f
DE VOLKSEEUW
De Hop
Orgaan der Christene Volksparty
y
Godsdienst - Vaderland - Vryheid
De Kamer
JAN CLERKER
Oe
't Vlaamsch K=£S
Rusland
Vlaamsche
Mutualisten
IVtimmer 29
Zondag 19 Juli 1908
48"* Jaargang
BUREEL EILAND CHIPKAWERF, AALST
Gewone Annoneen 20 centiemen per regel; Annoneen op de 2** Bladigde 90 ceetkeee
Eechtorljjke Annoneen 1,00 per regel
LAND
ABONNEMENTSPRIJS
W9 Fk- *u Jaan root de Stad;—8,50 Fr. voor den Bulten;—9,90 vwr al él rrwade
Inschrijvingen worden op alle tpdstippen des Jaan
I IOOFDOPSTBLLER-BKSTUU1
P. D AENS-MAYABT.
Dijnsdag 2 ureIn de Kamer, goede opkomst voor
eenen dijnsdag Al de Ministers, de Voorzitter, M. Coo-
remans, vele Katholiekenze zien er diepdenkend en
somber uitze spreken in stilte er moet iets zijn allen
gaan in stilte naar hunnen zetel, gelijk Abdij-Heeren die
in koor gaan zingen Vespers, Nocturnen, Metten. Als
allen gezeten zijn, 50 a 60 min of meer, de Voorzitter
M. Cooreman staat rechtde mannen van 't Bureel staan
rechtwij allen staan rechtal de Bedienden en Deur
waarders staan rechtonze Voorzitter leest statig en
deftig een soort van Lijkrede wegenr het overlijden van
GRAAF DE MERODE-DE-WESTERLOO,
een der rijkste mannen van ons Land geboren te
Parijs in 1856 Minister geweestVoorzitter van 't Se
naat zeer wijs en verstandig, zeer ieverig geerne ge
zien sedert lang ziek ik zag hem over eenige maanden
zeteien en 'k peisde in mijn eigen, hem daar ziende
mager, bleek, grauw, dof van kleur, met een kelderstem
Man, dacht ik, er zal geen zalf aan te strijken zijnl Korts
nadien is hij gaan meesteren bij de grootste Docteurs van
Europa, men schreef dat hij beter wai; ja, opgeflikt,
een weinig gelaptzateidag nacht is hij gestorven te
Lausanna, in Zwitserland.
Na den Voorzitter spreekt met ontroerde stem Minis
ter Schollaertdan Al.de Brocqueville, die niet voort
kan van de tranen't was zijnen boezemvrienddan
spreken M. Janson en M. Van de Velde, deftig, hertelijk;
in droefheid en rouw, elk rechtschapen hert toont mede
lijden...
Na die Lijkreden werd de zitting gesloten en in stilte
werd de zaal verlaten.
Graaf de Merode, nog zoo jong 52 jaarde Duod, de
Dood ziet naar rang noch stand; als de dood uitsteekt
haar hand, wat valt er te doen, meögaan met fatsoen.
0 Navolging Christi, gij schrijft het zoo schoon
O mensch, het zal hier haast met u gedaan zijn; de dag
van morgen is voor u onzeker; wie weet of het voor u
zal morgen worden Doe nu uw best om zoo te leven,
dat gij in de uur des doods eerder moogt blijde zijn
dan bevreesd.
En wat is hiervoor 'i beste middel 't Goede doen
in zijn omgeving, 't Goede betrachten voor den Even-
mensch, door Volkswezen en Volksbesturen. Heb ik ge
lijk of ongelijk
WOENSDAGRegenen en niet regenen, zwalperij,
nu eens grijze wolken, druppels regen als plakketten,
dan de zon die er doorbreekt en steektwisselvallig weêr
1 1/2 ure In de Sektie, 3 op dc 27 Leden 1 ure 45
zitting in de Kamer van den heer Voorzitter, om de spreek
beurten te regelen morgen wordt de alg( meene bespre
king gesloten.
