f DE VOLKSEEUW De Hop Orgaan der Christene Volksparty y Godsdienst - Vaderland - Vryheid De Kamer JAN CLERKER Oe 't Vlaamsch K=£S Rusland Vlaamsche Mutualisten IVtimmer 29 Zondag 19 Juli 1908 48"* Jaargang BUREEL EILAND CHIPKAWERF, AALST Gewone Annoneen 20 centiemen per regel; Annoneen op de 2** Bladigde 90 ceetkeee Eechtorljjke Annoneen 1,00 per regel LAND ABONNEMENTSPRIJS W9 Fk- *u Jaan root de Stad;—8,50 Fr. voor den Bulten;—9,90 vwr al él rrwade Inschrijvingen worden op alle tpdstippen des Jaan I IOOFDOPSTBLLER-BKSTUU1 P. D AENS-MAYABT. Dijnsdag 2 ureIn de Kamer, goede opkomst voor eenen dijnsdag Al de Ministers, de Voorzitter, M. Coo- remans, vele Katholiekenze zien er diepdenkend en somber uitze spreken in stilte er moet iets zijn allen gaan in stilte naar hunnen zetel, gelijk Abdij-Heeren die in koor gaan zingen Vespers, Nocturnen, Metten. Als allen gezeten zijn, 50 a 60 min of meer, de Voorzitter M. Cooreman staat rechtde mannen van 't Bureel staan rechtwij allen staan rechtal de Bedienden en Deur waarders staan rechtonze Voorzitter leest statig en deftig een soort van Lijkrede wegenr het overlijden van GRAAF DE MERODE-DE-WESTERLOO, een der rijkste mannen van ons Land geboren te Parijs in 1856 Minister geweestVoorzitter van 't Se naat zeer wijs en verstandig, zeer ieverig geerne ge zien sedert lang ziek ik zag hem over eenige maanden zeteien en 'k peisde in mijn eigen, hem daar ziende mager, bleek, grauw, dof van kleur, met een kelderstem Man, dacht ik, er zal geen zalf aan te strijken zijnl Korts nadien is hij gaan meesteren bij de grootste Docteurs van Europa, men schreef dat hij beter wai; ja, opgeflikt, een weinig gelaptzateidag nacht is hij gestorven te Lausanna, in Zwitserland. Na den Voorzitter spreekt met ontroerde stem Minis ter Schollaertdan Al.de Brocqueville, die niet voort kan van de tranen't was zijnen boezemvrienddan spreken M. Janson en M. Van de Velde, deftig, hertelijk; in droefheid en rouw, elk rechtschapen hert toont mede lijden... Na die Lijkreden werd de zitting gesloten en in stilte werd de zaal verlaten. Graaf de Merode, nog zoo jong 52 jaarde Duod, de Dood ziet naar rang noch stand; als de dood uitsteekt haar hand, wat valt er te doen, meögaan met fatsoen. 0 Navolging Christi, gij schrijft het zoo schoon O mensch, het zal hier haast met u gedaan zijn; de dag van morgen is voor u onzeker; wie weet of het voor u zal morgen worden Doe nu uw best om zoo te leven, dat gij in de uur des doods eerder moogt blijde zijn dan bevreesd. En wat is hiervoor 'i beste middel 't Goede doen in zijn omgeving, 't Goede betrachten voor den Even- mensch, door Volkswezen en Volksbesturen. Heb ik ge lijk of ongelijk WOENSDAGRegenen en niet regenen, zwalperij, nu eens grijze wolken, druppels regen als plakketten, dan de zon die er doorbreekt en steektwisselvallig weêr 1 1/2 ure In de Sektie, 3 op dc 27 Leden 1 ure 45 zitting in de Kamer van den heer Voorzitter, om de spreek beurten te regelen morgen wordt de alg( meene bespre king gesloten. 2 ure. Aan Rechterzij onder de weinige Leden is M. Pierart, hij ziet er verfrischt uit, maar zeer mager. De Voorzitter raadt aan, niet te onderbreken, en M. Destrée zet zijne redevoering voort, met de wilde wreed heden in den Kongo gepleegd.' 'aan te" halen.volgens Spreker moest men afbreken met den Kongo en gansch op een nieuw beginnen, wilde men in Kongo de noodige hervormingen invoeren. 