59 Zondag 28 September 1884. 25*,c Jaargang Oe Vergadering van Maandag. 't Klein ÉSaljuken GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID, AALST. Looiende nieuics. AALST, de Policie. 7 BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gewoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoneen op de Tweede Bladzijde 50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, i frank den kleinen regel, HET LAND ABONNEMENTS-PRIJS. 5 fr. jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. YAN AELST AALST, ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1884. DAGORDE GEMEENTEKIEZINGEN. Ee» groot getal, ten minste 3 a 400 Kiezers, ver volden de ruime zaal van den Kring. M, Burgemeester Van Waiiise is begoinen met de Kiezers door Bekwaamheid geluk te wenschen over hunue intrede in 't politiek leven, en de hoop uit te drukken dat zij benevens d'andere kiezers hun recht en hunne macht zullen gebruiken tot verster king der katholieke denkwijze. Dan nam de Spreker een vluchtig overzicht van den toestand, over de kwestingen der Vrij heden, over deschendingdeskerk- hofs, waartegen hij zich na verscheide veroor deelingen niet meer kon verzetten; het Stadsbestuur, zegde hij,durft vrij en frank al zijn akten openleggen, omdat zij allen het algemeen welzijn hebben beoogd. De zaak der Policie aanrakende, zegde M. de Bur gemeester dat er zware klachten opgerezen zijn te gen den Commissaris; ge wilt hebben, zegde hij, dat hij U, katholieken, altijd ongelijk geeft tegen de liberalen; maar eene zaak moet gij weten, namelijk dat de Commissaris in 't opmaken zijner klachten, alleenlijk afhangt van den Prokureur des Konings en dat 't Gemeentebestuur daar niets in te zien heeft. Nogtans,wegens die herhaalde klachten,heeft deCom- missaris op mijn aandringen zijn ontslag g?geven. (Op dit woord ONTSLAG volgde een gedonder van toejuichingen, bijna eenpariglijk door al de aanwe zigen gedeeld en herhaalde malen terug opbonzende; nooit is de tijding van een ontslag met zulken krach- tigen geestdrift ontvangen.) Mijnheeren, zegde de Burgemeester, deze uwe toejuichingen zijn onbetamelijk (!?);gedurende de 50 en meer jaren van zijn ambtvervulling, heeft de Commissaris de grootste onpartijdigheid aan den dag gelegd; 't is onmogelijk voor elk wel te doen; en onthoudt wel wat ik u ga zeggen, men mag benoe men wie men wil, gij zult altijd dezelfde klachten doen. (Een deodsche stilte.) Wij zullen er nu van zwijgen Dan kondigde M. Van Wambeke aan, dat al de uit tredende Leden weêrom den last van 'tBestuur willen dragen en een nieuw mandaat sauveerden. Er is dus maar éene plaats open, deze van den acht baren en ^"betreuröeiT ueer Glie'éiaerdts. Lu-bier bel goede tijding aan te kondigen, namelijk dat op ent, herhaald aandringen Jf. Léon Ghberaerhts eindelijk toegestemd heeft een kandidatuur voor den Gemeen teraad te aan veerden. (Driftige en algemeene toe juichingen). Op welke wijze wilt men nu tol de de finitieve aanduiding over gaan? Moet er eene voor- loopige stemmiug of eenen Poll geschieden, of is het niet voldoende M. Gheeraerdts met d'aftredende Leden uit te roepen? (Men roept Geen Poll, 't is niet noodig.) Mijnheeren,vermits dat uw gevoelen is, dan zullen wij M. Gheeraerdts als kandidaat uitroe pen. (Toejuichingen.) M. Gheeraerdts vraagt het woord en doet in krach tig en helder Vlaamsch, de volgende aanspraak Mijnheeren, De toejuichingen, waarmedeGij mijne kandidatuur voor de aanstaande Gemeentekiezing begroet, neem ik aan, als «ene betooging va» genegenheid maar ik heb vernomen dat het gebruik hier in voege is in zulke omstandigheden eene voorafgaandelijke stem ming te doen, en, ik verklaar het U opentlijk, Mijn heeren, mijn innigste verlangen is dat UEd, ten mijnen opzicht», van dit