar we blijven getrouw aan ons geloof, bijgevolg van de socia listen moeten wij niet hebben, maar christen demokraat, als wij dit hooren, daar zijn wij bij. Dit werd ons misschien al vijf honderd keeren herhaald. B. R. Io onzen tijd van vereeniging en verzekering, bestaat er eene soort van inrichtingen die veel vergeten wordt, 't is de verzekering tegen werke loosheid. Men assureert zich tegen alles tegen hagel, tegen donder, tegen wind, zelfs tegen... diefte Zich verzekeren tegen werkeloosheid, daarop wordt weinig of niet gedacht. Wij bespreken vandaag de oorzaken niet der heerschende werkeloosheid. Reeds herhaaldelijk heeft Klokke Roeland ze opgesomd. OP door JULES MARY. De overrompeling. Wanneer de onderofficier Frans Schuller geen dienst had, ging hij het liefst naar den stal, waar de paarden stonden van een piket huzaren, eveneens bij de Mont- mayeurs ingekwartierd. Hij ging dan zijn pijp liggen rooken en rustte in het warme hooi uit van de koude nachten, die hij van Lijd tot tijd op de voorposten moest doorbrengen. Op zekeren dag was hij weer io den stal. Hij had ge slapen, want hij was den geheelen nacht in het veld ge weest. Juist was hij wakkef geworden ea stond nu vooreen der raampjesnaar de lucht te kijken om te zien welk weer hij van nacht kon verwachten. Ter wijl hij daar stond, hoorde hij vrouwenstemmen,hij zag naar benedenen on'dekte Claudine en Lucienne, die, ineen vertrouwelijk gesprek gewikkeld, voorbij den stal kwamen. o De ellendeling wordt reeds door de wroeging ge kweld, hoorde hij Lucienne zeggen. Schuller verstond een weinig franscb, hij had deze woorden verstaan, maar hij begreep ze niet. In zijn dagboek schreef hij het volgende Het is heden mooi weer, maar koud. Het vriest tamelijk h^rd. Er wordt in den laatsten tyd heel wei- Wij herhalen ook niet wat anderen moeten doen, om den toestand le verhelpen. Zien wij liever eens wat onze plicht ons voor schrijft. Dat de verzekering tegen werkeloosheid met eenige moeilijkheden gepaard gaat, is juist. Alle werken die een beetje ernstig zijn, genieten de eerder zelfopofïering. Doch die moeilijkheden zijn zoo groot en vreeselijk niet als velen denkon; zij slachten den berg die van verre gevaarlijk en onbeklimbaar schijnt, maar ons langs effene, kronkelende baantjes zonder veel moeite zijne kruin laat bereiken. Zelfs de stielen die periodiek stille vallen, zooals metsers, schaliedekkers, schilders, tim merlieden, enz schrikken ons niet af. Men kan ook voor hen tot eenen uitslag komen, die den be- staanden ellendigen toestaud oneindig verbetert. Welke stelsels worden vooruitgezet Wij ken nen er twee de vrije verzekering en de verplich tende verzekering. In Z - ..oerland heeft men de verplichtende ver zekering in 4 a 5 kantons trachten in te voeren, doch aan den goeden uitslag dier pogingen wordt getwijfeld, zegt R. Schry vers in zijn merk waardig boek Zelfhulp en Werkm \ksbeweging, omdat, volgens hem, dergelijke verzekeringen uiot van overheidswege moeten worden tot stand gebracht. Dit is ook ons gedacht. In Engeland, het land van den practischen geest bekwam men betere uitslagen door de vrije verzekering. Nagenoeg alle vakvercenigin- gen hebben cr eene verzekering tegen werke loosheid in hunnen schoot. Zij bezitten zelfs werkhuizen, waar de weikeloozen tijdelijk bezig heid vinden en aldus een deelke winnen van den onderstand welken de kas hua geven moet. Oceindig zijn de voordeelen welke men daar bekomen heeft. In België gaf men den moed op na zwakke halfgebakken pogingen. Hier vindt men niets in dien aard. 