Rampen Misdaden Ongelukken, f Aa|st Onmogelijk!?
Roomennaar Roomen
Bavo Lieven.
Te Gent, in Karpelstraat zijn dieflijk weggedragen
Twee ladders fel en zwaar, en een der laatste dagen
Van gepasseerde week, in de Weldadigheidsstraat,
Bij M. Frans Dierruan, de dochter boven gaat;
Zij had er iets gehoord, zij vreesde voor danjé,
En ziet op 't opperste, het vuur aan den planché
Reeds stond een bak in brand met rollen oud papier
Maar dank aan haar beleid, gebluscht was rap het vier.
Te Ronse op Clipet, al 't volk zat rond den haard,
Toen bots, een slinger vuur ze maakte hoogst vervaard,
Een vuurbol die liep rond en vloog onder een bed,
Zoodat het heele huis in reproer wierd gezet....
Maar ei, het was de kat, te dicht bij 't vuur gekomen
En in een razernij van schrikken en van schromen,
Gansch gloeiend en in vuur geloopen onder 't bed,
Alwaar zij haast bezweek.
Te Ronse, opgelet,
De dieven zijn daar weêr en hebben zelfs een zwijn,
Dat in de kuipe lag, gestolen heel certijn
Te Melden heeft men dood in zijne woonst gevonden,
Een wreed wrekgicrig man, bezweken door zijn zonden
A. D., dat was zijn naam, had geld en menig pand,
En kocht ter moeite zich een harden droogen kant
Zoo is de gierge prij bij al zijn geld bezweken,
En doet het volk alom van zijne beestheid spreken...
Bij Mechelen, te Ramsel, veel kiekens zijn gestolen
Op Van den Heuvel's Hof; en 't wordt wel aanbevolen,
Te zien wie cr ter markt veel hoenderen aanbiedt
En dat de dieverij men op zijn wezen ziet.
Te Brussel, veel valsch geld en veel valsche manieren
'i Zijn half an dobbel franks die men alzoo laat zwieren,
En vrijdag, rue Progrès, een heer stapt uit voituur,
Valt neêr, wordt overreén, het is zijn leste uur...
In Lange Wagenstraat, een meid met naam Lowieze
Huurde een kamer klein, een mansardekc, die ze
Weldra verlaten moest, haar moederke lag krank
En 't was een zeer braaf kind, daarom ze leve lang
Doch als zc wederkwam, haar kleergoed was gestolen;
En de Policie zocht, ja zonder veel te dolen,
Bij zeker Mie Rouquet, die woonde in 't zelfde huis
En man en vrouw Petit, ze vond en 't was niet pluis,
't Gestolen goed der meid en hield ze allen aan,
Zoo ziet mon vroeg of laat den dief vol schande staan.
Bij Bergen, te Moustier, een schrikkelijke brand
Bracht er den vrijdag nacht een heel fabriek aan kant,
Een spiegelen-fabriek, wel groot 20 hektaren
En waar 500 man met werken zeer wel varen
De schade is zeer groot, aan bouwing en aan glas
En 't is rond de machien dat 't vuur begonnen was.
Woensdag, d'ander week, te Boisschot, Liersche baan
Een huis was geflambeetd en was er spoedig aan
Het huis van T Vercain, dat is een muzikant
lïn drie draaiorgelen, die bleven in den brand.
Drij dieven zijn gesnapt, te Brussel, Joost ten 1106,
Een zekeren S. B... voor dieftens van geen stroo,
Te Gent onlangs gepleegd, het waren stukken laken
En 't zal voor altijd hem een reputatie maken.
Daarbij een jongeling, van nog geen 20 jaar,
Verbleef in een hotel Vooruitgangstraat voorwaar,
Met een jonge snèr die 15 jaar kan tellen,
Hoe moeten d'Ouders zich in zulke kinders kwellen
Vooruitgangen progrès!... Al den civielen kant,
Noodlottig voor het Huis en voor het Vaderland
Die twee, van Kwastegem, gestolen, o 't is moei
In een Beenhouwerij tersteêvan Charleroei
T'Antwerpen, zondag laatst, twee brouwersgasten fel
Vochten wreedaardiglijk, als duivels uit de hel,
Over een regenscherm was hunnen twist gerezen,
En werkten allebei bij heeren hooggeprezen
Een hunner R... genoemd, te huis komt in den nacht
En om naar bed te gaan heeft R.... dan nog de kracht;
Doch weldra wordt gezien dat hij heeft z are wndeo,
Waarmeê de Docteur hem naar 't Gasthuis heeft gezonden.
Soms als de drift fel kookt, voor eenen blooten niet,
Men stort zijn eigen ras in schande ea verdriet.
