1 Zaak Planckaert. Temsche. Ninoue. De Armbestuurders.' Allerlei. Zonder Familie Geboorte van eenen prins. Over Leo XIII. Die komt voor het Assisenhof, den maandag, 2 December aanstaande. M. De Smet, raadsheer van het Beroepshof te Gent, zal het assisenhof te Brugge voorzitten. Meester Planckaert zal voor verdedigers heb ben M. J. Van Neste, advokaat te Brugge en M. Verbessem, advokaat, Gent. M. Janssens de Bisthoven zal den zetel van het openbaar minis terie bekleeden. Den zondag avond, daags vóór het proces, monster-meeting te Brugge, voor het Algemeen Stemrecht, met Planckaert en andere sprekers der Volkspartij Maandag laatst waren deBoeren Louw en Plok- hooy te Temsche, waar zij 's avonds over de gru welen spraken, die door de afschuwelijke Engel- sche moordenaars dagelijks gepleegd worden in Transvaal. De betooging op straat, die door de vrienden der Boeren vóór de meeting gehouden werd, was waarlijk indrukwekkend. Alle maat schappijenvan Temsche, met uitzondering van een enkele, waren in den stoet, met vaandels vooruit. De afwezigheid der Liberale Fanfaren heeft dan ook iedereen bevreemd en is fel bespro ken geworden, daar het hier gold, hulde te bren gen aan Tiansvaal en verzet aan te teekenen bij het uitmoordende Engeland; dat was een edel doel, en daarom is iedereen verwonderd, dat de liberale fanfaren AFWEZIG waren;... maar ach, ja, wij, oningewijden, kunnen hierop enkel zeggen a Heer, uwe wegen zijn zonderbaar. De fransche klas is eindelijk aangenomen; onze twee cliristene demokratische gemeenteraads- heeren hebben geklopt en herklopt en er is open- Zoo moet men te werke gaan. Niet afgeven, tot wanneer men voldoening heeft verkregen. 't Werd op de lange baan gjschoven door kle rikaal en liberaal, en nu wanneer zij 't niet meer konden tegenhouden, nu slemden zij allen mede. Wij durven wedden, dat zij het nu ook van beide kanten zelf zullen gedaan hebben 1 Al de gemeente-beambten, sekretarissen, ge meente-ontvangers, policle- kommissarissen, ad- junkt-kommissarissen en veldwachters, het on derwijzend personneel van den lageren graad, de vleeschkeurders.zij wezen veearts of alleen drager van een diploma van keurder, kunnen slechts utt hunne bediening ontslagen worden, met goedkeu ring der bestendige Deputatie of van den minls- t6Maar buiten deze beambten zijn de bedienden der gemeente en afhankelijke besturen, zooals weldadigheidsbureelen, burgerlijke godshuizen, banken van leening, enz., aan willekeur blootge steld. Zij kuoncn goeohorst .of afgiMtold worden tegen alle rechtvaardigheid in, zooder dat zij -enig recht op verhaal kunnen doen gelden Is deze toestand billijk Voorzeker niet, als men vooral overweegt dat deze beambten afhan gen van politieke mannen, of vergaderingen be noemd door politieke korpsen, die bijgevolg het kenmerk dragen van politieken, d. w. z. blinden en haatvollen geest; voorzeker niet, zoo men re kening houdt met het feit, dat door de onzeker heid der ambten hunner oversten, bij verkiezing aangesteld, deze bedienden die heden onder wel willende of bevriende beheerders dienen, morgen onder persoonlijke vijanden kunnen staan. Al deze nederige dienaars van de openbare be sturen kunnen dus, ten gevolge eener gril of wraakneming, tot de ellende worden gedoemd met hunne familiën, zonder dat de wet hun het middel aan de hand doet om hunne eer te red den, met de onrechtvaardigheid te bewijzen van den maatregel die hen treft. De gemeentesecretarissen, welke de spillen zijn om welke de besturen draaien, worden benoemd, geschorst of afgesteld door den gemeenteraad; doch deze benoemingen, schorsingen en af31®1' lingen moeten goedgekeurd worden door de be stendige Deputatiën der provinciale radei| /art. 109 der gemeentewet/. Deze regel is toepasselijk op de gemeenteont vangers (art. 114). Wat de politie betreft: Hier is de