2 ure. Aan Rechterzij onder de weinige Leden is M.
Pierart, hij ziet er verfrischt uit, maar zeer mager.
De Voorzitter raadt aan, niet te onderbreken, en M.
Destrée zet zijne redevoering voort, met de wilde wreed
heden in den Kongo gepleegd.' 'aan te" halen.volgens
Spreker moest men afbreken met den Kongo en gansch
op een nieuw beginnen, wilde men in Kongo de noodige
hervormingen invoeren.
4 ure 30. Men beslist te zetelen tot 't kwaart voor 6 ure.
5 ure. We zijn met Katholieken, 2 Liberalen, 4 Socia
listen en 1 Democraat. M. Pepin spreekt vurig en moedig
tegen de aanhechting en toont dat voor Handel en Nij
verheid de Kongo ons niets kan aanbrengen. M. Au-
gusteyns spreekt in 't Vlaamsch, krachtig en uitdrukke
lijk tegen de koloniale politiek hier is meer dan genoeg
werk en voordeel.
De Zitting eindigt ten 5 ure 45 we zijn nog met 7 man.
VRAAG gericht tot den heer Minister van Spoorwegen
door de hei ren Woeste en De Sadeleer
Denkt de heer minister niet dat de werklieden der
statie Aalst op gelijken voet dienen te worden gesteld, als
die van andere belangrijke statiën der nijverheidssteden
Reeds hield het bestuur rekening met dien toestand door
de statieonderoversten van de eerste tot de tweede klas
ie vereffen.
VPAAG gericht tot den heer Minister van Spoorwegen
door den heer P. DAENS
Te Haaltert Eede, waar meer dan 300 reizigers eiken
dag weggaan en weerkeeren, het staatsgebouw, eene
oude, donkere, ruige, lage barak, een soort van rattekot,
gelijk men er aantreft in de Oural, onderwege Siberië,
sinds jaren en jaren wordt op die barak gesproken tal
rijke vragen zijn ingediend, tot dusverre dat de heer
minister over eenige maanden verzekerde dat men ieverig
VAN OORDEGEM
op zoek naar de binders.
IX. MENSCHENJACHT.
Gij hadt dan toch goeden aanleg, mijn
heer, anders zoudt gij zoover niet zijn gekomen?
Wel, ik weet bijna zelf niet hoe ik op-
speurder ben geworden al ben ik een En-
gelschman, toch heb ik mijne jonge jaren in
Amerika overgebrachttoen mijn Vader, die
weduwenaar \/as geworden, met mij naar Lon
den keerde, trok hij een kleinen handel ter
hand, waar ik niet zeer veel van verstond.
Zekeren dag riep hij mij alleen en verklaarde
dat hij door eene ongelukkige winstberekening
alles verloren h id en nu weldra zou genood
zaakt zijn van de edelmoedigheid zijns zoons
te leven. Wat wilde ik doen Ik beminde mijn
Vader teérhartig en ik zouschier het onmogelijk
uitgedacht hebben om hem geene armoede te
zien lijden. Ik besloot dan menschenjager te
worden. Te dien einde kocht en las ik boeken
over Policie en Gerechtshandelingen, volgde
vlijtig al de Processen, begon kleine dieven op
te sporen, maakte kennis met de Policie en was,
weldra haren rechten arm geworden om de
moeielijkste misdaden aan den dag te brengen.
Ik vervulde mijnen kinderplicht vijftien jaren
lang, leefde sober, werkte dag en nacht, zag af
van alle vermaken cn was niet weinig verwon
derd, bij mijns Vaders dood eene erfenis te
vinden van eene ronde som geld, en de verkla
ring dat Vader Stiermarck zich maar als arm
had uitgegeven, om zijn zoon het sparen en
werken in te boezemen.
,t— Een zonderlinge man, uw Vader
Ja maar, als gij in uw leven kinderen
hebt, volg hem niet na wat geeft mij nu die
rijkdom Mijn leven was droef en droog ge
weest. Ik had geen smaak meer voor de jonge-
bezig was met het opmaken der plannen. Edoch, men
wordt niets gewaar, terwijl de dagen konen en de schoone
Zomer weggaat.
