DE VOLKSEEUW
Bakker Natas
Priester Daens De -Kamer
Orgaan der Christene Volkspartij
Godsdienst - Vaderland - Vrijheid
Kamer. Congo. Vacancie
Rlnmmer 35
Zond: 30 Oogst 190V
BUREELEILAND CHIPKA, WERF. AALST
Gewone Annoncen 20 eentiemen per regel; Annoncen op de tBUdtptf* 80 cMtfoaea
P.uchterljjke Annoncen 1,00 per regel
HEI LAND
Redevoering van P, Daens
HOOFDOP8TE1
48"* Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS -
100 ft. *i Jure roor de Stad;—8,50 Fr. voor den Buiten;8,50 ronr mende
Inschrijvingen worden op alle tjjdstippen des Jaars g"""
P. DAE
YAN AELST
IN NAMIDDAGZITTING VAN VRIJDAG 21 OOGS]
Dh heer Daens. Wat een fonzer Volksdichte/
zegt over den wekelijkschen rustdag
O Zondag-lief, wees wellekom
dat moet ik zeggen over de openbare werken.
Wellekom, groote openbare Werken, die leven li
brood moeten leveren aan ons Volk.
Het werk ontbreekt
Met honderden, ja, met duizenden komen werk vragel
werk afsmeeken, jonge gasten, Vaders van Familie, ait
leeft voort en spreekt tot ons in zijn Schriften
Zoo sprak hij op zijn groote Meeting te Borgerhout, den
5 Mei 1895 Ik zal dus naar Ronie gaan en aan den Paus
zeggen Ons Volk is Katholiek, is Christen tot in het
merg der beenderen. Nooit heeft het eenige ketterij aan
gekleefd. Het is echter in ellende Wij gaan tot het Volk
en tot de Burgers om hunnen toestand te verbeteren in
de maat van onze krachten. (Gejuich).
Men zegt, Pastoor Daens belooft aan het Volk rijk
dommen. Neen, dat beloven wij niet. Wij weten zeer
goed dat, hoe men de wereld ook keert of draait, er altijd
drie standen zullen bestaan De hoogere of rijke standen,
de middelbare standen en de lagere s'anden. Wij zeggen
echter, dat elk in zijnen stand genoeg moei kunnen ver
dienen om deftig te leven en zijnen weg in de wereld te
maken. (Hevige juich.) Meer zeggen wij niet. Zijn wij
daarom opstokers Geroep Neen, neen
Wij zijn daarom tot het Volk gegaan, waar wij reclit-
veerdigheid en verzoening tusschen de standen hebben
gepreekt. Er moeten, wil men bloedige botsingen vermij
den, radikale hervormingen ingevoerd worden.
Wij willen den rijkdom niet afschaffen, maar wij willen
hem beter verdeelen. Wij willen de vervulling der smeek
bede van het Onze VaderGeef ons heden ons dage-
lijksch brood. (Levende toejuiching.)
En welk is de hinderpaal voor eene betere verdeeling
hfldrnikdT?,Da,HdH0|,SlaPeM,,.g d£r.f°0'e ,or~ zal het zijn in den Winter, die zoo akelig komt aand-
tumen. Om zulks te verhinderen, moeten wi, de progres- grimd v00r Je werke„de k|as J
algemeene verwoesting. Terwijl er zijn in ons Land die
zich afbeulen door 12, door 14 en meer uren arbeid, een
groote menigte is zonder werk, loopt zijn hert en zijn
beenen af, om werk te hebben. De heer Minister weet
hoeveel honderden, ja duizenden hem werk vragen.
