Beloftevol talent in Kreja Volop genieten van Leon Boel's werk Pro renaissaneer alle ers open «Elf Gesprekken», een must voor Aalstenaars Romantisch realisme Bernauws Antarctische Rozen 16 - Nieuwe Gazet van Aalst - 4 juni 1982 Jeugdhuis Kreja stelt werk tentoon van zeven leden. Voor hen die dachten dat het kulturele leven stilaan aftakelt, kan een bezoek aan Kreja in de Driesleutelsstraat een flinke opkikker worden. Hier is jeugdig talent aan het werk dat hoopvol naar de toekomst laat uitkijken. Onder de schilderden viel vooral het werk van Rene van Cij.segem op. Met zijn vrij grote werken die refereren naar het Duitse expressionisme van Die Brücke, springt zijn talent naar voor. Patrick De Smedt geeft blijkbaar de voorkeur aan het werk op kleiner formaat. Steeds met schakeringen binnen één kleurtoon, geeft hij pop-art- achtige poses weer. Hun werk straalt een zekere eenheid uit, een vastge stelde richting waarvan we kunnen verwachten dat ze hierin verder gaan evolueren. Dit in tegenstelling van Bart Goffa, die de meest uiteenlopende schilderijen ten berde brengt. De waterput deed ons sterk denken aan de onmogelijke architekturale tekenin gen van Esscher, terwijl De val van een koninkrijk eerder ludiek aandoet. Hedendaagse monnik is dan weer meer symbolisch. Van Luc Lievens waren we werkelijk ondersteboven. Zijn schitterende pentekeningen van landschappen verraden een groot talent. De naam Luc Lievens dienen we in ieder geval in het oog te houden. Zijn werk heeft een niveau dat zeker ook buiten het kader van een jeugd- klub dien gekend te worden. Op fotografisch vlak is vooral Geert Callebaut en Johan Lauwers een must. Callebaut richt zich blijkbaar meer op de specifieke fotografie. Het gebruik van kleurfilters, montagetechnieken en licht opkleuringen brengen de foto's tot het domein van de hedendaagse kunst. Johan Lauwers' werk onartistiek noe men, zou uiteraard een blunder zijn. Maar het verschil met Callebaut is, dat hij op even schitterende wijze zich richt tot het meer menselijke. De foto's van meisjes, taferelen, een wasbeer, e.d.m. hebben een sprekend karakter. Alle werken worden te koop aange boden en ik kan met best voorstellen dat liefhebbers die ofwel geen belang hechten aan een naam ofwel ook hebben voor kunstenaars in de dop, deze Kreja-expositie bijzonder zullen op prijs stellen. De tentoonstelling is open op week dagen van19 tot-24 uur en tijdens het weekeinde vanaf 13.30 uur. (KDS) Groepstentoonstelling in Kreja met werken van Bart Goffa, Luc Lievens, Johan Lau wers, Geert Callebaut, Patrick De Smedt, Johan Schollaert en René Van Gijsegem. (KDC) Tot 6 juni kan u in de Belfortkrypte terecht om het werk van de Aalsterse kunstschilder Leon Boel te bewonderen. We durven inderdaad zonder voor behoud bewonderen schrijven, want Leon Boel's werk spreekt onver mijdelijk iedereen aan. Zijn werk straalt een warmte en gevoeligheid uit die niemand onbewogen kan laten. Leon Boel's oeuvre heeft één centraal thema de foetussymbool en hiermee samenhangend de vrouw, ontknopen de peulpitten, bloembollen, eieren, vrouwen... alles in een haast magisch aandoend dekor. De schilder zelf legt uit dat het hier om een niet te stuiten en jaren durende evolutie gaat. Een etiket plakken op dit werk lijkt een zinloze zaak, zoals steeds, Magisch realisme, symbolisme, surrealisme, het zweeft ergens in die regionen. Leon Boel houdt er trouwens niet van zichzelf ergens onder te 'rangschik ken ik schilder wat ik graag schilder. En van in het begin draaide alles reeds om deze symboliek, maar of je het nu expleciet symbolisme moet gaan noe men, is weer iets anders Opvallend in alle werken is het prach tige koloriet. De kleuren hebben iets ireeëls, ondefinieerbaar en toch héél natuurlijk.' Dat is één van mijn stok-, paardjes. Ikhoud er aan om mijn kleuren zelf te maken en ermee te experimenteren. Inkt mengen