gemijente- vrijheid er nog erger aan toe, want de Kftning benoemt de commissarissen en stelt ze af, terwijl de Raad slechts het recht heeft candidaleni voor te dragen. Zelfs het recht om tuchtstraffen uitte spreken, behoort niet uitsiultend aan het ioofd der gemeente. Hij moet er kennis van gevep aan den gouverneur, die op zijn beurt rechtstreeks kan straffen (art. 123 der gemeentewei). De koninklijke toelating wordi insgeliji3 ver- elscht voor de afschaffing van plaatsen van'poli- tiecommissarissen (art. 125). De hoogere overheid komt nog tusscb» bij wijze van goedkeuring in de benoeming en af stelling der hulpcommissarissen (art. 125). Eindelijk wordt de veldwachter rechtstreeks door den gouverneur der provincie benoemd op voorstelling, door den gemeenteraad^ van een dubbele kandidatenlijst. Deze hoogere ambtenaar schorst en stelt ze af (art. 129). Wordt de gemeentevrijheid meer geëerbiedigd in zake van onderwijs Wie kan zulks staande houden, na lezing van artikel 10 der wet van 15 September 1895 op het lager onderwijs Afstelling, schorsing, inbe schikbaarheidstelling bij maatregel van orde«mo- gen slechts plaats hebben mits goedkeuringen de Bestendige Deputatie, indien de maatregel uitgaat van den Raad. Maar de vrijheid van ge meente wordt hier nog meer ingekrompen,^laar het laatst lid van artikel 10 aan den Koning het recht geeft van afstelling, schorsing en iube- schikbaarheidstelling bij maatregel van orde, met dit enkel voorbehoud dat de Raad moet gehoord worden. i In het beroepsonderwijs, ingericht door de gemeenten, is de toestand dezelfde. De benoe mingen van het onderwijzend personeel, evenals de schorsingen en afstellingen moeten goedge keurd worden door den bevoegden minister. Eindelijk bepaalt de wet van 30 Decern. 1893, artikel 3, dat de benoemingen der vleeschkeur- ders zij wezen veeartsen of alleen drager van een diploma van keurder, moeten goedgekeurd worden door den minister, en dit ongevaaagd ontslag dezer ambtenaars insgelijks dient góed- gekeurd. Vruchteloos zouden wij onder de ge meenteagenten diegenen zoeken welke niet tegen willekeur zijn beschermd, buiten de eenvoudige policieagenten en de armen-bestierders. Zou de gemeentevrijheid dan zulk een gevaar lijden, moesten deze laatsten op hunne beurt bescher- ming verkrijgen als de gemeentesecretarissen, wier helpers zij zijn Eugeen Novent. Aanstaande Kamerkiezingen. oog it't beroemd roman DOOR HECTOR MALOT. 17 Qjj gaat immers niet vertrekken, Remiriep Arthur uit. Mevrouw Milligan antwoordde hem in mijne plaats en vertelde hem, dat ik gehoorzamen moest. Ik heb uw meester verzocht u bij ons te mogen houden, leitle zij, op een toon, die mij Se tranen m de oenen deed tomen, maar hij wilde er met m toestemmen, en niets heeft hem van zijn besluit kun nen afbrengen. Het is een slechte man 1 nep Arthur. Neen, het is geen slechte man, sprak zijn moeder, gij zijt hem van dienst, en ik geloof bovendien, dat hij veel van u houdt. Uit zijn spreken kan men opmaken dat hij een fatsoenlijk man is en dat hij het vroeger stellig beter gehad heeft. Om mij zijn weigering te verklaren, zeide hij Ik houd van dat kind, en hij van mij; het leven dat hij bij mil leidt,is hem van meer nut dan laten leeren en een rijke opvoeding geven, gi. zoudt zijn geest vormen, maar met zijn karakter. Hi kan uw zoon niet wezen; hij zal de mijne zijn^datis beter voor hem, dan dat hij de speelbal van uw ziek kind is, en hoe goed en braaf deze knaap myook schijnt, zal ik hem toch een opvoeding weten te geven Maar hij is toch de vaaer met van Remi I nep Arthur. vader niet, daar hebt gij gelijk in, maar hij is zijn meester en Remi behoort hem toe, daar zijn ouders hem verhuurd hebben. Voor het oogenbhk moet Remi hem gehoorzamen. Remi mag niet vertrekken. Hij moet zijn meester volgen, maar ik hoop slechts voor korten tijd. Wij