Zegt, mijne heeren, is er een wreedere toestand Jong
'Jljn, kloek zijn, Vader van Familie zijn, moeten werken
|oor zijn Ouders, voor zijn Huisgezin; geen werk hebben,
(een eten overal rondloopen, smeeken en geen werk
I /inden!. Ach, is het niet met groote rede dat ik die droeve
't hoofd van een talrijk Huisgezin, die geen werkhel/M-Des,«1nd herhaaldehjk doe kennen!
ben, die geen werk kunnen vinden terwijl nogtans zo/ Ten «weeden, een behoorlijk loon Te weinig betalen,
der werk, zonder eten is niet het loon niet kunnen «even, als men neerstig ge-
Vreeselijke toestand 1
Wanhopige toestand
Geerne werken, moeten werken, zijn beenen afloope
op den Buiten, te Brussel, en geen werk vinden I
En er moet toch geleefd worden I
Wat valt er te doen
Bedelen, stelen of... verhongeren met Vrouw en Ki
deren t
De heer Minister Helleputte weet zeer wel dat ik waa
heid spreek. Zijn bureelen worden bestormd door aai
vragen voor werk.
Wat men aan werk niet geeft, moeten Armbureel
bijzondere Liefdadigheid erbij leggen, van nu afen w;
Openbare wei ken dus I
Maar goede en nuttige openbare werken
Indien b. v. de heer Minister al de statiën der Dendf-
vallei deed herbouwen, met behoorlijke schuilplaatse
een algemeen toejuich zou hem begroeten het ware
standbeeld voor hem,
Minister Helleputte. Al., niet noodig 1 dat vrjf
sieve belastingen invoeren. De belastingen mogen niet
meer betaald worden van het noodzakelijke van den ar
beider, maar van den overvloed van den rijke.
Wanneer gij 1000 fr. wint en gij moet daarvan 100 fr.
belasting betalen, dan neemt men dat geld op het nood
zakelijke. Wanneer iemand 100,000 fr. inkomen heeft, en
men doet hem 10 of zelfs 20,000 fr. betalen, dan neemt
men dat slechts op zijnen overvloed, wani hij heeft die -k
80 of die 90,000 fr. welke overschieten, nog niet noodig i c .au u a u u -a l
om te leven 8 P. Daens. Een standbeeld van dankbaarheid in hel
Ik ken rijke menschen. die 2 tot 300,000 fr. inkomen ^8r ^°'keren-
hebben. Zij verleven dat niet, zij siepelen dut Beld opeen. °E "EER Wad"' zul' ,£v'£d£ z«
Zij ge.en wel eens eene ,!ag alhier eene aalmoes langs P' D»»s. - De butlengewone werken kunik n.e, al
daar. Maar zijn er tien die edelmoedig zijn, dan zijn er I le" i doch de verbind,ng vanNoord- en
v r- i Zuidstatie te Brussel, heeft de a gemeene bijtredir.
negen die gierig zijn. Zijn er tien van Gevegem, zooals i r,Allt:SA
men bij ons zegt, dan zijn er 9 van Audegem en Vrekke-
gem. (Gelach).
Arrondissemeutsboud. Aalst.
Zondag een goede bijeenkomst geweest, tal
rijke Leden aanwezig. De Ondervoorzitter
Machark- bracht de dagorde voor Nazicht der
kas nieuwe Leden, storting i3 September
Partijbelangen.
De Schrijver Bocqué gat kennis van onkos
ten en uitgaven alles is betaald en er blijft nog
een proper sommei-en in kas.
Ondertusschen is Voorzitter Dumont aange
komen en wekt de Leden op, om nieuwe Leden
aan te werven men betaalt i fr. per jaar of
io c. per maand. Elk wordt verzocht aanwezig
te zijn op den Arrondissementsbond, eiken
tweeden Zondag der maand, ten io ure t'Aalst
in 't Lokaalverders te werken als Democraat.
Er zijn ook maatregels genomen voor 13 Sep
tember. Nadien zal een inschrijving geschieden
voor een Kruis op 't Graf van den goeden
•riend en ieverigen Democraat Jan Miers.
