M. Yau Yreckem.
Liberale ileslureu.
Zondag 26 Juni 1881.
T>vee-en-Twintigste Jaargang.
0oïisiucnst, - Dafcrlanïr, - brijljciö.
JAN CLER&ER
laatste Binders van Vlaanderen,
26
Bureel, Achterstraat.
Gewoouo Annoncen: 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bladzijde,
50 cent. den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
5 fr. 's jaars. vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alletljdstippeii
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
VAN AELST
't Nieuws der Week.
Iq verschelde steden van Frankrijk hebben Vrij
denkers euUeuzen, de Processiënuitgeschuileld; doch
zijn met groote mauliaftigheidbeantwoord.... Waarom
zou 't detug Volk voor schuim en ras moeten aeliler-
uitdeinzenï... Heden zaterdag wordttePanjsdegroote
kerk van 't H. Hert ingehuldigd; men vreesde voor
aanvallen der Revolulionnairs.... En dat is Vrijheid!
aan 't geboefte alles toegelaten, de deftige betoogingen
verhinderd en bespot!
De Wet voor 't kiesrecht der Vreemdelingen is inde
Kamer gestemd. Janson was ertegen: Eerst de Belgèn,
riep bij, en dan de Vreemdelingen! maar al d ander
liberalen hebben op de commande geknikt. Onder de
genen die zich liberaal noemen, is heden de platste
slaafschheid Misschien zal Sire zulke wetdurven
teekenen; veel heeien Geestelijken,veel Pachters, veel
brave ambachtsmans worden uit do kieszaal gehou
den; en nu roepen zijn Ministers er de Vreemdelingen
in.... T Antwerpen zitten over de G00 Pruismans ge
reed om 't kiesrecht te vragen.... Deze Ministers
hebben al ÜO.UOO kiezers bun recht afgenomen. Alzoo
is't gemakkelijk aan t lioofd blijven. En aan nog
durven roepen dat ze de Meerderheid vertegenwoor
digen!... 'i is te sterk. Er zijn ten allen tijde onbe
schaamde lieden geweest.
Zijn Majesteit Leopold iieelt tegen zijnen dank, deze
week moeien tcekeneu d alslellingvangraalBeaulort,
Gouverneur un Is amen; nen Hoveling, maar katho
liek... Om dien gouverneur te doen alzellen hebben
de Ministei s mec-r moeite gehad, als om door Zijn
Majesteit de Schoolwet te doen leekenen... Die zich
met de slechten vermengt,wordt slaal en slaclitoller..
God geve dat de zaken keeren.maar anders,we zuilen
nog zien, dat ze den Koning, zijn eigen dood doen
teekenen... Zoo is 't gebeurd bij vele zwakke konin
gen.
Twee schrikkelijke gekende kindermoorden zijn
deze week te Brussel geweest; een moord te Pope-
ringhen; te V, citeren, een monster dat zijn moeder
vermoord heelt; tt Jumét, op de kermis, een dochter
wreedaardig vcinioord, door haar liet, 'ne getrouw de
vent.... Er zijn altijd schelmstukken in de wereld ge
weest; maar 't is zoo klaar als 2 en 2 vier doen, dat
de liberale leerstelsels van hedendaags de schelmstuk
ken doen vermenigvuldigen... Over 10 a 20 jaren, de
liberale gazetten eerbiedigden nog de groote gods
dienstige waarheden. Nu lezen wij dagelijks in de
Flandre Libérale, in de Chronique, enz., den stout-
sten spot, de domste loochening op de grondwaarhe
den die de samenleving in stand houden.. D'eenigste
dam tegen de misdaden, 't is de gendarmerie... Doch,
waar is de booswicht, die zich niet inbeeldt: Mij
zullen ze toch niet vindenEn hoeveel schelmstukken
bh) ven niet verdoken Hoeveel zijn er niet die zwie
ren en brasser., met d op rengs: van d:olte en
inOord
Te Chimay is overleden Prins Caraman deChimay
een jong, katholiek en volkslievend Eèlman, die Zijn
Paleis had te Brussel in de Parkementstraat, nabij
Sinter-Goelie; in dit Paleis heeft hij nog Feesten van
Weldadigheid gegeven, op welke koning Leopold II
zich vertoonde.... De Prins was maar 39 jaar, sedert
lang ziekelijk,zelfs verzonden geweest naar de warme
landen.... Met geld en goed is geen gezondheid te
koop.
