28 ïA Zondag II Juli 1886 27i,e jaargang GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID Spreekplaats. SCSYVV u BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gewoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bla 50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 fraDk den kleinen rege HET LAND ABONNEHENTS-PRIJS fr. 's jaars, vooraf betaalbaar Inschrijvingeg worden op all e tijdstippen genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. AELST AALST, Zaturdag xo Juli i88f Gemengde Berichten. DB KOMMISSIE VAN HET WERK. De gewesteli|ke kommissie, gelast met het onderroek te doen over den toestand der werkende klassen, in Oostvlaanderenis samengesteld uit De heeren Lammens, Senator, voorzitter; De Ridder, professor bij de Hoogeschool van Gent, sekietari»; Baron Arnold 't Kint de Roodenbeke, idem Brants, professor bii de Hoogschool van Leuven Bols, burgemeester van Brussel Dansaebt,'gewezen Volksvertegenwoordiger; Dauby, regisseur van den AlonUeur beige. Th. Jaxssens, Volksvertegenwoordiger J. Gullery, gewezen Volksvertegenwoordiger; De kommissie heelt de eer de nijveraars en werklieden, welke zouden verlangen in het onderzoek gehoord te worden, ot welke haar mondelingsche meeaedeelingen zouden te doen hebben, er kennis van te geven aan de sekretarissen, de heeren De Ridder, te Gent, Kortrijk- schensteenweg, 83 en baron A. 'r Kint de Roodenbeke, kasteel van Ooidonck, langs Deinze. Een later bericht zal dag en plaats doen kennen waarop de gewestelijke kommissie zal vergaderen. De Katholieke Scholen van Antwerpen gaan jo,ooo fr. subsidie krijgen, vermits de Geuzeuraad de wet van 1884 niet wil uitvoeren... Volgens die wet moeten er kostelooze scholen zijn voor alle siachvan Ouders dieniet kunnen betalen, v Maar hoe schande en wraakroepend, dat wij, Katholieken, 't schoolgeld moeten betalen van rijke en welhebbende liberalen, gelijk t'Aalst in de Pontstraat. M' Eyerman sticht daar ecu liberale Meisjesschool; de liberale Ministers DWINGEN de Stad die Scüool te onderhouden. En zou dat bli|ven duren, nu,ouder een katholiek Minis terie r.. Dan zijnwi] geen Belgen, geeu Vlamingen meer, maar slaven van de Logic... Elke redelijke mensch moet zeggen Dal de welhebbende en rijke liberalen zeiven hun Scholen onderhouden; later zal men aan die jufiers kunnen zeggeu, dat zij geleerd hebben, ten koste van het zweet tn 't bloed van TVolk, op den schoefiel van een Stad, die haar arme menschcn niet kan voeden 1 Een advokaat van Luik had gewed te voet naar Namcu tc gaan op 12 uren; hij heeft met klank dien weg afgelegd, op 11 uren 45 minuten. V Moigeu wordt te Brugge de nieuwe Statie ingehul digd; ze zijn bezig te Gent uc statie van onder tot uoven digheden der werkmansklas te onderzoekeu. Aan de Werklieden heelt de Gouverneur doen zien hoe gevaar lijk en rampzalig de stelsels van Socialismus zijn. De Chroniqjje durlt nu vragen dat men te Brussel de Processiën zou verbieden, nog in de straten te ko men... Zoo ver is men in dat Brussel gekomen. MEESTER VAN CLEEMPUTTE uit Geeraardsbergen, Voorzitter der liberale Associatie, waar hlijltgij? Wij heb ben u beschuldigd van in uw kiesmanifest onze artikels te hebben verdraaid.'ketens en willens; en gij zwijgt... 