zullen aan zijn ouders schrijven en ik zal het met hen wel in orde brengen. O, neen I riep ik uit. Wat, niet 1 O neen, als het u belieft, met I Dat ia toch het eenige middel, mijn jongen. op de aanstaande Kamerkiezingen werden aanzienlijke kredieten in de begrooting vac het ministerie van binnenlaodsche zaken ingeschre ven. De kiesbrieven alleen (maken en roncda- gen aan de kiezers) kosten 460.000 fr. Minuter De Trooz zal aan het ministerie van ijzerenwe?en esoa - som moolou Lot >c*u dOau. voor vervoerkosten vau kiezers. Werkmanstreinen veranderd. Om, o zoogezegd n, de belemmering, die er alle dagen in de Noordstatie te Brussel, vóór en na het ver trek der werkmanstreins heerscht tekeer te g£&n, heeft hel bestuur van don ijzeren weg besloten de aankomst en vertrekpunten der werkmanstrei nen der lijnen van Dendermonde en Aalst raar Brussel-Zuid (raidi)over te brengen. De trein, die om 4,10 uren 's morgends uit Dendermonde "er- trekt zal naar Brussel-Zuid gestuurd worden. Een nieuvye trein zal uit Brussel-Zuid vertrekken naar Dendermonde om 17 uren 's winters en om 19 uren in den zomer. Het winterseizoen begint den 1 Novembei ^en eindigt den 4 Januari. Die treins zuliec stilhouden te Brussel-noord, West Koekelberg, Brussel West en Cureghenv De trein die 's morgends om 4,23 ureD uit Dendermonde vertrekt zal voort naar Brussel ge stuurd worden, maar de werklieden zullen niet toegelaten zijn. De trein, die uit Denderleeuw om 5,47 uren vertrekt zal naar Brussel Zuid vertrekken. Een nieuwe Irein zal uit Aalst om 4,30 uren 's mor gends in den zomer en om 5,30 uren in den win ter vertrekken. Voor den terugkeer, zal de trein die om 6,25 uren uit Schaerbeek naar Gent ver trok uaar Brussel Zuid worden overgebracht. Het zal 't zelfde zijn voor den trein -He oin 7,01 uren uit Brussel Noord naar Denderleeuw vertrekt. De v. erklieden zullen geen toegang meer heb ben in de Noordstatie tot de treins die uit Brussel Noord naar Denderleeuw, Aalst en Gent om 16,30, 1716, 18,29, 19,17 en 19,50 uren vertrekt. Meten van het werk. Bij koninklijk besluit zullen de maten dienende om het werk ;e meten der werklieden op de winkels en hun loon vast te sfellpn moeten geijkt worden evenals de maten en gewichten der handelaars, dit op de tijdstippen door de bestendige deputatiën der provinciale raden voor deze laatste vastgesteld. Dit nieuw besluit treedt in uitvoering van den eersten Januari 1902. Zondagrust. Ü9 bestuurders der dage- lijksche bladen waren zondag in algemeene ver gadering bijeengeroepen door den Bond der Drukpers, om le spreken over de kwestie der zondagrust voor de dagbladen. Twaalf bestuurders slechts waaronder 4 katho lieke en 7 liberale waren aanwezig. Eenige libe ralen en katholieken hadden zich per brief doen verontschuldigen. Geen onpartijdige of socialis tische bestuurder was tegenwoordig. Uit de inlichtingen binst de zitting gegeven, blijkt dat er in Belgie 73 dagbladen (dagelijksche) zijn, (58 fransche, 15 vlaamsche) waarvan er 45 zeven maal per week verschijnen en 28 's zondags geen nummer (voor dep maandag) laten verschij nen. Na eene redelijk lange gedachtenwisseling, werd de meening opgenomen der aanwezig zijnde dagbladen. Het bleek daaruit dat de 5 katholiek'? dagbladen (4 van Brussel en 1 van Gent) het eens zijn om eene wet te vragen ten einde hel zondag- werk gedurende 24 uren vervolgens af te schaf fen. Onder de anderen zijn er twee tegen alle beperking van het zondagwerk, anderen zijn voor een wekelijkschen rustdag, maar zouden aan de belanghebbenden den keus van den dag laten, anderen eindelijk zouden willen dat al de gazetten het eerst eens zouden zijn om het zon dagnummer deels of geheel af te schaffen. 