jf hf
Li is-*
Aalst. - De Vlaamsche kermis.
sa
Zoiidug IS A 1882.
Drie-enTwiutigu te-Jaargaug.
SN»
©oösöicnst, - baöttl ni> - Orijljeii»
I'rijsdeelingen.
JA ft CLERH.ER
laatste Binders van Vlaanderen,
w ~£Muaa&tti4St
Bureel, Achterstraat.
Gewoone Anaoncen: 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede BlaJj.'jde
50 cent. den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
5 fr. 's jaars. vooraf betaalbaar Inschrijvingen worden op alle tljds'.lppon
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers
VAN AELST
Och, wat is dat schoon geweest, t'Aalst met de
Vlaamsche Kermis Het erinnerde de oude
Vlaamsche Feesten, als d'eendracbt onder de men-
schen nog bestond en als er geen geheime werking
was, om door barakken en losbandige slemperijen de
goede zeden te bederven en ook dikwijls de verhe
vene zaak te bespotten, welke de Samenleving moet
in eere houden, wilt zij in orde, vrede en welvaart
kunnen bestaan
Vlaamsche Kermis! een feest van orde,van vriend
schap, van gulle vermakelijkheid! Er zijn daar libe
ralen geweest; dat ze getuigen of daar iets was, in al
die vermakelijkheden, een teeken, een woordje, dat
iemand ot iets kon hinderen en kwetsen zelfs de
Ministers, die zooveel kwaad doen en met nog meer
der kwaads bedreigen, werden die dagen vergeten
Men vierde d'aloude VLARMSCHE Kermis.
De menigte, er naartoe gesneld, was ontzachehjk;
zondag alleen beliep d'ontvangst van ingang-geld
boven de 1200 fr.; en nogtans was 't weder bedreige-
lijk geweest; doverdrevene liberhaters hadden uitge
strooid dat de Kermis een afstrooperij ging zijn, dal
alles duur, schrikkelijk duur verkocht ging worden,
dat men zou móe'ten koopen, enz.
Altemaal valscnheid! en een nieuw bewijs dat de
Liberhateri) met leugens en bedrog te werk gaat.
De VLAAMSCHE Kermis was een Feest van volle
vrijheid; niemand is daar gedwongen ot geprest inge
komen; en die erin was, voor zijn 20 centiemen kon
hij den Hof rondwandelen, de barakken en kramen
bezichtigen en er blijven zoo lang het hem lustte en
beviel. Verders was alles aan 'ne civiele prijs, en dit
laat zich gemakkelijk begrijpen, als men denkt hoe
d'Algemeenbeid gewerkt had om kosteloos of zonder
winst de benoodigheden te leveren 't Is immers voor
't VRIJ KATHOLIEK ONDERWIJS en de gene
genheid voor dit ecot Nationaal Onderwijs brandt en
gloeit in d'herten van de ware Belgen. Een Vrij Volk
moet zijn eigen onderwijzen. Zoo sprak en beloofde
men in i83o en schreef men op de gedenkzuilen en
in de Grondwet.
Een boekdeel zou er moeten geschreven worden
over de u Vlaamsche Kermis t'Aalst; en nog zou
men te kort schieten; vraagt maar, geachte Lezers,
aan wie er geweest is, en hj zal u zeggen: 't Is won
derbaar, boven alle verwachting! Nogtans, tot herin
nering van de duizende en duuende die er geweest
zijn, tot b'danking aan de Inrichtersen Medewerkers
zullen wij nier een oogslag op de Vlaamsche Kermis
werpen; en die wilt komen zien, 't is nog tijd:
Op algemeene aanvraag zal de VLAAMSCHE
KEMS -.norgen. Zondag 13 A-agusti geopend
voorden ten i ure nanoen en daarmeê geslo
ten.
We zijn nu aan 't uiterste der bevlagde Nieuwstraat
en zien inden Hol tussciicn 't groen, de toppen der
tenten en barakken met de Belgische vlaggen bewap-
perd. Een nieuwsgierige menigte bezet den ingang:
en men moet drummen om bij de dienstwillige Hee
ren een kaartje te bekomen. Ha, de kermisbeweging
klinkt u in d'ooren; getrommel, getrompet, muziek
spel, doch wat hebben wij hier eerst aan onzen
rechten kant? Een groote tent, kluchtig beschilderd:
IN BATAViA, herberg; we gaan binnen; gelukkig die
een plaatske vindt; een schoon welbehangene tent; er
zijn hier meesters aan 't werk geweest! wij kijken
rond, overal kennissen,met 't vrolijkste uitzicht, baas,
bedienden, muzikanten allen gekleed als Neêrlandsche
mntroozen: Wat zal er Mr believen? Een glas bier!
