Paulus VAN Zondag 11 Januari 1891 328te Jaargang AALST. GODSDIENST. VADERLAND. VRIJHEID. Redekavel ingske. r»i Overheden van Stad en Parochie -* De Burgers moeteu ouder de wapens, St-Marteiiskerk t'Aalst. EEN BLOEDIGE WRAAK. BUREEL, ACHTERSTRAAT, Gewone Annoncen20 centiemen per regel. Annoacen op de tweede bladzijde £0 centiemen den regel. Berichten onder 't Nienws, 1 frank den kleinen regel. ET IAI ABONNEMENTS-PRIJS. 5 Pr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen des jaar* genomen, rechtetreeks by ons of door Post of Briefdragers. VAÏÏAEl AALST, io JANUARI 1891. 0 Den vriendelijken goeden dag, en de vervulling der goede wenschen,'t is hetgeen wij aan alle Landgenoten wenschen, maar eerst en vooral en met prestancie aan ons geërde Lezeressen en Lezers.... En 't weêr elk erweê bekommerd is... Zondag had het al 40 dagenen 40 nachten sterk gevrozen... Zondag morgend, g'heel de wereld was een ijsbaan, zoo slibber en glad. Vóór de Mis van 8 ure was er al ietsgebeurd in Aalstop Mijlbeek 8 menschen gevallen aan de statie, Manuel gevallen, bots achterover doch zonder ongeval in de Molenstraat de dienstmeid van Nellis met twee schalen, neen, met twee melkpotten, in d'Achterstraat een madam en wat weet ik nog al!.. Te Ronsse daar was 't erger een doch terken van 9 jaren valt achterover het schedelke gebro ken, dood Hier in Aalst, 't Volk ging naar d'Hoogmis op ijsgrond en uit dc.n Dienst komende, de straten waren drempig en nat:... Dooi, den Dooi Zacht weêr In 1879, ook 'ne sture Winter geweest, rond Kerstdag hield de Vriezeman hem stil en men geraakte zachtmoe- diglijk aan de Lente... Maar Dooi zonder regen of wind, de moeite niet, dat het begint... Zeeldraaiers, Patteel- binders, oudeHoveniers, Douaniers, Matroozen, Nacht wakers, Schippers, Broeders Recolletten, Poortiers in een Collegie, Schiptrekkers, Sasmeesters, Drogisten en Barreelwakers zijn gasten die veel kennis hebben van 't weêr Maandag, aan den Barreel van Erembodegem wierd er gezegd Om waren Dooi t'hebben, de Wind zou moeten huilen, hollen en grollen... Maandag, 't kwaartje na 4 ure is 't beginnen te sneeuwen, dat die op de baan waren, vielen aan 't schreeuwen; dijnsdag was 't sterker gevrozen; woensdag morgend stonden al de ven sters van Chipka vol dikke zware ijsbloemen; wie kan teekenen en schilderen gelijk die ijzige wind!.. Nu don derdag als wij dat redekavelingske doen, donderdag is 't iets of wat verzacht. 't Is droef arm zijn, in dees stuur sesoen; 't is droef geen kolen hebben, geen brood, geen deksel, geen geld, geen krediet, geen vrienden.. T'Aalst is er een armoede, menschen; t'Aalst is er een armoede; de Burgers geven veel, onzeggelijk veel; St-Vincentius doet buitengewone deelingen; de twee liefdadige Sociëteiten van Damen en Juffers zijnneerstig en edelmoedig in hun werk... maar, maar de Stad zal er nog moeten tusschen komen.... Wie stelt zich aan 't hoofd om een groot Vlaamsch Avondfeest in te richtenOverwegende dat er brave Huisgezinnen zijn, Man, Vrouw, verscheide Kinderen, d e van honger zouden sterven, wierden zij niet gehol pen, overwegende dat de Liefdadigheid een der zoetste en der verdienstrijkste plichten is, Iaat one toch eiken avond vragen of wij in deze buitengewone moeielijke tij den aan den Oproep der Broederlijkheid en der Mensch- lievcndheid hebb°- beantwoord? Winter van 1890 91, ge zult in de Jaarboeken staan... De Natuurkundige van Herzele heeft den grond doorboord en bevonden dat hij vervrozen is tot 54 centimeters diepte... Arme boomen en sieraadplanten; doch laat ons zwijgen van de Boo- men; de Velden, de Kouters, d'Akkers! hce zal men ze vinden achter den Dooi? den Oogst, de Tarwe! de Rogge! de Klave ren! 