4 ure 30. Men beslist te zetelen tot 't kwaart voor 6 ure. 5 ure. We zijn met Katholieken, 2 Liberalen, 4 Socia listen en 1 Democraat. M. Pepin spreekt vurig en moedig tegen de aanhechting en toont dat voor Handel en Nij verheid de Kongo ons niets kan aanbrengen. M. Au- gusteyns spreekt in 't Vlaamsch, krachtig en uitdrukke lijk tegen de koloniale politiek hier is meer dan genoeg werk en voordeel. De Zitting eindigt ten 5 ure 45 we zijn nog met 7 man. VRAAG gericht tot den heer Minister van Spoorwegen door de hei ren Woeste en De Sadeleer Denkt de heer minister niet dat de werklieden der statie Aalst op gelijken voet dienen te worden gesteld, als die van andere belangrijke statiën der nijverheidssteden Reeds hield het bestuur rekening met dien toestand door de statieonderoversten van de eerste tot de tweede klas ie vereffen. VPAAG gericht tot den heer Minister van Spoorwegen door den heer P. DAENS Te Haaltert Eede, waar meer dan 300 reizigers eiken dag weggaan en weerkeeren, het staatsgebouw, eene oude, donkere, ruige, lage barak, een soort van rattekot, gelijk men er aantreft in de Oural, onderwege Siberië, sinds jaren en jaren wordt op die barak gesproken tal rijke vragen zijn ingediend, tot dusverre dat de heer minister over eenige maanden verzekerde dat men ieverig VAN OORDEGEM op zoek naar de binders. IX. MENSCHENJACHT. Gij hadt dan toch goeden aanleg, mijn heer, anders zoudt gij zoover niet zijn gekomen? Wel, ik weet bijna zelf niet hoe ik op- speurder ben geworden al ben ik een En- gelschman, toch heb ik mijne jonge jaren in Amerika overgebrachttoen mijn Vader, die weduwenaar \/as geworden, met mij naar Lon den keerde, trok hij een kleinen handel ter hand, waar ik niet zeer veel van verstond. Zekeren dag riep hij mij alleen en verklaarde dat hij door eene ongelukkige winstberekening alles verloren h id en nu weldra zou genood zaakt zijn van de edelmoedigheid zijns zoons te leven. Wat wilde ik doen Ik beminde mijn Vader teérhartig en ik zouschier het onmogelijk uitgedacht hebben om hem geene armoede te zien lijden. Ik besloot dan menschenjager te worden. Te dien einde kocht en las ik boeken over Policie en Gerechtshandelingen, volgde vlijtig al de Processen, begon kleine dieven op te sporen, maakte kennis met de Policie en was, weldra haren rechten arm geworden om de moeielijkste misdaden aan den dag te brengen. Ik vervulde mijnen kinderplicht vijftien jaren lang, leefde sober, werkte dag en nacht, zag af van alle vermaken cn was niet weinig verwon derd, bij mijns Vaders dood eene erfenis te vinden van eene ronde som geld, en de verkla ring dat Vader Stiermarck zich maar als arm had uitgegeven, om zijn zoon het sparen en werken in te boezemen. ,t— Een zonderlinge man, uw Vader Ja maar, als gij in uw leven kinderen hebt, volg hem niet na wat geeft mij nu die rijkdom Mijn leven was droef en droog ge weest. Ik had geen smaak meer voor de jonge- bezig was met het opmaken der plannen. Edoch, men wordt niets gewaar, terwijl de dagen konen en de schoone Zomer weggaat. Zou de heer minister gelieve te doen zorgen dat dees jaar nog het personeel der statie en de bevolking van 5 tot 6 gemeenten hem mogen dank zeggen voor een ge zond en behoorlijk Staatsgebouw M. Lorand heeft getoond dat de ■VOnnO Colonisatie veel kwaad zal doen *J aan den Belgischen Handel... Zal de Kongo gestemd worden Als al de Liberalen en al de Socialisten ertegen stemmen, dan kan de Kongo er niet door aan de Rechterzij M. Colfs is er legen j M. Coremans ook (doch is ziek), M. Thibaut is weg, M. Pieraert gaat naar Zwitserland voor zijn gezondheid... Wat meer is, de Katholieken willen den Kongo niet sterns men, zonder de medehulp der Liberalen onnoodig u te zeggen, waarom YAN AELST staat schoon, jeugdig, wordt goed bezorgd; wie kan het beter dan de Landbouwer Dat hij kome. Maar 't zijn de Wetten ge maakt in 't voordeel va n eenige rijke Brouwers. Al de Hopboeren, al de Hopboerenbonden vragen wederkeerige inkomrechten en een Wet tegen de vervalsching van 't Bier.. En M. Miserez, landbouwer-agronoom, onlangs op een groote Landbouw-vergadering, sprak daar geen woord van ijzerdraad, betere opleiding, kortere staken, 't Kan eeniggoed inhebben maar de ziel is toch weder keerige rechten en een Wet voor 't Bier, om goed ge zond bier te hebben. Mij dunkt, wij hebben in 't verslag van de XX* Siècle gelezen dat M. Miserez ook tegen het afsnijden is der Ilopkeesten... Is dat echt? Al d'Hopboe- ren verschieten daarvan 1 Welk voordeel is aan het niet afsnijden der keesten? 