59
Zondag 28 September 1884.
25*,c Jaargang
Oe Vergadering van Maandag.
't Klein ÉSaljuken
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID,
AALST.
Looiende nieuics.
AALST, de Policie.
7
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Gewoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoneen op de Tweede Bladzijde
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, i frank den kleinen regel,
HET LAND
ABONNEMENTS-PRIJS.
5 fr. jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
YAN AELST
AALST, ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1884.
DAGORDE GEMEENTEKIEZINGEN.
Ee» groot getal, ten minste 3 a 400 Kiezers, ver
volden de ruime zaal van den Kring.
M, Burgemeester Van Waiiise is begoinen met
de Kiezers door Bekwaamheid geluk te wenschen
over hunue intrede in 't politiek leven, en de hoop
uit te drukken dat zij benevens d'andere kiezers hun
recht en hunne macht zullen gebruiken tot verster
king der katholieke denkwijze. Dan nam de Spreker
een vluchtig overzicht van den toestand, over de
kwestingen der Vrij heden, over deschendingdeskerk-
hofs, waartegen hij zich na verscheide veroor
deelingen niet meer kon verzetten; het Stadsbestuur,
zegde hij,durft vrij en frank al zijn akten openleggen,
omdat zij allen het algemeen welzijn hebben beoogd.
De zaak der Policie aanrakende, zegde M. de Bur
gemeester dat er zware klachten opgerezen zijn te
gen den Commissaris; ge wilt hebben, zegde hij, dat
hij U, katholieken, altijd ongelijk geeft tegen de
liberalen; maar eene zaak moet gij weten, namelijk
dat de Commissaris in 't opmaken zijner klachten,
alleenlijk afhangt van den Prokureur des Konings
en dat 't Gemeentebestuur daar niets in te zien heeft.
Nogtans,wegens die herhaalde klachten,heeft deCom-
missaris op mijn aandringen zijn ontslag g?geven.
(Op dit woord ONTSLAG volgde een gedonder van
toejuichingen, bijna eenpariglijk door al de aanwe
zigen gedeeld en herhaalde malen terug opbonzende;
nooit is de tijding van een ontslag met zulken krach-
tigen geestdrift ontvangen.)
Mijnheeren, zegde de Burgemeester, deze uwe
toejuichingen zijn onbetamelijk (!?);gedurende de 50
en meer jaren van zijn ambtvervulling, heeft de
Commissaris de grootste onpartijdigheid aan den
dag gelegd; 't is onmogelijk voor elk wel te doen; en
onthoudt wel wat ik u ga zeggen, men mag benoe
men wie men wil, gij zult altijd dezelfde klachten
doen. (Een deodsche stilte.) Wij zullen er nu van
zwijgen
Dan kondigde M. Van Wambeke aan, dat al de uit
tredende Leden weêrom den last van 'tBestuur willen
dragen en een nieuw mandaat sauveerden. Er is dus
maar éene plaats open, deze van den acht baren en
^"betreuröeiT ueer Glie'éiaerdts. Lu-bier bel
goede tijding aan te kondigen, namelijk dat op ent,
herhaald aandringen Jf. Léon Ghberaerhts eindelijk
toegestemd heeft een kandidatuur voor den Gemeen
teraad te aan veerden. (Driftige en algemeene toe
juichingen). Op welke wijze wilt men nu tol de de
finitieve aanduiding over gaan? Moet er eene voor-
loopige stemmiug of eenen Poll geschieden, of is
het niet voldoende M. Gheeraerdts met d'aftredende
Leden uit te roepen? (Men roept Geen Poll, 't is
niet noodig.) Mijnheeren,vermits dat uw gevoelen is,
dan zullen wij M. Gheeraerdts als kandidaat uitroe
pen. (Toejuichingen.)
