1. De groote Bende 18 Zondag 3 Mei 1891 32 a Jaargang Roomen, GODSDIENST. VADERLAND. VRIJHEID. Loopende Nieuws. £aiJiaa^!J' Jl Waar heb ik dat ver~ LEUVEN. Congregatie der Jongelingen van Aalst. Davidsfonds Ons S' Martenskerk. DER KERKDIEVEN. BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gewone Annjncen20 centiemen per regel. Annoncen op de tweede bladzijde EO centiemen den regel. Berichten onder 't Nienwe, 1 frank den kleinen regel. ET LAN ABONNEMENTS-PRIJS. 5 Fr. 's iaars, vooraf betaalbaar. Inschry vingen worden op alle tijdstippen des jaar» genomen, rechtstreeks b\j ons of door Post of Briefdragers. YAN AEL AALST, 3 MEI 1891. O Heden, Zaterdag en morgen Zondag, te Leuven de Jaarlijksche Vergadering der Katholieke Kringen, onder 't Voorzitterschap van onzen achtbaren Volksvertegen woordiger M. Woeste De twee Kringen van Aalst zullen er ook vertegenwoordigd zijn. Donderdag, O. H. Hemelvaart, het eerste Zomer- Concert op de Groote Markt van Aalst: ten half elf voor noen; alsvolgt luidt 'tProgramma: DieBacker sind schon, door Forster; die schöne Galathée, door Suppé, de pa- troelje van Engeland door Asch, Fantasij op de Noord- sterre, van Meyerbeer, De molen van het zwarte Bosch, geschikt door direktor Van den Bogaerde. Als een ware Vlaminc heeft M. Jan De Laet ver- scheide malen op zijn ziekbed zijnen Heer en God ont vangen en is gestorven, het Kruis in d'hand, vol hoop en troost, Jan De Laet, de groote manhaftige ziel. De groote Kerk van Aalst is deze week afgeborsteld ze was bitter zwert, zegt 't Volk; Vroeger werd dit werk ge daan door Italjaners; nu zijn 't Aalstenaars, en de uit slag is in hun voordeel. Segelsem; overal, waar een klokke berst, hoort men zeggen De mannen van Segel sem zullen ze komen herstellen; en ze zeggen dat M. Mer- kaert, van Geeraardsbergen, de held der Katholieke Concerts, dat zijn Werkhuis zulke schoone eiken houten stukken levertOutaars, Biechtstoelen, Zaal-en Huis- menbels, enz zijn Outaar voor de Kapel der Jongelin gen-Congregatie wordt geprezen ajs een meesterstuk Is iemand droef, bedroeft hem niet meerder or. s baart zijn lijden geen vreugd; doch er zijn lessen in besloten Mr Rolin, van Gent die als Minister onder de Wet van 1879 zooveel brave menschen onder verdrukking bracht, M. Rolin, die zooveel millioenen franks hielp verkwis ten, nu zit hij leelijk op zijn slep: hij vraagt een ambt als broodwinning, en zijn zoon gaat fortuin zoeken naar den Congo!... Dat de tegenspoed hem leere! T'Herdersem is zondag een wonderschoon Concert geweest, voor de herstelling der aloude kapel van O. L. Vr. ten Beelde ken. Zulke Feesten verheffen en verheugen: D'Harmonie speelde zeer wel het nieuw stuk d'Hertshage, (men weet wie de muziekopsteller is); het Stomme Weezekind deed weenen van ontroering en de Kluchtstukken deden tra nen lachen Eereen dank aan Herdersem!.. Er was een ontzachlijke opkomst van Volk. Te Mechelen is de Jaarlijksche Markt en Prijskamp van Vee op Neckers- poel, Donderdag 7 Mei. Er komt daar schoon inlandsch en hollandsch Vee. De wereld en zal niet lang meer staan: Nu zijn te Bilbao in Spanje, de dienstmeiden in werkstaking en te Barcelona de lijkbidders.Wie nooit in werkstaking komt, dat is de dood Te Steenhuyse in Vlaanderen, heerscht d'Influenza, alhoewel de vloeren opgebroken worden en dat er geenen Mallpost ligt; de Kiezers zijn er erg miskontent; in hun hoofd blijven ge prent de woorden en