De Wet voor Allen
met Uitlegging en Toepassing der
WET OP DE WERKONGEVALLEN
door Thomas Lathouwers i fr.
kan anders spreken I Dagelijks zou dit werk tijd
sparen aan duizenden. Zie, al naar Brussel komende, Ue-
derik zag meer dan 150 Waalsche Priesters, ir*.
trade van Aalst komende, en die «net hun"-
wi'itwiu naar z.uiu moesten loopen, op gevL.u den
trein te missen voor hun verblijfplaats. Hoe zullen die
Priesters de verbinding loven en danken I
Over den heer Woeste zou ik liever zwijgen, hij is al
ongelukkig genoeg door de kiezing van 24 Meimaar
toch,hoe kan hij zich tegen een werk verzetten dat door al
de Aalstenaars zoo gretig herlangd en zoo vurig gevraagd
wordt? Misschien weet hij dit reeds wij zouden toch
moeten denken dat hem opmerkingen zijn gemaakt (1),
want terwijl hij veertien dagen geleden sprak dat
d'Aalstenaars zouden met steenen werpen naar Minister
Helleputte, om zijn verbinding van Noord- naar Zuid-
Statie, nu vraagt hij nog slechts de verzending naar een
Studle-Komiteit.
Neen, neen, heer Minister, luister naar M. Woeste
nietgeef ons dit hoogst nuttig werk, zoohaast mogelijk.
Groote openbare werken, zeg ik, maar onder twee
voorwaarden
Ten eersten met een maximum van werkuren wan
orde is slecht in alles maar wanorde in den arbeid is een
(1) Dagelijks wordt in Aalst gezegd door oprechte
Katholieken Woeste is de schuld van alles men
heeft hem te veel meester gelaten.
werkt heefthoe is dit mogelijk in een beschaafd en
vooral in een Christen Land
Ik vraag het u, heeren Ministers, moet zulke schandige
toestand niet eindigen?
Ach 1 het Belgische Volk zal u toch zoo dankbaar zijn,
als gij in de voorwaarden van aanbesteding een behoor
lijk minimum van dagloon doet neerschrijven dit voor
beeld zal overal gevolgd worden.
De heer Minister Helleputte was erg misnoegd, omdat
in een mijner vragen stond Die aan 't hoofd van een
bestuur is en geen behoorlijk loon geeft, pleegt achter
houding van loon.
Minister Helleputte. Ja zeker, M. Daens, ge
moogt dat niet zeggen den loon achterhouden is een
wraakroepende zonde.
M. Daens. Welnu, is 'tgeen wraakroepende zonde,
met verzachtende omstannigheden, daar ze in uw voor
deel niet geschiedt; denk er toch aan, heer Minister.
Doe het goede, terwijl gij den tijd hebt.
In uwe plaats, zou ik niet gerust zijn 's avonds, in
mijn onderzoek, zou ik mij afvragen deze bedienden
doen hun uiterste bestze verdienen meerhet geld is
ereen minimum van 3 frank, gelijk Priester Daens zali
ger altijd vroeg, is er noodig met dit minimum, is er
nog armoede ik kan dat geven, ik doe het niet, mag ik
gerust zijn
Ach 1 heer Minister, ik bid en smeek het u de Winter
nadert, hij kan streng zijn er zal zooveel armoede ge
leden, koude en honger afgezien worden bij uwe kleine
Bedienden en Werklieden de Moedeis en de Kinderen
1 smeeken het u. Stelt niet uit, doet het nog voor den
winter, een minimum van 3 frank, de andere kleine dag-
i hu ren en jaarwedden verhoogd, het zal een algemeene
f" welvaart zijrrencs,ü- w.r u.^n voor
't Vaderland eene veel stevigere, versterking dan al die
forten en kasematten 1
Ik durf verhopen, heer Minister, dat mijne stem hier
niet vruchteloos zal weergeklonken hebben.
TAFEREELEN UIT DE
DUIVEN W ERELD
II. ALLES UIT DEN WEG
Twee jonge Boeren kwamen binnengestormd,
op hun kousen en in hun hemdsmouwen zon
der iemand te bezien, al hijgende liepen of be
ter vlogen ze den trap op, bijna zonder dej tre
den te getaken men hoorde ze roepen
Bakker, twee van uw duiven op 't dak uw
wittezwin en den krommenbek! Ze zijn d'eerste,
d'eerste van al
Wat is me dat nu vroeg de Zuster van
den Bakker
Wat dat is Wel twee Duiven die uit
Bordó zijn toegekomen en die op 't dak zitten.
Op 't dak
Ja, de beesten zijn vermoeid van te vlie
gen of zitten met een koppig gedacht.