't Woord is aan M. Miserez. eigene Taal I Wat is een Volk zonder Taal I 'ne Mensch zonder kop, de menigte van 't Volk blijft gehecht aan de Moedertaal derhalve, als de hooge en geleerde Standen de Moeder taal niet kennen, 't is een verscheuring; een afgrond 1.. Zonder de andere talen te verachten, wij moeten toch de bloedeigene Taal kennen, teren en beminnen.. Geen Taal, geen Vaderland De Taal is 't Volk Groot nieuws 1 Die 't Goede doet, het Goede ontmoet Die brood rooft, zal gebroodroofd wordendie pleegt het kwaad, gestraft is vroeg of laat... Een groote Samenzwering is ontdekt, maandag, tegen 't Leven van den Rus de {zetel der Samenzwering is te Sosnovice.meer dan 100 Personen; mannen en vrouwen zijn aangehouden; niemand mag in- of uit de Stad de Statie staat vol Gendarms... De Fami lie van den Rus is in doodangst... Alet al dien rijkdom, welk droef en wreed leven I Daar zitten gelijk crr.p" haas in 't opene veld gedurig in onr"n y .„c/e Maar 't is zijn schuld Met al die wreedheden, nigen, dat doodschieten hunner stichting. De Kloosters, die politiek doen, die handel drijven, die geldkoffers woiden, zulke Kloosters vallen onder de verachting van 't Volk. Wij iezeo in 't Nieuws van den f.fag Men heeft ons al genoeg het mes op de keel gezet met de Forten van Antwerpen en van de Maas, en met de ongelukkige Congokwestie. Voor de Forten, die er vol- s!"*.-t niet noodig waren, heeft men ons millioenen en millioenen uit onzen zak getrokken en voor den Congo, indien de overname ooit gestemd geraakte, zou men ons bij het verre schemeren van een koloniaal rijk, waar wij bitter weinig zullen te zeggen, maar veel te betalen heb ben, wederom een groot getal millioenen afpersen om aan den Koning te believen, om de eischen der vreemde mogendheden te voldoen. En voor die twee zaken, die met het katholiek programma niets te zien hebben, heeft men, eilaasonze partij vetdeeld en in oneenigheden getrokken, zoodanig dat iedereen bij de kiezing van 24 Mei erover verslagen was. Op voorhand hadden wij alles voorzegd, omdat wij met de Kiezers leven en hunne ware stemming kennen. Men heeft ons dan niet willen gelooven zal men nu op dien ongelukkigen weg voortgaan met thans nog door schooldwang en kazernedwang de geesten te verbitteren? Dt Kristent Volkspat tij stelt vast, dat het cent schande is voor eene beschaafde samenlevingvan langs den eenen kant mensehen te zien die zwem men in de verfijnstc genoegt en, en langs den ande ren kant, menschen die verzinken in da somberste armoede. Da Kristcne Volkspartij zegt dat het eene schande is voor eene beschaafde s.amenleving, dat sommige menschen bijna zonder werken r ijk wor den, terwijl andere met gansch hun leven te werken lijk slaven, slechts er in gelukken voor de eerste mier geld te winnen, terwijl zij voor hun zeiven met rooi eene korste brood verkrijgen en die afschuwe lijkheden ziende en verstaande, roept de Kristene Volkspartij uit met den Hamlet van Shakespeare: Er is iets aan 't rotten in onze hedendaagsche samen leving (Robr.-P. Buyse, van Rousselare, in zijn hoekje van 1895.) I Ons Frai.schtnans ft'» ïrljj^ gen door schoone beloften, door 't zenden van 't Volk uit Gent kan men die mannen niet overhalen, om in 't politiek de knechten te worden der rijke Bewaarders die hun stemrecht gestolen hebben, en hun diefte niet willen herstellen. Deze week ontvingen wij wederom een Postkaart van 18 onzer Vlaamsche Vrienden met hun Portret en de woorden Waarde heer, ziehier mijne compagnie, allen trouwe Democraten. Uw verkleefde, Constant DeTroyer. Moed en betrouwen, De toekomst aan ons Auri sacra fames r iep Apostel Paulus