beloften op de Kiezersvergadering; te Steenhuyse, d'Influenza, te Christiania, in Zweden ook en in Engeland, g'hèel den littoral, speelt die Polder- He; er zijn Steden waar de Handel nrk.qhir,-. li?t al 't srroot Volk ermeê; Willem heeft van Moltke gezegu A S 9 Hoort het jammergeklach N Bk g ©Tl «B" der Stad Aalst ftR §j ja Wat gebeurt er toch? diend Ik, d'Hoofdstad .van 't Arrondissement, het aloude Graven-Aalst! Is het wegens mijn heldhaftige getrouwheid aan 't Katholiek, voor die sterke meerderheid sedert f40 jaren! w Moet ik daarom overtrappeld worden en ten prooi geworpen aan de schande van al d'ander steden Dat een mijner Inboorlingen, als kandidaat-Notaris, kandidaat Griffier-Deurwaarder, Rechter, als kandidaat Volksvertegenwoordiger een plaats ga vragen naar Gent, naar Brussel, naar Leuven, wat zal men antwoorden? Hoe vermetel durft ge toch zijn! elk blijve op zijnen eigen grond, ons Volk gaat voren... Er zijn Plaatsen open in mijn Rechterlijk Arr and s- sement: Aalstenaars van 26 a 27 jaren, geacht en aanzien van elk, ge zijt te jong! Vreemdelingen van 25 jaar, bijna onbekend op de Rechtbanken, gij hebt de plaats, gij wordt benoemd En wie zegt dat? Gij zijt te jong!. Mannen door Aalst gekozen, die Aalst moeten verdedigen!!! M. Van Wambeke, Burgemeester van Aalst, ver klaart uitdrukkelijk: Geen enkele heerSenateur of Volks vertegenwoordiger van Aalst heeft 'ne voet verzet voor den Kandidaat uit Aalst; en ik, Ondervoorzitter der Ka mers, ik heb gewerkt voor eenen Vreemdeling Wee mij! wee mij! zoo behandeld worden!... De slag van schande is aangekondigd... Waarom aarzelt men? Deinst men achteruit voor mijn verontweerdiging? Vreest men dat Aalst zal zeggen: Mijn meerderheid is te groot! Men spot, men verstoot mij! Welnu, wij zullen die Meer derheid verminderen, om de macht der Kiezers te ver meerderen. AALST. 't Nieuw Gasthuis, 3oo,ooo fr. Zou Den- dergalm durven houden staan, dat men 't Gasthnis moet bouwen ter plaatse waard'Hospicie-goederen liggen! Zou dat niet zijn 'ne frank op een oordjen brengen? voor een ei 't zuipen bederven? Een Gasthuis moet hoog liggen, droog, buiten de slechte trokken en zoo dicht mogelijk in 't bereik van al de Volkswijken. In de groote openbare werken van 't katholiek Bestuur zijn er geen lieve kinde ren gemaakt: Aan Koopwarenstatie, aan Dam, Zaat en Werf zijn liberale gronden zoowel in weerde vermeerderd als Katholieke Wie durft dat loochenen? D'Heeren van 't Magistraat weten waarschijnlijk niet, dat het 's a- vonds en 's nachts aan de nieuwe kaaien der Zaat en Zwemkom het rijk is der Duisternissen, er staan felle staken, met haaksels voor de petrollanteerns, maar geen licht te zien; en zelfs bij dage men zou er den hals bre ken. Die kaai heeft nog geenen naam: M. Josef Meganck de beroemde Schilder en Weldoener der Godshuizen, verdient die naam niet met eere bewaard te blijven voor 't Nageslacht?.. Zijn Afbeeldsel in de Zitting-of Feest zaal des Stadhuizes zijn Portret benevens dit van ander roemweerdige Aalstenaars uit deze Eeuw. Er is t'Aalst niet veel gerucht gemaakt rondden ie Mei. Ons Volk werkt geerne en kan tegen geen verlet-dagen; daarbij, letten op 'ne vrijdag, mag dat zijn? Onmogelijk! de door de Stad doen o\erne WOl' soldaten verliezen zou mij niet meer verdriet aandoen die dood!» Och Majesteit, unse frient, dat al deMonarken en al de Generaals en al deLegers van Europa daar staan, als de Dood u op