gebruik niet zoudet afzien. Uwe toejuichingen, door eene vrije stemming beves tigd, zullen mij des te meer overtuigen van het ver trouwen welk UEd, in mij wilt stellen. Vooraleer tot deze stemming ovir te gaan, begeer ik, Mijnheeren,UEd. eenigewoorden toe te sturen. Zoo als de achtbare Heer Burgemeester het heeft gezegd, heb ik op de dringende aanzoeken van tal rijke vrienden er in toegestemd mij als kandidaai|voor de aanstaande Gemeentekiezing te laten voordragen. De reden, welke mij hiertoe bijlonderlijk heeft aangepord, is de erkentenis die ik aan de Onafhan kelijke en Katholieke Kiezers ben verschuldigd, voor hunne verknochtheid ten allen tijdeaan wijlen mijnen Vader betoond. Mijn Vader, het zij mij toegelaten, Ileeren, UEd. dit te herinneren, is hier de inrichter geweest der Onafhankelijke Partij, aan welke ik behoor. Te ver geefs willen eenige liberalen hier ter stede zich den naam van Onafhankelijken t»eeigenen, (zij noemen zich independenten n° 1, n° 2, n* 3, er zijn er dus van verschillige nummers, o*getwijfeld van verschil- lige soorten en kleuren die fopmiddel zal niemand bedriegen en ook wij, echte Onafhankelijken, zijn niet bereid onzen Naam of ons Vaandel af te staan. De waarlijk vrije Kiezers zullen tot ons komen, en zij die zich nog liberaal willen heeten na de onlangs ge kende voorvallen,zij kunnen strijden onder hun echt Vaandel, te Brussel met het bloed onzer Medeburgers bezoedeld. Nu meerdan ooit moeten de onafhankelijke Kiezers de hand reiken aan de moedige kampers der Katholieke Gezindheid vereenigd moeten zij strijden voor de herstelling der duurbare Vrijheden ons door een hatelijk Staatsbestuur ontrukt. Dank aan de vereeniging van Onafhankelijken, en Katholieken,wordt aan deGemeenten reeds eene eer ste Vrijheid geschonken: deze door de heden afge kondigde Schoolwet gewaarborgd. Blijven wij thans vereenigd voor het algemeen geluk der inwoners onzer Geboortestad en onzes Vaderlands. Mijnheeren, indien Ued. thans oordeelt dat mijne medewerking, mijne vervoeging bij de Leden van uwen Gemeenteraad van eenig nut kunne zijn voor de welvaart onzer medeburgers, voorde belangen en den voorspoed onzer Stad, beschikt vrij over mij, en indien de stemming mij tot het ambt van Gemeente raadslid aanwijst, weest verzekerd dat ik steeds aan uwe verwachtiugen en aan uwe verlangens zal trach ten te béséttfuurdcu. (Elke zicsrede van deze kernachtige Aanspraak, werd met daverende toejuichiugen bekrachiig i.) M. VAN WAMBEKE. Het woord is aan M. Claus. Hier volgde een lange redetwist, over welke wij in deze omstandigheden maar eenige woorden zullen zaggen: M. Dr Claus verdedigde kalm en weerdiglijk 't stelsel van den Poll, of de voorloopige stemming, als het beste en eenigste middel om sterkte en orde aan de Partij te geven en alle misnoegdheden vóór de definitieve kiezing te doen verdwijnen. Hij haalde 't voorbeeld aan van 1881, alswanneer al de aftre dende Leden zich uit eigen beweging aan den Poll hebben onderworpen met de nieuwe Kandidaten in den Poll was eenig verschil van gevoelen, in de definitieve kiezing,een ongehoorde eenparigheid. In twee Provinciale Kiezingen heeft de Voorloopige Stemming plaats gehad,zonder niets dan voordeelen op te leveren wat goed is, moet niet veranderd worden; de bekrachtiging van 't mandaat der altre dende Leden, door de Katholieke Kiezers, kan slechts voor gevolg hebben hunne weerdigheid en macht e verster keu. Deze gedachten wierden bestreden, met drift, door d'heeren Van Wambeke en Vkrbrugguen; deze laatste beweerde dat de Poll een gevaarlijke nieuwigheid is, die nooit op d'uittredeade Leden wierd toegepast. (M' Schepene Borreman doet bemerken dat in 1881 AL de Leden aan 't vrij en geheim oordeel hunner Kiezers zijn onderworpen geweest); Mr