't Is te hopen dat meu daarbij niet blijven zal. Wij stellen veel vertrouwen in den geest van onderlingen b jstand die ons volk tegenwoordig bezielt. Een volk dat zoo wel zijne belangen ver staat, kan niet onverschillig blijven aan de ver zekering tegen werkeloosheid. Een stoot iin die richting gegeven on de uitslag zal vruchtbaar zijn. Hoe zal men handelen hier in België? Ons antwoord luidtNaar het voorbeeld van Engeland. Voor do gewone slielen levert de verzekering niet meer moeilijkheden op dan een zieke, fonds. Goede control en een eerlijk bsstuur zijn vol doende Voorde stielen die periodiek werkeloos vallen, zouden die kassen, om doeltreffend te wezen, moeten verbonden zijn aan eene vakvereeniging. Waarom De werkeloosheid is ten grootendeele eene economische of huishoudkundige kwaal. Bazen, burgers pn wetgevers kunnen daar veel aan verhelpen. Welnu, die kwalen moeten bloot gelegd, de redmiddels Opgespoord en aangewend worden en dat is het werk eêncr vakvereenfging. Gepaard dus moeten ze gaan Te naaste week zullen wij onderzoeken in hr - ver de staat moe...:....kuuicii eu de pllcntpu en rechten der leden ia oogenschouw nemen. P, V. S. vorig bedrag fr. 751,40 UIT VOLLEZELE. Rondgehaald op de meeting te Vollezelc ~j31 Omdat Priester Daens zoowel gesproken heeft 0,25 UIT EYCHEM instruizen Zegt ze die om mijnen jenever niet en komt krijgt geenen slap Die 's zondags niet komt bollen, geenen slap 0,10 UIT NINOVE. Omdat Warrken zijn ka meraden niet kent als hij per koets rijdt0,10 Uit de verklaring van Minister De Trooz deze week in de Kamer blijkt dat de gemeentekiezin- gen dit jaar den 15 October plaats zullen hebben. Demokratea, aan 't werk Tegenspraak, ernstige tegenspraak, dat is al wat Salvator vraagt voor hunne meeting. a Tot hiertoe zoo huilt hij, waren het slechts werklieden en sukkelaars die gekomen zijn, wanneer komen de groote mannen, zij mo gen verzekerd zijn dat zij ervan zullen mogen spreken Nu, dijnsdag weer meeting zijnde, was M. Crels, toekomstige kandidaat, ons dunkens, met eenige vrienden er naartoe gegaan doch nau welijks had men het tipje van zijnen neus gezien of het concert van ahoert ahoertslaat hem dood begon. Gelukkiglijk voor hem kon hij nog in eene katholieke herberg binnengeraken of an ders had hij zoowel als eenige zijner vrienden het moeten gewaar worden hoe de liberalen en Salvator de vrijheid van het woord verstaan.... averecht. Eene vraag aan Salvator Wanneer krijgen wij antwoord op onze vorige artikels Persoon lijke aauvallen en bedreigingen zijn gemakke lijker dan het bestuur uwer vrienden te verrecht vaardigen. Het Kartel. Naar wij vernemen Is het kartel voor de aanstaande gemeentekiezing verworpen, daar de liberalen slechts eenen zetel aan de socia listen willen toestaan en deze er twee vragen. Toekomende week, meer daarover. Weer een Triomf. Nauwelijks waren de fees ten ter eere van den Aurore in gang of wij ver namen met genoegen dat er weer een triomf voor de Mechelsche kunst aan te slippen was. Immers de zoo gunstig gekende Turn vereeniging Moed en kracht heeft niet minder dan 3 eerste en 2 tweede prijzen behaald in den Turn wedstrijd te Binche. Onnoodig te zeggen dat door dit nieuws de geestdrift met eene goede dosis vermeerderd was en dat de krett weergalmdeHulde aan Moed en Kracht en aan haren bekwamen be stuorder den heer Verellen R. S. P. S. Vrienden, heden avond, allen op de vergaderiog en morgen zondag om 7 ure's avonds allen, allen bij Mus Smets, om eens te zamen een gezellig propaganda toch'je te maken. O Vlaandreas dierbre gouwen, Waar 't Vlaamsche volk nog leeiv;' Waar jonge leeuwen klauwen, Aan vrijheid diep verkleefd Waar men ons eerste schreden Eens leidde aan moeders hand En waar onz' v ad ren streden V007 -.al en land. O YJsandren wil schromen, »■--- -g,.--gcWCIU, Wij vormen dichte drommen Die boei noch band omknelt. De macht der geldtirannen Die spotte met uw leed Uit eigen kracht verbannen Met duren eed. Zij dachten te verneedren Het fiere kerelsvolk En wenschten zijn gelederen Tot in den slavenkolk. Maar fier, bewust van zinnen Is 't Volk ra? opgestaan Die Vlaandrenland beminnen Rond onzo vaan Het noodsein is geheven En klinkt gansch Vlaanderen rond, O, 'k hoor zijn klanken zweven Vol strijdlust t'allen stond. Het luid in schrille tonen En wekt het volk weer op, Waar jonge leeuwen wonen Met fieren kop Dus allen rond het vaandel I)er lvristene Volkspartij Verdrijft den slavenhandel En maakt ons Vlaanderen vrij. Gestaald