haar boeksken heeft, ge moet meê Niente da fare... Tijd van komen en tijd van scheên, zei Djelle en hij vertrok van de kermis, omdat 't vaatje bier afgedronken was. =T'Hofstade is begraven inden Graf kelder der Familie Roman, de generaal Thiebaut, over leden te Brussel; te St Nikolaas is deze week begraven, Ridder de Schoutheete de Tervarent, overleden te Barry in Frankrijk. Heden, zaterdag en morgen zondag de Algemeene Vergadering der Ka tholieke Kringen, onder Voorzitterschap van M. Woeste. De twee Kringen van Aalst zullen er vertegenwoordigd zijn... Mogen er op maatschappelijk en politiek gebied, goede practische besluiten genomen worden en een vreugd dat men in de Stad en op den Buiten van 5, 6 ure naar 't veld, naar 't werk trekt.Maand Mei Welgekomen voor Menschen en voor Akkers! Zie toch dat g'uw beste doet! Alles is zoover ten achteren! De Land bouw beleeft zulken drukkelijken tijd!.... Winters, gelijk de onlan^sche, hangen lang en wreed aan de ribben... Over een i ge dagen, 'twas met moeite dat men eenige graspijltjes zag op de Velden.... De Nachtigaals, rond Aalst in grooter getal dan vroeger, zullen verwonderd zijn; maar toch, ze zingen kloek en fel, tot vreugd van 't Menschdom.En wat hooren wij met de Maand Mei Zondag wierd het t'Aalst gepreêkt in 't Collegie, dat al wat uit de boosheid spruit, op twist, nijd en tweedracht uitkomt;.... hoort nu eens dat gerucht rond den Eersten Mei; in alle Landen van Europa; opstaan tegen de Mees ters! de wet geven! niet werken op Eersten Mei; Meetin gen houden; ronldoopen;... in sommige Landen, zooals Spanje, Frankrijk, Italië riekt het naar poeier en dyna miet; de rustige Bevolking heeft schrik; men vreest aan slagen tegen orde en welvaart. Met vreugd zag men altijd dien Eerste Mei komen; maar nu wordt er gezegd: Gelukkig dat het maar ééns 's jaars den eersten Mei kan zijn.... In de Natuur, alles in vrede, in vrolijkheid! de Vogelen, de Lucht, de Bosschen, d'Hovingen, de Velden, 't Worden de dagen der schoone Bedevaarten;... welke stooring komt 't Socialismus daar tusschen brengen! die bloedroode vlag! dat wild geschreeuw! die onnatuurlijke eisschen!... Geen God of geen Meester!... En van jaar tot jaar verzwaart die Plaag; over 20 jaar, wie wist van So cialismus te spreken?... Wanneer zal 't beteren? Wanneer? Een der oudste mannen van Europa, de grijze Kardinaal Manning, vereerd door de Protestanten, hij zal 't ons zeg gen: 't Zal beteren, we zullen winst en vrede en wel vaart hebben, als elk God herkent, (als gij. Rijken en Over heden, in uw Parochiale kerk 't voorbeeld geeft van godsdienstigheid); als men ernaar streeft om de Werklie den een zedelijk en huishoudelijk bestaante verschaffen. Dat de heldere lucht der Meimaand ons goede en heldere gedachten ingeve en tot werking aanspore!.. Laat ons de Waarheid herkennen en volgens de Waarheid handelen... T'Aalst hebben deftige Werklieden eenen Bond ingericht van anti-Socialismus, van VAKVEREENIGING; om hand aan hand te werken voor Godsdienst, Vaderland en Huisgezin; voor Gezag in Land, Stad en in Huis; reeds zijn er verscheide Vergaderingen geweest; zondag ten 6 ure is er weêr Bijeenkomst in den Werkmanskring; daar is de Vrede en de Redding; laat ons betrouwen hebben in de brave Werklieden; laat ons die Vakvereenigingen ondersteunen, met Eerelid te worden.... De strijd is groot en algemeen; mogen wij onverschillig blijven? Zondag 10 Mei, plechtige Opdracht in de Kerk van het I Kollegie. om 10 1/2 uren voormiddag. i* Opdracht van een groo: getal nieuwe Leden. 