RUBENS
Munt-AImanak
Uit Welle
in Aalst.
voor 1912
vveivaart en ware
viKSverheffing.Het is de schoone Strijd onzer 20e
Eeuw.. Dat elk er toch aan deel neme Met deze
zielsroerende dagen van Allerheiligen] en Allerzielen,
in de Kerk, op de Kerkhoven, dat onze duurbare Af
gestorvene Demokraten terug in ons midden ver
schijnen dat zij deel nemen aan onze vurige Bedan
kingen voor den goeden uttslag der kiezing, voor de
Feestviering, hoe Volksverheffend als men ziet dit
nederig Huizeken aan 't Schaliënhuis, bekroond met
bloemen en verrijkt met den zetel van Raadsheer, ge
schonken door de Vrouwen van den Osbroek Hoe
Volksverheffend als de Fabriekwerker-Raadsheer in
ons Lokaal voor die ontzachlijke Volksmenigte, zon
der schrik of schroom het woord voerde. Bij de
Bedankingen, dat ook de voornemens gevoegd zijn
om de Democratische inrichtingen gedurig te verster
ken, onze Ziekenfondsen voor Mans en Vrouwen,
voor Kinderen, onze Vakvereeniging; ons Muziek,
onze Wijk-Clubs, ons Steunfonds, onze VOLKSWIL,
die jonge groote Macht;.'t is Deugd en Vreugd, met
algemeene Welvaart. P- DA ENS.
Nieuw historiek-dramatiek Verhaal
DOOR
Pie ter DAENH, Volksvertegenwoordiger
XIII. VALSCH EN SLUW VERRAAD.
Schepene en Kerkmeester Adriaan De Beir-
laere had dus den knecht der Dekenij bij hem
te huis ontboden in de Pontstraat, hoek van
't Volderstraatje dat uitkwam op den ouden
Dender.
Hij ontving hem vleiachtig en nederig, gelijk
altijd gebeurt als men iemand wil bedriegen.
Kruipers zijn bedriegers.
Tomnien, zegde hij, ge wist het misschien
niet, maar ik ben uw ware vriend gij twijfelt
daar toch niet aan
O neen ik, ik Adriaan.
Tommen, er is aan tafel over u gesproken
en die Schildenaar uit Antwerpen was bijzon-
derlij'.-, tegen u.
Kent hij mij, M. Adriaan
Misschien ja en misschien neen, Tommen,
maar ik hem hooren zeggen aan M. den Deken
Een dronkaard zou ik geen dag ln mijn huis
willen.
Heeft hij dat gezegd Ben ik een Dron
kaard
Neen, Tommen, maar de drank bevalt u
somtijds slechten wie is niet eens in den wind!
Die Rubens, Tommen is 'ne wereldsche Schil
der zijn Schilderijen zijn veel te profaan voor
een Kerk Schilder Vlyminck van Gent, zou
ons iets leveren dat doet bidden, ze willen naar
mij niet luisteren, 't zal hun spijten. Drinkt
nog eens uit, Tommen.
Ik mag niet, M. de Kerkmeester ze zul-
schen. Uw aanhoudend strijden vou. s
volk, Uwe manhaftige houding in de j.i 1 -u»ie
oprechte verdediging van onzen Katholieken Godsdienst
ter Kamer en in uwe Bladen, verdienen ailen eerbied, en
Aalst mijne geboortestad, geeft heden net klaarste bev. ijs,
dat zij Uwe diensten en opofferingen weet te waardeeren
en daarom nogmaals ontvangd van eenen ouderling van
75 jaren, zijne beste gclukwenschen. F. D.
Nog uit Brussel. Achtbare Heer
Kennende van nabij de politiek var- Aalst, en wetende
wat al opofferingen, gij u getroostet, voor het heil en
geluk des volks, kan ik U niet genoeg bewonderen in
uwen heiligen strijd, in uwe krachtige houding en stuur
U uit ganscher harte mijne beste gelukwenschen. Mochte
God het zoo beschikken, dat als< en al de manhaftige
strijders U nog lang in hnn midden mochte behouden, tot
groei en bloei mijner duurbare geboortestad, en tot heil
van onzen Godsdienst. J. D.
Jette, den 24 October 1911
Geachte Heeren en Strijdbroeders,
De Leden van den Democratischen Bond He'pt el
kander bieden aan de Gekozenen van 15 en 22 October
hunne vurigste gelukwenschen, voor den zoo schitterende
behaalde zegepraal.
len niet weren in de Dekenij waar ik blijfer
komt veel Volk te noenent.