Vcrbrugghen, den Poll van een eng standpunt aanziende, zegt dat het een middel kan worden van persoonlijke klein geestige wraakneming, dat er oneenigheid zal uit spruiten, de geachte Spreker aanziet het als een per soonlijk affront, als een vernedering(Onnoodig "eggen dat zulke woorden, eenige weken voor de kieziug uitgesproken voor een Vergadering van Kie zers, waarvan velen de ware gedachten en de zuivere inzichten van den Poll niet vatteden, onnoodig te zeggen dat zulke woorden als olie op 't vuur vielen eu .oorden Poll een nadeeligofonzijdig uitwerksel hacMea.) Na nog eenige woordenwisselingen had er een soort van stemming plaats met het opheffen der handen; de meerderheid der kiezers aldaar vergaderd was tegen deu Poll; slechts een klein getal hieven d'hand op voor den Poll en velen stemden noch voor noch tegen. Daarmeé wierd de korte redetwist over die zaak gefloten; M. de Voorzitter Van Wambeke riep de kandidaten uit en wekte allen op, om eenparig en krachtdadig te werken voor den goeden uitslag dor kiezing van 19 October aanstaande. De zitting, ten half acht geopend, wierd ten 9 ure gesloten Eenige korte noodzakelijke bemerkingakes over den POLL. Men heeft ongelijk hier van oneenigheid te spreken.... Gelijk M. Dr Claus zeer wel zegde: De Poll is een kuissching in Familie-, na den Poll, alles is vereffend, vermits elk zijn éérlijk woord heeft gegeven. Ons Partij Is toeh niet samen- ■gesteld uit oneerlijk Volk' Wichelen is misnoegd; ts 't vegens den Poll? neen. maar wegens de kromme werkin gen voor den Poll; de Poll is komen vrede en eendracht f jrengen. Dat zullen wij later met naam en stuk bewijzen... eréen Kiezing geweest voor de Kamers of de bijzondere aanduiding der kandidaten heeft zware moeielijkheden vrwekt? Is or in den Poll' iets affrontclijk? w ilt men Aeuwe kandidaten hebben; neen, maar een rechtzinnige •(ckrachtiging voor de uittredende en nieuwe Leden; in de 'jergaderingen men h°eft noehde derde man der katholieke lezers niet, in den Poll komt elke katholieke kiezer en Jen kent zijn macht. bezitting van maandag was t'haas- woelig, te driftig, voor die ernstige zaak; men wist I, iet wat er ging plaats hebhen. 't Dagorde sprak Ge.mf.en- 12/iN Maar indien de Raadsheeren een dagorde kre- mei de woorden Gemeenteraad, zouaenzijoaannea "de zijn? 't Una var Akut had «roole overwegende Z» L~v .:ïet kwijtgescholden Indien do Pol' iets slecht is dsn z jn d'8 uittredende Leden van l&e! bier medeplichtig; -ian v ut ook een deel ier schuld op den weerdi»vc M Leon Gheeraerdts. die den Poll vroeg, afsmeekte en door de Ver gadering zoo eenparig, zoo geestdriftig wierd toegejuicht, gelijk hij door al de katholieke kiezers zal toegejuicht wor- c en; Mr Gheeraerds is een uitmuntende Kandidaat; voorge steld aan de Sektiën en aan den Poll. zou hij met een bui tengewone eenparigheid als Kandidai.t uitgeroepen zijn geworden. Genoeg voor dit oog nblikjde kiezing nadert; er zullen waarschijnlijk tegenstrevers zijn-, onseenig oogwit moet dus wezen de Katholieke Meerderheid verzekeren en versterken. De Radikalen van Brussel vragen 't algemeen stem recht; welnu, laat het maar komen» Voor gewich tige betwiste zaken behoort men in openbare Verga deringen de geheime stemming te gebruiken. Dat vragen de Vrijheid en d'Eerlijkheid. Te Bergen hebben ze gepoogd wanorders te verwekken voor verschillige gestichten der stad, a. voor 'tCollegie van St Stanislas, doch *t is mislukt.ledereen lacht t'Aalst met 't Atheneken, welk waarlijk een geldver slindend» nutteloosheid is. Dat kan niet blijven be staan. Te Gent zullen de Socialisten opkomen. T'Antwerpen hebb»n wij veel hoop, bijna zekerheid, als er wel gewerkt wordt; de Geuzen gaan al doen thuis blijvtu waaraan zij twijfelen; te Brussel zal de