M. Gheeraerdts vraagt het woord en doet in krach
tig en helder Vlaamsch, de volgende aanspraak
Mijnheeren,
De toejuichingen, waarmedeGij mijne kandidatuur
voor de aanstaande Gemeentekiezing begroet, neem
ik aan, als «ene betooging va» genegenheid maar ik
heb vernomen dat het gebruik hier in voege is in
zulke omstandigheden eene voorafgaandelijke stem
ming te doen, en, ik verklaar het U opentlijk, Mijn
heeren, mijn innigste verlangen is dat UEd, ten
mijnen opzicht», van dit gebruik niet zoudet afzien.
Uwe toejuichingen, door eene vrije stemming beves
tigd, zullen mij des te meer overtuigen van het ver
trouwen welk UEd, in mij wilt stellen.
Vooraleer tot deze stemming ovir te gaan, begeer
ik, Mijnheeren,UEd. eenigewoorden toe te sturen.
Zoo als de achtbare Heer Burgemeester het heeft
gezegd, heb ik op de dringende aanzoeken van tal
rijke vrienden er in toegestemd mij als kandidaai|voor
de aanstaande Gemeentekiezing te laten voordragen.
De reden, welke mij hiertoe bijlonderlijk heeft
aangepord, is de erkentenis die ik aan de Onafhan
kelijke en Katholieke Kiezers ben verschuldigd, voor
hunne verknochtheid ten allen tijdeaan wijlen mijnen
Vader betoond.
Mijn Vader, het zij mij toegelaten, Ileeren, UEd.
dit te herinneren, is hier de inrichter geweest der
Onafhankelijke Partij, aan welke ik behoor. Te ver
geefs willen eenige liberalen hier ter stede zich den
naam van Onafhankelijken t»eeigenen, (zij noemen
zich independenten n° 1, n° 2, n* 3, er zijn er dus
van verschillige nummers, o*getwijfeld van verschil-
lige soorten en kleuren die fopmiddel zal niemand
bedriegen en ook wij, echte Onafhankelijken, zijn
niet bereid onzen Naam of ons Vaandel af te staan.
De waarlijk vrije Kiezers zullen tot ons komen, en zij
die zich nog liberaal willen heeten na de onlangs ge
kende voorvallen,zij kunnen strijden onder hun echt
Vaandel, te Brussel met het bloed onzer Medeburgers
bezoedeld. Nu meerdan ooit moeten de onafhankelijke
Kiezers de hand reiken aan de moedige kampers der
Katholieke Gezindheid vereenigd moeten zij strijden
voor de herstelling der duurbare Vrijheden ons door
een hatelijk Staatsbestuur ontrukt.
Dank aan de vereeniging van Onafhankelijken, en
Katholieken,wordt aan deGemeenten reeds eene eer
ste Vrijheid geschonken: deze door de heden afge
kondigde Schoolwet gewaarborgd. Blijven wij thans
vereenigd voor het algemeen geluk der inwoners
onzer Geboortestad en onzes Vaderlands.
Mijnheeren, indien Ued. thans oordeelt dat mijne
medewerking, mijne vervoeging bij de Leden van
uwen Gemeenteraad van eenig nut kunne zijn voor
de welvaart onzer medeburgers, voorde belangen en
den voorspoed onzer Stad, beschikt vrij over mij, en
indien de stemming mij tot het ambt van Gemeente
raadslid aanwijst, weest verzekerd dat ik steeds aan
uwe verwachtiugen en aan uwe verlangens zal trach
ten te béséttfuurdcu.
(Elke zicsrede van deze kernachtige Aanspraak,
werd met daverende toejuichiugen bekrachiig i.)