2* Aanspraak door den Z. E. H. Raemdonck, Pastor-De- rtc rcnicii; kheïd Ik wit w 't gaat gelijk een fluitje van een oei in den weg: dat veel groote Heeren de rijkbetaalde Raad gevers zijn van Assuranciën... Zulke hinderpaal mag ons niet tegenhouden. Rond een half millioen schade aan gebouwen, ven sters, gaanderijen, enz. In St. Pieters-kerk is een der groote glasramen ge scheurd, misschien zijn er vensters gekrenkt en Outaars uit hunnen haak; als 't Meesterstuk van Michaël Angelo maar gaaf is gebleven De reusachtige Vout over 't Graf der Apostelen, zoo hoog dat, als men op d'eerste Galerij staat en beneden ziet, de menschen in de kerk zoo klein zijn als schouwposturen, zoo hoog dat de pen van den Evangelist Lukas 6 voeten meet. In St. Paulus-kerk, waar al de portretten der Pauzen hangen in rijken mosaïek, waar de schoonste glasramen zijn der wereld. Daar is over de 700,000 fr. schade. Hoe onvoorzichtig van in de nabijheid dier Stad der Meesterstukken en aer Oudheden een Poeiermagazijn te stellen! Hoe wreed van niet beter op te letten Volgens latere berichten zouden 20 officieren aange houden zijn. En de Romeinen zullen niet gerust zijn of dien Eersten Mei moet achter ons staan. Vreezende dat er bij verscheide kopstukken, dynamiet verborgen lag, heeft de Policie huiszoeking gedaan, doch niets gevonden. Te Napels zijn 40 rumoermakers aangehouden. Antwerpen Dat is wel Bravo Heil en eere aan U M. De Laet heeft zijn eerwaaidig Hoofd gelegd. Hij was de Kandidaat van den Nederduitschen Bond en van het Komiteit der Krijgsdienstbaarheden, de Man nen van 't Vlaamsch Recht en van het Niemand Gedwon gen Soldaat; Die twee groote Vlaamsche Machten moesten zijnen Opvolger aanduiden; en weet ge wie zij genomen, neen, uitgeroepen hebben, om de plaats van Jan De Laet in te nemen, om te strijden als Katholiek en Vlaming Voor Volk en Taal; Voor Godsdienst en Vrijheid M. De Beucker is hunne Man; De vurige Volksvriend De Prins der Vlaamsche Redenaars De Voorzitter der Landdagen; De onvermoeibare Held in den Strijd tegen de wet van ï879; M. De Beucker, de Vriend en Aanvoerder der Vlaam sche Jongelingschap. M. De Beucker, de Vlaamsche Leeuw De Man zijner werken; als Volkskind opgekomen, door vlijt en studie, door arbeid en door eerlijkheid; Katholiek maar vrijzinnig; voor zijn Christene Geloof willen sterven; maar vrij en onafhankelijk zijn gedacht zeggen; niemand vreezen 4^n GodaUeen M. De Beucker in de Kamer, nu irt le VIaan Gouwen hun volle recht eisschen, nu dat ei Vol nen in de Kernei; gevraagd worden, welk h-.nr -.j: schijning! H HHH A J-'okaat, -d ch« Eersten Mei; de Schepping die herleeft; den Buiten, die in zijn glorie en zijn heerlijkheid i treedt!... De warme dagen, die gaan komen, met hun wonderbare groeikracht, de warme nachten, de gezegende dauw des Hemels!... De- schoon Dagen, als ge die reine zuivere lucht van 's mor gens geniet! en in die lucht de Zon die aan 't Oosten op stijgt!... Ons Vlaamsch Volk werkt geerne; 10,12,14 uren daags als 't noodig is.... Weinig Landen hebben een werkzaam Volk, gelijk de Vlamingen, en't is met 'ne lust ML chei, toch De zaken zijn ergen geweest dan met het dacht. 