strijd hevig zijn in de Voorgeborgten; in de stad zelve komen Katholieken en Independenten op, met 'ne g'heele lijst. Blijven de bewierrookers der Moor denaarbenden op 't Stadhuis, Brussel zal veel verlie zen. Er gaat t'Antwerpen een groote Feest zijn voor onzen Konfratcr Mr Snieders; D' Snieders van Turnhout, komt een groot verlies te ondergaan, door 't afsterven van zijnen zoon, die pater Jesuiet was en n»g t'Aalst heeft gestaan. Al de Sniedersen zijn scherpe verstanden en brave herten. Lyons lijdt veel, schrikkelijk; deCholera is er een groot deel der schuld van. Er gaat in Europa een steertster ko men, zichtbaar doch niet met het bloot oog. Dester- rekijkers alleen zullen de sterre zien. De Cho lera woedt schrikkelijk te Napels; de sterfgevallen zijn menigvuldig: men vreest voor Roornen en om liggende; de Paus Leo verzoekt gebeden; doch neemt ook voorzorgen on doet op zijn kosten een Gasthuis bouwen, nevens 't Vatikaan, oplat Hij, in geval van Cholera, van uit zijn Palcis recht naar dit Gasthuis zou kunnen gaan om er de zieken en stervenden te troosten en te helpen. Een miljoen geeft de Paus aan dit werk. Ze durven weèr spreken van forten aan de Maas!!! Weg al die zotte en gevaarlijke kosten! Een Leger van Vrijwilligers, dat vragen de Kiezers en 't Volk. En alle macht moet uil de Natie komen, of we zijn gefopt en misleid. Is 't waar dat de Commissaris van Policie ïijn ont- •1*2 gegeven heeft? dat zon voor Aalst een gelukkig» 1 gebeurtenis z'jn; de plaats van Policie-Commissaris is allergewichtigst; ze moet bekleed worden door 'ne menscb, treffelijk van levenswijze, onaitkoopbaar en bezield met gevoelens van onpartijdige Rechtvoerdig- heid De Policie moet zorgen voor de rust bij duge dat de straatschenderijen belet worden eu de weerdigheid der stand gehandhaafd',een goede Policie zal er altijd bij aiju, om krakeelcn en vechtpartijen te beletten een goede Policie zal de nachtrust doen eerbiedigen, zal nu 10 urs, allo gohuil en lawijt op straat beletten, want het grootste getal Stadsgenoten nemen alsdan hun rust; er zijn zieken die lijden op hua bed van Bmarten; ean goede Policie zal nooit toelaten, hatgeon t'Aalst een ellendige go woont» wordt, dat op lo- tingï cn cousïUdagen. vtiié oatuc^tigbAiikM: op da nachtraven door hnn gebuii'«2 "cëiang 3MSfcai|JEL stooren en liikwijlsde zodige ooren doon stoppen en d'onschaldige kinderkas voreigeren. Een goode Policie moet aan een zedig hert toever trouwd zijc; want de Policie moet waken over de Blechte huizen, ziea of de reglementen in die koten niet overtreden worden; een goede Policie moet zor gen dat er geen geheime slechte huizen ontstaan, en zoohaast dit fonijn zich openb.art, zoohaast er haizen zijn, waar de vreemdeling in een hinderlaag kau val len, waar de jonkheid de pest haalt naar ziel en li shaam, dit feuijn moet aanstonds uitgeroeid worden. Een goede Policio zal nooit vloeken tegen 't Pu bliek, tegen d'agenten of tegen de gevangenen. Die vlookt, geeft neb een breve van lompheid, van ruw heid, van botheid, van domheid, van gemeinheid, van onbeschoftheid, van miskweekthoid. Die vloekt, ver liest in eerbied en in gezag. In Aalst is er veel. zeer veel to hervormen en te herstellen weten wij Bchier nog wat een goede Policie is? God geve dat ons Magistraat 'ne man vinde en benoeme, met een eerbaar en rechtschapen hert, met een vaste hand, meteen waakzaam oog; do rust eu de welvaart van Aalst en d'openbare zedelijkheid zullen er veel bij winnen. Y All AALST. Historisch verhaal uit d'auder eeuw. 1 I. EEN GOUDEN HERT. Achtbare Lezeressen en Lezers, wij hebben d'eer U voor te stel len Marinus Vof Mientje, gelijk ze zegden in de stad Aalst, Mientje'L kerkbaljuken der St Martenskerk. Een klein manneken, maar een kloek en serieus