't Zijn slechts eenige stok trekkers Le Soir o La Réforme en consoorten, die het spel geheel bederven. Zondag namiddag schonk mevrouw prinses Aalbrecht van Belgie het levenslicht aan een jongen spruit, een zoontje, dat de namen dragen zal van Leopold-Filip-Karel-Aalbrecht-Meinrar dus Hubertus-Maria-Michael, prins van Belgie, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg- Gotha. Priester Devigne is het kind komen voor- loopig doopen, maar de plechtige doop zal maar binnen eene maand plaats hebben. Onze Koning heeft het peterschap aanveerd en de moeder van nrinses fllïaabaüv 7*1 metAr *$*>- De bijzonderheden waarin de iransche gazetten treden zijn niet min dan belachelijk. 't Schijnt dat heel Belgie verheugd is om die gebeurtenis, waarvan bijna niemand wist. Een beetje is genoeg, maar te veel is te veel. Wij wenschtm de moeder geluk met haar wel varen en gezondheid voor haar en haar lieven spruit. Eene reeks genadeverleeningen zullen weldra volgen. Genadeverleeningen. Uit goede bron weten wij, zegde Le Petit Bleu in zijn cum mer van woensdag, dat meer dan 500 of 600 genadeverleeningen binnen de vier en twintig uren aan het handteeken des konings zullen onderworpen worden. Wellicht zal een tweede lijst weldra het getal dergenen komen vermeer deren die van de geboorte van den jongen prins genoten zullen hebben. Dit zal afhangen van den uitslag des onderzoeks der smeekbrieven dat nog te onlangs Is opdat er reeds verslag zij over uit gebracht. Daarenboven zal er wellicht een koninklijk be sluit verschijnen om de spons te vagen over eene reeks van veroordeelingen zonder belang. Och, doe dat niet I i Zeker zou mijn afscheid langer geduurd hebbenpan tien minuten, zoo mevrouw Milligan niet van ihijn ouders gesproken had. - Zij wonen te Chavanon, niet waar 1 vervolgde ZlJZonder haar te antwoorden, trad ik naar Arthur toe en kuste ik hem herhaaldelijk, en in mijn kuf lag al de broederlijke genegenheid, die ik voor hem ge voelde. Ik rukte mij toen uitzijn omhelzing los eomij naar zijn moeder keerende, knielde ik voor haar ne der en drukte een kus op haar hand. Arme jongen, stamelde zij, terwijl zij zich dver mij beonboop-, en ook zii s-af mij i*««® iitfi i»»or- k°Ikd richtte mij toen plotseling op en snelde naar de de— Arthur, ik zal altijd van u blijven houden, zade ik snikkend; en u, mevrouw, Dooit zal ik u vergeteï. Remi I Remi I steunde Arthur. I Maar ik hoorde niets m< er; ik was verdweneï en had de deur achter mij gesloten. Een oogenbhk later stond ik naast mijn meester- En nu vooruit l zeide hij. Wij verlieten Cette en sloegen den weg naar F tignan in. J Zoo verliet ik mijn eersten vriend, en tal van lp6» rallen werden mijndeel, waarvoor ik anders zou zijn gebleven, indien ik niet bet slachtoffer v* afschuwelijk vooroordeel ware geweest en n-J door een dwaze vrees had laten beheerschen SNEEUW EN WOL-EN. Ik moest voortaan weer acite,<4=£I— met het koord van de harp ^r^n^hou^er^U gen, en verre tochten aoor rege koude met hem afleggen. w -J0- om miJ °P plomen en Het zou wede J oor te doen en het geëorde markten zoo dom mogeiyK o publiek te doen lachen of *-uau' Fr^n- In de laatste dagen wierd er veel gezegd in de dagbladen dat de gezondheid van Leo XIII veel te wensohen liet en vele vertelsels werden over hem verteld Een maconniek blad schreef over de bijzondere levenswijze van den Paus hetvolgende, dat vele onzer lezers belang zal geven Men weeft 'een heele wereld vertelsels rond Leo XIII. lederen dag-, als men zekere dagbladen leest, is hij op het punt in doodstrijd te treden, en indien tastbare gebeurtenissen ahn die flaters eene klinkende logenstraffing komt geven, indien de Paus, dien men stervend beweert, kardinalen en bisschoppen en zeits eenvoudige geloovigen in algemeen gehoor ontvangt, haaoi men zich te zeggen dat hij om zeggens lichamelijk dood is, en alle verstandelijke en zedelijke kracht verloren heeft men bevestigt zelfs dat men in 't kort een nevenpaus onder hem zal kiezen, aan