En wat gaan ze doen
De Duiven aanlokken, om ze binnen te
krijgen hoort hoe den Bakker hem weerdt
Z'hoorden inderdaad roepen Oei, die twee
Rossen van Duivende Brigands de Kanaljen!
Gaan ze mij weeral treêten Ze moesten
de leste Duif ophangen!... Ward jongen, sprekt
de beestjes eens vrinjclijk aan Rrroctckoe,
Krrriki... Sis, smijt wat Kempeen in de goot,
z'hebbea grooten honger,gezult ze kunnen met
uw hand pakken... Mijn lief Witzwinneken,....
mijn Krombeksken
Op wie roept hij alzoo
Op zijn Duiven, Trees.
En dat is hunnen naam, Martha
Elke Duif heeft haren naam. Hij heeft er
dertig, als het geen veertig is, hij kent ze zoo
goed als zijn kind, ze mogen in de locht vliegen
zoo hoog al3 de Sterren daar hangen, tusschen
duizend Duiven zal hij zijn Wittepenne erken
nen, zijnen Asgrouwen, zijn Gespekelde, of zijn
Gestokene, of zijn Trientjen, zijnen Wannus,
zijn Kamilleken,zijn Trolleken, zijn...,
Ge kent gij dat ook, Martha
Och, Threse, van jaren en jaren altijd het
zelfste en 't eigenste te hooren, ik ken ik daar
iets van, maar van den Genie der Duivenmel-
kerij weten wij eigentlijk niets.
En hoelang gaat dat daar duren
Ja, zeg me dat eens, Threse Kent er' ne
mensch op de Wereld 't gedacht van die Dui
ven Somtijds zijn ze rap binnen, en somtijds
zitten ze daar zoo vast als pillaslers en komen
maar binnen, als al de Prijzen af zijn... Maar,
hier ook moet alles uit den weg.
In cl'Huishoudens, men ziet doorgaans dat
de Kinderen den aard hunner Moeder hebben,
want het was met 'ne lust dat 't Mnrieken, de
oudste Dochter, en Lowieken, 't eerste Com-
munikantje, juist binnen gekomen, 't was met
'ne lust dat ze Moeder hielpen om alles aan den
eenen kant te zetten, zoo dat de doortocht vrij
was en al de deuren open, tot op de straat.
De Zuster van den Bakker sloeg heur armen
overeen Martha, zegde ze, een Duivenmelker
in huis is toch een zwaar kruis!
't Is te zeggen, geen Huis zonder Kruis,
placht mijn Moeder zaliger altijd te zeggen, en
een Huis zonder Kruis is een Duivels'Huis
Maar een Duivenmelker toch veel goeie gaven
heeft.
Mij dunkt het mij, Martha ik kom hier
te Kermis, op dezen Buitengewonen Dag,
en op dezen Buitengewonen Dag heb ik nog
mijn Broêr niet gezien.
O Threse, wees gerust, wacht tot na den
Prijskamp dezen avond, ge zult anders spre
ken.
Buitengewonen Dag, al twee malen komt
dat woord in ons Verhaal, en elk zal nieuws
gierig zijn. Welnu, ziehier in twee woorden
Marieken, de oudste van den Bakker, had ken-
Vragen door den hser P. DAENS.