Franschman en Italjaan worden kat en hond Ita
lië staat opgeblazen van koleire, wegens Frankrijks
veroveringen in Tunis; Italië, zonder geld en met
soldaatjes zonder schoenen aan hun voeten, T moet
zwijgen; maar op veel plaatsen kookt het italiaansche
bloed. Te Marseille weiken 5o,ooo ltaljaners, tegen
de goesting van eenige Franschmans, hoewel het al
droet genoeg is, als men zijn land moet verlaten om
elders werk te zoeken; een neerstig en eerlijk man
verdient overal vrede en achting t'ontmoetcn nu, als
t pik-a-pik gaat,vindt men allicht een rede van twist;
en er zijn te Marseille wreede tooneelcn geweest,
gewapende oploopcn, bloedige gevechten; 3 a 4 per
sonen zijn gedood, 17 gekwetsi, 200 zitten in 1 ge
vang, te Parijs en te Hoornen is ervan gesproken in
de Kamer; de militairen hebben Marseilje moeten
bezetten... Dank aan die krachtige beteugeling, is de
rust niet verder gestoord geworden.
Te Berchem, bij Audenaarde, werd een zoogezegd
vrijdenker begraven men deed dc kinderen der ge
meenteschool die indelvingbijwonen.terwijldeschool
meester op het graf eene redevoering uitsprak.
Men ziet, de onzijdigheid van de Van Humbeeck's
school, is niets anders dan het ongeloof.
In verscheide steden van Piëmont zijn volksoploo-
pen geweest tegen Frankrijk. Nogtaiis, 't is dank aan
Frankrijk, aan 't verraad van den Derden Napoleon,
dat Piëmont de Pauzelijke Staten kon overweldigen..'
Geen vriendschap of dankbaarheid bij booswichten.
De Belgische Kamers zetelen, en al zetelende kos
ten zij veel geld en brengen allerhande slechte wetten
van dwang en vcrdeii uil. De Wet die de Vreemde
lingen ter hulp roept voor 't Liberaal Ministerie, z'is
gestemd in de Kamer met 62 stemmen tegen 5i. Dan
vroeg M. GODMANS dat mende wet op de druk-1
pers zou aanvangen, doch een wet op de jacht kreeg.'
den voorrang; dus, eerst 't wild en dan de menschen,^
zeggende Ministers, ten ware in 'ne casus om de;
mer.schen te stroopen; er is bemerkt dat d'officiersj
rond 't kamp en rond Antwerpen op vreemde jachten'
gaan, de soldaten als laktionnairs zetten en dan in
1 kamp vluchten ol in een forteres, waar de J usticié
geenen pak heelt. M. Delaet heeft de petitiën te[
berde geroepen van Vlaamsche Genootschappen en/
van meer dan 100 advokaten uit Gem, die de Rech-j
ten van de Moedertaal eisschen maar Bara lachif
daarmee, gelijk zijn Chronique op smadelijke wijze'
spot met Conscience en de brusselsche Vlamingen
die Flaminganten, schrijlt de Chronique, al de mijj-
bekenden zijn maar Vlaming.bovenop?—In 't Senaat
hebben zells vertegenwoordigers van liberale Arroni-
dissententen geklaagd over de laiherlighcid der Mi
nisters, voor wat Nijverheid en Landbouw aangaat
M. Baron Belhune heeft krachtdadiglijk de zotte
schoolonkostcn der Munsters bestreden en in naam
zijner ambtgenoten heelt M. d'Anethan verklaard,dat
alle katholieke Senateurs het Buitenlandsch Budjél
niet zouden stemmen, omrede der wegzending van
den Pauzelijken Nuntius... Daarop heelt Bara veel
woorden uitgekraamd, maar niets gezegd dat schim
van rede heelt... Hel budjet is gestemd door 27 libe
