Vlaamsche overleveringen. Van krakelingen werpen en tonnekenbrand
ONS LAND IN WOORD EN BEELD 7
- j
t
Het tonneken pek staat gereed op den berg om
's avonds te 7 uur in brand gestoken te worden.
Tusschen 'n haag pompiers treedt de stoet in de
vermaarde kapel vuo dcnOudenbergte Geeraards-
bergen.
In de omheining. Na den heer Burgemeester drin
ken de genoodigden.
Een deel van de dragers der manden met 5,000
krakelingen.
De krioelende volksmassa.
Schepenen, Raadsheeren en feestcommissie wer-
pen krakelingen.
Het Groot Vastenavondfeest
te Geeraardsbergen.
Den eersten Zondag van den Vasten biedt de stad
Geeraardsbergen een buitengewone levendigheid, 't Is
het feest van het Krakelingenwerpen en van het Ton
nekenbrand. Een stoet, voorafgegaan en gevolgd door
de krioelende volksmassa, begeeft zich langs de Vesten
en de Trappen naar den top van den honderd meters
hoogen Ouden Berg. Nadat men in de Kapel de litaniën
van O. L. Vrouw gelezen heeft, begeven de overheden
zich op het heuveltje binnen de omheining die den
steenen zuil van den top omringt, alwaar men hun
korven met krakelingen, drogen haring, appelsienen,
pakjes lekkergoed, en zoo meer aanbrengt.
Eerst biedt de .burgemeester den deken der kristenheid
den eerewijn aan; doch in den breeden maar ondiepen
ouden beker werpt men ook een klein beekvischje dat
de stadspastoor moet inzwelgen bij 't uitdrinken. Na
hem komt de beurt aan den burgemeester, de schepenen
en de raadsleden, die elk aan denzelfden beker drinken
en ook een levenden grondeling opslurpen. Na die
vreemde doorzwelging van beekvischjes verdeelt men
den inhoud der aangebrachte korven en manden.
De wemelende massa die zich woelig en vreugdig op
de hellingen van den heuvel of aan diens voet, om de
boorden van de breeden vijver, beweegt, wacht met
ongeduld het teeken van het Krakelingen werpen.
Daar gooien deken en burgemeester de eerste mastel.
Dadelijk volgen schepenen, raadsleden en notabelen, en
een hagel van koeken en lekkernijen doorkruist tallen
kante de lucht om te vallen midden der grabbelende,
vallende, krakeelende en joelende groepen van boeren
en boerinnen. Hier tracht een Waal van Flobecq aan
een Parickenaar een opgevangen krakeling te ontruk
ken, ginds betwist een Brabander van Tollembeek een
sinaasappel aan een Vlaming van Schillebeke; want op
dit kruispunt der drie oude gewesten van Lotharingen
zijn de particularistische verschillen nog zeer levendig.
Die verscHeidenheid van taal en zeden draagt niet wei
nig bij tot 'de eigenaardigheid van dit vreemde schouw
spel.
Nadat de manden uitgeput zijn, verlaat de stoet den
Berg en daalt naar de markt weder af, terwijl de volks
massa zich op de Vesten of op de Plaats in de talrijke
herbergen gaat ververschen.
's Avonds wordt op den Ouden Berg eene ton met
vet, pek en brandbare stoffen aangestoken, en gedurende
dien Tonnekenbrand vereenigen zich ten stadhuize be-
stuursheeren en ambtenaars in een groot banket dat de
gemeenteraadsleden hun aanbieden.
Over deze eeuwenoude zeer eigenaardige overlevering
met hare geheimzinnige praktijken, leze men verder in
dit nummer de desbetreffende bijdragen.
De Eigenaardige Overlevering.
Vólgens eene aloude overlevering, zegt Jan Van
Waesberghe (f1639), de oudste geschiedschrijver van
Geeraardsbergen, behoorden tot het huis der Heeren
van Grimbergen bij Assche, Geeraard van Humege.n.
De domeinen van dit geslacht strekten zich uit over het
gedeelte van Brabant op. den oostelijken oever van
Zco vertelt Jan Van Waesberghe de geschiedenis
maar van het vreemde inzwelgen van een vischje met
den presentwijn gewaagt hij niet.
Andere legende.