Tot den heer Minister van Landbouw
Wat blijft ze toch wreedaardig lang weg, de zoo vurig
en algemeen verlangde Wet tegen onvoorzichtige, onbe
kwame of loszinnige ottomobilisten
De achtbare heer Minister weet toch dat in Oostenrijk
eene strenge wet op touw is gezet En dat Engeland ook
weldra eene Wet zal hebben waarbij een maximnm van
snelheid in de steden en op den buiten wordt bepaald,
want de Staatsman Minister Balfour verklaarde uitdruk
kelijk dit
Er moet een einde worden gesteld aan de wreede onge
lukken gepleegd door ottomobilisten, die, na de dood of
de verminking van menschen te hebben bewerkt, zoo laf
zijn de vlucht te nemen 1
Tot den heer Minister van Spoorwegen
Weet de achtbare Minister niet dat er wederom een
wreed ongeluk is gebeurd te Audeghem bij Dendei monde,
op een onbewaakte baan Een kiekenkoopman van
Moorsel, was zoo goed als doodgereden zijn paard ver
loor er het leven bij, de kar is aan stukken. Is het niet om
te huiveren, als men denkt dat bijna 80 scholieren dage
lijks over die gevaarlijke onbewaakte baan moeten
Waarom toch al de banen niet doen bewaken
Zou de heer Minister al zijne aandacht willen verlee-
nen aan de volgende punten
1Betere verlichting der derde klassen, die nu erbar
melijk is
2. Verhooging der dagloonen van fr. 2,60 en van 2,80
3. Vermindering van de overdrevene werkuren van 12,
van 13 en meer uren tegen kleine loonen
Tot den heer Minister van Oorlog
Mogen wij de hoop koesteren dat, na de vacantie, de
Kamer zich onverwijld zal bezig houden met het Pensioen
der Gendarmen
Menschen, w'hebben den Kongo aan ons
been hij is gestemd, gelijk hij waait en draait,
donderdag ten 4 ure, en de Katholieken plakten
op hun handen, gelijk z'op hun handen plakten
als de Koolmijnen' van Limburg afgestaan zijn
gewordenvoor eeuwig
De beslissende Stemming van Aanhechting
bracht uit83 voor, 54 tegen en 9 onthoud.
74 Katholieken en 9 Liberalen stemden JA 32
Socalisten, 20 Liberalen, 1 Catholiek, Colfs,
en 1 Kristen Democraat, Daens, zegden NEEN.
Ik heb mijne stemming voorgedragen als-
volgt
De heer DAENS. Ik zal uitdrukkelijk neen stem
men, als ware Volksvertegenwoordiger. Op dit plechtig
oogenblik bijzonderlijk, mag ik niet vergeten dat ik hier
spreek in den naam van duizenden, kiezers en anderen,
die, waren zij hier, met overgroote meerderheid neen
zouden roepen.
Ware ik aanhanger van den Congo, ik zou denken niet
te mogen ja zeggen, het aanziende als een plicht van
geweten onze bevolking getrouw en eerlijk te vertegen
woordigen.
Wat is de Volksvertegenwoordiging als elk lid in eene
openbare gewichtige zaak zijne eigen gedachte volgt
De heer Woeste sprak hier ook van geweten welnu,
zegt zijn geweten hem niet dat hij in den naam zijner
kiezers niet ja mag stemmen
Als ik neen zeg, ben ik in overeenstemming met mijne
kiezersik aanzie den Congo als eene onderneming, al
te zwaar voor onze krachten, duister, vol gevaren, die
den tijd en het geld gaat opslorpen, die er noodig zijn
voor onze. Burgerij, bezwijkende onder de lasten, voor
Q-v«.varme,W erkersbevolking die hulp noodig heeft, voor
de kleine Staatsbedienden, algebeuia voor Hongerlooncn.
Ik wenschte het anders, doch voor mij is die aanhech
ting van den Congo noodlottig voor de godsdienstige be
langen evenals voor het Vaderland. Indien men te verre
gegaan ware om terug te keeren, er waren andere midde
len om voordeel uit den Congo te trekken, zonder die
akelige gevaren.
De onthouders zijn geweestVan de VValle,
Warocqué, Boel, Buyl, De Sadeleer, Masson,
Mechelynckx, Muliendorf en Persoons. Waren
afwezig 10 Katholieken, 5 Liberalen en 3 So
cialisten, is 18.
M. De Sadeleer heeft zich onthouden, in at-
spraak met den Socialist Schinler die ziek was
en zou tegengestemd hebben.
Dan is de zittijd gesloten tot tweeden dijnsdag
van November, als 't God belieft. En nu komt
't Senaat bijeen voor den smerigen Congo.
Voor het beste
KA SS E-P PIER
wendt u tot ons Bureel, waar alle soorten te
bekomen zijn.
nis met Leandcr, de Zoon van den Garreelma-
ker uit de Gebuurte, de twee Hovingen paal
den met een haag het Huwelijk was zoo goed
als beslist, en dezen avond komen de twee
Familiën samen bij den Bakker, alles zal door
de Ouders nader besproken worden, waarna de
twee Familiën aan de kermistafel zullen veree-
nigd zijn..