ralen, tegen 26 onthoudingen. Voor wat de v^eerr te
kiesmakciarij aangaat, heeft graal de MerotJl vla:
veiklaara, üat dit wtf'ecu misiaaü .s .1-
onaliieit... En ge zoudt zeggen dat deze wet door
de Pruismans ol door d'Hollanders gevraagd is? Neen,
d'Antwerpsche geuzen verzoeken die wet, om 't goed
recht en 't Vlaamsche Volk te kunnen verpletteren
't Is M. COREMANS, van Antwerpen, die krach
tig gesproken heeft tegen 't kiesrecht der vreemdelin
gen en getoond dat de Duitschers in Antwerpen,
Duitschers blijven: geen gemeens willen hebben met
de Belgen, ja zelfs de Duitsche feestelijke dagen vie
ren. lk laak de Duitschers daarom niet, zegde hij
maar ik laak het Gouvernement, dat die machtige
kolonie bij 't kiezerskorps wil inlijven. De Pruis is
Pruis, en hij zal Pruis blijven. Indien de nationale
lierheid niet in uw hert spreekt, mijnheeren der lin
kerzij, dan zou ten minste de nationale voorzichtig
heid u het wetsontwerp moeten doen verwerpen.Doch
gij denkt alleen aan de voordcelen, welke het voor
de kiezing opleven.
Doch, de liberalen moeten d'hulp der Pruismans
hebben, en de wet zal gestemd worden.
De geachte Senateur van ons Arrondissement heelt,
111 zitting van 17 Juni, de belangen van den Land
bouw krachtig voorgestaan e'n ue middelen aangeduid
om dit voornaam vak der openbare welvaart, uit den
krisis op te rechten. Geen moeial- ol beschermmidde-
'lcn; geen rechtstreeksche tusschenkomst, die de vrij-
heid zoude benemenenden Landbouw nog meer
kwellen; Vrijheid, maar uitbreiding der buurt .vegen;
;'t is ongelootelijk wat geld er gegeven wordt voor
't vervoer naar de Statiën; vé-1 Buitengemeenten zijn
voor de Post-correspondentie slechter als over 20, 3o
jaren. En dêes Ministers hebben dan nog 't convoi-
geld opgeslagen.... Mv Van Vreckem vroeg ook ver
mindering van lasten en bijzonderlijk der lasten op
't lonciei-j hij eindigde mei zijn slem te verheffen te
gen de verkwisting van't geld derbelastingschuldigen,
aan 't bouwen van nuttelooze scholen en om meesters
zonder leerlingen te betalen.
Brussel heelt een tekort van 200 miljoen. Zells
liberale gazetten schreven overlijd dat er een groote
bessem moet komen om 1 Stadhuis te zuiveren.
Gent gaat 12 miljoen leenen, niet voor groote
werken,maar voor het dekken van ceneu tekort.
Antwerpen heeft over 8 jaren 60 miljoen geleend;
en de centen zijn op, zonder dat er een geldopbren-
gend werk is uitgevoerd.
Antwerpen komt een schilderij van Rubens te
koopen, van 'ne Geus uit Brussel die ze voor 60,000
fr. had gekocht; Antwerpen geelt er 100,000 lr. voor,
en men durttdie schilderij niet ten toonstellen.
Liberale besturen! Om de wille van het smeei.lekt
de kat de kandeleer... Lmerale besturen, uitgehon
gerde ratten in de schapraai.
De Vertegenwoordiging der Minderheden is een
wenschbare, rechtveerdige en heilzame zaak... Doch,
een eerste conditie moet zijn De benoeming der
Burgemeesters en Schepenen, door de kiezers ol in
de meerderheid, 't Is voor liberaal en katholiek even
schoon... Weg, verdrukking en willekeurigheid,leve
't Recht en de Vrijheid!