Tc BSu*5EL stee^—^^nu.den telefonendraad,
Meii /.i_i dat ülecres«
Te Gent, Berg-St-Amands, Van Poecke Jan genaamd,
Meer dan zeventig jaar; wat vroeger dan 't betaamt,
Nog voorden halver vijf van boven willen treden
En rolde overhoop al bloedend naar beneden;
Eilaas, geen redden meer, in stukken was zijn hoofd,
En t'Aalst is brand geweest, maar spoedig uitgedoofd
Ter Zoutstraat bij Vidi, den paraplu-marchan,
Ge ziet dat men in Aalst met vlugheid blusschen kan.
CHARLEROI. Niet verre van die Stad
Men bijna een Convoi-ramp had;
Nabij Jamioul, de grond was ingestort,
Een vrouw ontdekte vlug wat cr daarachter schort,
Zij deed 't alarmsignaal en re 1de dus het leven
Van zeer veel Voyageurs, 'k zou haar het Eer-Kruis geven.
meisje toegesneld kwamen, hem deden ophouden.
De politie heeft een procesverbaal opgemaakt. Het
ongelukkig meisje verkeert in bedeokelijken toestand.
Brand te St-Margriete. Een hevige bnu 1
heeft de graanschuur van de Wed. Bonte gansch in ast h
gelegd. Deze hoeve was ecne der rijkste onzer polder^.
Zij ligt pas op het Hollandsch grondgebied, op de pi
genaamd, het eiland. Alles was verzekerd.
GENT. Maandag namiddag, rond 2 ur1-, kwa.n
eenen persoon, wonende in den Ham, in de herberg ge
houden door Leo Claus, wonende in dezelfóe stra.,;.
binnen. De vrouw des huizes, ziende dat haar kalftQt
een weinig bedronken was, weigerde hem drank en v< r-
zocht hem naar huis te gaan. Door deze weigering i,->
i woede ontstoken, nam de persoon eenen sto l, warvr-
mede hij de vrouw wilde slaan; deze kon echter in tiids
j den haar toegerichten slag afweren en gelukte erin
aanvaller aan de deur te zetten. De wocstaard sloeg C nc
vensterruit aan stukken en bracht de herbergiers iet*
vervolgens twee vuistslagen in volle aangezicht ,e.
Dank aan de tusschenkomst van eenige wcrkiiecen,
werd de aanvaller tot bedaren gebracht. Proces-verbaal
is te zijnen laste opgemaakt.
GENT. Een vreeselijk ongeluk is dijnsdag av J
rond 6 ure aan de Lammerstraat gebeurd. Een zv .-er.
boerenwagen, waarvan de paarden eenigzins ild
vooruitstormden, kwam langs de St-Pietersnieuws aal
afgereden, toen het vaartuig opeens eene weiv.ing
maakte, die het onvermijdelijk in de vitrien van ,-j
hoekhuis zou slingeren.
De voerman, die op zijde liep, deed zijn best om een
ongeluk te voorkomen, maar viel ten gronde, zoodn - de
zware wagen hem over het been reed. Dit lichaamsdeel
werd verbrijzeld.
Op dit zelfde oogenblik kwam M. Snoeck in een 1 ,;ht
rijtuig aangereden. Het paard daarvan geraakte ver
ward in de teugels, die de overreden voerman had 1 ten
vallen en het beest viel ten gronde.
De paarden van den grooten wagen waren inmiddels
staande gehouden. Een werkman, die eene wijnstek'ers-
kar vooruitduwde, had juist den tijd gehad op zijde te
j springen, anders werd hij ook onvermijdelijk door den
I grooten wagen verpletterd.
De ongelukkige voerman werd door 6 personen op
den arm genomen en naar 't gasthuis gebracht. JE ,u/e
kleederen waren rood geverfd van 't bloed en half t be
dorven.
De ongelukkige voerman is dezen nacht om 1 ui m
de Bijloke overleden.
VYNKT. De landman Karaiel Tack, had s lert
i eenigen tijd bemerkt, dat de zijkanten vaD zijnen Md-
appelput ingezakt waren. Denkende dat er aard ippcis
gerot waren, deed men over eenige dagen den pur 'open.
Men vond maar 10 manden aardappels meer van zestig,
welke men er had ingedaan. De overige waren c !«n.
I De dieven hebben, denkt men, in verscheid A
hunnen buit weggehaald, en telkens den put l'
j weêr toegelegd, dat men niet had bemerkt da lij
was geweest.
1 Die slimme dieven zijn niet gekend.
MARCHIENNE. Eene speld ingeslikt
I vrouw van Marchienne, die haar jongste kind ve
hield, gelijk meest alle moeders doen, de spek 9
meê de doeken van den kleine moesten gespetr
tusschen de lippen.