manneken, dat d'achting genoot van klein en groot en veel ontzag had. Als hij in de kerk rondging, met zijn lang zwart kleed en d'an- der teekens van zijn weerdigheid, ge zaagt den eerbied op zijn we zen geprent, de groote menschen wierdendoor hem tot godsvrucht opgewekt en de kinderen keken de letters uit hun kerkboekskes, want Mientje,die Suisse was en Kerkbaljuw te gelijk, gedoogde geen oneerbiedigheid in 't Huis Gods.Er mochten vreemdelingen komen zoo rijk gekleed als Burgemeesters, buiten de diensten was hij al len uiterst beleefd en gaf met kennis en pratijk inlichtingen over den Rubens, den Otto Venius, den Craeyer en de beeldhouwwer ken der kerk, maar binst de Diensten zou er niemand rondgewan deld hebben, of hij was er rap bij. Nooit, zegden d'Aalstenaars, hebben wij zulken Balju gehad; hij houdt zich op zijn respekt, hij doet de kerk respekteer en, eu alles; hij is beleefd, gespraakzaam, daarbij kluchtig en vrolijk in d'her- bergen, 's winters aan de tafel bij de kaarters, 's zomers aan de rollebaan. 't Klein Baljuken was gekend g'heel 't Bisdom door en vermaard als een merkweerdigheid van St Martinus. Kom, we gaan hem vinden in zijn huis. Rechtover de lijkdeur der St Martens-kerk, die kerk, een der roemrijkste monumenten der Vlaanderen, die herbouwd wierd in 1481 en waaraan gewerkt wierd tol aan de jaren 1700, rechtover die schoone onvoltrokkene kerk is een smal straatje, dat uitkomt in de Lange Zoutstraat en genoemd wordt't Kerk- en Sluierstraatje. In een der huizeu van dit klein straatje, daar is 't dat 't klein Baljuken woont. Een huizeken niet te groot, maar proper en gerie felijk. De man is thuis? Ja, en op zijn werkkamer, want 't Baljuken, boven zijn ambt in de kerk, is schoenmaker en horlogiemaker, nie mand kan beter dan hij d'oude patteelen binden eu repareeren heeft er iemand een petitie of missief te schrijven, 't Baljuken kent al de formulen en formaliteiten eu weet elk recht te wijzen; daarbij, door boeken vanjgeneeskunstendoorondervinding bij de zieken, heeft hij een zekere wetenschap van chirurgie, welke hij kosteloos en met de uiterste voorzichtigheid, ten dienste van den Evenmensah stelt. Dat manneken weet veel, elk zegt het, dat manneken is een wonder vernuft en beeft in de stad van Aalst ontelbare bewonde raars en vrienden. Bijna geen huis, of hij is er reeds geweest en dag en nacht, hij is voor elk ten dienste. 't ls zondag 18 augusti 1796, en 't Baljuken zit met zijn werk- kleederen in zijn schoenmakerij. Wat! zult gij zeggen, ge zegt 't is zondag! Ja, 't is den zondag na Half-OogstEn hij zit te werkenDat zeggen wij niet, achtbare Lezeressen en Lezers, maar hij zit op zijn werkplaats, want ge moet wel weten en niet vergeten, dat Vlaanderen bij de Fransche Republiek iu de valsche Vrijheid is ingelijfd, dat de dagen en de maanden veranderd zijn, dat men zegt, in plaats van 18 augusti 1796, 1 fructidor van het jaar 6, dat het GEBODEN is den decadi of lOden dag te vieren, en GEBODEN van op den zondag te werken. Een aardige vrijheid, die overgenomen is door het Liberalismus van onze dagen. Och, li berale Vrijheid, riep een Fransche Dame uit, als zij onschuldig en braaf, aan den voet der guiljotien te Parijs stond, och, liberale Vrijheid! welke schelmstukken worden in uwen naam niet ge pleegd 't Baljuken zit daar, op zijn werkendaagsch gekleed, doch werkt niet, maar leest in zijn kerkboek, want het is juist 4 ure, tijd van Vespers en Lof!... Hij leest met aandacht en met eerbied, op zijnen pikkelstcol gezeten; inderdaad, dat ziet er een vernuft ventje uit,.... zijn lippen en oogen spreken van wil en krachtdadigheid, terwijl zijn sterkgespierde armen u toonen dat hij desnoods zijnen man kan staan. Op Sinte Catharina zal hij 5o jaar worden zijn pek- zwart