't Wootd is aan u, meestee. Van Cleemputte. Loochent, als gij durft, dat de Liberaalderij de groote oorzaak is van de verzwaring der krijgslasten... Loochent, als gij durft of kunt,dat de menigvuldige geldverkwistingen aie nog bestaan, het werk zijn van 't Liberaal Ministerie Land van Aelsl? Achtbare Lieden. Die zaak te Brussel, 't ts dan toch een schelmstukI Ja, Menschen, en een grouwelijk schelmstukI er gaat ietsom, in dat Brussel! en wij weten nog het honderdste paart nietEn ze durven dat Beschaving noemen En de luifers.met hun liberale gazet in de hand en hun bert vol nesten en vuiligheden, ze meinen dan nog beter te zijn dan alle andere men schen... Ach, 't staat van overouds geschreven Er is niets hooveerdiger dan een goddeloos en bedor ven hert I... Men zal de details over dit schelmstuk verder vinden, alsook den brand van d'Universiteit te Brussel, die woensdag heeft plaats gehad. Land van \elst, wat zeggen ze van 't politiek Dat de Logiemans bezig zijn met de Katho lieken in 't garen te jagen; 't is nu Al vrede en peis dat de klok slaat; men zou geerne hebben dat de Groote Katholieke Meerderheid daar zoo stil bleef zitten als 'ne marmeren pilaar en alles liet bestaan wat de liberale Ministerifin tegen 't Katholiek hebben opgetimmerd Maar, Land van Aelst, wat ge toch schryft\ Ja, Vrienden en Lezers, de Logie is een oude listige prij en heeft veel pijlen in haren koker. De Katholieken moeten oppassen, of hun Meerderheid zal varen gelijk 't groot Fransch Leger van 1812 in Rusland. 1 en tc schilderen... Ge ziet dat er nu geld komt - Hoe is 't nu met den Koning icnhar. w/»rtr» n A/Tpfr 7iin T ..nnnM vuor d'openbare werke •.•Te Zonnegcm heeft een koe van de kinderen Ca- simieren St. De Lanisheer drie süeren-kalveren gegeven. Er is te Mechelen een sterke Sociëteit ingericht van Jonge Katholieke Strijders... T'Aalst woiüt een -Riiiig gevormd van Bekwaamheids lüezers.'In .'t kertzsü d'Eeisie Algemeene Vergadering plaats hebben. Goede tijding uit Frankrijk Een groep Katholie ken met Mgr de Ereppelaan 't noofd, heeft voorgesteid van pensioenkassen tc maken voor d'oude cn zieke werk' lieden. De pensioenkassen zouden recht van eigendom hebben en verplichtend zijn voor Bazen en Werklieden. M. Malou is ziek geworden; de n: an wordt oud, doch is nog kloek, heeft wei gewerkt, de buitenlucht ingea demd en verders deftig en gerust geleefd. De Deputatie van den Provincialen Raad heeft voorge steld belastingen te verminderen. Men 2al verder zien hoe de dierentemmer Bidcl bijna verscheurd is door een zijner leeuwen. Hij was gevallen, zoohaast een leeuwentemmer valt of ophoudt de leeuwen vlak in d'oogen te zien, is er gevaar. Men zegt dat de Keizerlijke Familie van Oostenrijk zoo wel ïsvoor 't Volk,dat zij haar rijkdommen gebruikt, doch zonder eenige troischheld. De Koning van Holland zal zijn Staten-Generaal niet openen. in zijne openingsrede van den Provincialen Raad vau Oost VI. heeft gouverneur de Kerckhoven ccnen op roep gedaan tot de welhebbende klassen om de noodweo^ Met Zijn Majesteit Leopold? Hij resideert in Oostende. Jamaar, hoe is hij met 't Ministerie Och, moet het gezegd worden De Katholie ken hebben van Leopold 11 niet veel goeds te ver wachter.; ..Bei t liberaal Ministerie, mj teekendo alles, aanstonds, zelfs de rampzaligste akten; en als de katholieken iets vragen dat recht en redelijk is, ge zoudt zeggen er moe en bergen verplaatst wor den en Stadhuizen afgebroken. De katholieke Huis vaders van Antwerpen vragen Scholen volgens de wët van 1884, hun recht is onbetwistbaar, en om een deel van hun recht te leekenen, wordt de kie zing .an Juni 11. afgewacht. Daarbij, men heeft een groote macht gegeven aan den Straatoproer. Wat is er aan te doen Krachtdadig zijn, durven, of verzinken. Geen Katholiek Ministeiie, geen Katholieke Meerderheid zal ons redden, tenzij men die lauwheid afschudde en kloekmoedig te voorschijn kome, om de liberale schavotten af te breken... Men gelieve deze woor den niet te vergeten. Land,, 't is Aalsi-Kermis gevierd Ja, Aalst Kermis. En hoe zijn de dagen gepasseerd Redelijk