't Loof!.. Dierentijd voor menschen en beesten... In de steden weten ze niet wat een koeibeest dagelijks noodig heeft om te leven;... lastigen, moeielijken, bedrukkelijken tijd voor onze brave en neerstige Landbouwers... Dat '11e mensch niet kon naar omhoog zien, met hulp en betrouwen, naar #mhee>g, naar den Hemel; dat 'ne mensch riet kon zeggen Na lijden komt verblijden! door tegenspoed komt ons 't opperste goed; in 't kiuis is de zaligheid; we zijn nog beter als Job die had alles verloren en enkel behouden een boos wijf... Dat 'ne mensch alzoo niet kon spreken, disparaat en wanhopig en treurend zou men worden. BOEKHANDEL DER WERF. Premiën aan ons geëerde Inschrijvers 't Kasteel der Verdoemenis 1 00 in pl. van 2,00 Gaston Blankaert 0,73 1,75 Doktor Gorus 0.75 1.75 Jan De Lichte 1,50 in pl. oan 2,00. TE KOOP: Ons Werkvolk, vlugschrift aan o, :o.; Ie Doc- teur Koch et sa découverte par Dr A, Mceller 1.5o; Leven vaD den H. Norbertus 2,co; Maria-almanak o,5o; les Missions d'afrique par le Bon L. Bethune 4,00; de Slavenhandel, door Broeder Alexis o,g5. 100 Visietkaartjesmet 100 fijn envelopkes 1,90. Kerstavond, zang en gebaren, allerschoonste stukje voor Avondfeesten en Prijsdeelingen door C. Jooris, prijs i.5o; Vergeet mij niet, lied voor tenor en soprano, gedicht van H. Van Wezemael, pr., muziek van L. Van der Meeren, Aalst, prijs 1,00. avone. 't Weêr procedeert,. Veel zachtxri>. Wind blijft Noord-Oost... TeTemsche is alk bo.!.,'.jst op de Schelde; er zijn op de Schelde bergen met ijsscii n, zoo hoog als een huis, zoo hoog als een huis van drie stagiën 't Is te Temsche schieting geweest met den handboog op 't ijs en daar verscheen 'ne man van 84 jaren, M. De Munck van St Nikolaas, die in't jaar 38 op dezelfde plaats, ter Schelde, een en vogel had afgeschoten. Z'hebben den Ouderling veel eer aan gedaan.... Te Rupelmonde ligt de Schelde ook vast, iets dat zeer zel den gebeurd; t'Amsterdam zagen ze 't ijs in stukken, om door tocht te geven aan de stoombooten;t'Antwerpen is de scheep vaart onmogelijk, door de schromelijks opeenstapeling van ijsschalen; 't zijn rotsen gelijk in den Nooidpool... Gent staat op zijn pointilje, omdat verscheide groote schepen die in Ant werpen niet konden gelost worden, naar d'Have van Artevel- destad zijn gekomen... Men rekent dat er t'Antwerpen aan de Dokkeu al een millioen ff. schade is voor Schipperij en werk volk. DE WERKLIEDEN. De Zangmaat schappij De Ware Vlamingen be staande uit Werklieden, treedt vooruit, om zondag aaastaande ZONDAG 11 JANUARI 1891 ten 6 ure 's avonds op Stads Schouwburg een Concert te ge ven. ten voordeele van hunne noodlijdende Broeders, die verborgen het slachtoffer zijn van den hedendaagschen ruwen Winter. Aalst zal aan dezen edelmoedigen oproep beantwoor den. Plaatsen van 1 fr. van o,5o en van 2S c. Af" Den 2 5 Januari aanstaande, aldaar Va i O Jriv* J-iill. in de Feestzaal van't Gesticht der Jongelingen, Luisterlijk Avondfeest ten voordeele der Ar men, door de Zangmaatschappij en de Faniaren der Ge meente, met medehulp van M. Leo Walpot, klarinettist, Eer ste Pjijs van Brussel en d'heeren Zangers J. Bruggeman en Palmkoek, van St Nikolaas. Plaatsen van 2,00, van 1.00, van 5o c. en van 25 c... Het Programma is al wat puik is en uit gelezen, men zal