M. VAN WAMBEKE. Het woord is aan M. Claus.
Hier volgde een lange redetwist, over welke wij in
deze omstandigheden maar eenige woorden zullen
zaggen: M. Dr Claus verdedigde kalm en weerdiglijk
't stelsel van den Poll, of de voorloopige stemming,
als het beste en eenigste middel om sterkte en orde
aan de Partij te geven en alle misnoegdheden vóór
de definitieve kiezing te doen verdwijnen. Hij haalde
't voorbeeld aan van 1881, alswanneer al de aftre
dende Leden zich uit eigen beweging aan den Poll
hebben onderworpen met de nieuwe Kandidaten
in den Poll was eenig verschil van gevoelen, in de
definitieve kiezing,een ongehoorde eenparigheid. In
twee Provinciale Kiezingen heeft de Voorloopige
Stemming plaats gehad,zonder niets dan voordeelen
op te leveren wat goed is, moet niet veranderd
worden; de bekrachtiging van 't mandaat der altre
dende Leden, door de Katholieke Kiezers, kan slechts
voor gevolg hebben hunne weerdigheid en macht
e verster keu.
Deze gedachten wierden bestreden, met drift, door
d'heeren Van Wambeke en Vkrbrugguen; deze laatste
beweerde dat de Poll een gevaarlijke nieuwigheid is,
die nooit op d'uittredeade Leden wierd toegepast.
(M' Schepene Borreman doet bemerken dat in 1881
AL de Leden aan 't vrij en geheim oordeel hunner
Kiezers zijn onderworpen geweest); Mr Vcrbrugghen,
den Poll van een eng standpunt aanziende, zegt dat
het een middel kan worden van persoonlijke klein
geestige wraakneming, dat er oneenigheid zal uit
spruiten, de geachte Spreker aanziet het als een per
soonlijk affront, als een vernedering(Onnoodig
"eggen dat zulke woorden, eenige weken voor de
kieziug uitgesproken voor een Vergadering van Kie
zers, waarvan velen de ware gedachten en de zuivere
inzichten van den Poll niet vatteden, onnoodig te
zeggen dat zulke woorden als olie op 't vuur vielen
eu .oorden Poll een nadeeligofonzijdig uitwerksel
hacMea.) Na nog eenige woordenwisselingen had er
een soort van stemming plaats met het opheffen der
handen; de meerderheid der kiezers aldaar vergaderd
was tegen deu Poll; slechts een klein getal hieven
d'hand op voor den Poll en velen stemden noch voor
noch tegen.
Daarmeé wierd de korte redetwist over die zaak
gefloten; M. de Voorzitter Van Wambeke riep de
kandidaten uit en wekte allen op, om eenparig en
krachtdadig te werken voor den goeden uitslag dor
kiezing van 19 October aanstaande.
De zitting, ten half acht geopend, wierd ten 9 ure
gesloten
Eenige korte noodzakelijke bemerkingakes over den
POLL.
Men heeft ongelijk hier van oneenigheid te spreken....
Gelijk M. Dr Claus zeer wel zegde: De Poll is een kuissching
in Familie-, na den Poll, alles is vereffend, vermits elk zijn
éérlijk woord heeft gegeven. Ons Partij Is toeh niet samen-
■gesteld uit oneerlijk Volk' Wichelen is misnoegd; ts 't
vegens den Poll? neen. maar wegens de kromme werkin
gen voor den Poll; de Poll is komen vrede en eendracht
f jrengen. Dat zullen wij later met naam en stuk bewijzen...