't Is waar, Tommen, ge zijt een brave op
passende Huisknecht't is zonde zulke men
schen willen kwaad doen.
Welk kwaad willen ze mij doen, M. Adri
aan?
Tommen, ze willen u in een Ges'icht ste
ken, en daar zijt gij honderd te goed voor... En
ik, ik zou u willen redden.
Danke M. Adriaan ik, die altijd lieber en
vrij geweest ben, na 2 maanden in een Gesticht,
ze droegen mij naar 't Kerkhof.
Dat weet ik, Tommen; en ik wil u redden;
wilt ge doen wat ik u viaag er bestaat geen
kwaad in, 't is de zuiverste deugd, voor 't goed,
voor de reputatie van ons Hoofdkerk, luistert,
Tommen, want de muren hebben ooren dir
zeggende, hij neigde zijn mond tot aan de rech
teroor van den knecht en vezelde iets in groore
stilte.
Tommen trok zich achteruit, roepende
Mijnheer Mijnheer 1
Tommen, g'en hebt mij niet goed ver
staan, als ge doet wat ik u vraag, ze zullen er
u later om beloonen en bedanken.
Maar Mijnheer Adriaan, als 't uitkomt
Dan, Tommen, dan zorg ik voor uwen
ouden dag, voor uwen ouden dag, al m.«est gij
honderd jaren leven. Ik vraag u enkel dat ge
mij zoudt helpen voor de Religie in ons Hoofd
kerk. Die Schilderij van Sint Rochus moet aan
Gent zijn en niet aan Antwerpen.
En daar Tommen altijd zijn hoofd schod-
delde, toen sprak de Schepene Kerkmeester op
strengen toon
Tommen, 't is te nemen of te laten mij
helpen in dit goed werk en daarvoor mijne
vriendschap en een beurs met geld, of in de
Dekenij buitenvliegen en van niemand geholpen
worden
Och, M. de Kerkmeester, ge verzekert mij
dat hetgene gij mij vraagt, goed en deugde
lijk is?
.rf!
.•aam maken, door welvaart van durgei en Werku.-n te
bewerken de ratten weg te kuischen die in het Stadhuis
nog nestelen tengevolge van het laten vervuilen van het
B?stuür, die zich niet opgeofferd hebben voor den Volks
man, maar voor eigenbelang en coffer-fort.
Aan U nochtans, moedige strijders en verdedigers van
God en Volksrecht, bied ik mijne hartelijkste wenschen
aan en durf hopen een nog schit erenden uitslag te beko
men op 24 Mei.
Daarom, steint altijd voor de Chris ene Democraten.
Een jonge Democraat.
2 mannen gekozen met den eersten slag, juist gelijk
t'Aalst en t scholt te Welle niet veel, of w'hadden er drij,
vivat de Kristen Volkspartij.
Een Welienaar was maandag t'Aalst in ons Lokaal en
sprak met geestdrift over de Feest-Betooging ingericht
door Denderleeuw rr.et Democratische Bonden en Mu
ziek 1 Nooit zulken Stoet gezien te Welle, nooit... En
Zondag komt DENDERHAUTEM de Gekozene Raads
heren en de Kiezers van Welle groeten en danken.
Na eerlijken strijd,
Deftigen zegepraal.
Zoo goed, Tommen, als 'heiligste Reli
kwie die in ons Kerk is, als de Relekwie van
't heilig Kruis, van welke ik proviseur ben.
Daarmeê stond hij recht willende zeggen
Alles is tusschen ons gedaan
De oude knecht stond in twijfel verschillige
gedachten bestormden hem, och elk ondervindt
dat er booze .geesten zijn en slechte Apostel
Paul us schreef het zoowelIk voele twee men-
schen in mij.
De eene mensch zei aan Tommen Neen,
't en is niet eerlijk Ge moogt dat niet doen
M. den Deken doet wel u te berispen Ge drinkt
dikwijls te veel Misbruik maken van zijn be
trouwen en goedheid ware een slechte daad
Maar de andere mensch blies hem duivel
achtig in de ooren Men is veel te streng op
u Zijt gij somtijds wat miskeerd, d'anderen
drinken ook Het gaat in de Dekenij niet meer
gelijk vroeger Men bespiedt u I Men achter-
draagt u Zou ik in een Gesticht kunnen
h ven Neen, 'k ware op een maand dood Als
ik drink, doe ik iemand te kort Maar ik drink
niet.