12,000 kilos poer ontploft nabij de Stad. De Italjaners wandelen geerne; Maar nu wordt er sedert 8 dagen weinig gewerkt;^ De geruchten loopen onder 't Volk dat de ontploffing het werk was der Arnachisten die Roomen wilden ver delgen. Wat de schade aangaat 2 dooden, een ingenieur en een boerin; En over de 200 gekwetsten. Van aan de Porta Portesa zijn bijna al d'huizen ge kraakt of gescheurd. 't Vatikaan heeft veel geleden nit de Vlaanderen. "V senen s ne, geen,. schande het Franschniet ttfspieW-v als 'nc ram, ennra:.. maar schande is het onkundig en onmondig te zijn in d'eigene Moedertaal. Dc Vlaamsche Katholieke Drukpers deelt met geest driftig genoegen de tijding meè uit Antwerpen. M De Beucker verdient die eer, hij zal groote diensten bewijzen san ous Vaderland. van Aalst heeft gisteren beslist gestemd den Nederduitschen Bond van Antwerpen een hertleijken Brief van Geluk- wensch en Bedanking te sturen over d'uitroeping van Mr De Beucker, als opvolger in de Kamers van den diepbe- treurden Vlaamschen Aanvoerder, Mr Jan De Laet. Die gestoelten rechtover denPreêkstoel Wij wenschen, het niet, maar hij die ze daar deed plaatsen, heeft er toch wel Vagevuur voor gekregen, God geve dat hij er nu al lang uit is, dat hij Gods heer lijke Glorie geniet en bidt dat d'herstel- ling haast moge geschieden. Ten eersten, die zittingen sluiten de koor af voor 't zicht van den hoogen Ou taar en voor 't aanhooren der Sermoenen. Zoo valt 't woord Gods op de steenen.... Ten tweeden, die hooge zittingen, aan dc kolommen vastgeplakt, 'strijden tegen al de regels der gothieke Orde; die go- thieke kerken vragen niets dan vrijheid, om al hunne kracht en pracht van door zicht en van zwierige bouwkunde te laten bewonderen. Ge gaat naar Aken, naar Keulen, naar Dusseldorf, ge ziet daar de gothieke kerken zonder eenigen dwang of ballast; t'Oudenaarde, die kerk van Pa- mel-, dat meesterstuk van Europa, zelfs uit Engeland komen ze die kerk bewon deren, te Pair el, g'hebt kleine gestoelten waar men kan over zien en de zittingen zijn zelfs niet vastgemaakt aan de kolonnen. Weg dus die hooge gestoelten uit St Martenskerk! daarbij, zen hebben geen kunstweerde; behalve de beelden, die ook zonder leven zijn, 't is niets dan schrijn werkerij Nu zijn wij aan de kleine beuk rond de koor; van hier heeft de kerk een bevallig, diepen geheimzinnig aanschouwen, 't Is toch een wonderschoon gebouw, die St Martenskerk. De eerste Outaar is de Zoete Naam; hier hebben wij een Meesterstuk van een Schilderij, eenen Otto-Venius. 't Stalleken van Bethlehem. Geschilderd op hout; Langen tijd is dit stuk half verdoold en verhavend gebleven; zelfs waren de panneelen losgerukt en in wanorde der vergetelnis ten prooi geworpen, als over 40 jaar d'aandacht gevestigd wierd op dit gewrocht van Rubens Leermeester, de vermaarde schilder Otto Venius. Laat ons 't stuk in oogenschouw nemen o HISTORISCH - DRAMATISCH VERHAAL (door de Mannen van ChipkaP VI. TOT HALLE. Ilalle, die vermaarde Brabantsche Bedevaart, beroemd de we reld door, van over eeuwen en eeuwen; men verhaalt dat Aarts hertog Leopoldus, van Oostenrijk, in 1647 Bestierder geworden der Nederlanden, naar Brussel trekkende om er de groote Pro cessie bij te wonen, dat hij 's middernachts door Ilalle reed en de kerk deed openen om zijnen eerhied te bewijzen aan de Moeder Gods. Justus Lipsius de groote Hoogleeraar van Leuven, herkreeg t'Halle de gezondheid, beschreef d'Historie van 't Mirakuleus Beeld en offerde een gulden pen. Als dit boek verschenen was, vielen de ketters uit in lasteringen, maar Justus