Eensklaps, ziende dat hare twee ander.
die in de kamer speelden, te dicht bij de stoof naderden,
wilde zij deze waarschuwen. Daar zij de spelden niet
uit den mond had genomen, slikte zij er van door.
Nu zal de arme vrouw eene pijnlijke operatie moeten
ondergaan om haar leven te redden.
Ue Pensjayers
Men schrijft ons uit Ressegem
't Is wreed gelijk de Pensjagers in dees streken jia-
veeren gaan; met g'heele benden van 10, 15, ac man.
meest des zondags; en ze geneeren zich nie t^an
met hun geweer in d'herbergen zitten te zi.igj inde
menschen trakteeren, in herciergen die niet he -uist
zijn; ze peizen dat er bij zijn van Maria-Lierde e ier
streken.-Anders "-yL-Ket rtoe al wel in f'*
u «Mua; ae menscnen zijn stil en zorgelijk; al is win -
ter niet streng, hij is toch kwaad om afzien: 't loof is ver
gezet, veel rapen kapot, en de loovers droog; d'. ander
vruchten staan nog al wel, maar de klaveren sterven
nÜg uit»" en zuiver een plaag onder; op Herzele sterven
er veel menschen, d'ander week waren er vier; dees
week weêr een stuk, twee of drie; van kinderziekten
hoort men niet veel; doch 't schijnt dat er langs Assche
en Ham me veel sterven; 't Herzele resideert een ziekte
op 't gewijs v n fleuris... Er is grooten oploop en troe
bel in veel dorpen voor de wille der Armen; er zou ab
soluut een Wet moeten zijn, een juiste Wet, of anders
zullen al d'Armmeesters hun ontslag geven op den Bui
ten... De zaak is dringend, dringend, DRINGEND;
de Buitengemeenten vragen d'hulp van hun heeren Ge
kozenen, dringendlijken haastiglijk.
Onmogelijk d'Orgelbals te bedwingen 1
Hoe kan men zulke thesis afgeven
Ze zijn wel getemd en bedwongen te St-Nikolaas, te
Meenen, te Rousselaere, op veel ander plaatsen.
Wij zouden dus veroordeeld zijn, immer dieper en
dieper te zakken in den poel van ellende, van Volksar-
moede, van Volkswanorde!
In November 1886, M. den Denen van Aalst, E. H.
die in ons zal geopenbaard worden...
Hier heeft Lukas onder het toezicht van den Apostel
Paulus zijn Evangelie geschreven.
Welke merkweerdige plaats!
De vrome Paulus had hier een zekere vrijheid; dag
en nacht stond hij onder de bewaking van den soldaat
Martial; geketend was hij, doch er mocht Volk bij hem
komen. Hier heeft hij o. a. bekeerd zijn bewaker, One-
siforus, Hermas, Marcus, Dcmas, cn zelfs verscheide
hovelingen van Keizer Nero. Hier wierd hij uitgehaald,
na gegeesseld geweest te zijn, uitgegaald en langs 't Ka-
pitolium naar de strafplaats geleid. Aan den Forum ver-
WEST- VLAANDEREN. Vrijdagnacht was de zoon
uit het Hof van Hasselt te Poperinghe, een jongman van 27 jaren
uitgereden met zijnen wagen, bespannen door 2 peerden en gela
den met kolen; rond middernacht is hij op den weg van Crom-
reke onder den wagen gtvallen en overreden; hij verkeert in be-
denkelijken toestand. Dijnsdag d. v. w. is in de Vaart te
Stuivekerkerke het lijk opgetrokken van N. G. Verhaeghe,
Schepene der gemeente; hij laat een weduwe met 6 kinders;
men denkt dat de ongelukkige den zondagavond in 't naar huis
gaan uit d'herberg, bij slecht weêr in 't water zal gesukkeld zijn.
Ze schrijven uit Reckem dat twee dieven gepoogd hebben in
de Pastorij te breken, en aangehouden zijn door den brigadier cn
een bediende der douanen; ze zijn naar gevang van Meenen ge
leid; zij droegen 16 hennen en eenen haan, gestolen te Halluin;
een landbouwer van Rousselare zegt dat die twee dieven van
Denderhautem zijn.
Ontaarde vader. Een schandig feit heeft een dezer
laatste nachten in de Huishoudstraat te Brussel plaats gehad.
De echtgenooten D... waren gansch dronken thuis gekomen.
Door den jenever aangehitst, ging D... naar de kamer zijner
oudste dochter, een meisje van 15 jaren, en begon deze te slaan.