met waterverf enzovoort Het is de tweede maal reeds dat Boel te Aalst exposeert Hij houdt er aan om regelmatig in eigen stad te komen. Traditioneel bij Pro Musica is het aperitiefkoncert tussen de laatste tulpen en het eerste vinger hoedskruid. Traditioneel is ook de pronkmarkt van renaissance komponistën die daarbij opdagen. Traditioneel is ook de warm-mannelijke klank die daarbij in de ruimte hangt. De Sint-Jobskapel is een van die rus tieke rustige ruimtes die we al na amper 500 jaar als koncertzaal ondekt hebben. Mét de (naar het schijnt) geredde Begijnhofkerk behoort ze tot de top der akostieke parels die een jachtig mens op een wolkenvolle zon dag tot rust kunnen brengen. Daar zong Pro Musica een vol uur naar het aperitief toeeen vol uur hitparade uit de 16e eeuw. De prijs voor de schoonheid en origi naliteit gaat voor ons naar het ope ningsstuk, een anonieme Sanctus en Benedictus uit de Gulden Sporenslag periode. Het programma doet zoals gebruikelijk de ronde van Europa: uit Frankrijk de typerende klanknaboot sende chansons van Crequillon en Passereau, uit Engeland de galante swingende madrigalen van Morley, uit Duitsland de stoere in akkoorden- marcherende Lieder van Widmann en Frederici, en als afsluiting de guite- brokken der Nederlanders (Van Durme, Non Papa). Algemeen kan je samenvatten dat Pro Musica zijn reputatie van gaafheid (op een paar minieme rommelaankomsten na) en zijn voorliefde voor religieuze en- profane polyfonie bevestigt, (de rest van hun repertorium lees je best met kleine lettertjes). Er zijn ook een paar nieuwe gezichten en er is boven al een opvallende eenheid in kleder-en fardedracht. Misschien mogen we een iets duidelij ker naar voor treden van de 1 e stem bepleiten, vooral dan in de 3- stemmige madrigalen waar de volop ronkende bassen een groot deel van de muzikale koek meehappen. Voorts is het een typerend feit dat een lied als «Merck toch hoe sterk» dat door een hedendaags componist als Badings vol puntjes dissonanten gestopt werd, hier zachtzoet gepeld wordt, en dat dwars door het rebellerende Geuzen lied de harmonie-rust van Pro Musica naar voorkomt. Traditioneel ook bij Pro Musica is het begeleidend mini-kamerorkest. Veerle Weemaes (blokfluit) speelde Bossano, Hotteterre, en een talent bevestigend virtuoos stukje van Stehm. De nog jongere generatie is aan het aanrukken.(F.C.) Kunstschilder Leon Boel geïntroduceerd door volksvertegenwoordiger Jan Cau- dron in Aalsterse Belfort kelder (KDC) Maar het buitenland heeft eveneens zijn belangstelling voor zijn schilde rijen. Frankrijk en Nederland maakten reeds met hem kennis. Vooral Frank rijk lijkt zijn werk te appreciëren. Bin nenkort gaat zijn werk voor het eerst naar JoegoslaviëEen internationale karrière in opmars (KDS) Omlijst door een geestig interludium-gesprek waarbij Bert Van Hoorick Aalsterse ankekdoten debi teerde en Jan D'Haese Oilsjt als zijn eerste liefde bekende ging in «Hostellerie Terlinden» te Aalst de voorstelling door van het boek «Elf Gesprekken». Gesprekken dan met Marcel De Bisschop, Luc Delafortrie, Gustaaf De Stobbeleir, Jan D'Haese, Frans Lemaïtre, Julien Librecht, Hélène Schelck-Ketting, Piet Thomas, Firmin Van der Poorten, Bert Van Hoorick en Jean Van Innis. Plechtige voorstelling die gepaard ging met een tentoonstelling van beeldhouwwerken en akwarellen van Frans Lemaïtre en met poëzie door verschillende auteurs. Een afgrijselijk roze kaftje, waarin deze tweede dichtbundel van Patrick Bernauw (Aalst, 1962) gestoken is. De kleur zal wel iets me! de titel te maken hebben«Een tuiltje Antarctische rozen». Op de omslag staat te lezen dat deze vent zich ook verdienstelijk maakt op het vlak van luisterspe len, scenario's voor stripverhalen, SF en fantastische verhalen. Enige niet onaardige professio nele, zoals dat heet publikaties, een paar prijzen. Maar we zouden het over gedichten