wel, stiliekens, er is niet veel geld in de werkende huishoudens; het derde der mastellen is min verkocht; verders zijnde Feestelijkheden zeer maatschappijen; men speelde op 3 plaatsen; op het einde der liberale Regentie wierden de Medaillen uitgereikt door den Kamerbode van 't Stadhuis; de Katholieke Regentie heeft van 't begin af, de eer der stad beter weten te kavelen; op de Groote Markt was de heer Burgemeester bijna van 't begin tot het einde, en op Keizerlijke Plaats en Overdekte Markt waren Heeren Schepenen en Raadsheeren. De Mu zieken hebben zeer wel gespeeld, 's Vooruoens had de Jonge Garde op de Groote Markt een schoon Concert gegeven; en 't was ook de Jonge Garde die de M uzi eken ging afhalen en den Stoet opende; wij moeten hier den ieverigen heer Directeur Van den Bügaekdb meteere vermelden, benevens al de heeren Werkende Leden dier bloeiende Maatschappij. Hebben de Soldaatjes ook gespeeld Ja, woensdag avond, volgens gewoonte, en zeer wel gespeeld; men ziet, er is orde en tevreden heid in die school; 't zijn immers vrije Soldaatjes. Den donderdag avond was er Concert, weèral door de Jonge Garde, en den dijnsdag achternoen was het St-Josefsplein opgepropt van Volk; er gingen ver sierde luchtballen op, en eindelijk steeg M. Glorieux met zijn grooten Luchtbal Le Titan in d'hoogte. Was er nog ander volk in Ja, twee Stadsgenoten, M. P. De Paepe en M. Ducaju; 't weêr was zoo zacht als een vierklaver- ken; de luchtbal klom statig in de lucht, terwijl M. Glorieux op de koorde klom en dat de Stadsgenoten van uit de mande de menigte groetten; na een goede wandeling in 't luchtruim, is hij boven Hekelgem zachtjes neêrgedaald. Land van Aelst, zijn er geen ongevallen geweest met de Kermis, geen mociclijkheden t - Wij hebben niets bijzonders gehoord, tenzij, indien wij zwegen, wij miskenden ons plicht, tenzij dat M.de Burgemeester, och, altijd die zwakheid en die lichtzinnigheid, dat M. de Burgemeester, op de kat, nabij de Jongensschool gedoogd heeft dat 3 orgelbazen in Associatie een gioote barak op Stadsgrond plaatsten. Hoe is dal mogelijk Menschen, wij vragen dat ook, elk, g'heel de Jtad vraagt dit. Hoe is 't mogelijk nu dat de Ge meenteraad een streng Reglement heeft gemaakt op de Draaiorgels i^O|Vs*>nu dat men ziet en leest dat zeifs libera le gazetten uit Antwerpen de gan6che af- schaffing der draaiorgels vragen, men komt die zaak aanmoedigen en onder steunen; ach, in dien zin is Aalst een ongelukkige stad; 't jong werkende Volk verslecht geweldig; en wie is er de schuld van? Waarom zou men te naaste jaar d" Groote Markt niet leenen aan een Associatie van T saaiorgciriazeu? Maar, Land, die Orgelbazen, waarom zijn ze zoo hardnekkig i Och, menschen, uit loutere geldzucht; een tonne bier in een Draaiorgelbarak verkocht, brengt 70 2 90 fr. op. Maar ze zouden moeten denken dat zulk geld nooit of nooit kan gedijen. En hoe komt het dat de Burgemeester, die in de Kamers zit, zoo zwak is 1 Zoo zwak is? Misschien ziat hij daar niet veel kwaad in, omdat hij niet nagaat, welke gevolgen dit nachtloopen, die draaiorgelderij heeft; nogtans, als de liberale gaxetten zeiven beginnen ts roepen, dan moet de nood wel dringend zijn... Daarbij, 't is hem misschieD gevraagd door d'eene of d'andere kennis. Wat geeft datEen stad moet op Kermis en Vas- ienavond al iets laten gebeuren, maar die Draaiorgels beschermen en aanmoedigen, dat is toch een wraakroe pende verergernis Eilaas, ja, we zijn er oprecht droef en spijtig om;t Burgemeesterschap vau M. Van Wambeke heeft zekerlijk veel goeds in, maar als mcu later zal bestatigen hoe het werkvolk in deze jaren is gevalle* tot lage vermaken en tot familiekrenkende buitensporigheden,dan zal een groot deel der schuld en der verantwoordelijkheid op het te- Zulks is onze-innige overtuiging en we zouden ontlast zijn en verheugd, indien men ons het tegenovergestelde kon bewijzen. 