Zou de heer minister gelieve te doen zorgen dat dees
jaar nog het personeel der statie en de bevolking van
5 tot 6 gemeenten hem mogen dank zeggen voor een ge
zond en behoorlijk Staatsgebouw
M. Lorand heeft getoond dat de
■VOnnO Colonisatie veel kwaad zal doen
*J aan den Belgischen Handel...
Zal de Kongo gestemd worden Als al de Liberalen en al
de Socialisten ertegen stemmen, dan kan de Kongo er
niet door aan de Rechterzij M. Colfs is er legen j
M. Coremans ook (doch is ziek), M. Thibaut is weg,
M. Pieraert gaat naar Zwitserland voor zijn gezondheid...
Wat meer is, de Katholieken willen den Kongo niet sterns
men, zonder de medehulp der Liberalen onnoodig u te
zeggen, waarom
YAN AELST
staat schoon, jeugdig,
wordt goed bezorgd; wie
kan het beter dan de
Landbouwer Dat hij kome. Maar 't zijn de Wetten ge
maakt in 't voordeel va n eenige rijke Brouwers. Al de
Hopboeren, al de Hopboerenbonden vragen wederkeerige
inkomrechten en een Wet tegen de vervalsching van
't Bier.. En M. Miserez, landbouwer-agronoom, onlangs
op een groote Landbouw-vergadering, sprak daar geen
woord van ijzerdraad, betere opleiding, kortere staken,
't Kan eeniggoed inhebben maar de ziel is toch weder
keerige rechten en een Wet voor 't Bier, om goed ge
zond bier te hebben. Mij dunkt, wij hebben in 't verslag
van de XX* Siècle gelezen dat M. Miserez ook tegen het
afsnijden is der Ilopkeesten... Is dat echt? Al d'Hopboe-
ren verschieten daarvan 1 Welk voordeel is aan het niet
afsnijden der keesten? 't Woord is aan M. Miserez.
eigene Taal I
Wat is een Volk zonder Taal I 'ne Mensch zonder kop,
de menigte van 't Volk blijft gehecht aan de Moedertaal
derhalve, als de hooge en geleerde Standen de Moeder
taal niet kennen, 't is een verscheuring; een afgrond 1..
Zonder de andere talen te verachten, wij moeten toch de
bloedeigene Taal kennen, teren en beminnen.. Geen
Taal, geen Vaderland De Taal is 't Volk
Groot nieuws 1 Die
't Goede doet, het Goede
ontmoet Die brood
rooft, zal gebroodroofd wordendie pleegt het kwaad,
gestraft is vroeg of laat... Een groote Samenzwering is
ontdekt, maandag, tegen 't Leven van den Rus de {zetel
der Samenzwering is te Sosnovice.meer dan 100 Personen;
mannen en vrouwen zijn aangehouden; niemand mag in-
of uit de Stad de Statie staat vol Gendarms... De Fami
lie van den Rus is in doodangst... Alet al dien rijkdom,
welk droef en wreed leven I Daar zitten gelijk crr.p"
haas in 't opene veld gedurig in onr"n y .„c/e
Maar 't is zijn schuld Met al die wreedheden,
nigen, dat doodschieten
hunner stichting. De Kloosters, die politiek doen, die
handel drijven, die geldkoffers woiden, zulke Kloosters
vallen onder de verachting van 't Volk.
Wij iezeo in
't Nieuws van den f.fag
Men heeft ons al genoeg het mes op de keel gezet met
de Forten van Antwerpen en van de Maas, en met de
ongelukkige Congokwestie. Voor de Forten, die er vol-
s!"*.-t niet noodig waren, heeft men ons millioenen en
millioenen uit onzen zak getrokken en voor den Congo,
indien de overname ooit gestemd geraakte, zou men ons
bij het verre schemeren van een koloniaal rijk, waar wij
bitter weinig zullen te zeggen, maar veel te betalen heb
ben, wederom een groot getal millioenen afpersen om
aan den Koning te believen, om de eischen der vreemde
mogendheden te voldoen. En voor die twee zaken, die
met het katholiek programma niets te zien hebben, heeft
men, eilaasonze partij vetdeeld en in oneenigheden
getrokken, zoodanig dat iedereen bij de kiezing van
24 Mei erover verslagen was.
Op voorhand hadden wij alles voorzegd, omdat wij
met de Kiezers leven en hunne ware stemming kennen.