Lipsius gaf ach ter zijn Geschiedenis van O. L. Vr. van Scherpenheuvel een kort en snedig antwoord aan den lasteraar van 0. L. Vr. van Ilalle. Men ziet nog in de kerk van Ilalle een houten keers, 14 voeten lang en 4 voet dik in den omkring. Volgens d'overleveriDg zou een ketter zulkdanige keers geofferd hebben en ze gevuld met poeder om de kerk te doen springen en 't mirakuleus beeld te vernielen, maar dit ijsselijk ongeluk is verhoed door een groot mirakel. Hal, een plaats van Bedevaart sedert de jaren 1200; de kerk, thans prachtig hersteld, een meesterstuk uit de jaren 1400, 15 kilometers van Brussel, nabij de Senne en de vaart naar Charle roi, in 1850 7300 inwoners, hedendaags 10,414 Den 29 October 1887 sprak men in 't Brabantsch stecken en in g'heel 't kanton van niets anders dan van de wreede kerkdiefte met heiligschenderij te Tourneppe; 't was de eerste maal sedert lange jaren dat ons Vaderland zulke gruweldaad te betreuren had; in kapellen had men wel gebroken, ex-voto's had men er gesto len; in eenige kerken had men ook de gouden en zilveren offer giften der Geloovigen geroofd, d'offerblokken geledigd, maar een voorname dorpskerk van alles beroofd dat tot de II. Mysteriën moest dienen, het Tabernakel, deSakristij opengebroken, welke gruweldaad Rond 6 ure, de Koster gaat zijn kerk openenjhij wordt gewaar dat er trok in is; dat er stoelen omgeworpen zijn; zijn hart klopt; hij gaat voort, zijn lanteern in d'hand, hij ontsteekt de lampen.... Dieven, dieven in de kerk geweest! d'offerblokken geroofd!... Er was toch niet veel in.... Naar den hoogen Outaar gegaan!... 0 wreedheid! het Tabernakel opengebroken! alles geroofd!... D'H. Speciën uitgestrooid!.. D'H. Speciën!.... Heiligschenderij! Wie is de kerkbediende die 's morgens in den donkeren die gruweldaad bestatigt en die zijn hert niet voelt ineenkrempen en die zijn 00- ren kan droog houden?... 20, 30 jaren, g'hebt zoo trouw de kerk jewaakt Doch er valt niet te dralen! Naar de Pastorij!.... Mr de Pastoor!... Mr, Mr, M. den Onderpastoor! Koster, wat is er toch? M. de Pastoor, M. den Onderpastoor, waar zijn ze? Maar Koster, wat is er dat u zoo altreerd! Is 't voor een haastige berechting? Ons kerk! de kerk, ons kerk bestolen! roept algauw 't Geestelijk! De kerk bestolen! Ja. Maar Koster, 't en is toch geen waar zeker! w'en hebben niets gehoord! De kerk bestolen En M. de Pastoor en M. den Onderpastoor zijn daar! ze stonden :reed voor hun dagelijksche Officie in de kerk, om Mis te lezen, te biechten, t'Onzen Heere te geveD, te bidden.... Al bevende volgden zij den Koster!.... 0 Heere Almachtig! Aan den hoogen Outaar, ze vallen neer op hun kniën, ze bestatigen den root, maar nog meer de gruwelijke Heiligschenderij!!!... Dan naar deSa kristij... Alles weg, alles gestolen!... Ous Heer is hier gelijk in zijn stalleken, zoo arm, zoo verlaten!.... Wie zal die oogenblikken beschrijven? wie zal zeggen welke gevoelens de ziel alsdan be stormen?... De Koster, de oude brave Man is naar buiten geloo- pen; in een herberg ziet hij reeds licht, hij daarbinnen!... Men schen! menschen, ons kerk is dezen nacht bestolen! Niemand iets gehoord! niets gezien! Niets! niets, niets gehoord dan de he vige rukwind, 't gerammelsel der schaliën op het kerkdak, 't ge- ruisch der bladers! En alles gestolen! alles! De Mis kan niet gedaan worden! En wat gaan wij doen met den Allerheiligen!.... Eer het dag is, weet den heltt van 't