En op 'ne wenk staat het daar, en ge legt i5 een
tic men en de bediende is weg, om ander kalanten te
gc:ieven. Goed, frisch, koel bier! Alla, d'heeren
Moesiers der Zondagschool, want ZIJ hebben dat in
gericht, en halen er eervan; van tijd tot tijd wordt er
een airken door deSytnphoniegespeeld, een Vlaamse
lied gezongen, en een ander rareteit uitgevoerd: een
der bedienden is de Beyaardist van Aalst, en op d'es-
trade staat een kleine beyaard waarop rtij waarschijn
lijk thuis de nieuwe airs voorden grooten Beyaar 1
studeert; hij speelt! het klingt en tingelt u aangenaat1
in d'ooren! maar met welke kunst en moeielijkheit
handen en voeten werken om de klokjes den vcreiscli-
ten klank te doen geven. Dat zien alléén is 20 centi'
men weerd, en nu verstaat men hoe het komt dat in
Aalst op een half eeuw, maar twee Beyaardisten zij
geweest; we moeten dien Man in eer houden, want
zijn spel op den Toren verlustigt arm en rijk, groo;
en klein, en verheft al de Feesten.
Mr
oren!... En langen tijd zal t'Aalst gesproken
'V- I ie.! .-an de parade 't PANNEKEN PAP. Sedert
ia-g na. die goede barakkengewoonte t'Aalst niet
j gri :u die Representatie,gratis voor 't Volk... Kam,
w.- aan binnen; die van zijn leven naar geen barak
I gmgen, nu nemen zij plaats De gordijn gaat op.
n|H schokken: De WILDEMAN verschijnt met den
via .aarden Dierentemmer, beide bootsen alles zoo
se j us na, dat ge moet lachen, willen of niet; en het
Giv - DRAMA van Mexiko in drij akten, dat is
nt och een oprechte kermisvertooning, in den trant
drr oorouders; men zegt dat alle honderd jaren
d' ;:woonten eens terugkomen, a ei, nu gebeurt
di i eere van den Schoolpenning!... En de vertoo
We zullen hier nog weerkomen en gaan nu rechi nLig wordt gesloten, met de vraag van een klein
dtc S
van g'
I z»! er
over, in de barak D'Ark van Noë, waarvoor Muz
kanten staan te trompetten, en de Directeur zi
aanspraken doet: Een rijkversierde barak! en voorzie
van allerhande wonderheden van het Dierenrijk! E<
hond met twee neuzen! Een verken met 6 pooten
kurieuse pluimgedierten, duiven, kiekens, fesanten!
Groene, gele, zwarte en purpere enden en zeeratten
Veel opgezette dieren! karkassen van het wonders'
dat de zee bevat; kurieuse soorten van staldiert
kortom, om 'ne ganschen achternoen te zien.... Hec
ren, 't is wel! en ge verdient een eervolle recomma
datief... Daarneven is een barakske om met ballen
werpen naar sigaren; dat mocht er niet ontbreken
elk beproeft daar zijn behendigheid; maar zetrompt
ten daar rechtover 't begin uit van den THEATE
MEKANIK, 25 centiemen d'eerste plaats i5 of
de tweede; men ziet zijn volk na en dar is wel! W
derom zijn wij in een prettig behangene barak, m
geschilderden theater; wederom allerhande kennisse
menschen die vroeger nooit naar barakken gingei
maar nu, 't is voor den Schoolpenning: de Sprek
komt aankondigen, de Gordijn wordt opgetrokk
en waarachtig dat is schoon: 8, 10 figuren, ge zou
zweren wassen beelden, zoo onbewegelijk slaan
daar; 't Muziek speelt; ze komen schokkend in bew k
ging, alsof de beenders in hun lijf met een mekani -
gingen; wat studie is daarvoor niet geweest! Ziet eens
dien Chinees, dien pacha, dien baardscheerder, dier
tandentrekker! dien kleermaker! dien muziekmeest.
die twee schermende soldaten! attention! roept
Spreker cn schielijk veranderen de posturen van j 0-
sitie! 'r. CaFÉ-ChareL haalt er ccre van, en 'tv.
wondert niemand dat die Theater Mekanik, van 2
man, reeds naar ander steden is gevraagd; ook x 1
die medewerking kostelijk zijn voor de Feesten
den aanstaanden Winter!