Men heeft ons dan niet willen gelooven zal men nu op
dien ongelukkigen weg voortgaan met thans nog door
schooldwang en kazernedwang de geesten te verbitteren?
Dt Kristent Volkspat tij stelt vast, dat het cent
schande is voor eene beschaafde samenlevingvan
langs den eenen kant mensehen te zien die zwem
men in de verfijnstc genoegt en, en langs den ande
ren kant, menschen die verzinken in da somberste
armoede. Da Kristcne Volkspartij zegt dat het eene
schande is voor eene beschaafde s.amenleving, dat
sommige menschen bijna zonder werken r ijk wor
den, terwijl andere met gansch hun leven te werken
lijk slaven, slechts er in gelukken voor de eerste
mier geld te winnen, terwijl zij voor hun zeiven met
rooi eene korste brood verkrijgen en die afschuwe
lijkheden ziende en verstaande, roept de Kristene
Volkspartij uit met den Hamlet van Shakespeare:
Er is iets aan 't rotten in onze hedendaagsche samen
leving
(Robr.-P. Buyse, van Rousselare, in zijn hoekje
van 1895.)
I
Ons Frai.schtnans ft'» ïrljj^
gen door schoone beloften, door 't zenden van 't Volk
uit Gent kan men die mannen niet overhalen, om in
't politiek de knechten te worden der rijke Bewaarders
die hun stemrecht gestolen hebben, en hun diefte niet
willen herstellen. Deze week ontvingen wij wederom een
Postkaart van 18 onzer Vlaamsche Vrienden met hun
Portret en de woorden
Waarde heer, ziehier mijne compagnie, allen trouwe
Democraten. Uw verkleefde, Constant DeTroyer.
Moed en betrouwen,
De toekomst aan ons
Auri sacra fames
r iep Apostel Paulus uit; die vervloekte gouddorst 1
Gregonus I, genaamd Gregorius de Groote, een der
geleerdste mannen van zijnen tijd, heilig verklaard, die
Paus schreef en preêkte De Kerk heeft de rijkdommen
niet noodig, maar het hert der Volkeren moet zij hebben,
door de liefde tot den Evenmensch.
Als er Priesters zijn, Kloosterlingen of Kloosterzusters
zijn, die jacht maken op geld, op erfenissen, ze doen
meer kwaad aan den Godsdienst dan al de Ketterijen.
Bijna niemand zal tegen de Kloosters zijn, als zij in de
Werken van Bermhertigheid blijven, volgens d'inzichten
lingsvermaken ik vond er geene vreugd in
geld uit te geven, en aan mijn eigen lot over
gelaten, gaf ik gehoor aan de heimelijke voor
stellen van den Franschen Consul tot het op
sporen der Binders in de Noordelijke Depar
tementen der Republiek.
Mijnheeren, zegde de bazin, de kassaars
zijn gereed.
Wil ze maar spoedig opdienen riep de
Kapitein.
Mijnheer, sprak Jan, John Stiermarck bij
de hand nemend, gij zijt een voortreffelijk man.
Ik ben verblijd dat ik u ken en het bedrijf dat
gij uitoefent, al wordt het van vele menschen,
die misschien reden hebben het Gerecht niet
zeer toegedaan te zijn, misprezen, is loffelijk
en aan de samenleving zeer voordeelig.
Het vergenoegt mij uwe goedkeuring te
te bekomen ik hoop, mijnheer Jan, dat wij
vrienden zullen blijven.