Vrede, overeenkomst kan er in België niet meer
zijn, zoolang dit officieel onderwijs bestaat... Een
officiéél onderwijs kan gedoogd worden, ais al de
Borgers van een Land eensgezind zijn, en dan nog:is
't niet uitzinnig, geachte Lezers, van t geld eerst
naar Brussel op nen hoop te brengen en het dan
doen terug te koeren voor 't onderwijs der Prochiën?
ak Aóuing vun Brussel geelt gern centiem van 'tzijne,
voor 't onderw ijs;de Ministers ook niet,ter contrarie,
ze doen 'ne kostelijken nulleloozen Minister onder
houden, met al zijn eeuwige bedienden bijgevolg,
zells bij eensgezinde Borgers, 't eersteen t beste koop
onderwijs is't Vrij of Gemeente-Onderwijs... Maar,
gelijk België nu bestaat en ongelukkiglijk zoo diep
verdeeld is, voor d'overeenkomst en om elk t zijn te
geven, het officiéél onderwijs moei weg! Laat de ka
tholieken aan 't hootd komen, en dat zij overal vrije
katholieke Meesters en vrije katholieke Inspekteurs
plaatsen, dat zij de liberale steden dwingen om ka
tholieke scholen te bouwen, hoe zal men terreesten,
de vuisten omhoog steken en straatrumoer maken!..
Neen, neen, alles in kalmte en onpartijdigheid inge
zien, geen vrede of overeenkomst, zoolang t Staats
onderwijs in voege blijft.
De Ministers gaan Brouwers, Stokers, Bakkers enz.
worden
De Godsdieust, het onderwijs, de drukpers, de ge
nootschappen, stielen, ambachten' «Tuz.zynvrij, kiucü-
tens de Grondwet
De Koning, de Ministers en Wetgevers hebben ge-
trouwheiu gezworen aan de Grondwet;zij moeten aau
huune ouderdaneu en aau de Volkeren voorbeelden
van recutzinnige Uitvoering der Grondwet geven; zij
misdoen tegen de Grondwet, eu tegen de wet van
God als zij, uetzij direct ol ïudirect, hetzij rectitsti'eeks
01 door looze middels de vrijheid van deu Godsdieust,
vau bel ouderwijs, van drukpers eu Genootschap Hin
deren; bij v ooi beeld; als z:j millioeneu en millioeneu
besledeu eu hunne macht eu bun gezag misbruiken,
om die duurbare vrijheden te bestrijden.
Eiiatos! bet is uedemlaags zooverre gekomen dat de
Ouders niet meer vrij en meester zijn over bet ouder
wijs en de opvoeding buuuer kinderen, dat de boeren
Kerkmeesters eu Pastoors niet meer niogtn bi.scnikken
oter de inkomsten der kerk, tol luister van den Gods
dienst; de Drukpers en de Gonootscnappeu worden
iangs alle kanten bespied eu gedwarsboomd.
De Ministers eu hunne aanhangers antwoorden
daarop met veel pretentie: dut zij de maent eu net
recht hebuen om al die vrij beden te bestrijden; ja, zij
hebben die macni, en zij hebben daartoe de middels in
d banden; eu wal meel' is, zij gebruiken die middels,
maar hebben zij daarloe ook bei reCul?Omdat
kwaaddoeners de macht eu de middels henbeu om 1.1
te uroken, te rooven, te plunderen, te biaudea en te
moorden, nebben zij daarom ook het recht om dat te
doeuf..
De aanhangers van de Ministers zeggen ook nog dat
de Staal meer bekwaam is als parUeuliereu, om het
ouderwijs eu de opvoeding le geven.
Zulk gezegde mag niet gelden, want het is allerge
vaarlijkst voor de samenleving, immers het volii zou
ook welhaast zeggen: dat de staal meer bekwaam is
als partikuiieivn om goed brood le bakken, lekker
bier le brouwen, gezonden geuever le stoken, ouver-
valscute eet- eu drankwarcu le leveren, vólle beesten
le slachten enz. enz.