uit; die vervloekte gouddorst 1 Gregonus I, genaamd Gregorius de Groote, een der geleerdste mannen van zijnen tijd, heilig verklaard, die Paus schreef en preêkte De Kerk heeft de rijkdommen niet noodig, maar het hert der Volkeren moet zij hebben, door de liefde tot den Evenmensch. Als er Priesters zijn, Kloosterlingen of Kloosterzusters zijn, die jacht maken op geld, op erfenissen, ze doen meer kwaad aan den Godsdienst dan al de Ketterijen. Bijna niemand zal tegen de Kloosters zijn, als zij in de Werken van Bermhertigheid blijven, volgens d'inzichten lingsvermaken ik vond er geene vreugd in geld uit te geven, en aan mijn eigen lot over gelaten, gaf ik gehoor aan de heimelijke voor stellen van den Franschen Consul tot het op sporen der Binders in de Noordelijke Depar tementen der Republiek. Mijnheeren, zegde de bazin, de kassaars zijn gereed. Wil ze maar spoedig opdienen riep de Kapitein. Mijnheer, sprak Jan, John Stiermarck bij de hand nemend, gij zijt een voortreffelijk man. Ik ben verblijd dat ik u ken en het bedrijf dat gij uitoefent, al wordt het van vele menschen, die misschien reden hebben het Gerecht niet zeer toegedaan te zijn, misprezen, is loffelijk en aan de samenleving zeer voordeelig. Het vergenoegt mij uwe goedkeuring te te bekomen ik hoop, mijnheer Jan, dat wij vrienden zullen blijven. En Jans vrienden zijn de mijne ook, mijn heer Stiermarck, sprak Victor, die alles stil zwijgend had aanhoord, en hij drukte insge lijks den Engelschman de hand. Ondertusschen waren de met hesp en eieren vervaardigde koeken, die men nog ten huidigen dage in onze Vlaanderen kassaars noemt, op de tafel geplaatst, en men begon smakelijk t© eten, want al de aanwezigen hadden goeden eetlust en het was schoon om de toebereide spijs in de hongerige magen te zien verdwijnen, tusschen het gekras en geritsel van vorken, messen en glazen en onder het algemeen gepraat en gelach. Toen men goed had geavondmaald en nog beter gedronken, smeet Kapitein Delf oer vier vijffrankstukken op de tafel en zegde Ziet, bazin, dat is voor uwe moeite en goed onthaal en wijl het mensch hem wel hon derdmaal bedankte, riep hij uit Nu, mannen, dat wij goed zijn gevoed, gaan wij den ruiter opsporen die hier gisteren avond heeft gestaan dat eenigelijk zijne wa pens goed nazie 1 Die lust heeft te rooken, kan zijn pijpje ontsteken en daarmede voorwaarts Congres der Vlaamsche Mutualisten verleden ■.on- en Maandag gehouden te Oostende, is buiten ieders verwachting gelukt en het betaamt aan ons, Vlaamsche Mutualisten, hier onzen dank uit te drukken, aan deHH. deelmakende van 't Bestendig en plaatselijk Komiteit, die alles met zooveel zorg wisten te schikken, om ons, vreem- de'ingen, den tijd dien we overhadden, zoo aangenaam mogelijk te laten overbrengen. Meer dan drie duizend leden der Vlaamsche Mutuali teiten, uit alle hoeken van 't Vlaamsche Land, waren ter dier gelegenheid naar Oostende gekomen. Rond 10 1/2 uren wierd een stoet aan de Statie en aan palende straten gevormd, deels bestaande uit al de maat schappijen van Onderlingen Bijstand van Oostende, zonder verschil van denkwijze, en de andere vertegen woordigers der bijtredende kringen, waarvan er veie aan gehouden hadden hunne overschoone vaandels mede te brengen, deze trok de voornaamste straten door tot aan het Stadhuis, waar de Congressisten door de stede lijke Overheid in de groote Feestzaal plechtig ontvangen wierden De heer Rogier, nam het woord en dankte de Heeren Burgemeester, Schepenen en Gemeenteraadsled;n voor het gulhartig onthaal dat de Congressisten te beurt viel. Den heer Pieters, Burgemeester der Stad Oostende, heette de Congressisten welkom en zegde dat hij het eer lijk streven der Mutualisten goedkeurde en al deed wat in zijne macht was, om hun op alle mogelijke wijze te hel pen en bij te staan Het was een oogenblik een geklikkak van