eréen Kiezing geweest voor de Kamers of de bijzondere
aanduiding der kandidaten heeft zware moeielijkheden
vrwekt? Is or in den Poll' iets affrontclijk? w ilt men
Aeuwe kandidaten hebben; neen, maar een rechtzinnige
•(ckrachtiging voor de uittredende en nieuwe Leden; in de
'jergaderingen men h°eft noehde derde man der katholieke
lezers niet, in den Poll komt elke katholieke kiezer en
Jen kent zijn macht. bezitting van maandag was t'haas-
woelig, te driftig, voor die ernstige zaak; men wist
I, iet wat er ging plaats hebhen. 't Dagorde sprak Ge.mf.en-
12/iN Maar indien de Raadsheeren een dagorde kre-
mei de woorden Gemeenteraad, zouaenzijoaannea
"de zijn? 't Una var Akut had «roole overwegende
Z» L~v
.:ïet kwijtgescholden Indien do Pol' iets slecht is dsn
z jn d'8 uittredende Leden van l&e! bier medeplichtig; -ian
v ut ook een deel ier schuld op den weerdi»vc M Leon
Gheeraerdts. die den Poll vroeg, afsmeekte en door de Ver
gadering zoo eenparig, zoo geestdriftig wierd toegejuicht,
gelijk hij door al de katholieke kiezers zal toegejuicht wor-
c en; Mr Gheeraerds is een uitmuntende Kandidaat; voorge
steld aan de Sektiën en aan den Poll. zou hij met een bui
tengewone eenparigheid als Kandidai.t uitgeroepen zijn
geworden. Genoeg voor dit oog nblikjde kiezing nadert;
er zullen waarschijnlijk tegenstrevers zijn-, onseenig oogwit
moet dus wezen de Katholieke Meerderheid verzekeren en
versterken.
De Radikalen van Brussel vragen 't algemeen stem
recht; welnu, laat het maar komen» Voor gewich
tige betwiste zaken behoort men in openbare Verga
deringen de geheime stemming te gebruiken. Dat
vragen de Vrijheid en d'Eerlijkheid. Te Bergen
hebben ze gepoogd wanorders te verwekken voor
verschillige gestichten der stad, a. voor 'tCollegie
van St Stanislas, doch *t is mislukt.ledereen lacht
t'Aalst met 't Atheneken, welk waarlijk een geldver
slindend» nutteloosheid is. Dat kan niet blijven be
staan. Te Gent zullen de Socialisten opkomen.
T'Antwerpen hebb»n wij veel hoop, bijna zekerheid,
als er wel gewerkt wordt; de Geuzen gaan al doen
thuis blijvtu waaraan zij twijfelen; te Brussel zal
de strijd hevig zijn in de Voorgeborgten; in de stad
zelve komen Katholieken en Independenten op, met
'ne g'heele lijst. Blijven de bewierrookers der Moor
denaarbenden op 't Stadhuis, Brussel zal veel verlie
zen. Er gaat t'Antwerpen een groote Feest zijn
voor onzen Konfratcr Mr Snieders; D' Snieders van
Turnhout, komt een groot verlies te ondergaan, door
't afsterven van zijnen zoon, die pater Jesuiet was en
n»g t'Aalst heeft gestaan. Al de Sniedersen zijn
scherpe verstanden en brave herten. Lyons lijdt
veel, schrikkelijk; deCholera is er een groot deel der
schuld van. Er gaat in Europa een steertster ko
men, zichtbaar doch niet met het bloot oog. Dester-
rekijkers alleen zullen de sterre zien. De Cho
lera woedt schrikkelijk te Napels; de sterfgevallen
zijn menigvuldig: men vreest voor Roornen en om
liggende; de Paus Leo verzoekt gebeden; doch neemt
ook voorzorgen on doet op zijn kosten een Gasthuis
bouwen, nevens 't Vatikaan, oplat Hij, in geval van
Cholera, van uit zijn Palcis recht naar dit Gasthuis
zou kunnen gaan om er de zieken en stervenden te
troosten en te helpen. Een miljoen geeft de Paus aan
dit werk. Ze durven weèr spreken van forten aan
de Maas!!! Weg al die zotte en gevaarlijke kosten!
Een Leger van Vrijwilligers, dat vragen de Kiezers
en 't Volk. En alle macht moet uil de Natie komen,
of we zijn gefopt en misleid.