Men moet overtuigd zijn en klaar zien dat hel sys
teem of de pretentie van de Ministers en huune aan
hangers rechtstreeks leidt lot net öocialismus.
Het oud spreekwoord zegt; soort zoekt soortdal
dan spioens met spioens, geuzenmeesters met geuzen
meesters verkeeren ea aanhouden; deftige eu onai-
naukeiijke lieden mogen met zulke soort geen ge
meens hebben.
i)e slavendienst e: 2' "-iMbr«vij* kosten
jaarlijks over de 20,UvO fr. pc-r duizend inwoners.
De patenten van de labrikanten zijn ten laste van
de verbruikers en van de werklieden, de labrikanten
moeten enkelijK het geld verscmeten. Eene onder
stelling zal dit Klaar bewijzen: onderstel dat de pa
tenten van onze groote labrikanten gebracht worden
op 10.000 lr. 's jaars; het gevolg zou ziju dat aan
stonds het dagloon der werklieden mcraelijk zou ver
minderen ol de prijs der koopwaren merkelijk ver
meerderen. Ergo, de patenten moeten af.
VERG OR'jjEELIJ\ G- Benevens ver
schelde vree mde. verdord dingen, 'hebben wij
deze week de ver oor dee.mg van den ojjiciée-
ien van Moorsel, hoofdonderwijzer, grooter.
voorstaander der wet van 2079, bespotter van
Geestelijken en 'Religieust,alweter, ver
spreider en lezer van slechte gazellen en die
gedompeld zat in de schromdijkste schelm
stukken. Er waren te zijnen laste een sc,vro
melijk getal misdaden^ die af zonder lijk ge
rekend een veroordeeUng vroegen var.
jaren gevang; doch de wei heeft het op 10 ja
ren prison gebracht en beroovinzijner bur
ger rechten,'me schelmisvlucnugzijn schelm
stukker ij is bijzonderlijk begonnen,seder laai
hij onder (Peer Van humbeech staat.
of de
verhalen uit den Franschen Tijd,
(naar het uitgebreid tverk van S. VAN JDE1Ï GUCHT, Kunstschilder
te Aalst.)
2® Vervolg.
III. Bij Mr De Winter, te Aalst.
Wel dochter, vroeg Jan Glerker, aan de dienstmeid, wat is
hier gebeurd? alles ziet er mij hier zoo zonderling uit; in een huis
waar grooten handel gedreven wordt, vind ik de deuren gesloten;
ik heb 2 maal moeten bellen, hier waar gewonelijk dagelijks hon-
derde menschen in- en uitgaan, zonder zich te melden. Mijnheer is
alwezig, zegt gij, en mejuffer ziek; ik versta er mij niet uit; hier
moet een ongeluk gebeurd zijn, öi iets anders.
Weihoe, antwoordde de meid met verwondering, weet gij
dan niet wat hier dezen morgend is voorgevallen?
In 't geheel niet?
Dar. hebt gij nog niemand in de stad gezien of gesproken
Dat is waarheid,meisje, ik kom recht van ons dorp.
jjiGe moet dan weten, dat van dezen morgend als mijn mees
ters dejeuneerden, twee personen langs de poort der Olieslagerij
binnenslopen en aan de deur der eetkamer klopten. Binnengelaten
zijnde, zag men dat het waren den Commissaris, met zijnen drie-
kleurigen sluier aan delenden,en Coorenbyter,denhussier. Mijnheer
cn mejufvrouw waren rechtgestaan, toen deze kwanten instapten;
verschieten deden zij niet; zij hadden zich immers niets te verwij
ten, en die soort van cietoyens hadden zij nog in hun huis gezien,
als er vroeger eene gedwongene leening was te ontvangen. De twee
citoyens naderden tot de tafel; de Commissaris zette oogen open
als 'nen duivel, maar Coorenbyter grimlachtte, opende een perka
ment dat hij in d'hand droeg en begon voor te lezen: Dat M. De
Winter buskruit had verkocht aan de Rebellen en dat hij in den
naam der Fransche Republiek aangehouden werd om aan d'uitvoe-
rende macht overgeleverd te worden.