En Jans vrienden zijn de mijne ook, mijn
heer Stiermarck, sprak Victor, die alles stil
zwijgend had aanhoord, en hij drukte insge
lijks den Engelschman de hand.
Ondertusschen waren de met hesp en eieren
vervaardigde koeken, die men nog ten huidigen
dage in onze Vlaanderen kassaars noemt, op de
tafel geplaatst, en men begon smakelijk t© eten,
want al de aanwezigen hadden goeden eetlust
en het was schoon om de toebereide spijs in de
hongerige magen te zien verdwijnen, tusschen
het gekras en geritsel van vorken, messen en
glazen en onder het algemeen gepraat en gelach.
Toen men goed had geavondmaald en nog
beter gedronken, smeet Kapitein Delf oer vier
vijffrankstukken op de tafel en zegde
Ziet, bazin, dat is voor uwe moeite en
goed onthaal en wijl het mensch hem wel hon
derdmaal bedankte, riep hij uit
Nu, mannen, dat wij goed zijn gevoed,
gaan wij den ruiter opsporen die hier gisteren
avond heeft gestaan dat eenigelijk zijne wa
pens goed nazie 1 Die lust heeft te rooken, kan
zijn pijpje ontsteken en daarmede voorwaarts
Congres der Vlaamsche Mutualisten verleden
■.on- en Maandag gehouden te Oostende, is buiten ieders
verwachting gelukt en het betaamt aan ons, Vlaamsche
Mutualisten, hier onzen dank uit te drukken, aan deHH.
deelmakende van 't Bestendig en plaatselijk Komiteit, die
alles met zooveel zorg wisten te schikken, om ons, vreem-
de'ingen, den tijd dien we overhadden, zoo aangenaam
mogelijk te laten overbrengen.
Meer dan drie duizend leden der Vlaamsche Mutuali
teiten, uit alle hoeken van 't Vlaamsche Land, waren ter
dier gelegenheid naar Oostende gekomen.
Rond 10 1/2 uren wierd een stoet aan de Statie en aan
palende straten gevormd, deels bestaande uit al de maat
schappijen van Onderlingen Bijstand van Oostende,
zonder verschil van denkwijze, en de andere vertegen
woordigers der bijtredende kringen, waarvan er veie aan
gehouden hadden hunne overschoone vaandels mede
te brengen, deze trok de voornaamste straten door tot
aan het Stadhuis, waar de Congressisten door de stede
lijke Overheid in de groote Feestzaal plechtig ontvangen
wierden
De heer Rogier, nam het woord en dankte de Heeren
Burgemeester, Schepenen en Gemeenteraadsled;n voor
het gulhartig onthaal dat de Congressisten te beurt viel.
Den heer Pieters, Burgemeester der Stad Oostende,
heette de Congressisten welkom en zegde dat hij het eer
lijk streven der Mutualisten goedkeurde en al deed wat in
zijne macht was, om hun op alle mogelijke wijze te hel
pen en bij te staan
Het was een oogenblik een geklikkak van de
pannen der karabijnen en pistolen, welke men
opende om te zien of het buskruit er zich nog
behoorlijk in bevond en dan wederom toesloot
dat het kraakte. Jan en Victor die zulks ge
woon waren, stopten hunne pijpen, alsook de
heer Stiermarck, die dat met veel statigheid
deed, benevens twee der Gendarmen. De
overigen waren geene rookers. Kort daarop, na
hunne veldflesschen van genever te hebben
voorzien, verlieten zij de herberg onder de
groeten van den baas en bazin, die alle dagen
zulke milde gasten wel zouden hebben willen
ontvangen.
De zon ging juist onder, toen zij buiten kwa
men roode, gele en purperen strepen sierden
de westerkim en de zoele avondstond belootde
zoo^verrukkend te zijn als de morgendstond
was geweest. Doch onze mannen hadden heel
iets anders in den zin, dan de schoonheid der
natuur te bewonderen zij trokken dan voort
met den heer Stiermarck aan het hoofd, altijd
het spoor van het dravend en somtijds ook
stapvoetend paard volgend, langs de Parochiën
Sonnegem, Vlierzele en Bavegem, zonder dat
men bemerkte dat het paard ergens had ge
staan.