Maar hoor eens, welk gedaver en gedommel
gaan ze thuis afbreken Beneden heelt nie
mand de tijd van denken., de twee Boerenjon
gens komen de trappen af, op hun koussen, elk
een zaksken met hun tar.den vasthoudende, ze
loopen erger als hazen op 'ne wip en 'ne
sprong zijn z'op de straat, even als den Bakker
in zijn hair en in zijn hemdsmouwen, ook op
zijn kousen, zijn wezen in vrolijken geestdrift,
met moeite ziet hij naar zijn Zuster Seffens,
roept hij, seffens I. en is weg als 'ne weerlichtl
Schoone pantomiene, zegt Threse, alzoo
een verwoesting van Jerusalem, voor die on-
noozel duiven.
't Schoonste zal achterna komen, Threse
wacht eens, ge zult den Bakker zien afkomen,
zoo gelukkig als een rood vischken in 't water.
Maar ondertusschen
Och, Threse, geen roozen zonder dorens 1
Elk heeft zijn planneetden Garreelmaker, die
ge zult zien t'avond.hij is zot naar de stoffeliers,
en zijn Vrouw heeft een kat die ze nevens haar
kinderen stelt 't is ook, ik moet het zeggen,
de schoonste kat van de Prochie.. Waar was ik,
voor dien esklander van dat loopen 1
Aan de gaven van den Duivenmelkerdat
een Duivenmelker veel goei gaven heeft.
Ja, en dat is waar Een Duivenmelker,
Threse, vindt zijn genoegen thuis ge moet
niet vragen waar hij is
Op zijn duivenkot I
't Is toch thuis.. Een Duivenmelker is
waakzaam en werkzaam hij moet wel opletten
en zal geerne werken vroeg en laat, om iets
over te hebben voor zijn duiven, hij mag toch
zijn Familie niet te kort doen.. Een Duiven
melker, Threse, en is gecnen dronkaard hij
moet zijn geld sparen en altijd present van
geest zijn een Duivenmelker is voor de pro-
preteit, de duiven zien geerne een proper kot
zoo zijn er die een spiegelken in hun duivenkot
hangen en er eenige bloempotten zetten.
Ja en 'ne sofa..
Een Duivenmelker, Threse, is geenen Ie-
zegrien, hij steekt zijnen neus in de menagie
niet, want dikwijls weet of ziet hij niet wat nij
eet g'hebt altijd Vrede met hem maar ge
moet hem kennen
En hem involgen, Martha
Altijd in de goeie rede, Threse nemen
wij, onder andere, als er iets schilt aan de Dui
ven, dat ze ziek zijn, of als de jongskes niet
meêwillen, of dat de Vlieging mislukt of dat
er iets mankeert aan 't Duivenkot, of dat een
goei Duif sterft,
Er zijn nog al veel Datten, Martha.
Threse, sedert het bestaan der Wereld,
zijn er twee dagen gelijk geweest aan elkander?
Ik zeg dus Als een Duiveman lastig is, en als
hij knokkclt, en als hij opspeelt, dan hebt gij,
Vrouw of anderen Huisgenoot, het middel bij
de hand, om hem zoo gewillig te maken als een
Lamm eken
Met te zwijgen
Zekerlijk, en met deel te nemen in zijn
verdriet. Anders handelen, Threse, dat is twee
vlagen doen tegeen opkomen en olie op 't vuur
gieten.... Maar wat zie ik wat hoor ik
Wat is er n£?
De klein passanten die afkomen, d'ons
zijn er ook bij ziet ze springen er is geen
twijfelen aan den Bakker zal den eerste Prijs
hebben... Ja 't is waar, 't is probaat.
Hij gaat nu seffens thuis zijn
Ge zijt er wel mee, Threse dat moet nu
overklapt worden in hun Duivenlokaal ik ben
daar éenen keer geweest, maar ge zoudt er zot
en doof van worden... Maar t'avond gaat gij
eens 'ne vrolijke mensch zien. ('t Verv.).