hebben. Tweeëntwintig zijn er dat geworden. Liefdesgedichten, maar gelukkig met van banale soort, omdat de auteur geen uitsluitend persoonlijke liefdesly riek brengt, maar therapeutisch schrijft, zowel naar de lezer als naar zichzelf toe. In de eerste cyclus («Blije liedjes voor Elke») verwoordt Ber nauw het leuke dat er aan de liefde is verzen in parlando-stijl, een vleugje Herman De Coninck, met alle humor en understatements vandien. Een optimistische these dus, waarop meteen een pessimistische anti-these volgt. Deze vinden we in de tweede cyclus. Na een paar jaar is het leuke er immers af: de tijd krijgt alles klein, zelfs de liefde Wij schrijven onze namen in het boek van het leven, maar dit boek is van zand zo is ook de cyclus genoemd «Het boek van zand», naar een werk van Borges. Stijl en inhoud zijn bij Bernauw één waar de blije liedjes in een realistische stijl werden neergepend, krijgen we hier het gesofisticeerde van de modernis tische neo-romantiek op onze boter ham. Toch blijven Bernauws verzen zeer verstaanbaar, wat voor eerlijk heid pleit Romantisch realisme noemde,.Frank Pollet het, naar een term die door Bernauw zelf in een tijdschrift werd gelanceerd. In de dèrde én titelcyclus volgt de systhese t is niet allemaal rozengeur en maneschijn, maar «elke keerzijde kent ook zijn medaille». Bernauw rela tiveert tot op het botzichzelf, de geliefde, de liefde, zijn gedichten, Bal dadig nu, dan weer vertederend. Het wemelt ook van de «misschienen» in deze cyclusde auteur beseft dat hij er glad naast kan zitten, is een eeu wige twijfelaar, een zoeker. Hij heeft ingezien dat zijn Ideaal niet is te ver wezenlijken, maar dit betekent nog niet dat hij het verloochenthij gaat door, tegen beter weten in. Zoals in de proloog wordt gesteld, overwint «hopen ten slotte huiveren», en dat vind ik positief. De auteur legt zich niet bij de zaken neer, blijft weer baar. «Antarctische rozen», jawel: een metafoor die zowel stijl als inhoud verwoordt ondergekoelde en toch gedreven verzen, dialectisch opge bouwde thematiek. Of het aloude, versleten cliché-spreekwoord «geen rozen zonder doornen» nieuw leven in geblazen. Bernauw verzoent ons met alle tegenstellingen, en wat mij betreft, ook met zijn romantisch rea lisme. Te bestellen bij de auteur: Rooms- hofstraat 17, Erembodegem. Tegen 120 fr. (inclusief verzendingskosten). VNP Op uitnodiging van de Stad Aalst en de vrienden van het museum het Oud Hospitaal, eeft LUC HOENRAET in juni een overzichtstentoonstelling van zijn twintig jaar actief kunstenaarsleven. Een Aalstenaar die zijn geboortestad bedenkt met een overzicht van zijn werk, is een unieke gebeurtenis. Vooral wanneer die schilder één van de vooraanstaande Belgische kunstenaars is. Luc Hoenraet groeide op te Aalst, liep er school en volgde avond- en week- endkursus aan de stedelijke Akademie. Tot dan behoorde hij tot een van de vele beloften waarvan een deel de ver getelheid induikt en slechts een gering aantal werkelijk doorbreekt. Na zijn verdere opleiding aan het Sint-Lucas- instituut te Brussel, vestigt Luc Hoen raet zich in 1962 definitief in de hoofd stad. Deels om te ontsnappen aan het provinciale karakter van zijn geboorte stad, deels omdat Brussel hem méér mogelijkheden bood voor nationale en internationale kontakten, Die hang naar het openrukken van plaatsgebonden beperkingen, maakte tevens dat hij in '78 naar Parijs vertrok, waar hij nog steeds een kleine studio huurt om bij tijd en wijl de artistieke sfeer van deze wereldstad te gaan proeven. Vanaf 4 juni kan U Luc Hoenraet's werk gaan oewonderen. Zijn schilde rijen zijn haast pikturale kalligrafie. Zijn keuze voor dit genre heeft een diepere, gefundeerde basis. Hoenraet wil zich volledig vrij en onbelemmerd uitdrukken en hiertoe voelt hij zich best in het abstrakte hoe relatief deze omschrijving dan ook moge zijn. In een