dorp de kerkdiefte! Van alle kanten komt men bijgeloopen!... De godvruchtige zielen staan te weenen; al 't mansvolk is verontweerdigd Daar is de Dorps- overheid: Burgemeester en Veldwachter!. Ze doen 't Volk weg gaan't Geestelijk, na een oogenbbk radeloosheid, zendt een man van trouw met een brief ken naar een omliggende [Parochie, om eenen kelk, ten einde behoorlijk de H. Speciën te kunnen be waren.... In een Christene Land zulke gruweldaad!... Ach, hoevelen op de Parochie zouden hun leven geven, om die Heiligschenderij uit te wisschen!.... Er wordt niet gewerkt dien dag Ten 9 ure zijn de Gendarms en 't Parket daar! Alles wordt nauwkeurig opgezocht en aangeteekend: de teekens van inbraak, de voetstappen, of er niets achtergelat&h is!... Ze zien die smalle opening!.... Hoe is 't mogelijk geweest langs daar in te komen!... Men zoekt, men raadt, elk zegt 't zijne.... Men ondervraagt elk, wie er den dag te voren op 't dorp is geweest; de landloopers de bedelaars!... En 't loopt rond als een vuur; 's middags staat het reeds in de EjII l luupi 1U11U UlO UU11 'UU' u gazetten en 's avonds weet g'heel België dat de kerk van Tourneppe bestolen is. Den avond van 29 October 1887, in een der groote en schoone herbergeri-afspanningen rond de kerk van Halle... Redelijk veel Volk.... Eenigen rond de kachel, want 't wordt reeds koud; ande ren aan tatels, bezig met klappen of aan t kaarten... Tusschen t spel wordt er gesproken van de kerkdiefte Dat men nog niets ontdekt heeft! wie de daders toch mogen zijn!... Kijk! daar zit de herkuul, een sigaar rookende en zijn zware armen op de tafel drukkende, terwijl hij stout en flink rondkijkt; nevens hem zit de elastieke man achterover,op zijnen stoel en zijn lange zwarte hairen achteruitschuivende; die twee mannen zijn t'Halle zeer wel bekend; hun barak stond er onlangs; ze zijn om ringd van ontzach, de eene voor zijn reuzenmachtde andere wegens zijn klingscheid, dat hij gansch spier schijnt te zijn en reen beenen in zijn lijf te hebben; de derde man is, ja, alles wijst iet aan, is een beestenkoopman, kloeke lange vent met zwarten snorbaard, blauwen langen brabantschen blinkende kiel, waaron der een frak... N° 4 is ne vent van rond de 50 jaren, bruin en gerimpeld van wezen, taai en fel, stuur en statig van opzicht, wei nig van zeg, en vermits elk hem kent die in d'herberg zit,moeten wij er ook geen graten in vinden en laat ons maar vlakaf zeggen dat n° 4 niemand anders is dan de Brigadier der Gendarms, in burgerskleeding, in verlof of in opspeuring. Aan de tafels, aan de kachel, zelfs bij de kaarters tusschen t spel, als er gedeeld wordt, is de kerkdiefte aan 't orde van den Brigadier, zegt de beestenkoopman, een lastige dag ge weest! Hm, hm, 't is voor ons altijd op ronde te zijn. Maar nu met die kerkdiefte! Wat zal ik zeggen, elk heett het in de wereld zoo schoon niet als ons twee barakkemans. Schoon, zegt de herkuul, wilt gij eens een gewicht van 200 kilos opnemen en rond de zaal dragen En zal 't u eens believen, vraagt de Slang, zal 't u eens be lieven mij eenen enkelen avond na te doen? Ho, zekerlijk, als ge mij uw karrekas zonder beenen leent! Ge zult mij toch niet zeggen dat ons leven niet lastiger is als het uwe; g'heel den dag de Menheeren spelen en 's avonds eenige uurkes vertooning. De Brigadier heeft gelijk, voegt de beestenkoopman erbij,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1891 | | pagina 1