Daarachter hoort men de karabijnen kretsen,
kogels snorren, de pijpen breken en den aanteeken:
de punten afroepen, want 't is een prijssc. ieting!
Doch we gaan in de tweede herberg een pin-
pakken; ze zeggen dat 't bier er 7.00 goed is. de u 1
zoo lustig en 't Volk zoo braaf èn ged enstig -
spraakzaamWel, lieven Sonapa-tc! hoe fraai V.o
dat buffet uit, in dit diep verdiep! Een glas bie:
Mr? Zekerlijk, voor elk een glas biei - En 't st
daar op de tafelHier zijn de bedienden in c
ouden Vlaamschen blauwen kiel, een zwierig en ge
makkelijk kleed,reeds in voege van den tijd der Ro
meinen af; er zijn er circa 14, die allen hun volle werk
hebben.... En de gedrapeerde muren hangen vol
jaarschriften; want een der bedienden is 'ne vriend
van Parnassus; wc zullen later die berijmde jaarschrif
ten komen opnemen; nu,laat ons eens dien zwierigen
pecrdekensmolen bekijken, en vandaag is elk jong,
de baas van de Peerdekens staat daar zoo goedaardig,
met zijnen blauwen kiel en rooden doek aan den hals
gebonden; onzen goeden ronden Vriendl ja, we zullen
hier weêrkeeren.... Maar wat gerucht is dat daar op
d'estrade van dit barakskenl en wat komt er daar
volk bijgeloopen!... Och, hoe Vlaamscbachtig kan de
gedecoreerde Directeur zijn barak recommandeeren
en met de spreekbuis zich tot aan d'ander barakken
mdatieken... Zekerlijk, Hceren en Vrienden,
orat gedaan en Ons Heer zal u loonen voor al
gij en al die andere achtbare Personen voor
iolpenning doet; het dient tot bewondering
el Belgenland en tot zelfs in ander landen
1 gesproken worden, want wij zullen het
;.n in Land en Werkman.
een stapke verder gegaan, een stapke in den
•icn stapken in ons Leven, maar een der aan-
ste stapkes, want elk die meegewerkt heeft
:nting en opluistering en bijwoning van dit
al er zijn levensdagen een zoete geheugenis
"aren 't Is immers voor ons Katholiek
voor 't Katholiek Bloed, voor de Ziel van 't
- c Werkmanskind, dat al deze pogingen van
•Sering geschieden; dat men zijnen arbeid
jnen tijd. zijn geld, zijn zweet, zijn gezond-
is voor den Heer en God, tot welken wij alle
•enaderen en die ons rekening van den levens
vragen....
wat geratel en getater is datdaar in d'hoogte,
jong volk! Wel, lieven deus! dat moest er zijn
Vlaamsche Kermis: POTJESMARKT! gebakken
-en kastrollekes aan 'ne kluit en 'ne halve
t; Jaarvan zullen wij er ook meédragen; maar
gezien en voorzien, 't is te zeggen: voorde men-
•rbeujkn natuur gezorgd; we vallen juist op een
s ai-1 s, bediend door damen en juffers en heeren
tr 0.I, in 't nationaal kostuum der walelbakkers;
viat geroep en over-en weêrgeloop! wat gerucht van
Maa
ken vlijtigen dienst?. Maar komen de wafels nog
niet! En zie 'ne keer in den Hof! Ais ze maar de stad
niet wegstelen, want g'heel Aalst is daar!... Ja, hier
wordt getoond en bewezen, dat er vreugd en kermis
kan zijn, zonder losbandigheid of baldadigheid...;
Ha, daar zijn de wafels, is't bier! we betalen, be
ginnen smakelijk te eten en eindigen hier het eerste
deel der Beschrijving van de Vlaamsche Kermis,
welke zondag i3 augusti nogeens geopend wordt ten
1 of 2 uren nanoen....