De kapitein werd verdrietig en sprak in zijne
gramschap ongeduldige en grove woorden, maar
John ging altijd, als op Gods Genade voort,
zeggende dat zij volhardend toch zouden ein
digen met den ruiter te vinden.
Nabij Oosterzele liep de aardeweg door de
bosschen het was reeds lang avond geworden,
doch daar de maan klaar en helder scheen, had
de Engelschman, gewoon aan zulke dingen, tot
dusver bescheidelijk het paardenspoor gevolgd.
Men bleef dan staan tot dat de twee gendarmen
hunne lantaarns hadden ontstoken en na een
weinig te hebben gerust en een teug aan de
veldfiesch te hebben gedronken, gingen de lan
taarndragers en den heer Stiermarck in hun
midden vooruit en de anderen volgden. Zoo
trokken zij door de bosschen, niets ziende dan
Na de heer Burgemeester nam de heer Vliebergh,
Voorz tter der Vlaamsche MutualisteR Landdagen, het
woord,om in naam van al de aangeslotene maatschappijen
de Stedelijke Overheid te danken, voor het echt Vlaamsch
onthaal dat de Congressisten te beurt viel.
Daarna had er een gezellige bijeenkomst plaats in het
Hotel de Métropole, waar er aan Mevrouw Leonce Ver-
brugge een herinneringsteeken en bloemen wierden ge
offerd, voor haar moedig streven in zake Mutualiteit.
In den namiddag wierd de eerste zitting in de groote
zaal van 't Gemeentehuis gehouden, onder 't Voorzitter
schap van den heer Vliebergh, bijgestaan door den alge-
meenen Secretaris, den heer A. Van de Putte aan 't Bu
reel bemerkte men nog De HH. Casteels, Delfosse, De
Queker, De Groot, Pieyn, Rogier, alsook de HH. Volks
vertegenwoordigers Augusteyns, Buyl en Daens.
De kwestie Herinrichting der Voorzienigheidskas
voor Visschers is lang en levendig bespraken geweest
en eindelijk met eene verzending naar eene bijzondere
kommissie, die binnen de twee maand haar verslag zal
overmaken aan het bestendig komiteit.
De tweede zaak Ondersteuning der Ziekenbonden
door de Bureelen van Weldadigheid, is ook goed van
stapel geloopen, dank aan den heer Daens, die met moed
en kracht de individueele ondersteuning afkeurde, maar
die vroeg om de Ziekenbonden in 't. algemeen te onder
steunen.
&Op voorètel van den heer Daens, Volksvertegenwoor
diger, wierd er met algemeene stemmen en handgeklap
den wensch uitgedrukt, dat voortaan alle Gemeentebestu
ren naar 't voorbeeld van den Staat al de mutualistische
instellingen zouden steunen zonder onderscheid van poli
tieke kleur.
Deze eerste zitting eindigde rond 6 uren en de beste
verstandhouding heerschte onder de leden van 't Congres.
De kwestie der Pensioenen voor oude Weridieden is
maandag ook goed van stapel geloopen, na eene grondige
bespreking waaraan de HH. Primo, De Queker, Bails en
Volksvertegenwoordiger Daens deel namen, raakte men
t akkoord om een ander overgangsmiddel te zoeken voor
de personen geboren in 1843 tot 1870. M. Daens bestreed
krachtig het plan van dit Pensioen af te schaffen en enkel
de spaarzaamheid sterk aan te moedigen. In naam der
armste van de arme Ouderlingen vroeg hij integendeel
dat dit Pensioen zou behouden worden londer storting,
en haalde hiermee grooten bijval.
De overige punten van 't Congres liepen ook nog al
goed van stapel, en men mag zeggen dat er in Oostende
goed werk verricht is en er goede wenken gegeven zijn,
welke wij hopen door den Vertegenwoordiger der Regee
ring, den heer Verhees, zullen verdedigd worden.