kortgesneden hair begint hier en daar te vergrijzen de man is ongelukkig geweest in zijn huwelijk; een brave werkzame vrouw had hij en 2 kinderen, hun zaken gingen wel voorwaarts; doch 'ne mensch ziet 't einde van zijn hand, maar niet het einde van zijn le ven; de tegenspoed is op dat huis komen drukken, een wreede ziekte heeft de vrouw en de kinderkes in het graf gesleept en ons Baljuken zit nu gansch alleen. Gansch alleen eu die vrouw daar, dat bejaard mensch dat iu de keuken zit Ha, die vrouw was verjaagd en geplaagd door haren zoon, baar eenig kind, en het Baljuken heeft die vrouw opgenomen en nu doet zij zijn huis houden. 't Baljuken, leest, doch met verstrooide gedachten en met pijn lijke gedachten... 18 augusti 1796, r.egt bij; zondag achteraoen en ik moet hier op mijn werkkamer zitten Die vervloekte Ffansch- maus! die duivelscbe sjanfoeters! Waarom kunnen we dat onge dierte niet verpletteren!... Dat kwam hier met het vaandel der Liberteit Ja, ik herinner het mij nog gelijk den dag van gisteren. hoe dat den eersten zondag van Juli over 5 jaar in 1794 de fran sche Voorwacht in Aalst binnenkwam, opgeleid door de vier ge- meinste kerels der stad, juist onder d'Hoogmis; en wat is sedertdien geweest? afpersing en dwingelandij! Ze zouden ons willen doen leven als redelooze gedierten!... 't ls nu eergisteren Half-Oogst ge weest! Als 'ne mensch daarop peist, ge zoudt de mureu oploopen Dat goddeloos gespuis! Wanneer zal Hier ging het Baljuken in zijn gedachten niet voorthij hoorde op straat iemand al schuifelende al komen, sloot zijnen kerkboek eu legde hem in 't diepste van een koffer. Eenige oogenblikken nadien kwam een jonge llinke bakkersgast den ledigen winkel bin nengestapt; hij was in zijn opgestroopte hemdsmouwen, volgens de gewoonte der bakkers, met voorschoot en lijnwaden broek en droeg een mande brood: Brood, riep hij, hier is uw brood, en gaf een groot tarwe brood aan d huishoudster vau 't Baljuken. Mientjen thuis? Ja, Sis! -- Geen belet? Geen belet, hij zit in zijn werkkamer. De bakkersgast nam zijn mande meê en trok binnen, de deur achter zich toesluitende. Sis. Mientje. Wat nieuws, Sis? Mijn meesteren de bakkerin doen zeggen dat de zaken in orde zijn? Zijn al de per sonen verwittigd, Sis. Ja, Mientje, zooveel mogelijk en allen zijn in afwachting van den dag. Luistert, overmorgen is 't zondag en 't betaamt dat de Eerste Communie op 'ne zondag gedaan worde. Ja Mientje, dat betaamt. Gisteren ben ik naar Mijlbeke gaan de maat nemen voor een paar schoenen en ik heb Pater Lukas ge sproken; hij zal zondag nacht ten 2 ure in het huis zijn. Maar hoe zullen de menschen dag en uur weten.' Dat is zeer gemakke lijk, Sis, brave jongen. Zeg aan den bakker dat hij morgen en za- turdag voor zijn vilrien 3 brooden legge en nevens den hoek van 'teen brood eeu lang baksken zout, dat wilt zeggen, voor degeen die iets van de zaak weten: Ten 5 ure in de Lange Zoutstraat op den gewonen hoek. En zeg dat ik mij verder met de /.aak gelast. En wat nieuws uit Frankrijk, doet de bakker vragen Slecht nieuws, Sis, de Vendejanen zijn verslagen, Pater Lukas zegde dat er een ijselijke moorderij beeft plaats gehad; ge weet dat die dap pere Franschmans uit hun provincie gedreven waren. Al vechtende gingen ze voort, de vrouwen, grijsaards en kinderen in liet midden en de gewapende mannen rondom. Voor een groote stroom geko men, worden ze verrast door d: legers der Jacobijnen, die 24 uren lang in al dat volk met de kaoons hebben gescholen. Jongen, jon gen, wat gaat er van de wereld geworden? De schelmen en moor denaars zijn triomfant. En 't Baljuken had tranen van druk en gramschap in zijn oogen.Maar, zegdehij, ge moogt hier niet langer

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1884 | | pagina 1