den negen tigjarigen grijsaard enkel den eeretitel van paus a in partibus latende, 't Is vooral op de boorden der Seine dat men die kwakkels vliegen laat. In het Yatikaan vindt men dat die handelwijze oneerbiedig is jegens den ouden Paus en dan, dit geeft veel werk te meer, daar hooggeplaatste personen, op wien de aanhoudendheid dier slechte nieuwstijdingen indruk maakt, zich ver haasten bericht te vragen met den telegrarfen er moet hun worden geantwoord om heu gerust te stellen en de valsche tijdingen te logenstraffen. Andere dienen hunne iezers niet minder spits vondig nieuws op omtrent het bijzonder leven van den paus. Zij stellen hem voor als zich moeie- lijk door zijne kamers voortslepende, gesteund op den arm van eenen kamerier en leunende op een stok. Wanneer op krukken Hij wandelt, slaat op en gaat zelf in zijne kamers de voorwerpen en het papier nemen die hem dienstig zijn zonder de hulp van iemand. Voor tijds was hij nog al gebukt, maar sinds hij eene heelkundige ontleding ondergaan heeft, is hij het minder, 't Is alleen wanneer hij in zijnen hof wandelt dat hij gebruik maakt van een stok en dan gaat hij met kleine eenigzins haastige stap pen maar altijd wakker ran, sprekende met de genen, die hem vergezellen en somtijds staande blijvend om eene plant te beschouwen. De laatste maal dat hij zich in zijnen hof begaf heeft hij er een groot deel van den dag in overgebracht en verscheide malen de ronde gemaakt der dreven. lederen morgend bijna leest de Paus mis roud 8 uren in zijne bijzondere kapel en doet hem die nen door Centra, zijn eers'en kamerknecht. Twee maand geleden omtrent, deed iemand zijner om geving hem opmerken, dat hij ter oorzake der groote warmte misschien wel zou gedaan hebben niet recht te blijven binst een deel der mis en een deel al zittende te doen. a Neen, neen, 't is nog niet noodig, antwoordde de Paus, wij zullen zien of bet later bet geval is Om een ure neemt de Paus zijn voornaamste maaltijd hij eet altijd alleen, zooals het etiket het voorschrijft. In zijn appartement is er zelfs geen eetzaal, ook doet Leo XIII in zijne kamer op eene tafel zijn eetmaal opdienen, die men eerst moeten lees maken heeft en waar men de boeken en papieren heeft moeten van afnemen. De maal tijd is sober soep, gezodeu of gebraden vleesch met gebraden ««ardaDQels, een iweed- -' hotel wliu Volgens 't jaargetijde en eentg ó-uit. Dit aues wordt hem opgediend bij porties als in een re staurant. Twee glaasjes wijn zijn hem genoeg. Soms gebruikt hij den helft van een oranjappel en behoudt zelfs den anderen helft voor later. Onder verstandelijk en zedelijk opzicht is Leo XIII niet verouderd hij verbaast degenen, die hij in verhoor ontvangt en zeer dikwijls ver genoegt hij zich niet met verkorteverslauen maar eischt dat men hem ze in hun geheel voorleze. Wanneer hij eene benoeming moet doen, wil hij eerst de voorgaanden kftmen der kandidaten en gaat over tot de kleinste bijzonderheden, om zich te overtuigen dat de keus van den persoon goed en gepast is. Somtijds is men verwonderd over de helder heid van zijn geheugen. Zondag laatst zag hij een priester uit Perouse reeds van zekeren ouderdom. Hij toonde zich verheugd hem te zien Ha, 't zijt 't, gij, zegde hij ik ben uw profossor geweestgij zijt een man van jaren geworden, maar ik ben stokoud stra- vechissimo Kardinaal Richard, aartsbisschop van Parijs, die laatst uit het verhoor kwam van den Paus, heeft niet kunnen weerhouden te zeg gen aan al degenen, die hem gezien hebben, dat De overgang was wreed, want niets went zoo spoe dig als een gemakkelijk en gelukkig leven. Ik gevoelde mij dikwijls vermoeid en uitgeput, er gerde of verveelde mij gedurig, en ondervond allerlei gewaarwordingen, die vroeger nooit door mij gevoeld werden. Gedurende onze wandelingen bleef ik dikwijls ver achter, om aan