uw kloeke krachten O, koene Vlaamschc jeugd Bij dagen en bij nachten, Lijk 't eeuwen heugt Re.mi Van der Schelden. nig gevochten, er gaan dagen om dat men geen geweer schot hoort. Ik geloof dat er geen francs-lireurs meer in den omtrek zijn. Ik heb van nacht op de voorposten dienst gehad. Dat is verre van aangenaam, want voor al 's nachts is het koud in het veld. Toen ik vrij was ben ik in de stal gaan slapen. Daar is het warmer dan op den zolder. Ik heb van Catharine, van Wilhelm Frits en de kleine Anna gedroomd. Toen ik wakker werd ben ik eens naar de lucht gaan kijkendoor het kleine raampje boven in den staL Juist kwamen de beide meisjes voorbij, dezelfde waar over ik vroeger al eens heb gesproken. Zij zagen mij niet, en ik hoorde eene zeggen De ellendeling wordt reeds door wroeging gekweld Ik begrijp niet, wat zij daarmee willen zeggen, maar ik ken liet franscb nog zoo goed niet, en heb haar misschien verkeerd verstaan. Trouwens, het gaat mij volstrekt niet aan en toch heb ik don geheelen dag aan die woorden gedacht. Zooals wij reeds gezegd hebben, borg Schuller zijn dagboek op den zolder. George, die alleen door dit dag boek op de hoogte kon blijven van hetgeen er in en om Garches voorviel, kwam het eiken morgen nalezen. Hij verbleekte toen hij las, hetgeen wij hierboven raeedcelen. Voor hom leed het geen twijfel of Schuller had juist gehoord en hij begreep zeer goed, wie de el- endeling was,die reeds door wroeging werd gekweld, Maar hoe kwam het, dat Lucienne die woorden geJ sproken had Kende zij dan het geheim 1 Ilij ging met het boek naar JeaD, en wees hem die woorden. u Lees zelf maar, zeide hij. Jean las. Onmogel jk, zeide hij, die Pruis moet haar ver keer d verstaan bobben. Zij weet immers niets van het geen er gebeurd is. T. Dat Is iets, hé meester, lijk de wind voor goed aan 't keeren is na lijden komt nu toch ook verblijden, 't had mijn verdjanters toch al lang genoeg op den natten geregend M. Met die wet, Tiste T. Welook wel die wetmaar 'k wil zeg gen met de meetingen ons Trien heur vaders broers jongens dochters man was zondag te VoI Iezele, en hadden ze achter 't bosch niet geweten wat er gaande was, ze zouden rieken en gaffels gegrepen hebben om hun ghucht te verdedigen, alzoo kwam 't volk afgezakt langs alle kanten bij Naad Eeckhout, pastoor Daens werd daar letter lijk bestormd lijk Ney to Waterloo. M. Dat was te voorzien, Tiste... die keering. T. Zoo erg en had ik het nooit durven droo- men M. 't Doet, Tisle, de wereld is zoo, man de mensch in goeden slaat lelt overal veel vrien den, maar als het kwalijk gaat, dan zijn er geen te vin Jen, zoo zegt 't spreekwoord en spreek woorden zijn de waarheid op llesschen getrokken. T. Getoerde waarheid !1 M. Ja, man, oud en onvervalschtmaar, Tiste, daten is nog maar een begin, jongen. T. - 'k Zou 't moeten gelooven, waarachtig lijk ze zeggen, rond Brussel is 't meeting op mee ting en den eenen bond en gebeldt den anderen niet dien Z9 daar stichten, cn bijval met de macht overal. Zie, ik ben kontent dat ons mannen nu hun hert eens mogen ophalen, 'k zal er morgen eenen op tegenzetten, 'nen pur-sang, ongedoopt. M. G'hebt gelijk, Tiste, 't is 'n reden lijk 'n andere. T. Ho, meester, dat nietgeen misbruik 1 maar als alles zoo slroomaf drijft, dan mag er eenen hij zijn, 'neu borrel op 't vermaak is olie in de lamp, meester. M. Ge zult er zoo gedurig mogen gaan ne men, Tiste 't is dat dat ik zeggen wil. 't Is te Brugge, 'tis le Kortrijk, te Dendermonde, te Au- denaarde, t'Antwerpen, te Brussel, 'tis overal, jongen, dat de kaart begint te keeren, al d'uit- stappen zijn oprechte triomftochten, de steenen zijn te koud waar ons sprekers nu overgaan. T. Ea z'en worden niet meer aangevallen M. Geen woord, Tiste, geen gebenedijd woord meer. I T. Mijn verbhksems, dat is wonder toch. M. Ik heb dat vóórzien, man weet ge niet 41-J- d..k u l dat den tijd zou gekomen hebben, dat ze pastoor Daens zouden loven sn danken en erkennen als den redder van 't christene geloof bij de volks klas T. 