Daarna sleepte hij haar op den vloer en trapte haar onder de
voeten, totdat eenige geburen, die op het noodgeroep van het
zeer weinig te hebben geëten, welhaast bet maal, om om zich
naar hare slaapkamer te begeven.
Inmiddels was een der lakeien eene boodschap gaan ver
richten bij den kruidenier die in dezelfde straat woonde van
Keuliaan, en had aldaar vernomen wat er binst den nacht in
het huis van den zaakwaarnemer voorgevallen was. Gelijk
veel zijns gelijken, grootmoedig van iets nieuwsgierig te kun
nen verhalen, enonbewust dat Petro Gansoli, in dit blcedig
drama, een der voornaamste rollen had gespeeld, had hij te
huis komende, zich bij zijne meesteres aangemeld en haar al
les verhaald wat hij bij den kruidenier had hooren vei tellen.
Dit veranderde de ongerustheid van Tazida in schrik cn zij
dacht niet beter ol het was barer dienaar Petro Gansoli die
zijnen aanslag had gemist en ten huize van Keuliaen aange
houden v/as; ook twijfelde Tazida niet of het Gerecht zou de
papieren van den vermoordde onderzoeken en bij aldicn het
waar was, gelijk Keuliaen haar had gedreigd, dat er in zijn
schribaan schriftelijke bewijzen berusten die haar konden
verraden, was zij verloren.
Dit was echter niet zeker en de fielin besloot alles in ge
reedheid te brengen tot eene vaardige vlucht, in afwachting
van hetgene er kon gebeuren.
Inmiddels begon de zon naar het westen te dalen en daar
het geen maanschijn was, verspreidden de duisternissen zich
reeds vroegstondig over het aardrijk heên.
Tot op dit oogenblik had men Tazida nog niet ontrust,
echter wilde zij tijdens den nacht bare vooizorg nemen. Zij
boi g in een klein valiesje een aanzienlijke som wisselbrieven
en juweelen en ten einde der straat stond haar rijtuig gereed,
bespannen met twee felle paarden, zoodat zij, volgens haar,
maar een stapje behoefde te doen, om het gevaarte ont
vluchten.
Zoo geraakte het tien ure en n2mate de nacht naderde,
begon de kaartlegster zich geruster te stellen, toen er schie
lijk aan de voordeur werd gebeld. ('t Vervolgt.)
Iemand uit Herzele gesprokenveel Sterfgevallen,
doch geen bijzondere ziekte: Er sterven daar veel Ou
derlingen, den eenen van dit, den andere» van dat; doch
besmettelijke ziekte is er niet... Des te beter en leve de
Waarheid in alles!
S uiten la d.
Schrikkelijke Zeeramp.- 62 Slachtoffers.
Londen, 27 Februari. Een schrikkelijk ongeval is
op de hoogte van Deachy Head voorgevallen.
Eene stoomboot van 3,000 tonnen, de Glencow is in
aanvaring gekomen met een klein zeilschip van Glas
gow, de Largo Bay, geladen met dynamiet.
De Glencow is met gansch zijne bemanning, be
staande uit 62 man, gezonken.
Dc Largo Bay werd door een sleepboot naar de haven
v van Southampton gebracht, en van zijne lading ont-
daan.
Een trein geplunderd. De reizigers aange-
i rand. New-York, 24 Februari. In het graafschap
Kern (Californie), werd een sneltrein door eene bende
i dieven gansch uitgeplunderd. Een reiziger werd ver-
moord. Een andere werd doodelijk gewond.
Brand in de spiegelfabriek van Moustier.
De oorzaak van dezen brand, waarover wij hooger de
bijzorderheden meedeelden, is de ontploffing eener
groote petroollamp die in de machienzaal hing.
I Aanvaring. Eene stoomboot gezonken.
j Londen, 25 Februari. Gisteren morgen zijn de Gran
ville en eene andere, tot nog toe ongekende stoomboot,
in aanvaring gekomen.
De Granville werd erg beschadigd en is in de haven
van Dover binnen gevaren. Men vreest dat het ander
vaartuig gezonken js.
DUITSCHLAND. In de staalfabriek der heeren
Krieger en Ce te Haspe, is donderdag morgend hetgroot
jachtwiel gesprongen, waardoor twee man gedood en
vijf andere min of meer erg gewond werden. Een deel
van het wiel vloog over dc halve stad heen en sloeg twee
meters diep in den grond.
OOSTENRIJK. Door den bliksem gedood.
Eenige boeren van Emerenzeche bij Billin, werden op
22 dezer maand door eene dondervlaag verrast. Drie
van hen werden door den bliksem gedood en 5 gekwetst.