En zou een Volk, dat zooveet doet voor zijn Vrije
Scholen, zou dat terugvallen under de slavernij en
d'opeterij van 't officiéél onderwijs? Zou de lange en
heete strijd dezer dagen ons niet brengen tol den
zegepraal! Achteruit, gij allen die het anders durft
denken, die al deze zelfsopoffering in 'ne a Pays van
valschheid en verraad zoudet willen versmachten!
Neen! neen! De VRIJHEID VAN ONDERWIJS, daar
zullen en moeten wij geraken; dan alleen kan vrede
cn welvaart in 't Vaderland terugkeerenl...
Aalst, Qeeraardsbergen, Dendermonde. St Nikolaas.
Nmove en Gijsegem, rond de hooge gestichten van
Vrij Onderwijs! Al wat de Samenleving deftigs heeft,
komt met oprechte genegenheid deze feesten der Bel
gische Jongelingschap bijwonen. En bestatigd moet
er worden, dat de Cullegiëa zich overweerJig toonen,
èn van deze vaste genegenheid èn van dezen grooten
toeloop... Voor wat d'opvoeding aangaat, nog nooit
is het gebeurd, dat een Familie zich beklaagd heeft
van hun Zoons of Dochters in een Katholiek Collegia
of Pensionnaat geplaatst to hebben... 'Wat zullen wij
zeggen van de Prijsdeelingen? Overal ziet men op die
dagen het goed orde datio de Gestichten heerscht, de
deftige houding der Studenten, hunne geoefendheid in
Kunsten en Wetenschappen te Geeraardsbergen
hoort men jaarlijks siukken uitgalmen of voorlezen in
rijm en onrijm, in latijn, vlaarasch en fransch, door
d'uitmuntendste Studenten opgesteid;in 't Collegie van
Aalst werd dees jaar opgevoerd een groot stuk van
ijzers die omslaan, en de stramijnen die dc J declamatie, zangen muziek,dat in 1858 nogeens werd
patatten in schellckens uit de ketels nemen! Maar j uitgevoerd, alswanneer een alleruitmuntendste Stu»
joon ze de wafels daar voor nietig t Is als geloovigc dent de hoofdrol vervulde. Vreemdelingen die uit
verafgelegene streken van Belgenland naar Aalst
gekomen waren, zegden nog nooit zulke schoon Prijs-
deeling bijgewoond te hebben. Inderdaad, hetgroot-
sche gewrocht Boudonyn du Bourg, waarvan het
schoone en verhevene muziek gemaakt is door den
Pater Jesuiet De D033, werd door de Studenten met
i :icn ie roepen en vragen! En de kweste is nu van
i> utsken te vinden; wat volk en wat vrolijk-
tèid: ei, er staan er daar juist op; rap en gezwind
c c -ts genomen en eenige oogenblikken gerust,
v.vnt 1 is moetens: drij, vier Vrijwilligers van 't Wa-
L' v s rtaan daar met de telloorkes op te schuiven
>0; :;jn kalanten.... Patiencie, gelijk Job met zijn
l m we wachten, zien cn peizen: 't is bijna hal-
.rwege 't feest; dan hebben wij nog te zien: Het Rad
-v..ntuur bier rechtover zoo rijkelijk g'instaiieerd
n st geriefelijke prijzen en bediend door een rijke
E ime ier stad, hare juffers en eenige vriendinnen;
v .c. .5 de KETEL DE!; Helle, waar iedereen wilt
g n zien en hooren; zelfs liberalen zijn erop afge
kumen en drukken hun bewondering uit; daarnevens
de CiRK, die bij elke vertooning aanwint; de CIRK
v/aar g'heel degrondige stad van spreekt, daar gaan wij
zeker zien, verscheide keeren. en dan naar de FOOR,
de Vlaamsche katholieke Foor, waar elk, rijk
en gsmein kan geriefd worden en met lieftalligheid
wordt aangesproken en bediend.... En ziet daar eens
die landsmannen rondloopen met aubelitjes, en met
karamellen, door rafelsteen-werpen te winnen, alte
maal Schoolpenningers, altemaal Aalstenaars; en kijk
eens dien groenen, grijzen veldwachter uit den tijd
van Maria-Theresia, hoe statig hij rondgaat, om te
zien of nergens d'orde wordt gestoord en of er niets
mispikkeld wordt tegen de Vlaamsche kostumen....
