Oe Schoenen ren, kwam er een grooten boom afgedreven-die hun tuig verwarde. Zij sleepten met huune netten den boom aan wal. Als hij op het droge lag, wilden zij hem in planken trekken, maar...'t was erlorcn moeite; het hout was en bleef zou hard als ijzer, en geen enkel werktuig kon er door. Zij kregen het gedacht er een Mariabeeld uit te kappen, en zie nu gong alles licht en gemakke- lijk. Welhaast werd het beeld veel vereerd, en ver scheidene visschers bouwden er hunne hut rond. De eenzame plaats was nu een dorp geworden en het volk, tot gedachtenis der wonderbate ge beurtenis, hict ze Boom. Ziehier het potret van gen er aai Cron- je, che gevangen zit op het Eiland Sint Helena, met veel Boeren. Uit 't land can IIer//i.e. 16. De Hennep. Deze weefbare en olieachtige plant is oor spronkelijk uit Azie, doch wordt sinds lang in Europa verbouwd. Lij heeft een eenvoudige stengel, die de hoogte van anderhalven meter be reikt, en handvorminge bladeren heeft, dit is te zeggen bladeren met diepe verdeelingen, die ge plaatst zijn gelijk de vingers van de hand. Zij bloeit in juni of juli. Het sap der henepplant is vergiftigen slaapverwekkend; ook .is de geur der hennepvelden vooral in bloeitijd, bedwelmend. Door de bloeiende toppen der versche plant met boter en water te laten koken, bekomen de Oos- tersche volkeren den haschisch, waarvan de dronkenmakende eigenschappen bijzonder groot ziin. De hennep wordt schier op dezelfde wijze bewerkt als het vlas. De weefbare stof is echter dikker en sterker, en wordt gebruikt om grof lin nen, vischnetten, goede koorden, enz. te maken. Het zaad dient tot voedsel van vogels, die in de kooi gehouden worden, en om het hofgevogelte te mesten; het geeft eene olie, die men inde lamp brandt en die ook in de verf- en in de zeepberei- ding gebruikt wordt. De koek, die na de uitper sing der olie overblijft, dient om zwijnen en hoornbeesten te vetten. De Hennep is het gröndbeeid dei Hennep- acitigen (-cannabinées Kenmerken: vijf kelk blaadjes, vijf meeldraden, groenachtige, kleine bloemen, die zich in mannelijke en vrouwelijke onderscheiden,de eerste dragende dc meeldraden de andere den stamper; het ijn éénslachtige planten. De mannelijke plant verdort voor de vrouwelijke.die het zaad voortbrengt Deze famillie bevat twee voorname gewassen: de hennep en de hop. De Hennepachtige verschillen weinig van de Netelachtigen (urtinées), waaronder /.ij zelfs dikwijls gerangschikt worden, en waarvan de Netel het grondbeeld is. Onder de Netelachti gen worden thans ook begrepen de oim en de moerbezieboom. êen 2?oovt op den van zij-u ^ader-, oe verrukkend zijn de stralen Die den dageraad verspreidt Niets kan bij de blijdschap halen Die ons heden wordt bereid. Voor den besten aller vrienden, Zingen wij verrukt van geest Wie kan zoeter zangstof vinden Dan een lieven Vaders Feest Doch wie zal naar weerde roemen Al uw goedheid, liefde en vreugd Uwen naam, o Vader noemen. Overstroomt ons hert van vreugd. Neen, te zwak zijn onze zangen. Ook uw goedheid vraagt het niet) Wil, wil dan de wensch ontvangen Die ons teeder hert u biedt. Hemel, dat uw milden zegen Op onz' Vader ecuwig vloei; it Dat op alle zijne wegen i) Geluk en vreugdestonden bloei Wilt hem steeds van onheil sparen, ii Dit. dit smeéken wij om 't meest >i En. na voorspoedvolle jaren. Schenk hem 't eeuwig vreugdefeest. Joannes, een wakkere ambachtsman, vond toen hij eens rondreisde om werk te zoeken, in langen tijd geen arbeid. Zijne schoenen waren, door het aanhoudend loopen op slechte wegen, eindelijk zoo versleten, dat hij ze wegwerpen moest. Hij had met zoo veel geld, dat hij nieuwe schoenen koopen kon,en zette zich op zekeren dag treurig voor een her berg neder. Nadat hij daar eenigen tijd gezeten had. kwam in een prachtigs koets een voornaam officier aan rijden, die voor de herberg liet stilhouden. O I» dacht Joanes, n was ik toch eens zoo ge lukkig als deze heer. Hij heeft koets en peerden en ik heb niet eens schoenen aan mijne voeten. Toen echter de koets geopend werd, zag hij dat de officier geene voeten had. Beide had hij in den oorlog verloren, zoodat men hem uit de koets moest nemen en in de herberg dragen. Neen, neen, zeide Joannes bij zich zeiven; ook als de heer mij koets, pcerden, ja, zijn gansche fortuin voor mijne gezonde voeten geven wilde, zou ik niet met hem wisselen; liever wilde ik geheel mijn leven barvoets gaan. Oplossing 3o: Nergens woont een man met i3 hoofden enz. Oplossing 3i Een citroen. Raadselken 32 Wat kookt er meest en wordt minst geöten 33. Wie zuigt er haar eigen bloed

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Kruger | 1901 | | pagina 2