o. a. uitvoeren een gelegenheidscantate, door Paul d'Acosta. JTfff? De oproep tot de Liefdadigheid, van St. Vincentius a Paulo's genootschap is met den besten uitslag bekroond geworden. De geestelijke en wereldlijke Overheden, de Eerw. Zusters Maricoilen «n alle begoede burgers, zonder uitzondering, hebben aan den oproep beamtwoord en milddadige giften ge schonken. F-«WV;»!!. grivo. tt> fl- oone we: a vaSdh n...l «av. den arme en gansch de gemeente. Aan alle weldoeners oprechten dank voor hunne giften. God loone het hun Op Drie Koningen avond hebben er twee vreemde schavui ten met zware stokken gewapend, de inwoners van Lede wil len schrik aanjagen. Onze nieuwe veldwachter die steeds op de bres staat en daarom van alle goede en deftige burgers zou moeten krachtdadig ondersteund worden, is verplicht ge weest van zijne wapens gebruik te maken om ze te verdrijven. Er is getwist en verweten, men kan niet meer. Doch die vreemde schobejakken zijn gekend en proces-verbaal is opge maakt. Zonder twijfel zal die opstand tegen de policie streng gestraft worden. M. Limpens heeft in den Gemeenteraad van Aalst voorgesteld van een Nijverheids- of Werksraad te noemen, volgens de wet van 1887 Een Leger van Vrijwilligers zou aan veel werk loozen een deftige Broodwinning kunnen verschaffen... Een Leger van Vrijwilligers.... Algemeenen dienstplicht is algemeene Slavernij..- Een Vrij Leger is algemeene Verlossing... Wanneer zal msn dit verstaan en in uitvoering bren gen? Overheden van Aalst; Heeren Burgemeester, Schepenen en Raadsheeren, wij wenschen U allen een goed en gelukkig Jaar; Maar zijt toch waakzaam en werkzaam. Is er ooit in de wereld zulken aanval geweest tegen Geloof, Zeden en Orde? 't Ziet er zwarter uit, als over 100 jaren. Dan klom ook de Goddeloosheid en 't Zedebederf, er volgde wreede ar moede, groote Volksellende en een bloedige omwenteling. Menschen van de Stad, menschen van den Buiten, ge zoudt niet kunnen gelooven wat grouwelijke dingen er geschreven en beraamd worden. In de liberale gazetten, Shotten met al wat Geloof en Godsdienst aangaat; De redelijke schepsels stellen nevens de dieren; In de gazetten der Socialisten, Zeilde Goddeloosheden; Blij zijn, bravo roepen als er iemand sterft als Vrijden ker en als, Solidair. Daarbijvfculderen en uitval]en-*tegen de rijke menschen. De werkman, die Vooruit leest, is verloren; weldra verliest hij de gaaf en 't licht van 't Geloof, en krijgt in zijn hert niets dan Gramschap en Haat. Wat lazen wij deze week in Vooruit Wee u, wee u rijke menschen en uwe kinderen, op den dag onzer wraak; ge zijt onmeêdoogend geweest; wij ook zullen geen genade geven... Weeu, rijke men- schen! Ongelukkige fabrieken, Ongelukkige Steden, Waar de Socialisten een groote macht hebben en de wet geven. Men ziet het reeds te Gent, te Brussel, te Bergen, te Charleroi; Op de groote omstandigheden, 't Geweer in d'hand, Tegen de Stadsgenoten-Werklieden. Zoo gaat het in de wilde bosschen met de wreede die ren; En tot zulke Samenleving zijn wij geraakt met het zoo gezegd beschavende Liberalismus! Want op het Liberalismus moest het Socialismus volgen. T'Aalst, in de groote zalen van Orgelbals, volgens Den- dergalm 't leven en de beweging der Stad, 't is daar nu dat de kopstukken van Wee aan de rijke menschen! ons Werkvols bijeenroepen. Nu ziet men de vreeselijke Volksarmoede; de schrik verwekkende Volksellende; Drij oorzaken zijn er DE KLEINE LOONdaarin heeft men 't werkvolk niet beschermd; de kleine loon, ontoereikend om te leven; HET ZEDEBEDERF; 400 Kiezers van Aalst hebben moeten een Smeekschrift teekenen, om een kapabele wet te krijgen tegen d'Orgel- bals; de wet die Ronsse en Eecloo oek overnemenDe dagen vast stellen, en buiten die dagen, niets. 