Heeft dien champetter nog geen decoratie, voor zul-
Meire en E. Scheerlinck van Aalst
In dh 2" Klas: MM. C- Gyselinckv van Aalst, Alf. Van deï
Donck, van Meldon. Pr. Simons van Ninove.
't Dkrdk: MM. J. Boone, van Aalst, O. Bossaers van Antwer
pen. C. Foret van Beverloo en A. Ooogsens van Brussel.
't ViuiDE; Pr. De Pelsmaeker van Denderleeuw, B. De Wael#
van Aalst. Pr. Schepens van Uitbergen.
In 't Vijfdb; mm. Ant. Boone, Aalsten O. Royntenavan Moor
gel, Al. Haniu van Marche, Cn. Betbune van Aalst.
In 't Zksue; mm. A. Van der Stiohele van Aultre, N. DeCleene
van Nieukerken, D. Van Siuay van Aalst.
't Zkvknsti; mm. B. Vermeire van Hatntae, P. Darte van Op»
prebais, J. Dujardin van Nederbrakel.
VooiuifeOKiDKNDR klas; 1" Sektie. mm. R. Moyersoen van Aalst
en R. Van der Schueren, id., R. Soman van Aalst en P. Van
Langenhoven van Lede.
2* Sektie. R. Reynaert van Haaltert, O. Bouquó van Loochristi,
Alf. Verboeck van" Aalst, J. Delprdo van Papignies.
ot de
verhalen uit den Fransch en Tijd,
nuar het uitgebreid werk vanS. VAN DER GUC1IT, Kunstschilder
te Aalst. 61* Vervolg.
LX. JAN WORDT IN 'T GEVANG GEROEPEN.
We zegden dus dat er gelikt werd aan de deur der Kamer waar
Ja:i en Victor sliepen, cn vermits cr geen antwoord of beweging
k- am, klopte men veel harder, want het eene dringende boodschap
g< id.
Jan schoot wakker.
Wat is er weêr gaande? riep hij uit; wie stoort zoo ontijdig
or «e rust? Ik ben het. Mr, riep een vrouwenstem. Wie zijt
c f Wel, kïnt gc mijn spraak dan niet? Mr Jan, ik ben dc waar-
di Vergeef mij, juffrouw, sprak Jan, den slaap uit d'oogen
v, ij vend, ik sta op en kom straks beneden. Heeft men ons reeds
n adig vroeg Victor die nu ook wakker geworden was; wel. lieven
B maparte, 't is nog zoo vroeg! U niet, mijnheer Victor, ant-
v mrdde de waardin, gij moogt vrijelijk blijven slapen; hier is
it nand diftnijnhecr Jan alleen begeert te spreken; de zaak waar-
v ar hij komt, vereischt spoed, maar ge moet u toch niet veront-
ri iten; er is geen erg bij.
Na zoo gesproken ie hebben, verwijderde zich de oude juffrouw
en Jan trok ras zijn kleêren aan; Victor wilde ook opslaan, doch
J. n drong er op aan, dut hij nog eenige uurkes zou blijven slapen;
w int het was nauwelijks drij uren van den morgend. Nieuwsgierig,
om te weten, wat men zoo vroegtijdig van hem wilde, ging Jan
C ereker naar beneden en vond in de gelagkamer een bediende van
't Stedelijk Gevang.
Citoyen, zegde deze,zich diep buigende en zijn hoofd ontbloo-
tcadc; is het wel aan den heer Jan Clercker dat ik d'eer heb van te
spreken? Ja, antwoordde Jan, in zijn eigen lachende om die
zonderlinge complimenten. In dit geval, ervaite dc bediende,
wordt gij vriendelijk verrecht mij te willen naar 't gevang vergezel
len! Naar 'l gevang, herhaalde Jan!Mijnheer,'t is 'ne mensch
op rijn uiterste die naar u vraagt, de genaamde Albert Disschers,
eer.weiken gij hebt helpen gevangen nemen. Wat kan ik daar
verrichten? vroeg Jan, verwonderd; 'k en heb dien kwant niet bij-
orders gekend. Al wat ik weet. sprak de bediende, is dat
Dischgers gaai sieiven; een geestelijk Man is in zijne cel,aan 't sterf
bed van den rouwmuedigen moordenaar; en 't is de Geestelijke die
mij tot u zendt, met dringend verzoek van zoohaast mogelijk eens
te willen komen. Jan begon te denken.