de pannen der karabijnen en pistolen, welke men opende om te zien of het buskruit er zich nog behoorlijk in bevond en dan wederom toesloot dat het kraakte. Jan en Victor die zulks ge woon waren, stopten hunne pijpen, alsook de heer Stiermarck, die dat met veel statigheid deed, benevens twee der Gendarmen. De overigen waren geene rookers. Kort daarop, na hunne veldflesschen van genever te hebben voorzien, verlieten zij de herberg onder de groeten van den baas en bazin, die alle dagen zulke milde gasten wel zouden hebben willen ontvangen. De zon ging juist onder, toen zij buiten kwa men roode, gele en purperen strepen sierden de westerkim en de zoele avondstond belootde zoo^verrukkend te zijn als de morgendstond was geweest. Doch onze mannen hadden heel iets anders in den zin, dan de schoonheid der natuur te bewonderen zij trokken dan voort met den heer Stiermarck aan het hoofd, altijd het spoor van het dravend en somtijds ook stapvoetend paard volgend, langs de Parochiën Sonnegem, Vlierzele en Bavegem, zonder dat men bemerkte dat het paard ergens had ge staan. De kapitein werd verdrietig en sprak in zijne gramschap ongeduldige en grove woorden, maar John ging altijd, als op Gods Genade voort, zeggende dat zij volhardend toch zouden ein digen met den ruiter te vinden. Nabij Oosterzele liep de aardeweg door de bosschen het was reeds lang avond geworden, doch daar de maan klaar en helder scheen, had de Engelschman, gewoon aan zulke dingen, tot dusver bescheidelijk het paardenspoor gevolgd. Men bleef dan staan tot dat de twee gendarmen hunne lantaarns hadden ontstoken en na een weinig te hebben gerust en een teug aan de veldfiesch te hebben gedronken, gingen de lan taarndragers en den heer Stiermarck in hun midden vooruit en de anderen volgden. Zoo trokken zij door de bosschen, niets ziende dan Na de heer Burgemeester nam de heer Vliebergh, Voorz tter der Vlaamsche MutualisteR Landdagen, het woord,om in naam van al de aangeslotene maatschappijen de Stedelijke Overheid te danken, voor het echt Vlaamsch onthaal dat de Congressisten te beurt viel. Daarna had er een gezellige bijeenkomst plaats in het Hotel de Métropole, waar er aan Mevrouw Leonce Ver- brugge een herinneringsteeken en bloemen wierden ge offerd, voor haar moedig streven in zake Mutualiteit. In den namiddag wierd de eerste zitting in de groote zaal van 't Gemeentehuis gehouden, onder 't Voorzitter schap van den heer Vliebergh, bijgestaan door den alge- meenen Secretaris, den heer A. Van de Putte aan 't Bu reel bemerkte men nog De HH. Casteels, Delfosse, De Queker, De Groot, Pieyn, Rogier, alsook de HH. Volks vertegenwoordigers Augusteyns, Buyl en Daens. De kwestie Herinrichting der Voorzienigheidskas voor Visschers is lang en levendig bespraken geweest en eindelijk met eene verzending naar eene bijzondere kommissie, die binnen de twee maand haar verslag zal overmaken aan het bestendig komiteit. De tweede zaak Ondersteuning der Ziekenbonden door de Bureelen van Weldadigheid, is ook goed van stapel geloopen, dank aan den heer Daens, die met moed en kracht de individueele ondersteuning afkeurde, maar die vroeg om de Ziekenbonden in 't. algemeen te onder steunen. &Op voorètel van den heer Daens, Volksvertegenwoor diger, wierd er met algemeene stemmen en handgeklap den wensch uitgedrukt, dat voortaan alle Gemeentebestu ren naar 't voorbeeld van den Staat al de mutualistische instellingen zouden steunen zonder onderscheid van poli tieke kleur. Deze eerste zitting eindigde rond 6 uren en de beste verstandhouding heerschte onder de leden van 't Congres. De kwestie der Pensioenen voor oude Weridieden is maandag ook goed van stapel geloopen, na eene grondige bespreking waaraan de HH. Primo, De Queker, Bails en Volksvertegenwoordiger Daens deel namen, raakte men t akkoord om een ander overgangsmiddel te zoeken voor de