RUSLAND. Volgens telegrafisch bericht, is de
goederenstatie te Sebastopol, meteenen grooten voor
raad Amerikaansch katoen eh graan, door brand ver
nield. De schade wordt op 1 millioen roebels geschat.
Frankrijk.
Een bloedig drama beeft té Beaumontplaatsgehad.
Do genaamde Bayard kwam thuis in smoordronken
toestand. Zijn vader deed hierover aanmerkingen en be
rispte den zoon over zijn onwaardig gedrag. Bayard
bleef onverschillig, en antwoordde op zoodanig dreigen
den toon, dat zijn broeder het noodig dacht tusschen
beiden te komen. Dit onstak de woede van Bayard. Hij
11am een geladen geweer in handen, legde op zijnen
broeder aan, en loste twee schoten op hem. De ongeluk -
kige broeder stortte neêr in zijn bloed. Hij werd er
aan de bil en aan den arm geWond. Het slachtoffer
stierfin de hevigste pijnen. Het parket van St-Julien is
ter plaats geweest om een onderzoek te doen.
3cf Ingezetenen v^Aalsf Whtte hem de eerste Paus,"apostel Petrus, om ook de
manskring en Patronagiën, van Patronagiën die er nog
meest van al noodig zijndaar verklaarde hij uitdruk
kelijk, met weemoed: 'tjong Werkersgeslacht van
Aalst is bijna gansch verloren; 't verliest den eerbied
voor 't Geestelijk; wij moeten een nieuw geslacht vor
men;» En dan moedigde hij ten krachtigste aan, de wer
kingen en de Petitiën tegen d'Orgelbals... Men was dan
bezig met dit algemeen Petitionnement, hetwelk zooveel
bijval had, dat er Burgers waren die zegdenMet mijn
twee handen zou ik willen tcekenen
De zaken zijn hier in Aalst ver gekomen; waarom?
Wat schreef Ovidius reeds in zijnen tijd? Verzetu te
gen het beginnende kwaad
Men heeft hier de groote verderfelijkheid met gezien;
't ongeluk van Aalst is geweest dat er verscheide Regle
menten gemaakt wierden,met goede artikels, doch altijd
met de bepaling dat M.de Burgemeester VanWam-
beke op ander dagen van Feestelijkheden mocht toela
ting geven... Het is geen nieuws dat M. de Burgemees
ter moeielijk iets kan weigeren; d'Orgelbazen wisten dit
en ze gingen en ze kenden hem en ze drongen aan, en
ze spraken van bier dat zij' opgedaan hadden, van ple
zierige dagen; en eilaas, eilaas! meermaals er waren
verblindde Katholieken, die bij M. den Burgemeester
voor d'Orgeldraaierij gingen schoon spreken... Zekere
dag, een voorname Katholiek bedreef die fout en kreeg
van M. Van Wambeke zulke verontweerdigde snabbe,
dat hij elders ging zeggenNooit zal 't mij nog gebeuren
zulke toelating te gaan vragen!.. Ach, waarom hebben
wij niet meermaals zulke wilskracht aan te stippen!...
Zoo wierden al de Reglementen ondermijnd; daarom
vroegen de 411 Katholieke Kiezers VAN DE DAGEN
vast te stellen; die woorden stonden uitdrukkelijk in de
Petitie; Mde Burgemeester, voor de Kiezing op een
sektie van Mijlbeke zijnde, verklaarde dat zijn vurigste
wensch was de dagen vastgesteld te zien; dan, zegde hij,
ben ik van al die aanvragen verlost; eu de Commissie
door den Raad benoemd, maakte in dien zin het nieuw
Reglement op, dat bijna éenparig wierd gestemd, op een
merkweerdig verslag en een krachtige verdediging van
Raadsheer Limpens; 't is ongeloofelijk noe die Heer
alsdan in d'herten der Katholieken is geklommen.
Dat nieuw Reglement IS DE REDDING; met hart-
pijn zagen wij dat M. de Burgemeester aan zijn voor
recht hield; dat hij zich absteneerde in de stemming,
dat hij uitriep,verscheide malenMren, gij hebt het ge
stemd; maar veel, veel moeielijkheden zult gij tegenko
men... Zich in 'ne zekeren zin verloren geven voor dat
men den vijand gezien heeftDe goedkeuring en uit
voering van 't nieuw Reglement is lang, zeer lang on-
derwege gebleven.
Het gedacht van M. Lirapens en van d'ander Raads-
heeren, was van die Orgelbals langzamerhand uit te
roeien; zulks kan geschieden
ic DOOR DE WET.