Is 't waar dat de Commissaris van Policie ïijn ont-
•1*2 gegeven heeft? dat zon voor Aalst een gelukkig» 1
gebeurtenis z'jn; de plaats van Policie-Commissaris
is allergewichtigst; ze moet bekleed worden door 'ne
menscb, treffelijk van levenswijze, onaitkoopbaar en
bezield met gevoelens van onpartijdige Rechtvoerdig-
heid
De Policie moet zorgen voor de rust bij duge dat
de straatschenderijen belet worden eu de weerdigheid
der stand gehandhaafd',een goede Policie zal er altijd
bij aiju, om krakeelcn en vechtpartijen te beletten
een goede Policie zal de nachtrust doen eerbiedigen,
zal nu 10 urs, allo gohuil en lawijt op straat beletten,
want het grootste getal Stadsgenoten nemen alsdan
hun rust; er zijn zieken die lijden op hua bed van
Bmarten; ean goede Policie zal nooit toelaten, hatgeon
t'Aalst een ellendige go woont» wordt, dat op lo-
tingï cn cousïUdagen. vtiié oatuc^tigbAiikM: op da
nachtraven door hnn gebuii'«2 "cëiang 3MSfcai|JEL
stooren en liikwijlsde zodige ooren doon stoppen en
d'onschaldige kinderkas voreigeren.
Een goode Policie moet aan een zedig hert toever
trouwd zijc; want de Policie moet waken over de
Blechte huizen, ziea of de reglementen in die koten
niet overtreden worden; een goede Policie moet zor
gen dat er geen geheime slechte huizen ontstaan, en
zoohaast dit fonijn zich openb.art, zoohaast er haizen
zijn, waar de vreemdeling in een hinderlaag kau val
len, waar de jonkheid de pest haalt naar ziel en li
shaam, dit feuijn moet aanstonds uitgeroeid worden.
Een goede Policio zal nooit vloeken tegen 't Pu
bliek, tegen d'agenten of tegen de gevangenen. Die
vlookt, geeft neb een breve van lompheid, van ruw
heid, van botheid, van domheid, van gemeinheid, van
onbeschoftheid, van miskweekthoid. Die vloekt, ver
liest in eerbied en in gezag.
In Aalst is er veel. zeer veel to hervormen en te
herstellen weten wij Bchier nog wat een goede
Policie is? God geve dat ons Magistraat 'ne man vinde
en benoeme, met een eerbaar en rechtschapen hert,
met een vaste hand, meteen waakzaam oog; do rust
eu de welvaart van Aalst en d'openbare zedelijkheid
zullen er veel bij winnen.
Y All AALST.
Historisch verhaal uit d'auder eeuw. 1
I. EEN GOUDEN HERT.
Achtbare Lezeressen en Lezers, wij hebben d'eer U voor te stel
len Marinus Vof Mientje, gelijk ze zegden in de stad Aalst,
Mientje'L kerkbaljuken der St Martenskerk.
Een klein manneken, maar een kloek en serieus manneken, dat
d'achting genoot van klein en groot en veel ontzag had.
Als hij in de kerk rondging, met zijn lang zwart kleed en d'an-
der teekens van zijn weerdigheid, ge zaagt den eerbied op zijn we
zen geprent, de groote menschen wierdendoor hem tot godsvrucht
opgewekt en de kinderen keken de letters uit hun kerkboekskes,
want Mientje,die Suisse was en Kerkbaljuw te gelijk, gedoogde geen
oneerbiedigheid in 't Huis Gods.Er mochten vreemdelingen komen
zoo rijk gekleed als Burgemeesters, buiten de diensten was hij al
len uiterst beleefd en gaf met kennis en pratijk inlichtingen over
den Rubens, den Otto Venius, den Craeyer en de beeldhouwwer
ken der kerk, maar binst de Diensten zou er niemand rondgewan
deld hebben, of hij was er rap bij.
Nooit, zegden d'Aalstenaars, hebben wij zulken Balju gehad; hij
houdt zich op zijn respekt, hij doet de kerk respekteer en, eu alles;
hij is beleefd, gespraakzaam, daarbij kluchtig en vrolijk in d'her-
bergen, 's winters aan de tafel bij de kaarters, 's zomers aan de
rollebaan.