400 Kiezers hebben geteekend op de Smeekschriften. En die Wet wordt niet uitgevoerd; al te dikwijls wor den de straffen kwijtgescholden; Dat zou niet gebeuren, indien 't Stad-^.. huis van Aalst op den kivi ware; &M 't Stadhuis van Aalst; Wordt het ooit afgebrand door den Oproer, de tegen woordige Regentie mag zeggen: Dat vuurken heb ik hel pen aansteken! rbeid en Kapitaal, 'W O roaoh-bw, ^.üudeu'43-TPec uoeten de SaïüöMcvuig üienei.-; 1 Li";Ueid en Kapitaal; xj&jfct 't Kapitaal zijnen intrest hebbe, maar dat de Arbeid tocii het noodige onderhoud geve. 't Christelijk Socialismus werkt om Vrede te brengen door Broederlijkheid; Het goddeloos Socialismus is niets dan Twist en Haat, Burgeroorlog en Bloedstorting. De 10 leste jaren van deze Eeuw kunnen schrikkelijk zijn. Wij zullen niet gered worden, zonder een groote krachtige Samenwerking van alle Overheden en van alle weldenkende en rustminnende Landgenoten. Overheden, Meesters, Weest toch Vaderlijk; Goed maar waakzaam; Denkt op den Alvader in den Hemel, volgt zijne inspra ken en dan zal de wereld geen Ilelle worden; In Aalst is er geslapen en gedwaald; De derde rede der Volksarmoede is d'Onwetendheid; als kinderen van 9^ a 10 jaren reeds 10 a 12 uren daags werken, dan moet d'Onwetendheid onbetwistbaar groot worden. Men ziet nu de gevaren, die dringend en dreigend zijn. Vlaanderen van over 20 jaren en Vlaanderen van heden, welk verschil Bijzonderlijk in Aalst, welk verschil!... Nemen wij nog 10 jaren gelijk de verloopene, welke wreede toe stand De wagen moet gekeerd worden; Gewerkt, eendrachtig en krachtig voor Godsdienstig heid en voor Zedelijkheid, voor Vrede en voor Welvaart: gewerkt door woord en voorbeeld; samenspannen met den Werkmanskring om 'tVolk te helpen, te beschermen, te stichten en te verbeteren Als g'in een Stad of Dorp komt en ge ziet daar weinig groot rijk Volk in Hoogmis en Lof op de Zondagen, ge moogt zeggen.vrijelijk: Hier wekken d'Overheden 't Volk niet op tot de Godsdienstigheid Als g'in een Stad komt en g'hoort dat er veel Orgel bals zijn, ge moogt vrijelijk zeggen Hier zijn veel ge krenkte, bezoedelde en doodarme Huishoudens. Punctum voor dees week V/"A KJ A Ei, de lijsten van Volksoptelling, wat zijn z'affrontelijk opgesteld voor de Vlamingen... We zi n veel te goed en te lijdzaam De Walen kunr en heel gemakke lijk Vlaamsch leeren, als ze maar willen; daar zijn bewijzen van; maar die ten onrechte de meesterschap heeft, staat ze niet gemakke i'jk af, dat is 'l. De zoon van Petje Pruis zijnen kleinzoon is gedoopt met water uit de Jordaan, maar zijn Petjen is koning Humbert van Italië, wejke wfj met zijn gewetensknaagachtig gezicht zagen voorbijtrekken aan de via Appia te Roomen, nabij 't Columbarium, waar die Italiaansche Sara ®ns een lira aftrutselde, met xrAi&'. J.p .'-eri. In Spanje bepr">'"""v ze de remedie Koch tegen as iep.öüïtaeiu. t.Sc.W.jsn a_. de echte remedie zeer moeielijk om krijgen is. T'Ur- sel zijn drij zusters op êenen dag alle drij weduwe ge worden; hun twee ander zusters zijn ook weduwen. Dus 5 weduwen in een familie... 