Binnen eenige uren, sprak de bediende,zou het waarschijnlijk
te laat zijn!
Welnu, sprak Jan, spoe ig een besluit nemende, ik ben be
reid. Een oogenblik, of wilt ge zeggen dat ik dadelijk zal komen,
't is ook wel.
En hij spoedde zich terug naar zijne kamer,trok zijn jas aan,nam
zijnen hoed, stak volgens zijn gewoonte twee zakpistolen in den
gordel, en zonder Victor te wekken die wederom in slaap was ge
vallen, keerde hij terug naar beneden en vond er den bediende op
hem wachtend. Ze volgden samen den weg naar de gevangenis.
Clercker sprak geen woord;hem speelde in 'thoofd deze zonderlinge
uitnoodiging: hij wist wel dat Disschers, de prettige fies, naar
d'hand van Florida had gedaan; doch nu op sterven zijnde, wat kon
hij hem te zeggen hebben
Gelijk wij reeds gezegd hebben, lag Albert Disschers onder goede
wacht, ter verpleging in een bijzondere kamer van 't gevang.
Niettegenstaande zijne w nde, ha men niet geraadzaam gevon
den hem naar d'Infirmerie te vervoeren, zijn ontvluchting te Gent
een les zijnde; nogtans zijn doorschoten been belette hem, nu zelfs
het gaan; daags te voren was Disschers zeer verslecht cn toen de
Geneesheer in den r.acht zijn been kwam verplegen,deed hij er geen
doekskes aan, en verklaarde onbewimpeld dat hij geen tien uren
levens kon verzekeren. In de wonde was het vuur gekomen, en
had zoo stevig toegenomen en was te hoog geklommen, om door
het afzetten van het been den rampzaligen in 't leven te houden.
Het waren twee Gasthuisnonnen die hem dienden?cn deze goede
Zusters hadden alles gedaan wat hun mogelijk was,om zijne pijnen
te verzachten, en hem tot inkeer en berouw zijner misdaden te
brengen. Niet zoozeer hunne woorden, maar wel inzonderlijk
hunne zachte behandeling, hunne meêlijdende oogen en hun stil
gebed hadden den Binder getroffen. Toen men hem van biechten
sprak, had hij in den beginne stuur geweigerd, doch zijn hert sprak
anders,cnzelfsalszijn mond weigerde,inwendig begeerdehij anders.
Hij vergeleek de zelfsopoffering dezer christelijke dochters met zijn
leven en dat van andere goddeloozen. Welk hemelbreed verschil!
bij hem en zijns gelijken, niets dan ikzucht en begeerlijkheden; bij
deze Zusters, verzaking aan alles; welk was de oorzaak dat zij zich
daaraan zijn bed bevonden, dat zij hem niet lieten sterven als 'nen
hondl Eenige aardsche vergelding? trotschheid? maar ze bezitten
niets, en zelfs hunne namen kent de wereld niet; zij doen alles uit
liefde tot Godl... Och, sinds zooveel jaren had hij geleefd, zonder
op God ie peizen!... Nu dacht hij op zijn jonge jaren, op hetgeen
bij van zijn Ouders en in de school had geleerd, op zijn EersteCom-
munie en de vreugd zijns henen in dien gelukkigen dag; en zijn
hert werd geraakt!
Misschien was hij altijd niet slecht geweest; allen moordenaar is
niet boosaardig geboren; de slechte gezelschappen en de luiaardij
brengen 'ne mensch di'.wijls verder dan bij zells zou willen gaan!
En eens de eerste stap op den weg der boosheid gesteld, o, 't is een
keren, die naar grouwelijke en langdurige boosheden trekt!... Men
zwichte zich dus van den eersten stap.