volgend nummer brengen we U een uitgebreid interview met deze schilder, wiens kunstfilosofische idee- «Elf gesprekken» bevat naast een uit gebreide bio- en bibliografie van auteurs en andere kunstenaars een overzicht van wat Aalst was tussen 1900 en 1980 zowel op politiek als op sociaal-ekonomisch en kultureel vlak. Politiek te Aalst Vooral de periode an de «Nieuwe Orde» en haar nasleep te Aalst, de periode 1930-1950, komt er uitvoerig aan bod en wordt belicht met 38 pagina's unieke foto's en ongepubli ceerde dokumenten. Enkele namen zowel van V.N.V. met Staf De Clercq, Ernest Van den Berghe, JDe Neve en V. Bocqué, het Verdinaso met Joris van Severen, Wiess Moens, Luc Dela fortrie, Dr. Schotte, H. Sedeyn, de strijd tussen de Vlaamse concentratie en het socialistische-liberaal verbond o.l.v. A. Michiels en De Stobbeleir, de Oostfrontstrijders en het.(communis tisch) verzet tijdens Wereldoorlog II bewijzen zulks voldoende. De aanloop van dit alles vond men in de Vlaamsgezinde studentenkringen van het St Jozefskollege, het St.Maar- tensinstituut en het Koninklijk Athe neum, in het Daensisme en Aktivisme. Aalst 1950-1980 Ook wat betreft de na-oorlogse periode komt de lezer flink aan zijn trekken met Ludovis Moyersoen, Wim Verleysen, Louis D'Haeseleer, Gaston Van den Eede, Frans Blanckaert, Oscar Debunne en Mare Galle. Een blik wordt tevens geworpen op de hele kunstenaarswereld en inzonde rheid op de Akademie voor Schone Kunsten. We citeren hierbij Valerius deSaedeleer, Van Malderen, L. Piron, ën en persoonlijke ervaringen méér waard zijn dan dit bescheiden aan kondigend artikeltje. Onthoudt in elk geval de data reeds van 4 tot 22 juni in het Oud Hospitaal te Aalst. (KDS) J. Delafortrie, M. Schelck, de Aals terse kunstenaarskring «Nieuwe Stemmen», Gery Helderenberg, Louis Paul Boon, «Voor Taal en Vrijheid», de «Catharinisten», e.d.m. En nog veel meer... Uit de lezing van het interview met Jan D'Haese blijkt onder meer, zoals kriti- kus Albert de Longie getuigde, wel licht niemand zo goed op de hoogte is als hij wat betreft alle richtingen en stromingen in de Vlaamse kunst en van het werk der kunstenaars in het bizonder. Een merkwaardige bijdrage Met «Aalsterse Gesprekken», een publikatie van «Dialoog», een vereni ging voor kunst, letteren en geschie denis brengen Remi, Bogaert, Dr Hen drik Strijpens en Jean-Paul Van der Poorten een interessante bijdrage die ons beter laat kennismaken met een aantal interessante tijdgenoten en vaak verrassende aspekten ervan in de kijker brengt, inerviews waarbij de vraagstellers vaak even dieper willen doordringen tot de essentie en daarbij dan ook recht op het doel afgaan, nodend tot positieve stellingname door de geïinterviewden. Must voor Aalstenaars en bibliofielen Niet alleen de Aalstenaar vindt er zijn gading en krijgt bij de lezing vaak het gevoel er te hebben bijgehoord, ook gewoon de bibliofi el komt er zeker en vast aan zijn trekken. Waar het keurig uitgegeven boek, gerealiseerd op door de uitgeverij Pie- ter Daens met lay-out van Luc Delafor trie aanvankelijk slechts een 120-tal bladzijden zou tellen groeide het ondertussen uit tot liefst 168 pagina's waarvan een aantal besteed werden aan onuitgegeven dokumenten en unieke foto's. Met achteraf op het omslag in fac-similé de naamtekenin gen van de elf besprokenen. De gewone uitgave kost 550 fr. in de boekhandel of op het sekretariaat «Dialoog, Marktweg 15 te 9430 Nieuwerkerken-Aalst In luxe-uitgave, met stijve band en kaftwikkel plus een lino-snede door Frans Lemaïtre van het «Oud- Hospitaal» (anno 1935) wordt het 1150 fr. over te schrijven op 068- 0920620-20 van bovenvermeld adres met vermelding «Aalsterse gesprek ken». Deze exemplaren zijn door de kunste naar gesigneerd en hebben een nnlanp wan 900 px (Hm)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Nieuwe Gazet van Aalst | 1982 | | pagina 16