't Klein Baljuken was gekend g'heel 't Bisdom door en vermaard
als een merkweerdigheid van St Martinus.
Kom, we gaan hem vinden in zijn huis.
Rechtover de lijkdeur der St Martens-kerk, die kerk, een der
roemrijkste monumenten der Vlaanderen, die herbouwd wierd in
1481 en waaraan gewerkt wierd tol aan de jaren 1700, rechtover
die schoone onvoltrokkene kerk is een smal straatje, dat uitkomt
in de Lange Zoutstraat en genoemd wordt't Kerk- en Sluierstraatje.
In een der huizeu van dit klein straatje, daar is 't dat 't klein
Baljuken woont. Een huizeken niet te groot, maar proper en gerie
felijk. De man is thuis? Ja, en op zijn werkkamer, want 't Baljuken,
boven zijn ambt in de kerk, is schoenmaker en horlogiemaker, nie
mand kan beter dan hij d'oude patteelen binden eu repareeren
heeft er iemand een petitie of missief te schrijven, 't Baljuken kent
al de formulen en formaliteiten eu weet elk recht te wijzen; daarbij,
door boeken vanjgeneeskunstendoorondervinding bij de zieken, heeft
hij een zekere wetenschap van chirurgie, welke hij kosteloos en
met de uiterste voorzichtigheid, ten dienste van den Evenmensah
stelt. Dat manneken weet veel, elk zegt het, dat manneken is een
wonder vernuft en beeft in de stad van Aalst ontelbare bewonde
raars en vrienden. Bijna geen huis, of hij is er reeds geweest en
dag en nacht, hij is voor elk ten dienste.
't ls zondag 18 augusti 1796, en 't Baljuken zit met zijn werk-
kleederen in zijn schoenmakerij. Wat! zult gij zeggen, ge zegt
't is zondag! Ja, 't is den zondag na Half-OogstEn hij zit
te werkenDat zeggen wij niet, achtbare Lezeressen en Lezers,
maar hij zit op zijn werkplaats, want ge moet wel weten en niet
vergeten, dat Vlaanderen bij de Fransche Republiek iu de valsche
Vrijheid is ingelijfd, dat de dagen en de maanden veranderd zijn,
dat men zegt, in plaats van 18 augusti 1796, 1 fructidor van het
jaar 6, dat het GEBODEN is den decadi of lOden dag te vieren, en
GEBODEN van op den zondag te werken. Een aardige vrijheid, die
overgenomen is door het Liberalismus van onze dagen. Och, li
berale Vrijheid, riep een Fransche Dame uit, als zij onschuldig en
braaf, aan den voet der guiljotien te Parijs stond, och, liberale
Vrijheid! welke schelmstukken worden in uwen naam niet ge
pleegd
't Baljuken zit daar, op zijn werkendaagsch gekleed, doch werkt
niet, maar leest in zijn kerkboek, want het is juist 4 ure, tijd van
Vespers en Lof!... Hij leest met aandacht en met eerbied, op zijnen
pikkelstcol gezeten; inderdaad, dat ziet er een vernuft ventje uit,....
zijn lippen en oogen spreken van wil en krachtdadigheid, terwijl
zijn sterkgespierde armen u toonen dat hij desnoods zijnen man
kan staan. Op Sinte Catharina zal hij 5o jaar worden zijn pek-
zwart kortgesneden hair begint hier en daar te vergrijzen de man
is ongelukkig geweest in zijn huwelijk; een brave werkzame vrouw
had hij en 2 kinderen, hun zaken gingen wel voorwaarts; doch 'ne
mensch ziet 't einde van zijn hand, maar niet het einde van zijn le
ven; de tegenspoed is op dat huis komen drukken, een wreede
ziekte heeft de vrouw en de kinderkes in het graf gesleept en ons
Baljuken zit nu gansch alleen. Gansch alleen eu die vrouw
daar, dat bejaard mensch dat iu de keuken zit Ha, die vrouw
was verjaagd en geplaagd door haren zoon, baar eenig kind, en
het Baljuken heeft die vrouw opgenomen en nu doet zij zijn huis
houden.