En als de Bekoorder vroeg Tommen, zult
ge mij helpen in dit goed werk Wilt gij gerust
en gelukkig uwen ouden dag slijten, dan was
de antwoord JA, Mijnheer de Kerkmeester, JA.
Het verraderlijk akkoord was gesloten.
Rubens had gezegd aan M. den Deken en
zijne Kerkmeesters Voor 8 dagen verloopen
ziin, zal U de schets der Schilderij ontvangen.
Met groot ongeduld werden de dagen en de
uren afgeteld. 8 dagen gingen voorbij Geen
schels uit Antwerpen
En Rubens zijn woord was nogtans een zegel.
Veertien dagen, drie weken er begon groote
onrust te komen in Aalst. Zou meester Rubens
ons vergeten hebben
Elk sprak ervan elk was ermeê bekommerd,
er werd Kerkraad gehouden met de Hopkoop-
mans. Niemand verstond er hem uitmen wist
ni^e menschen op aarut die Gode zoo ocuagen «it u«.
kinderen. Zijn vaderoog rust liefdevol op ieder kinder
hoofd elk jong gedoopte kind is een waar christenkind.
Het is daarom ook zekjr, dat God met welbehagen neder-
ziet op dengene die iets oeds, iets voordeeligs voor het
kind doet.
He' minste, het geringste van a! is, zoo eenen kleine
lichamelijk spijzen dit is goed en het moet zoo zijn,
maar dat doen ook de heidenen, de vrijmetselaars. Inte
gendeel is het een oprecht christelijk en apostolisch werk,
voedsel te geven aan deze zoo jeugdige en dorstige ziel.
Spreek aan het kind dikwijls en genoeglijk van God
toon aan dit opkomende begrip, door kleine geschiedenis
sen en aan die gretige oogen, door Go 'es heerlijke wer
ken, hoe lief en goed die Vader is, hoe men Hem moet
vreezen en zijne geboden onderhouden. Gij zult het kort*
en eenvoudige gebeden, en kleine godvruchtige spreuken
leeien, en uitleggen wat ze beduiden. Vermaan en waar
schuw het telkens, als het zich aan leugen, ongehoor
zaamheid. krakeel of aan eene andere boosheid plichtig
maakt. Doe het kind zien dat zijne zoo jeugdige zie) reed*
vlekken van zonden heeft, dat het ook eenen Verlosser
behoeftvertel hem dan van dezen Verlosser, en leer hem
toe hoe het dezen moet beminnen en navolgen. Met één
woord, tracht de deur van dit kinderhertje te openen, op
dat het Rijk Gods er vroegtijdig in kome. Veel vrucht
en zege is daar te Oogsten want eene kinderziel is een
versche grond, die het goede zaad der leering lustiger
doet gedijen. Eene oude ziel, door vele zorgen en driftea
hard geworden en uitgeput, neemt zoo gemakkelijk het
goede zaad niet meer op.
Is verschenen en te bekomen op ons Bureel
Prijs 0,10 c. Goede winst Toor deUitver-
koopers.
niet wat denken. Er moest naar Antwerpen ge
schreven worden, zeer eerbiedig maar dringend.
De Brief ging weg, per Postkoets wederom
acht, veertien dagen, geene antwoord.
Deken Beekman, de Schepenen, de Kerk
meesters, alien liepen den kop in hun handen
en den angst in de ziel.
Zou de Meester iets kwalijk genomen hebben
of wat mocht er zijn Geheel de Stad was er
meê bekommerd In d'herbergen De Biekort,
't Gulden Hoofdde half Maanhet Brouwershuis,
in de gulden Swane, in de Gilden-Huizen, men
sprak var. niets anders.
Destijds waren al de Kerkmeesters en do
Schepenen eiken Zondag regelmatig in de
Hoogmis zij aanzagen het als een plicht in de
algemeene Vergadering der Geloovigen stipt
aanwezig, te zijn. Sedert i625 was in Aalst een
Collegie van Jesuiten gebouwd op kosten der
Stad en Kastelnij, naar den wensch en aanbe
veling van Albert en Isabella die vele Gestich
ten van Middelbaar en Lager Onderwijs in
't leven riepen om de Geleerdheid te ver
spreiden.
Die Paters hadden hun eigene Kapel, nu nog
bestaande, maar des Zondags moest hun Kerk
's voornoens gesloten blijven en men zag de
Oversten, de Leeraars en de Studenten met al
het ander Volk in de Hoogmis. Nu, eiken Zon
dag na de Hoogmis werd raad geschoren in de
Dekenij. ('t Vervolgt)