Arthur, aan mevrouw Milligan en aan De Zwaan te kunnen denken, en in mijn herinnering leefde ik dan weder in het verleden. O, welk een goede tijd was dat I En als wij 's avonds infeen vuile kamer van de eene of andere herberg sliepen, dan dacht ik aan de hul, die Lk in De Zwaan.hari.en hna hnrrt vhndiL- dan wijn beddelakens. Ik zou niet meer met Arthur spelen, ik zou nooit die lieve, vriendelijke stem van mevrouw Milligan meer hooren I Gelukkig echter troostte mij éen ding in mijn zeer groot en voortdurend verdrietmijn meester was voor mij veel minzamer, hartelijker zelfs, zoo deze uitdruk king van toepassing kon zijn op Vitalis, dan hij ooit geweest was Zijn karakter, of liever zijn omgang met mij, had in dit opzicht een groote verandering ondergaan en dit althans gaf mij de kracht om mijn leed te dragen en mijne tranen te bedwingen, wanneer de gedachte aan Arthur mij het hart vervulde. Ik gevoelde dan, dat ik niet alleen op de wereld was en dat Vitalis méér voor mij was dan een meester. Dikwijls zelfs, wanneer ik slechts gedurfd had, ge voelde ik een onwederstaanbaren lust, om hem een kus te geven; zulk een behoefte had ik om aan de ge negenheid, die ik hem toedroeg, lucht te geven, maar ik had den moed niet, want Vitalis was er de man niet naar, tegenover wien men vertrouwelijk kon zijn. In het begin .en ook gedurende de eerste jaren, was het een zekere vrees, die mij op een afstand van hem hield; thans was het een gevoel van eerbied dat hij in opwekte. Toen ik mijn dorp verliet, was Vitalis in mijn oog een mensch zooals alle anderen, want ik was toen nog niet in staat om eenig onderscheid te maken; maar mijn verblijf bij mevrouw Milligan had mij tot op zekere hoogte de oogen geopend en zonderling, wanneer ik Vitalis soms aandachtig gadesloeg, dan scheen het mij toe, alsof hij in zijn houding, zijn manieren en alles ee nige overeenkomst had met mevrouw Milligan. Ik zeide dan wel tot mezelf, dat dit onmogelijk was, daar mijn meester slechts honden en apen vertoonde, en mevrouw Milligan een aanzienlijke dame was. Maar al zeide mijn verstand mij dit, mijn oogen moesten toch gelooven, wat zij aanhoudend zagen; als Vitalis het wilde, dan was zijn voorkomen even voor naam als dat van mevrouw Milligan; het eenige on derscheid tusschen hen was, dat mevrouw Milligan altijd eene dame was, terwijl mijn meester slechts in onVolfi omstandigheden zich als een heer voordeed; maar hij was het dan ook zoo volkomen, dat hij zoo wel den stoutmoedig'» - als den onbeschaamdste ontzag zou hebben ingeboezemd. Maar, daar ik noch stoutmoedig noch onbeschaamd was, gevoelde ik mij wel onder dien invloed, maar toch durfde ik mijn hart geen luoht geven, al lokte hij dit ook door eenige vriendelijke,woorden uit. Nadat wij Cjtte verlieten, hadden wij verscheidene dagen lang niet over mevrouw Milligan en mijn ver blijf op De Zwaan gesproken, maar langzamerhand was dit het onderwerp van onze gesprekken gewor den en mijn meester was altijd de eerste, die het aan roerde, en weldra verliep er geen dag zonder dat de naam van mevrouw Milligan door] ons uitgesproken werd, Gij hieldt veel van die dame 1 vroeg Vitalis mij eens; ja, ik begrijp het; 'zij was 'goed, zeer goed zelfs voor u; gij moet dan ook altijd met dankbaarheid aan haar denken. Hij voegde er dan ookjdikwijls bij Het^moest I Wat moest! In 't eerste begreep ik dat niet; 'maar langzamer hand kwam ik tot de overtuiging, dat hetgeen zoo moest zijn, betrekking had opi het voorstel, dat me vrouw Milligan had gedaan, om mij bij haar te hou den, Dat beteekende het zeker,^wanneer mijn~meester zeide Het moest en het kwam mij yoor dat die enkele woorden eenig berouwjverrieden; bij had mij wel bij Arthur willen laten, maar dat was onmoge lijk geweest. f't Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokke Roeland | 1901 | | pagina 2