't Staat mij voor nog M. Hewel, Tisle, tot daar zijn we, jongen, in de Walen is 't al socialist tot in 't merg van de beenen, de stemming van Soignics komt het weerom te bewijzen en daar en is niets meer aan te doen, Tiste, niets meer 't is voor eeuwig daar verkeken. En zonder hem en zijn mannen moest 't zelfste in Vlaanderen ook plaats grijpen waar e voet krijgen is 't opgeschept Tiste, ge- ziet hot te G8nt honderd duizend Arthur Ver- haegensen zeleljagers van soorten en kunnen 'tsocialismus geenen oogeobük vertragen; in tegendeel, als 't volk die berekeningen waar neemt het krijgt afkeer voor die mannen. T. 't Is die kerel die te Neorbrakel zijnen zoon heeft doen stemmen M. Ja, Tiste, daar ligt gansch zijn politiek, man, cn in zulke artisten meenden ze strijders te hebben om de Vlaanderen te vrijwaren. T. En terwijl was de pap hier aan 't aan branden. Jean was niet zoo gerust als hij aanvankelijk ge weest was. Hij begon aan Lucienne te twijfelen en dacht over het verledene na. Voor den dood van Bourreille beminde zij mij niet mompelde hij. Zij heeft op mijn brief niet willen ant woorden. Bij het gerechtelijk onderzoek troostte zij Gauthier en wilde niet van zijn zijde wijken. Vanwaar eensklaps die veranderingWat trekt haar zoo tot mij aan Denkt zij dat ik rijk ben 1 Onmogelijk, onze armoede is te Garches algemeen bekend, daarenboven, Gauthier Boureille is rijk. Wat kan er gebeurd zijn in de kamer, waar Bour reille mijn naam op den muur schreef! Claudine is er geweest, zij heeft de tafel overeind gezet, zij moet die woorden gelezen hebben. Daarna heeft zij haar zuster gewaarschuwd, de beide meisjes hebben hot gerecht er bij geroepen, Dorial heeft uitstel gekregen. O wee u, Lucienne, wanneer ge mij bedriegt, wee u 1 Ilij liep in zijne kamer heen en weer, met de handen op den rug, het hoofd op de borst gezonken. Evenwel, waarom zou zij hier zijn, wanneer zij mij niet beminde! Zij heeft zelfs haar goede naam aan mij ten offer gebracht. Men houdt haar te Garches al gemeen voor mijne minnares. Haar vroegere vriendin nen wenden zich met verachting van haar af, de mau- nen bespotten haar cn noemen haar de ongetrouwde mevrouw de Montmayeur. Waarom ondergaat zij verachting, schande spot Uit liefde jegens mij, of heeft zij een of ander geheim doel om mij ten val te brengen En niets, niets op dat marmerbleek gelaat dat mij ophelderingen kan geven I Van nu af aan sloeg hij Lucienne angstvallig gade en bespiedde haar zooveel hij kon. Meer dan vroeger kwam hij met de vraag tot haar Bemint ge mij, Lucienne 1 9 Steeds had zij op die vraag hetzelfde ontwijkende antwoord gegeven n Twijfelt gij daaraan 1 o Dat niet, maar... Welnu, maar! Waarom moet ik u dat altijd vragen en komen de heerlijke woorden ja, ik bemin u, nooit over uwe lippen 1 o Omdat ik het onnoodig vind u iets te verzekeren, dat go reeds weet. Mijn tegenwoordigheid hier bewijst u mijn liefde. Neen, dat bewijst niets. Hij stapte eensklaps van dit onderwerp af, bijna zou hij zich verraden hebben. Hij begon over onverschillige dingen te spreken. Het was den 31 October, toen renboden gewichtig nieuws brachten. Eene nieuwe overwinning voor de Duitschers,een nieuwe nederlaag voorde Fransche Metz had zich overgegeven. Overal klonken de triomfkreten van de overwin naars. De muziekkorpsen van het Duitsche leger speel den de nationale liederen. Er werd wijn door de soldaten aangobracht. Zij ver zamelden zich 's avonds in de groote werkplaats van de fabriek de Montmayeurs en vierden het overwin ningsfeest. Luitruchtig zongen zij liune vaderlaudsche liederen, het vertrek was geheel vervuld met do rook uit hun lange pijpen. Het was omstreeks elf uur. De avond was donker, het regende zacht. Drie mannon als boeren gekleed, liepen het erf van de fabriek op. Zij schenen beschonken te zijD, want zij waggelden arm in arm. Wat wilt gel» vroeg de schild waoht. n Neem ons niet kwalyk, zeido er een,wij ko-^

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokke Roeland | 1899 | | pagina 2