In den namiddag had er een Vriendenmaal plaats,
welke, wij mogen het zeggen, eer aandoet aan de Inrich
ters.
F.en lied gezongen door den hïtt Casseer, afgevaar
digde van Jen Weezenbond van Meeheien, ten voordeele
van den Tombola der Weezen van de Visschers, bracht
de som op van 70 fr.
Na eenige woorden van den Voorzitter, waarin hij de
Congresleden aanzette op den ingeslagen weg voort te
gaan, sleot men onder 't zingen van den Vlaamschen
Leeuw. (Medegedeeld).
Vr. voor Haeltert-Eede
wordt gezorgd. Vr. B.
van Welle, de vraag der Reizende Werklieden voor Lede
l*^ec'aan' J3' Grienden te D. en te K. 't is krieus gelijk
Woeste in zijnen ouden dagen uit een ziekte komende,
begint tc loopen voor de werkende menschen hij maakt
M- De Sadeleer op, om ook dien weg te betreden hij
zou mij willen inhalen... Des te beter, goed is goed...
KIEZERS, dat is uw werk, met u vrij en manhaftig te
toonen... Weerdt u, M. Woeste, weerdt u 1.. 't Zijn goei
die zich beteren.
lie Persoonlijke dienst.
Is dat Kasernedwang gelijk 't Nieuws van den Dag
schrijft.
Neen, Persoonlijke Dienst is Elk soldaat voor zijn
lot, is verbetering der kasern, de kasern als een collegie,
is vermindering van dienst (gelijk in Holland) 8 5 12
maand, is de weg naar Soldatendienst, VRIJ, gelijk al de
andere Staatsdiensten.
Spreekplaats
het gewemel der vledermuizen en niets hoorende
dan het geschrei der nachtuilen, die tusschen
de eeuwenoude boomen dartelden of het ver
wijderd geblaf der wachthonden op de afgele
gen hoeven. Nog leidde het bekende spoor hun
langs Oosterzeele, Gijzenzeele, Landscauter op
Gentrode, tot zij omtrent* middernacht, ver
moeid genoeg, te Wetteren uitkwamen aan de
heirbaan van Gent.
Hier waren de manschappen niet weinig te
leurgesteld. De ruiter had, naar het scheen,
beurtelings op de kassei en de zijbaan gereden
maar het was onmogelijk de paardenstappen te
volgen en wel bijzonderlijk bij nacht. En geen
wonder, twee-en-dertig diligences, die dienst
op Genten Brussel deden, reden in den dag of
des nachts voorbij, zonder de postkarossen,
vrachtwagens en rijtuigen van bijzondere perso
nen te tellen. Al wat Stiermarck kon bestatigen,
was dat hij de baan Gentwaarts opgereden was.
Het was spijtig zoover gekomen te zijn en
misschien nog onverrichterzake te moeten we-
derkeeren. Kapitein Delfoer stampte van
kwaadheid op den grond dat het kraakte, doch
er was niets aan te doen maar de heer John
Stiermarck, die als een ware Engelschman,
zijne driften naar de omstandigheden kon be
dwingen, zegde dat men den moed niet mocht
opg£ven, maar nog eenigen tijd de heirbaan
moest volgen. Men gaf gehoor aan zijnen raad,
doch met eene soort van tegenzin, eeniegelijk
aanzag de opsporing als gemist.
Maar zoo opeens begon Moor ongerust te
worden. Hij liep ongeduldig heen en weder en
zijne haren rezen te bergen.
Mijnheer Clerker, sprak de Kapitein, wat
wil dat zeggen uw hond wordt zoo onstuimig.
Zou hij onraad vreezen
Heel goed mogelijk, Kapitein, laat ons
een oogenblik blijven staan.
Nauwelijks hielden zij stil, of Moor liep al
grollend een eindsweg de heirbaan op en kwam
dan jammerend terug, Jan bij den jas grijpend
en voorwaarts trekkend, alsot hij had willen
«eggen gij moogt hier niet blijven staan.
('t Vervolgt.)