't Baljuken, leest, doch met verstrooide gedachten en met pijn
lijke gedachten... 18 augusti 1796, r.egt bij; zondag achteraoen en
ik moet hier op mijn werkkamer zitten Die vervloekte Ffansch-
maus! die duivelscbe sjanfoeters! Waarom kunnen we dat onge
dierte niet verpletteren!... Dat kwam hier met het vaandel der
Liberteit Ja, ik herinner het mij nog gelijk den dag van gisteren.
hoe dat den eersten zondag van Juli over 5 jaar in 1794 de fran
sche Voorwacht in Aalst binnenkwam, opgeleid door de vier ge-
meinste kerels der stad, juist onder d'Hoogmis; en wat is sedertdien
geweest? afpersing en dwingelandij! Ze zouden ons willen doen
leven als redelooze gedierten!... 't ls nu eergisteren Half-Oogst ge
weest! Als 'ne mensch daarop peist, ge zoudt de mureu oploopen
Dat goddeloos gespuis! Wanneer zal
Hier ging het Baljuken in zijn gedachten niet voorthij hoorde
op straat iemand al schuifelende al komen, sloot zijnen kerkboek
eu legde hem in 't diepste van een koffer. Eenige oogenblikken
nadien kwam een jonge llinke bakkersgast den ledigen winkel bin
nengestapt; hij was in zijn opgestroopte hemdsmouwen, volgens de
gewoonte der bakkers, met voorschoot en lijnwaden broek en droeg
een mande brood:
Brood, riep hij, hier is uw brood, en gaf een groot tarwe
brood aan d huishoudster vau 't Baljuken. Mientjen thuis?
Ja, Sis! -- Geen belet? Geen belet, hij zit in zijn werkkamer.
De bakkersgast nam zijn mande meê en trok binnen, de deur
achter zich toesluitende.
Sis. Mientje. Wat nieuws, Sis? Mijn meesteren de
bakkerin doen zeggen dat de zaken in orde zijn? Zijn al de per
sonen verwittigd, Sis. Ja, Mientje, zooveel mogelijk en allen zijn
in afwachting van den dag. Luistert, overmorgen is 't zondag
en 't betaamt dat de Eerste Communie op 'ne zondag gedaan worde.
Ja Mientje, dat betaamt. Gisteren ben ik naar Mijlbeke gaan
de maat nemen voor een paar schoenen en ik heb Pater Lukas ge
sproken; hij zal zondag nacht ten 2 ure in het huis zijn. Maar
hoe zullen de menschen dag en uur weten.' Dat is zeer gemakke
lijk, Sis, brave jongen. Zeg aan den bakker dat hij morgen en za-
turdag voor zijn vilrien 3 brooden legge en nevens den hoek van
'teen brood eeu lang baksken zout, dat wilt zeggen, voor degeen
die iets van de zaak weten: Ten 5 ure in de Lange Zoutstraat op
den gewonen hoek. En zeg dat ik mij verder met de /.aak gelast.
En wat nieuws uit Frankrijk, doet de bakker vragen Slecht
nieuws, Sis, de Vendejanen zijn verslagen, Pater Lukas zegde dat
er een ijselijke moorderij beeft plaats gehad; ge weet dat die dap
pere Franschmans uit hun provincie gedreven waren. Al vechtende
gingen ze voort, de vrouwen, grijsaards en kinderen in liet midden
en de gewapende mannen rondom. Voor een groote stroom geko
men, worden ze verrast door d: legers der Jacobijnen, die 24 uren
lang in al dat volk met de kaoons hebben gescholen. Jongen, jon
gen, wat gaat er van de wereld geworden? De schelmen en moor
denaars zijn triomfant. En 't Baljuken had tranen van druk en
gramschap in zijn oogen.Maar, zegdehij, ge moogt hier niet langer