'tls nooit gebeurd. T'Aalst liggtn wel 25 schepen vast in d'haven. Hoe is 't te Grootenberghc met de Schoolmeesterij? Menschen, in uw belang, als er te kiezen is voor cenen Onderwijzer, tracht een goede keus te doen; er hangt veel van af; 't is immers de Schoolmeester die zoowel als de Ouders, de herten der kinderen moet vormen. Te Touapsc aan de Zwarte Zee is een petrolbron ont dekt; als 't maar goed licht geeft; want tegenwoordig verkoopen ze veel bucht, aangelongen en vervalschten pittral. T'Antwerpen zijn Burgemeester De Wael en Schepene Lefebvre zeer ziekskes. MELLE. Het volgende g*val kan e«n gedacht geven van de strengheid van den winter. Een inwoner dezer ge meente. Vande Wiele, bracht zijne geit weg. Onderweg wilde het dier niet meer voortloopen en bleef hardnekkig staan. Da man wilde eenen kruiwagen halen om hat dier op te laden, doch toen hij wederkwam was de geit reeds doodge- vrozan. We zijn aan de jaren 1480. Aalst heeft besloten een groote kerk te bouwen, de St-Martenskerk; de steen zal ko men uit de groeven van Vilvorde en men vraagt den besten Bouwmeester des Lands, Herman De Waghemakeie van Antwerpan. Ia i5o5 is reeds een deel van 't gebouw voltooid, want 'ne zekere Piet er Mickiels legt de schaliën op het dak. Men heeft gewerkt en voltooid met stuk ken en brokken, wantin 1524 was de koor reeds gansch voltrokken, vermits zekere An- thonis van Ljsebetten. beeldesnijdere, zijn rekening inzond voor de steenen bloemen op de kolonnen en aan de vouten. ïn 1527 gaf de Gemeente 1000 gulden Hulpgeld; in 1 29, 500 pond parisis; Dan was de steenkapper Willem Vro- minck; en men leest in de kronijken dat hij steen deed komen uit de groeven van Lede en Boekhout, (Duivelsput) voor de groote kolommen der kruisbeuk. De hooge kruisbeuk, dat reusachtig werk, zoo verbazend hoog en breed, cat moet toch iets geweest zijn. die kolommen opbou wen, en op die vier reuzen die breede hooge vout steken. De werken gingen voort, maar 't geld ont brak; in >546 verkocht da kerk eenige ran ten; ook in i554 en in i56i. Zoo gingen de werken voort, langzaam, maar sterk, tot in 1566 de BeeldstormiDg uitbrak, en 't is daar aan te wijten dat de kerk van Aalst niet vol trokken is. Hoe weten wij dat Tot in 1 J7 was er geen Dokzaal, d'orgcl stond in eeneder zij beuken, gelijk in St Baafs te Gent; men had 't goed gedacht de kerk te voltrekken en 't is in volgende eeuw dat de dokzaal is gemaakt aan het uiteinde der kerk. De kronijken melden dat St-Martenskerk prachtige versiersels had, kunstwerken in goud, zilver,marmer en hout, dcor de Geuzen gestolen, geschonden of verwoest, 't Is in i58a dat St Martenskerk van Aalst door de Geuzen wierd verwoest en onteerd. De twee groote schatten van St Mariens, een zilveren kruis, meesterlijk geslagen en een remon- strancie door den vermaardsten Goudsmid van Brussel geleverd, zijn alsdan gestolen tn Biet meer teruggevonden. In i595 is er weêr gewerkt aan de panden rond de koor in 1628 wierden die werken ieverig voortgezet en er moest nog veel te doen zijn, want ze spreken van 3oo,ooo bak- stcenen. OF door Silvain Van der Gucht. XV. EEN KWADE BETH EN EEN VERDRUKT KIND. Nog eenige woorden over heer Gysebrecht Van Bommel, en dan gaan wij op hetzelfde dorp van Haaltert in een andér huis kennis maken. De heer van Bommel, een krachtig en heldhaftig man, door verdriet in moedeloosheid geslagen, had een deel zijner vroegere levenslustigheid teruggekregen, met de klopjachten tegen de Wol ven, een werk van groote menschlievendheid. Nu ging hij daarin voort en doodde veel van die gevaarlijke dieren; ja, door bemid deling van den Schout bracht hij het