De Reglementen DOEN uitvoeren; bijz. 't artikel
van 't nieuw Reglement dat luidt: «Alle toelatingwordt
geweigerd voor éen jaar, aan wie ééns 't Reglement
overtreedt.Zorgen dat boeten en ander straffen niet
kwijtgescholden worden; de listen verijdelen; des
noods de zaak voor de Kamers brengen; M. Woeste zal
in deze allergewichtigste zaak zijne machtige medehulp
niet weigeren.
2° DOOR MIDDELS VAN OVERTUIGING.
Werken op d'Ouders en op de Jonkheden; de zoe
tigheden en ae voordeelen doen uitschijnen van een or-
delijke en deftige levenswijze;—de wijze Spaarzaamheid
i aanprijzen cnbeloonen; werken door den Armen,door
S. Vincentius, door de bijzondere Liefdadigheid, om de
misbruiken uit te roeienDat men eens die goede
Itv ei KZauu t.L.Jc 1 begirt 1. - e.-. na karton tuH
welke groote en gunstige veranderingen ('t Vervólgt;
OP 17 DAGEN,
j Wij komen uit de Kerk van d'H. Agnes...
Piazza NavonaHebben wij reeds gesproken van de
3 fonteinen die er staan? Reusachtige stukken, die de
I waters langs alle kanten doen klateren, dat men het een
i straat ver hoort... Dat moet deugd doen in d'heete Itali-
aansche zomers; thans is het hier gelijk bij ons in Juli..,
Gisteren was 't heet, maar nu vrijdag, ziet het er regen-
achtig uit, dreigende grijze wolken bedekken den blau
wen hemel... Dat werkt op ons gemoed, treurmoedig-
lijk...
De Fontein in 't midden, zoo hoog als een huis van 3
stagiën, verbeeldt de vier groote stroomen der wereld
Donau, Gangus, Nyl, enRio de la Plata; tegen die stroo
men zijn Schelde en Maas maar beekskes; de tweede
Fontein geeft u Neptnnus, worstelende met een zeemon
ster en omringd van zeepaarden die water spuwen; de
derde Fontein is omringd van zeemerminnen en van bo
ven staat 'ne kalant uit 't zwarte land.
Rond die fonteinen zijn 's morgends berglieden met
geiten voor de versche melk en in den dag kramen met
appels, appelcicnen, citroenen, macaroni, kastanjen,
radijskes, salai en ander groensels; d'appelcienen zijn
hier goed en goedkoop; te Venetië waren er gansch rood
van binnen en zoo zoet als suiker; te Napels, zoo vertel
den ons reisgezellen ons later, speelden de knapen met
d'appelcienen.
Schuins over de kerk van St-Agnes is de Vaderland-
sche Kerk der Spanjaards, Santa Giacomo degli Spag-
noli.
En nu voorwaarts; want ons dagen korten hier:
Dien voornoen: na ons ontbijt aan den Corso, na een
bezoek aan den Post, waar brieven en gazetten uit het
eiland Chipka lagen, en waar het ons dacht dat een be
diende ons arglistig bekeek, want 't Bestuur van Koning
Humbert is zeer achterdochtig; die geen vrede heeft in
zijn hert, kan met anderen niet in vrede leven; dien
voornoen, wij zagen:
Op den Corso, piazza Colonna, de zuil van Mare Au-
relius, 100 voet, 29 meters hoog, een ronde kolom in
marmer van 28 stukken; eerst een breed voetstuk,
waarop uitspringende beelden, dan de ronde kolom vol
afbeeldingen van oorlogen der oude Romeinen, die
slangswijze loopen tot boven toe; dan in d'hoogte een
soort van hemel waarop vroeger Marc-Aurelius stond
en waar nu den apostel Paulus prijkt, in den brons, met
zijn manhaftig wezen, zijn lange baard, zijn boek onder
den arm,leunende op een zweerd, het teeken zijner Mar-
telie.
Apostel Paulus, de manhaftige Romcinsche Burger
daarboven overheerscht Gij de voornaamste straat van
Roomen
En dat was rich tig
Want een weinig verder zagen wij de kerk van Santa
Maria in viê. lata; daar zagen wij een schilderij der Moe
der Gods, door den Evangelist Lucas; 't Volk van Roo
men heeft er devotie voor, sedert onheugelijke jaren;