11 Ullll V V.I AWV.1.1, Tb.UUlü A.Jii JL .b., UCC1 UC1 dtUUlU til UL1 T Liaun r wel afgeloopen; op den Festival waren 25 Muziek 1 genwoordig Burgemeestersschap moeten gelegd worden Openbare orde, Burgerlijke vrijheid en miliraire overmacht. MOET HET LEGER GROOT ZIJN Wij spraken er meermaals over en wij komen er nog eens op terug: Wij hebben over dit vraagpunt verschillende ge zindheden geboord ,en buiten degene die alle heil en zegen in een sterk en schoon uitgedoscht leger zien, zijn de bevoegdsten liet eens om le zeggen, dat voor eene zending als degene waarmede ons leger belast is, 40,000 man ruim voldoende zijn. En gaat het slechts na onze kwaadste dagen hebben wij doorleefd zonder dat er in wezentlijk- heid meer manschappeu onder de wapens waren. Tijdens Risquons-tout waren er geen 40,000 man te been. verre van daar Met den oorlog tusschen Pruisen «n Frankrijk, zegt men dat er 40,000 aan de grenzen waren, die veel gebrek moesten lijden, daar men bestuurlijkge sproken, niet bij machte was het noodige te ver schaffen, doch, wat men deed met de 40,000 man, hadde men even goed door lo,ooo of 2o,ooo man kunnen verrichten. Bij den opstand van bet Walenland, heeft generaal Van der Smissen zijn glorierijkste palmen geplukt, met de hulp van een kompagnie chasseurs en een troep gendarmen, dus Vrijwilligers. Rechtuit gezegd of wij nu 100 of 200 man on der de wapens hebben, of wij nu, 021 te handelen in den zin van het a ledereen Soldaat allen den arbeid lieten staan om wapen man of soldaat te wor den, zullen wij daarom in dagen van gevaar beter opgewasschen zijn tegen de millioensterke legerson- zer machtige naburen of iets meer vermogen? Niets, nietsja toch iets, in plaats van door onze legermacht de rust en vrede en dus den welstand des volks bevorderd te zien, zullen wij door onze dwaze geldverspilling bij den eenen de onrust, en bij den anderen den afgunst verwekt hebben, om ten laatste onder den hebzucht van beiden verplet te worden. En gij zult zulks verstaan Twee in strijd zijnde legers zouden elkaar afgemat hebben en wij met onze i 00,000 rnau of meer, wer pen ons ter hulp vau eenen dezer in den weer en wij doen hem winnen. Is dat voorzichtig? Is dat recht vaardig De Mogendheden weten zulks en het is hun belang dan wanneer ze nog versch in den strijd zijn, ons le ger schadeloos te maken of wel in te palmen. Zie daar het gevaar van in aanmerking te komen door uw gehalte. En de gevolgen Verliezen wij met onzen Bondgenoot den slag,dan is onze soldatenzucht de oorzaak van het verlies van de bloem onzer jongelingen en dan wordt gij bij den hoop sog met millioenen brandschatting geslagen en uwe onafhankelijkheid is vernietigd Wint onzen Bondgenoot, dan zijn wij niets beter; daarvan hebt gij het bewijs door de veldtochten van den Pruis, waarvan SaxeD, Beieren, enz., de vassa- len zijn geworden. De kans kan zoo niet keeren of zij die uitgaven boven hunne machtdoen, voorbereiden hunnen eigen ondergang. Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw, naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT. VIII.Edelmoedigheid van Karei Steenspecht. Ik heb in Aalst morgen zaken te verrichren, herhaalde de Deurwaarder... en met personen van uw kennis? Met personen mijner kennis! Ja, heer Steenspecht, en ernstige zaken, met Goris Versche pen, uit 't Roklijf I Ge moet gij dat wel weten I Geenszins, zei Karei, het is mij onbekend I Weet gij dan niet, dat men morgen Goris Verschepen gaat onteigenen Goris onteigenen? Wel, mijnen God, ja. Voor een groote schuld Toch te groot voor hun; honderd vijftig kroonen. Groot voor een iegelijk, mijnheer Snakkers. Maar, hernam het klein manneken, hoe kan bet wezen dat men aan u niets heeft gezegd, aan u, die den Peter zijt van Katel? Goris is beschaamd. En zijne Lisebeth, hoogmoedig, dat is waarheid, echterdeugd- zaam en braaf. Zoo gansch deurwaarder dat ik ben, en gehood- zaakt, door mijn bedrijf, mijn hart te versteenen.vond ik mij gansch ontroerd toen ik in dit huis gezegeld papier moest dragen. Is het reeds lang dat zij zich in moeielijkheid bevinden Reeds meer dan een jaar, En ik heb over eenige dagen bij hen nog geweest 111 Dit kan ik gelooven.. Lisebeth heeft zooveel goedheid als hoogmoed Toen ik bij hen een aanbod deed, niettegenstaande het ten hunnen nadeele is, bezetten zij mij telkens met een goed glas bier; doch dit is niet bij mijne schuld... Zekerlijk) zekerlijkI antwoordde Karei Steenspscht. Na een reeks van onvruchtbare jaren, leenden zij honderd vijftig kroonen van den heer Stupites Biunneel, voor een jaar, aan acht; den valdag is verschenen vooraleer zij konden betalen. Brun- neel hééft den uitstel op zestien maanden vernieuwd, maar daar men Iben nog niet kon betalen, heeft hij alle bijlegging geweigerd; morgen vroeg worden zij onteigend. En over dit alles heeft men mij geen woord gesproken. Zoudt gij hebben betaald? vroeg de Deurwaarder. Neen, gaf de kbopman tot antwoord, niettegenstaande hij in zijn hert wel anders meende,maar om in de oogen van snakkers niet al te gevoelig te schijnen; neen, dit zou ik niet gedaan hebben Wat kon hun dan uwe mededeeling baten In diergelijke omstandigheid is het toch aan eenen ouden vriend dat men gewonelijk zijne noodwendigheid klaagtl Indien men van deze iets verwacht, ja, maar van u is men beschaamd... Zij beginnen mij te verachten. Over een oogenblik stoftet gij nog op het goed onthaal dat gij bij uw laatste bezoek in het oud Roklijf hebt genoten. Zij aanzien mij ten minsten als onbekwaam voor hun nog dienst te bewijzen. Zoudet gij hun die aangeboden hebben Daarvan behoede mij Godl sprak de koopman. Waarover beklaagt gij u dan Zij vernederen mij... Omdat zij u de hand niet reiken Men is toch altijd te vreden van aangesproken te worden. Achl ik versta, dit streelt de eigenliefde. Ik ben niet rijk, mijnheer Snakkers. Het doet dat gij toch op uw renten kunt leven, Mijnheer. Al gelijk, ik heb vandaag reeds al te veel geld uitgegeven aan mijn paard om deze buitensporigheid te bedrijven; tot wederziens, heer Snakkers. Vandegelijken, heer Steenspecht. En wijl de koopman het geld, bestemd om zijn paard te betalen, in een linnen beursje stak en in den binnenzak zijner jas liet glij den, den lederen gordel die nog een aanzienlijk tal goudstukken inhield, aan de lenden vastriemdc, verliet de Deurwaarder de her- berg. Karei Steenspecht gevoelde, niettegenstaande al hetgeen hij kwam te zeggen, een innig medelijden met.Goris Verschepen, en het speet hem uit den grond van zijn hert, dat de zaak reeds zoo ver was gekomen en hij hem niet vroegtijdiger had kunnen helpen. Hij bleef dan diepdenkende aan de tafel zitten in afwachting van den koopman in paarden, om na te hebben voldaan, aanstonds naar Aalst te vertrekken en aan Goris het noodige geld te verschieten. Er was niet zeer veel volk in de herberg; het weêr was overheer lijk en de meeste menschen bevonden zich ter straat of ter markt. Echter zat er op eenigen afstand van den heer Steenspecht, aan een andere tafel een marskramer met het hoofd op de handen te rusten. Hij kwam zijn ontbijt te nemen en scheen zeer