zooverre dat drie jonkheden der Parochie wierden aangesteld als Dorpsjagers, met de plicht van dag en nacht wacht te houden, de zwervende Wolven te'doo- den, en de Reizigers te beschermen. Een dezer Dorpsjagers was iemand die bijzonderlijk uitmuntte in 't opzoeken der Wolven en in 't scherpschieten, Valerius wierd hij genoemd,een felle jonge borst, maar dood arm; ook een slacht offer zijnde der Beeldstormerij. Hun hofsteeken, het eenigste dat zij bezaten, gelegen op den Eede, was door de Beeldstormers en Kerkdieven geplonderd en afgebrand; zijn Vader die zijn Hofstee verdedigde, wierd den kop ingeslagen met eenen paal, en de moeder bezweek eenige weken nadien. Destijds waren er geen verzekeringen tegen brand; Vale rius was doodarm en moest als knecht gaan dienen. Van Bommel, die de vaardigheid van den jongen Boer bewon derde en in hem iets buitengewoon zag, voelde zich getrokken door genegenheid;en als Hendrik, de oude knecht van den schelm Andreas Boogspriet hem verliet om naar zijn ouden meester terug te gaan, dan vroeg Van Bommel aan Valerius van bij hem te ko men wonen, en was blij van een toestemmende antwoord te ont vangen. Verders leefde de brave Edelman eenzaam gelijk van te voren, op een soort van Kasteel met grooten Tuin, met zijn Threse, eene reeds bejaarde dienstmeid en Valerius. Buiten Mr de Deken van Aalst, die bijna alle weken naar Haaltert zijne wandeling richtte en zijn oude Vriend en Parochiaan kwam troosten, buiten Mr de Pastoor van Haaltert, die altijd welgekomen was, als hij voor zijne Armen of voor de goede Werken kwam bedelen,buiten die perso nen kwam niemand op 't Kasteeltje van Haaltert. Eenzaam en eentoonig leefde er de achtbare Man; zijn dagen bracht hij over, 't zij in den hof, 't zij in zijn studiekamer, 't zij op de jacht of de wandeling; ja eiken voornoen zag men hem 't veld intrekken voor een groote wandeling. WeiDige personen van Haaltert wisten het, doch vcor de nauw keurige opmerker 7 .u het niet ontsnapt zijn, dat heer Gysebrecht dikwijls zijn oogert doeg naar een klein huizeken, een soort van hut, aan den uitkant der Parochie gelegen; Daar was Leda, zijn dochterken aanbesteed geweest, bij de nichte van zijnen knecht Hendrik; daar had hij zoo dikwerf 't lieve wichtje omhelst en aan zijn hart gedrukt; daar, daar ook was hij eens met verpletterde ziel naartoe gesneld, als zijn duur baar engelken in lijken lag Droeve herinneringen, die hem de ziel verscheurden, maar welke hij toch geerne opnam in zijn dweepende droefheid. Zoo, gelijk de waters der zee, door ebbe en vloed, weg en wéér worden ge slingerd, zoo de mensch in een uiterste droefheid, verwerpt de oorzaak zijner smart en roept ze aanstonds terug, om in weêmoed te treuren en te klagen. In dat arm huizeken was groote verandering gekomen. De weduwe Beth was hertrouwd met eenen metser die dage lijks naar Aalst ging werken. Een wonderbare zaak het eenig kind van 't eerste huwelijk, de dochter Paula, was bemind door haren stierfvader en wierd mishandeld en verstooten door hare eigene moeder. Die vrouw was zoo braaf niet, als heer Gysebrecht het gemeend had; 't was een ondeugenden valsch mensch. lui en vadsig, en van langza merhand aan den drank verslaafd, tot dusverre dat zij haar huis houden te kort deed, om aan drank te geraken. En ondankbaar dat ze was !