Albert Disschers, hij zag met eerbied naar de Zusters, en vandaar
naar hunnen goddelijken Meester, den gekruisten God wiens beeld
aan den muur hing; d armen uitgespreid, om de zondaars t'ontvan
gen; dat krucifix herinnerde hem zóóveel; nog kind zijnde, had
zijn lieve Moeder hem uitgelegd wie daar aan 't kruis hing en wat
Hij had gedaan voor de menschen. Ach, pcisde Disschers, hadde ik
de lessen mijner moeder gevolgd, ik ware een welstellend man ge
weest en nu ben ik een moordenaar! Welk hertzweer, wat pijn!.--
maar eilaas, er is daar niets aan te doen! te laat geklaagd!... Nog
tien uren heeft de Docteur gezegd! en dan? sterven!!! en dan!!!o
Nu dat de Binder daar lag, gingen al de spotredens weg, welke hij
vroeger tegen d'Eeuwigheii wist; dc booze geest bracht ze wel in
zijn geheugen, doch zij konden er geen indruk maken. Hij zag de
dwaasheid en 't bedrog der goddeloosheid en vroeg 'ne Priester.
Op min dan een half uur ti|ds was de Geestelijke in 't gevang en
bij de bedsponde van den gekwetsten Binder. Na eenige woorden
van medelijden over zijnen toestand: o En nu, mijn Vriend, sprak
de Priester, willen wij ons zaken in orde brengen? t Is maar een
uurke werk en ge zult toch zóo gerust en zoo gelukkig zi|n. Ik mag
u dat stellig verzekeren. Vrees niet, alles zal gemakkelijk gaan, en
met opene armen wacht de Zaligmaker het verloren schaap dat
rechtzinnig terugkeert. De Roover verklaarde zijne Biecht te wil
len spreken, elk verwijderdezichjde Priester sprak d'eerste zegening
uit, en nu begon het groot geheim tusschen den Almachiigen God
en den ellendigcn sterveling. Menigvuldig en grouwelijk moesten
demisdaden van den Roover wezen, en daadzakelijk moest hij in
't bekennen derzelve eene verlichting voelen, want de woorden
vloeiden uit zijn hert, en eenige oogenblikken bezig zijnde, reeds de
zoetheid der Belijdenis van de misdaden voelende, hij stortte heete
tranen; voor dien mensch, men zou gezegd hebben, er was hoop
noch geluk, nergens! en ziet, nauwelijks heeft bii berouw, of hij
voelt zijn ziel in d'aimen gedrukt gelijk bij den Verloren Zoon ge
beurde. Langer dun de Priester gezegd had, duurde de Biecht van
den Binder, want hij wilde zijn ganoche leven verhalen, om hetzelve
in de waters der Penitentie af te wasschen. En als nu de Biechtvader
na eene vermaning en opwekking tot berouw, als hij d handen ver-
hief en de woorden der Ontslaging uitsprak, dan verhelderde 't we
zen van den Moordenaar; hij voelde zijn hert verlicht, zijn moed
opgebeurd, hij kon nu zonder vrees op zijn aanstaande dood en op
d Eeuwigheid denken... Ach Vader, zegde hij, d'hand des Priesters
met geweld drukkende en dezelve willende aan zi)n lippen brengen;
ach, Vader ik bedank u; ach, wat ben ik blij dat gij gekomen zijt!...
Nu ben ik gerust en gelukkig. Ontstel u niet te zeer,mijn vriend.
Och, Vader, wat geeft dit, mijn uren zijn geteld! mijn zaken zijn
in regel! ik za! de dood aanveerden tot uitboeting mijner zonden en
boosheden. Dan zegde de Geestelijke hem, dat hij het geluk ging
genieten van Ons Heer t'ontvangen en zijn laatste Heilige Rechten
Ten uiterste te vrede was de Binder, maar drukte de begeerte
uit van eerst Jan Clercker te mogen spreken.
U Ik wil. zegde hij. vooialcer de groote reis naar d'Eeuwigheid
te ondernemen, ik wil aan Jan bekend maken wat kwaad ik tegen
hem en gansch zijn huisgezin heb bedreven. Vergiffenis moet ik van
hem niet verwachten, maar ik wil niet dat hij iemand zou aanzien
voorhetgene IK heb misdaan.
De Priester prees dit voornemen en beloofde al zijnen invloed te
gebruiken, om hem de vergiffenis van Jan te bekomen. Gevolg ge
vende aan zijn belofte, had hij eenen employé van t Gevang naar
dc Koornbloem gezonden. ('t Vervolgt.)