want volgens de Chronijken is in de jaren 800 de neef
van Senateur Alberic in deze kerk van zijn lamheid ge
nezen. De kolommen dezer kerk, in ouden marmer, zijn
bedekt met fijnen jaspissteen uit Sicilië; onder deze kerk
is de plaats waar de Apostel Paulus 2 jaar gevang heeft
uitgedaan; wij daalden die trappen neêr; alles is nog in
den alouden toestand, in dit gevang, redelijk groot; de
Apostel stond er onder de bewaking van den soldaat Mar
tial; ge ziet nog de kolom aan welke hij ingeketend was,
en de fontein die uitsprong om de nieuwe Christenen te
doopen... Hier heeft Apostel Paulus al die schoon brie
ven, manhaftige brieven geschreven aan d'Eerste Chris
tenen: Broeders, schreef hij, 't is voor de hoop van Is
raël, dat ik hier geboeid zit;... laat ons manhaftig zijn
cn geduld hebben, totdat de gerechtigheid voorbij ga en
leze sterflijkheid door het leven verslonden worde
Het Rijk Gods is vrede en blijdschap;... al 't lijden van
ezen tijd is niets, tegenover de toekomende heerlijkheid
1 Mar telie te ondergaan.
In dezelfde straat Corso, de Passage der oude Romei
nen, zagen wij de Kerk van St Marcellus, Paus en Mar
telaar; onder Keizer Maxencius veroordeeld om de bees
ten te bewaken: koeien, ossen, varkens; 9 maanden in
dien slafelijken dienst; gered door de Christenen en gaan
wonen in 't huis der Christene weduwe Lucina; daar ge-
preêkt, gewijd en de Kerk bestierd; verraden; gevan
gen; ditzelfde huis der vrome Lucina in beestenstal ver
anderd en nogeens moest Paus Marcellus daar als slaaf
werken en de dieren bezorgen; hij stierf er van armoede
en ellende, en wierd in de Catacomben begraven; rond
de 5de eeuw bouwde men hier een kerk; zijn lijk wierd
hier aangebracht en berust onder den hoogen Outaar,
benevens 't lichaam van den Martelaar Phokas, hove
nier en van de H. Felicitas. Op de Vout dier kerk is het
Aardsch Paradijs geschilderd; men heeft er 't marme
ren graf van den kloekmoedigen Kardinaal Consalvi, en
de gevel is een meesterstuk van Fontana.
Die Corso heeft nog verscheide ander kerken, o. a.
eene in welke er Gedurige Aanbidding was; het Hei-
densche Roomen had 300 Tempels voor d'Afgoden; in
't Christen Roomen zijn 350 Kerken; elke dag heeft zijn
Gedurige Aanbidding, zoodat er dagelijks het Allerhei
ligste uitgesteld is; dit wordt aangeduid door roode ver
gulde drapcrijen aan 't Portaal en door palmtakjes, ge
strooid aan den hoogen Outaar tot verre buiten de kerk;
wij zagen er veel devotie; geen stoelen, eenige banken,
't Volk geknield op den grond of rechtstaande... Voor
d'inncming van Roomen door de Piëmonteezen, geen
stad ter wereld waar men meer Christelijk Leven en
schooner Kerkelijke Diensten zag; zeer dikwijls reed
de Paus met zijn gevolg naar de kerken van Aanbid
ding; de eene Feestdag verwachtte de andere niet en in
zekeren zin, 't was er als een voorgeborgte van 't He-
melsche Jerusalem... De Romeinen kunnen met veel
smaak d'Outaars versieren, door gemaakte bloemen en
ontelbare waslichten; 't is verrukkelijk schoon, 't Volk
zingt er in zijn schoone taal de gebeden meê die op de
Hoogzaal aangeheft worden; en na de Mis, elk Didt
luidop de gebeden door Leo XIII voorgeschreven.
Nu begon het voorgoed te regenen:
Wij zagen met '11e wip de kerk van Minerva, nabij het
Groot hotel van dien naam, waar veel Belgen gebille-
teerd waren; vroeger was 't hier een afgodinnen-tempel;
Paus Zacharias heeft er een kerk gebouwd van O. L. V.;
van 1849 tot 54 gansch hersteld; 't heeft een half milli
oen gekost; de Vout is gansch van azuur met gothieke
versiersels en daartusschen de Profeten, Evangelisten,
en Leera rs; de Paters Preekheeren bedienen deze kerk;
z'hebben er een Christusbeeld van Giotto; een Outaar
van St -Thomas van Aquinen; men bewaart er 't hert
van d'H. Catharina van Senen; men bewondert er een
standbeeld van Michaël Angelo: den Gekruisten God;
veel Pauzen zijn hier begraven, benevens de vermaarde
schilder Broeder Angeliko, een allereenvoudigste man,
maar een kunstenaar zoo groot als Van Dyck en Ru
bens.
De kunststukken te Roomen zijn waarlijk ontelbaar
en onbeschrijfelijk. Eén kerk alleen nauwkeurig bezich
tigen, van Outaar tot Outaar,ware een dikke dag werk.
De Paters Preêkheeren hadden hier een Bibliotheek,
van 200,000 boeken die allen ingepalmd zijn door Vic
tor Emmanuel.