- Heer Gysebrecht had haar rijkelijk beloond voor de bewezene diensten, daarbij was hij bereid haar ten alle tijde te helpen en bij te staan, maar de booze Beth deed niets dan kwaad spreken van hem en had van jon^saf aan hare dochter Paula eenen diepen haat ingeboezemd tegen al wat van 't Kasteel kwam, zoodat die dochter schier langs die kanten niet durfde gaan, en haren weg loochende als zij den heer Gysebrecht zag aankomen. Zekeren morgend, de man der kwade Beth, metser van stiel, moest t'Aalst naar zijn werk gaan en gewoonlijk nam hij zijn eten meê; maar nu was het niet gereed en de man, in 't Vrouwen straatje gebilleteerd zijnde, zegde zachtjes weg dat hij zonder noeneten zou vertrokken zijn, en zich l' Aalst van noenkost zou voorzien hebben. Paula kan het brengen, zei Beth. Neen, vrouw; laat Paula thuis; men begint wéér van die Wolven 't hooren; aan Treejen (Ter Joden) is eergisteren een kind dat aan de voordeur speelde, wreed gebeten, en we mogen Paula daaraan niet blootstellen... Tot van den avond. Ja, sprak Beth, grijnsachtig haar schouders ophalende; maar ge zaagt in haar grijze oogen dal 't wijf dachtZe zal jiu gaaD Paula, een meisje van 18 jaar, moest al 't grof werk verrichten en deed zulks met veel goedlnid en vervuldigheid, ofschoon al de bevelen haar bijtend en bitsig wierden gegeven.. Ze zag er oprecht braaf, goedhartig en deftig uit, deze dochter,en aan haar manieren zou men niet gezegd hebben dat zij het kind was van die afstootelijke Beth. Rond half elf was 't eten gereed. Betli nam twee van die dub bele steenen pottekes met twee ooren, die men heden nog ter plattenlande gebruikt om eten te dragen naar de stad of naar do velden; in 't een deed zij pap, in 't ander erwten met een goed stuk verkensvleesch en zette ze op tafel Paula, Vader zijn eten, draagt dat naar de stad Ach, moeder, snikte 't kind, g'hebt gehoord wat Vader ge zegd heeft! Vader gezegd Wie is hier meester Toe, rap, of ge zijt te laat in de stad. Maar, moeder er zijn wéér Wolven in de Bosschen Bah, bah, Wolven, gaan, zeg ik u! Vader zal zijn eten koopen, moeder; ik durf niet gaan Ja, we zullen u lat3n do madam spelen, niet waar 't Eten moet naar de stad; en ge zult gaan en dat vliegens of den duivel zal hier de keers houden, ongehoorzame prij dat ge daar staat.... Dat duurt hier al veel te lang met uw ongewilligheid... Vader bederft u en daar moet een einde aan komen... Toe, toe, enroute naar Aalst!.. Dit zeggende gaf zij de pottekes aan Paula, en stak de dochter buiten, haar grammoedig beziende en de vuist uitstekende. Het arm kind voelde zich diep ongelukkig, en vervoorderde weenende haren weg. Zij volgde den boschkant, Iankst den Lol- lenbroeck, hetwelk alsdan den kortsten weg was om door het ge hucht Maal de stad te bereiken. Op slechts een halve uur gaans, en namate dat zij de laatste huizen achter den rug begon te krij gen, verdubbelde hare vrees en hare beenen heefden, bij zoo ver dat zij bezwaarlijk voort kon geraken. Zij sukkelde echter voor waarts, nu links en rechts Iankst het Klaarhout henen kijkende, om te zien of haar nergens geen Wolf behoorde. Tot op dit oogenblik ging alles wel, zoodat zij zich van liever lede een weinig begon te verstouten en wat gezwinder door te stappen, toen eensklaps op eenigen afstand van haar de heesters opengingen en den doortocht verleenden aan eenen overgrooten Wolf, waarschijnlijk den zeilden die het daags te voren het kindje had verscheurd. Paula uitte een heersch geschreeuw en meinde te vluchten, maar hare zwakke beenen weigerden hunnen dienst en zij bleef roerloos staan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1891 | | pagina 1