En wat deed mijnheer? vroeg Jan.
Mijnheer zegdeniet veel, en bereidde zich om meê te gaan;
maar de-juffrouw sprak veel schoone woorden en wilde geld geven,
veel geld, misschien wel 1000 Iranken, niets te doen: twee agenten
der openbare macht traden binnen, stietten onzen Mijnheer de ka
mer uit, en dwongen hem in een huurkoets le stijgen, die op straat
gereed stond.
Ja,ging de meid voort, 't was koud; Mijnheer had eenvalling,
zijn hoed was gevallen, cn ons uffra, verschrikt om de dood te ster
ven, droeg hem den hoed achterna; doch er wierdhaar geantwoord:
Hij zal geenen hoed niet meer noodig hebben;
En daarmee reden zij door.
Wat schelmerij! sprak Jan Clerker.
Ja vriendschap, t is hier een wreed leven geweest, als jutvrouw
de koets hoorde wegrijden, viel zij in onmacht; onze klerk, die was
toegeloopen cn ik, w'hebben veel moeite gehad om haar te doen
bekomen.... W'hebben ons deur moeten sluiten, voor de nieuws
gierigen die kwamen vragen....
Dochter, zegde Jan, verwonderd over al he'geen hij kwam te
hooren, dochter, in zulke omstandigheden zal ik misschien d uflra
niet kunnen spreken?
k En weet het niet, een uur nadien is zij uitgegaan; terugko
mende was zij min neerslachtig en sedertdien is zij gedurig druk
bezig met den klerk; men ziet er de boeken, men loopt gedurig om
en weer. ik weet met wat dit alles beteckent.... Maar wacht, k zal
aan ons utïra gaan zeggen dat gij daar zijt.
Terwijl de meid weg was, begon Jan te overwegen; en vergeleek
dit alles met hetgeen de Postiljon hem gezegd had over d'aanstaande
verandering van regeerii.gswijze. Hij kon niet begrijpen hoe men
de stoutheid kon hebben, iemand aan te houden, voor een zaak
waarmee M. Dc Winter v. as beschuldigd, namelijk van buskruit
verkocht te hebben aan de RcDeilen! En aan welke Rebellen? Want
van als den opstand der Boeren in't jaar 1798 gedempt was, had
men van geen rebellen meer hooren spreken.
Inmiddels kwam de meid terug, hem verwittigende dat de juffrouw
hij hem ging komen, lk weet niet, zegde zij, maar d'uffra schijnt
zeer voldaan van uwe komst; ze was nog bij den klerk als ik u aan
meldde, en nadat zij verstaan had wie gij waart, zegde zij tot den
klerk: Dit ware de man dien wij zouden kunnen gebru:ken; Jan is
een eerlijke jongen; de klerk deed tceken van bevestiging.
Indien ik Mijnheer ot mejufvrouw van dienst kan wezen, men
moet mij niet sparen, zegde Jan.
Nauwelijks was de meid vertrokken, als mejulvrouw De Winter
binnentrad.
Het was een statige vrouw van zes of zeven en vijftig jaren, een
bijzonder goedhartig mensch, die veel aan den armen gaf en menig
verjaagde kloosterling had geherbergd. In hun huis werd memgen
keer in 't geheim het H. Misoffer opgedragen. Jan vond jhaar veel
verouderd; een diepe droelheid sprong uit haar wezen; hij stond
aanstonds op, groette met zooveel beleefdheid als hij van zijn leven
had geleerd en zegde dat hij zoo bezonder was gekomen om Mijn
heer te bedanken over den aanbod die hij hem had gedaan van te
zi|nent te komen wonen.
En waarom wilt gij bij ons niet komen wonen
Omrede, mejuffer, dat mijn vader en zuster uit vrceze der on
veilige tijden, niet willen toestemmen.
T Spijt mij, jongeling, maar als het niet anders zijn kan, in
Gods name dan.