personen geboren in 1843 tot 1870. M. Daens bestreed krachtig het plan van dit Pensioen af te schaffen en enkel de spaarzaamheid sterk aan te moedigen. In naam der armste van de arme Ouderlingen vroeg hij integendeel dat dit Pensioen zou behouden worden londer storting, en haalde hiermee grooten bijval. De overige punten van 't Congres liepen ook nog al goed van stapel, en men mag zeggen dat er in Oostende goed werk verricht is en er goede wenken gegeven zijn, welke wij hopen door den Vertegenwoordiger der Regee ring, den heer Verhees, zullen verdedigd worden. In den namiddag had er een Vriendenmaal plaats, welke, wij mogen het zeggen, eer aandoet aan de Inrich ters. F.en lied gezongen door den hïtt Casseer, afgevaar digde van Jen Weezenbond van Meeheien, ten voordeele van den Tombola der Weezen van de Visschers, bracht de som op van 70 fr. Na eenige woorden van den Voorzitter, waarin hij de Congresleden aanzette op den ingeslagen weg voort te gaan, sleot men onder 't zingen van den Vlaamschen Leeuw. (Medegedeeld). Vr. voor Haeltert-Eede wordt gezorgd. Vr. B. van Welle, de vraag der Reizende Werklieden voor Lede l*^ec'aan' J3' Grienden te D. en te K. 't is krieus gelijk Woeste in zijnen ouden dagen uit een ziekte komende, begint tc loopen voor de werkende menschen hij maakt M- De Sadeleer op, om ook dien weg te betreden hij zou mij willen inhalen... Des te beter, goed is goed... KIEZERS, dat is uw werk, met u vrij en manhaftig te toonen... Weerdt u, M. Woeste, weerdt u 1.. 't Zijn goei die zich beteren. lie Persoonlijke dienst. Is dat Kasernedwang gelijk 't Nieuws van den Dag schrijft. Neen, Persoonlijke Dienst is Elk soldaat voor zijn lot, is verbetering der kasern, de kasern als een collegie, is vermindering van dienst (gelijk in Holland) 8 5 12 maand, is de weg naar Soldatendienst, VRIJ, gelijk al de andere Staatsdiensten. Spreekplaats het gewemel der vledermuizen en niets hoorende dan het geschrei der nachtuilen, die tusschen de eeuwenoude boomen dartelden of het ver wijderd geblaf der wachthonden op de afgele gen hoeven. Nog leidde het bekende spoor hun langs Oosterzeele, Gijzenzeele, Landscauter op Gentrode, tot zij omtrent* middernacht, ver moeid genoeg, te Wetteren uitkwamen aan de heirbaan van Gent. Hier waren de manschappen niet weinig te leurgesteld. De ruiter had, naar het scheen, beurtelings op de kassei en de zijbaan gereden maar het was onmogelijk de paardenstappen te volgen en wel bijzonderlijk bij nacht. En geen wonder, twee-en-dertig diligences, die dienst op Genten Brussel deden, reden in den dag of des nachts voorbij, zonder de postkarossen, vrachtwagens en rijtuigen van bijzondere perso nen te tellen. Al wat Stiermarck kon bestatigen, was dat hij de baan Gentwaarts opgereden was. Het was spijtig zoover gekomen te zijn en misschien nog onverrichterzake te moeten we- derkeeren. Kapitein Delfoer stampte van kwaadheid op den grond dat het kraakte, doch er was niets aan te doen maar de heer John Stiermarck, die als een ware Engelschman, zijne driften naar de omstandigheden kon be dwingen, zegde dat men den moed niet mocht opg£ven, maar nog eenigen tijd de heirbaan moest volgen. Men gaf gehoor aan zijnen raad, doch met eene soort van tegenzin, eeniegelijk aanzag de opsporing als gemist. Maar zoo opeens begon Moor ongerust te worden. Hij liep ongeduldig heen en weder en zijne haren rezen te bergen. Mijnheer Clerker, sprak de Kapitein, wat wil dat zeggen uw hond wordt zoo onstuimig. Zou hij onraad vreezen Heel goed mogelijk, Kapitein, laat ons een oogenblik blijven staan. Nauwelijks hielden zij stil, of Moor liep al grollend een eindsweg de heirbaan op en kwam dan jammerend terug, Jan bij den jas grijpend en voorwaarts trekkend, alsot hij had willen «eggen gij moogt hier niet blijven staan. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1908 | | pagina 1