vermoeid. Deze vent die aan den koopman ten minsten geen achterdocht baarde, had korts achter den Deurwaarder zijn gelag betaald, zijn pak op de schouders genomen en de herberg verlaten, scbiers zonder door iemand opgemerkt te worden. Karei Steenspecht bevond zich echter in het geheel niet op zijn gemak,hij bewoog zich ongeduldig op zijnen stoel, keek gedurig op zijn uurwerk, binnensmonds mom pelende: Is dit weg blijven Wijl hij aldaar vervelend zat te wachten, keek hij toevallig door de ruiten van het venster de straat op, en nu zag hij bescheidelijk denzelfden Goris Varschepen aan welken hij zat te denkan, met zijn vier koeien, die hij voor zich heèn s.uwde, voorbij de herberg passeeren.Dadelijk had hij geraden wat er ging gebeuren,hij sprong recht en liep hem op de straat achterna; welhaast had hij hem in gehaald, en sloeg gemeenzaam op zijne schouders. Goris bleef staan, wendde het hoofd om,en bevond zich in de tegenwoordigheid van zijn oude kennis. Goris, zegde deze, ik had niet gemeend u op deze jaarmarkt aan te treffenl De baas uit het oud Rolkijf wierd rood van schaamte. Ik hoopte nog altij d, sprak hij zuchtende, van niet genood- zaakt te zijn er mijne beesten te komen verkoopen. Ik weet, ik weet... Ik heb den deurwaarder Snakkers ont moet die mij gansch uw ongeval heeft verteld. Stupites Brunneel is onmeêdoogend met ongelukkige lieden... Het jaar heeft aan ons allen niet gunstig geweest en gij reikt aan niemand de hand, even alsof de vrienden en Peters voor niets behoefden te dienen, dan om een knaap over de Doopvont te houden of aan uwe tafel te eten en te drinken..,. Ik gevoel iets voor u aan het hart... Maar het is hier geen plaats om te praten, ik ben hier inde Afspanning thuis, stalt er uw koeien, aldaar zal ik met u onderhandelen,om het hart, licht als Leeuwerikken, malkanderen te verstaan. Stemt gij daar in toe, beste vriend? Goris verbleekte schrikkelijk, de blijdschap had hem schier versmacht. Hij vond geen woord om Karei Steenspecht te antwoor den, alleenlijk drukte hij hem de hand, zoo beduidzaam dat de koopman in lijnwaad er zich waarlijk geraakt over gevoelde. Korts daarna zaten de beide vrienden, bij het drinken van eenen lekkeren borrel, inds fspaaning tc praten; de tijd ging met genoe gen voorbij. Goris antwoordde op het verwijt dat Karei hem deed; dat bij hem voorzeker zijnen nood zou hebben geklaagd, hadde hij zich den verleden vrijdag even als gewoonte naar Aalst begeven, en zegde nu toch anders geen uitkomst meer te hebben gevonden dan zijne koeibeesten te verkoopen. Wijl het tweetal deelnemend zat te praten, begon het reeds laat te worden, de voormiddag was reeds een goed einde voorbij, en Steenspecht had reeds verscheide maal zijn verwondering medege deeld aan zijnen gezel, daar de koopman in paarden toch zoo lang bleef vertoeven om zijn geld te komen ontvangen, toen deze ein delijk binnen trad. De man scheen bijzonder in zijnen schik, hij had zijne andere paarden voordeelig verkocht, en scheen te vrede. Karei ontving hem met veel beleefdheid, welke deze wecierkeerig beantwoordde en vroeg aan den waard pen en inkt om den heer Steenspecht een behoorlijk k.vijtbriefje te teekenen, en daar deze reeds het linnen beursje uit den binnenzak zijner jas had getogen en d= koopsom van zijn paard op de tafel had beginnen te tellen. Dit was dan welhaast een afgedane zaak, men bleef onderling een wijl tijds gemeenzaam praten, en daar het reeds middag was geworden en Karei Steenspecht op voorhand een behoorlijk noen maal had doen klaar maken, bood hij den paardenkoopman aan, (Zie tweede bladzijde.^

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1886 | | pagina 1