Daarom geen te kwader vrienden, juffrouw; ik heb g hoord
wat er mei M. De Winter is gebeurd, en als ik u heden kan van
dienst zijn, moet ge mij niet sparen, ik zal mij gevleid achten, in
den nederigen staat, waar ik mij bevjnd.
Jongman, sprak Juffrouw De Winter, hoor aan uw spreken
dat gii reeds weet, welk schelmsiuk men hier heelt begaan. Men
heelt mijnen man, in zijn eigen huis komen grijpen, onder bescnul-
diging dat hij zoude buskruit geleverd hebben aan de rebellen; waar
men deze leugen uitgevonden heelt, mag God weten, ik was om de
dood te sterven van schrik, gal veel schoon woorden, maar niets kon
helpen, men smeet hem in een huurkoets en reed er meè weg.
Dit zeggende schoten d'oogen der goede juffrouw vol tranen.
Na eene poos vervolgde zij aldus:
Hoort nu, jongman, wat verder is gebeurd en waarin ge mij
zoudt knnuen helpen
Onze klerk troostte mij zooveel hij kon, zeggende dat ik mij
daarin niet te veel mocht ontstellen, dat het weer ne franschen toer
was, uitgevonden om ons geld al te persen en dat het voor eenige
honderde (ranken wel zou effen gestreken worden.
Dit zou wel kunnen zijn, onderbrak Jan en ik gelool dat
Mijnheer Michel, uwen klerk, gelijk heelt.
Hoe het wezen mag of niet, vervolgde de juffrouw, deze zijne
woorden gaven mij moed; wij onderhandelden samen bij wie ik zou
gaan, om le weten hoe Mijnheer te verlossen, en beiden gelijk
noemden wij den Notaris Vosselaer; inderdaad, het was wel den
eenigsten in de stad die mij in deze droeve zaak, kon goeden raad
geven.
Jk begal er mij naartoe, en de goede heer verschoot geweldig
als hij hoorde dat mijn man aapgehouden was; hij laakte grootelijks
de Fransche Overheersching, die zoo onrechtveerdig hare macht
misbruikte; en toen ik hem sprak van door geld de vrijheid mijns
gemaals te bekomen, scheen hij eerst te twijlelen, doch na zich oe-
dacht te hebben, deelde hij in mijn gevoelen; en terstond nam hij
hoed en stok zeggende: Ik ken den hussier Coorenbyter en zal eens
gaan hooren wat dezen zegt Wacht eenige oogenblikken.
Na lang gewacht te hebben, keerde hij ferug. Mejufvrouw,
zegde hij, ik ben bij M. Coorenbyter geweest en vandaar bij den
Commissaris der uitvoerende macht. Men wilt M. De Winter ont
slagen en men heeft mij zells beloofd aan de zaak geen gevolg te
geven, doch men vraagt geweldig veel geld. Dat is niets, riep ik
met blijdschap uit, zeg mij hoeveel men begeert; wij zijn, Godlot,
bemiddeld, en ik zal 't geven. Men vraagt tachentig duizend lr.
zeide de Notaris, maar weet gij wat ge doet? Zendt mij zoo spoedig
mogelijk vijftig duizend fr. en ik zal de zaak daarmede trachten uit
te werken, maar spoed u, want morgen is het te laat.... Vijltig dui
zend fr is veel, ja zeker veel, maar wat kon ik doen? ik haastte mij
naar huis te gaan, schier zonder d^n goeden heer te bedanken; wij
scharden op zijn spoedigste 't geld bijeen, en nu waren wij juist
bezig met te overleggen, wie bet bij den Notaris zou gedragen heb
ben, toen de meid u kwam aanmelden. Ik weet dat gij een eerlijke
jongen zijt, want Mijnheer heeft mij van u met veel lol gesproken,
indien ge mij dien dienst wildet bewijzen en 't geld dragen, ik zou
u hertelijk dankbaar zijn?
Daar ben ik aanstonds bereid voor, antwoordde Jan; maar
juffra, zonder 't kwalijk nemen, zal 't niet aardig zijn dat een on-