Verders staken wij eens ons hoofd in den Pantheon;
de regen plastte er op den marmersteen; wij gingen in
de kerk St-Augustinus; een groote kerk met 3 beuken
waar een Mirakuleus O. L. Vr. beeld vereerd wordt; er
zijn 16 rijkelijke Outaars in die kerk; de Outaar van St-
Augustinus, den grooten Man; de C'utaar zijner goede
Moeder de H. Monica, haar iichaam berust daar en veel
VrOT.ic -.yr bidden; Moederen Zoon zijn
hier thans vereenigd, gelijk zij vereenigd zijn in den
Hemel.
Wij bleven in die Kerk vol ontroering staan voor die
twee Outaars, voor het Christusbeeld van Philippus Ne-
rius, den Apostel van Italië; er staat daar ook een beeld
van O. L. Vr. dat uit Constantinopelen komt; in 1485,
als de groote Pest te Roomen was, wierd het door Paus
Innocentius VIII langs de straten gedragen; boven de
kolom der middenbeuk zagen wij een Meesterstuk van
Raphaël: de Profeet Isaïas;... Raphaël, gij zijt waarlijk
den Meester en den Kapitein.
D'Augustynen hadden een Bibliotheek van 150,000
boeken en 3000 handschriften, o. a. Syriasche en chi-
neesche; ook ingepalmd onder Victor-Emman vel; geen
wonder dat die intrigant, na al die schoon stukken, uit
riep: Andremo al fundo!... Ik voel mij" verzinken!...
Waar gaan wij nu? Naar de Pauzeliike Cancellary en
dan recht naar Piazza Venetia, om er den tram te nemen
voor 't Vatikaan...
Onthoudt dit, menschen, als gij ooit te Roomen komt,
Piazza Venetia is 't middenpunt; daar staan al de trams;
daacvindt gij altijd rijtuigen; die u brengen naar Pi
azza Popoio, die u brengen naar 't Quirinaal waar Ko-
ningHumbertwoont,(daar wilden wij niet gaan); en naar
de Statie; 't weêr maakte ons droefgeestig_genoeg; die u
pen:
brengen naar 't Coliséum of wel naar 't Kasteel St An
gelo en St-Pieterskerk. En ge moet niet vragen hoeveel:
een straat ver of g'heel de stad door: 15 centiemen!
quindici centisimi. ('t Vervolgt.
Bavo. Hoor, ik pas-
seere daar voorbij een slech
te kaberdoes
Lieven. —Gelijker velen
zijn, hedendaags, Bavo, en
veel g'heime slechte koten
van herbergen,waar met den
donkeren en 's nachts alle
slach van slecht Volk thoop
komt...
Bavo. Lieven, ik pas
seerde daar en wat hoorde
ik roepen
Lieven. Zeg het ons
maar, Bavo?
Bavo. - Ik hoorde roe
dat Katholiek Ministerie! dat Bloed-Ministerie!»
Lieven. Wadde! wadde! repeteert dat eens!
Bavo. - Dat Bloed-Ministerie!
Lieven. En waarom als 't u blieft, die titulatie?
Bavo. Voor die ramp van Grocnendael
Lieven. - Voor die ramp!... Maar perbliksem, hee
rezee! wat schuld heeft ons Ministerie daaraan? Zijn er
onder de liberale Ministeriën geen Convoi-rampen ge
weest en geen mijnrampen?
Bavo. Lieven, ik zeg u wat ik hooren roepen heb,
en dat woord hebben ze gevonden in een groote liberale
gazet
Lieven. Wel, wie houdt er mij tegen of ik doe mal
heuren: Bloed-Ministerie!... Bavo, hebben ze de jaren
79, 80, 81, 82, 83 vergeten, die jaren van Bloed en van
Tranen? van Geldverkwisting en van Verdrukking? dat
er bijna geen Vrijheid meer bestonddat d'arme Ou
ders verdrukt wierden,
Bavo. En de klem bedienden gejudast!... Be
dreigd, van hun brood beroofd!
Lieven. Hebben ze vergeten, Heule?... Hebben z«
vergeten hoeveel brave menschen voor den tijd in hun
graf zijn gestooten door hun wreedheid om de Wet van
1879 uit te voeren?... Bavo! Bavo!
Bavo. Ja, Lieven, dat Volkske durft alles, er snij
den geen messen op
Lieven. Wel, 'k vraag aan mijn eigen, of de Con-
vois en de Statiën ooit beter opgepast waren als nuOn
der Pitje Van Humbeeck, 't was al voorde Geuzen*
school; al d'ander Ministeriën leden gebrek, is'twaaf
of niet