In het gemeentelijk verslag der 'stad Geeraardsbergen
van 1822 staat omtrent het oude feest van Groot
Vastenavond het volgende nedergeschreven
Ten jare 1380 kwam Walter van Edingen, afgevaar
digd door Lode wijk van Maele, Geeraardsbergen- bele
geren met een machtig leger en daar hij de stad door
bestorming niet bemachtigen kon, besloot hij deze door
hongersnood tot overgave te dwingen. Reeds waren de
inwoners, na al hunnen voorraad uitgeput te hebben, tot
het uiterste gedreven, toen zij eene list verzonnen om
den vijand van de muren af te wenden.
De magistraat besloot de weinige overgeblevene mond
behoeften der inwoners samen te brengen, namelijk
enkele koeken en haringen, en dien laatsten voorraad als
een spottende uitdaging aan den vijand te werpen.
Tevens deden zij een groot vuur op den berg aanleggen,
alsof zij aan oprukkende bondgenooten een signaal tot
een uitval geven wilden.
Die daad van zwetserij, door de wanhoop ingegeven,
bereikte haar doel en verschalkte den Heer van Edingen
Meenende dat Geeraardsbergen in 't geniep aanzienlijk
bevcorradigd werd en dat de Gentenaars in aantochr
waren, besloot Walter van Edingen het beleg op te
geven en deed den aftocht blazen.
't Feest van Groot Vastenavond zou de jaarlijksche
geheugenis aan die onverwachte verlossing zijn.
Nu is dit vertelsel een volksverhaal geworden, maar
het staat vast dat de list van het broodwerpen door de
belegerden over de muren eener ingesloten stad van
overouds bij vele schriftstellers bekend is.
De heer Victor Fris, die in 1911 een geschiedenis van
Geeraardsbergen heeft laten verschijnen, geeft eene
andere verklaring van dén oorsprong van dit Groot
Vastenavondfeest. Het feest der Brandstokken of strooi-
fakke'ls dat men nu nog in vele dorpen viert op den
Zondag vöör den Vasten, is niets"" anders dan een
eeuwenoud overblijfsel van heidensche Lentefeesten.
Niettegenstaande hunne bekeering, gingen de bewoners
voort met bij het ontkiemen der Lente op den Hunne-
berg (nu Oudenberg) den geest der wateren bij den
vijver met allerlei spijzen te vereeren, en zij legden
's avonds een vreugdevuur aan als eene begroeting der
ontwakende natuur.
Een priester bouwde toen de kleine kerk van Hunie-
ghem en deed het heidensch feest met Groot Vasten
avond samenvallen. Hij stelde zich aan het hoofd van
den stoet, las aan het volk de Christelijke gebeden voor
en wierp toen de gebruikelijke spijzen aan het volk en
in de bron, in den naam van Christus, 's Avonds stak
het volk zijn vreugdevuur aan. De innige verbinding ms-
schen kerk en bestuur in de middeleeuwen legt uit,
waarom bij het ontstaan der gemeente de schepenen
zich bij het feest aansloten.
Volgens M. Fris moet men het bestaan dezer zoo
pittoreske ceremoniën minstens op twintig eeuwen terug
voeren.
De grabbelende en joelende groepen van boeren
en boerinnen.
de Dender. De drie Heeren van Grimbergen, die alstcen
Assche, Pamele en Humegem bezaten, waren zeer dik
wijls in oorlog met hunne naburen. Om deze te beletten
hun te overvallen, bedachten zij signaalmiddelen om met
elkander in betrekking te staan. Had een hunner hulp
noodig, zco stak hij 's nachts een strcovuur aan, opdat
de twee anderen het zouden bemerken. Er was overeen
gekomen,'dat deze hierop op dezelfde wijze zouden ant
woorden en na deze verwittiging zouden beiden dan
met hunne manschappen te hulp van den bedreigden
broedex snellen. Die krijgslist gelukte zoowel, dat weldra
niemand meer ze dorst aanvallen.
Het feest van het Tonnekenbrand werd dus ingesteld
uit herinnering aan het verbond van Geeraard van Heu-
megem, die zijn naam aan de stad gaf, met zijne broeders
de Heeren van Pamele en Assche, die jaarlijks naar
Geeraardsbergen kwamen om op den berg hunnen eed
te vernieuwen. Daar dronken zij den vredebekrachtigen-
den wijn en aten er het brood doorkneed met zout, want
zout heeft eene bewarende hoedanigheid en is het zinne
beeld van eene duurzame vriendschap. Na de eedafleg
ging wierpen die Heeren broodjes en haringen aan het
vclk om het aan de geloften der drie broeders te ver
binden.