foortooneeltjes
MIJN TAPISSIER
VERTELDE
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
27
Onder een heerlijk lenteweertje werd de drukke Paaschfoor op vele plaatsen ingezet en konden
de talrijke bezoekers hun hartje bij de zoo menigvuldige aantrekkelijkheden eens flinkjes ophalen.
In mijn werkamer stond
alles overhoop. In 't midden
een lange tafel op schragen;
een behangeT was ijverig
bezig lange strooken papier
met een eigenaardig grauw
vocht te besmeuren.Daarna
stond hij in een wip boven
op de trap en gewapend
met borstels en nog wat
bevestigde hij het behang
sel met de moderne tinten
aan den wand. Mijn ka
mer kreeg in een ommezien
een geheel ander aanzien,
't Was zelfs voor den leek
duidelijk, dat ik een goed
vakman had getroffen, nog
een van den ouden stempel.
Samen deelden wij den in
houd van mijn sigarenkoker
en dit boezemde hem blijk
baar vertrouwen in. want
nu begon hij over alles en
nog wat uit het behangers
leven te vertellen, dat mij
eigenlijk eerlijk gezegd
maar matig interesseerde.
Maar de .volgende geschie
denis vond ik naar 't leven,
en daarom vertel ik haar
gaarne eens over. Gelukkig
voor mij verstond de man
de kunst van praten en breien
of van behangen, zoo ge
wilt. want onder 't vertéllen
ging hij toch door mijn ka
mer te metamorphoseeren.
U weet, zoo zei hij, dat ik een lastigen patroon
heb, nietwaar. Nu, de vorige week had ik bijna m'n
ontslag.
Uw ontslag vroeg ik verbaasd. Hoe kwam dat
zoo
Het kluchtig concert der snuggere aapjes op het
draaiorgeltje, verlustigt steeds jong en oud.
Of onze werkzame haarkruller in open lucht veel
bekijks krijgt van onze behaagzieke schoonen,
zal men wel licht kunnen raden.
De poppen- en vogeltjesverkooper heeft bij de kleuters
ook veel aftrek.
Twee muzikanten, met hunne ingewikkelde begeleiding, die hunne rol
zeer ernstig schijnen op te nemen.
Luister maar. Ik moest bij hem komen op z;jn
kantoor en daar begon hij mij een standje uit te deelen,
waar ik het voorloopig mee doen kon. Hij dreigde zelfs
met ontslag. Ik had bij een deftiger klant, nog geen
14 dagen geleden, zware pluche gordijnen opgehangen,
die nu reeds, nadat zij slechts een paar malen open- en
dichtgeschoven waren, met het houten garnituur en al
dat notabene in tweeën gebroken was in hun volle
zwaarte naar beneden waren getuimeld. Natuurlijk was
dat volgens m'n baas mijn schuld. Ik had 't er aller
treurigst afgebracht. Ik antwoordde niet veel, zooals
mijn gewoonte is, maar ging. liever zelf eens op onder
zoek uit. En 't is waar, toen ik in de woning van dien
klant was aangeland, zag ik er zeil vreemd van op.
Het garnituur was totaal in tweeën. De gordijnen nin-
gen er zoowat bij aan een koord, dat hadden de bewo
ners blijkbaar zelf gedaan. En ik moet bekennen, mijn
heer zoo vervolgde, al wrijvende en plakkende, mijn
gemoedelijke vriend dat 't mij zelf aan m'n hart
ging. Had ik dan zulk onsolide materiaal gebruikt ik
kon mezelf niet gelooven. Die mevrouw daar was ook
al niet voor de poes tegen mij. Dat na zoon korten
tijd alles reeds in tweeën
gebroken was, enkel met
open- en dichschuiven, dat
was toch te erg. Zulk
prutswerk accepteerde ze
niet. Ze had dan ook m'n
patroon al een boekje over
mij open gedaan. Ja, dat
wist ik Ik zweeg in alle
talen en ging maar eens
m'n licht opsteken bij 't
keukenpersoneel.
Ook een mooie histo
rie met die gordijnen, zei ik.
Ja, wat een farce hé.
Ze is er nog goed afgeko
men, zegt het keukenmeisje.
Nog goed afgekomen?
vroeg ik, een beetje ver
baasd.
O, ja, weet ge 't niet
Maar de werkster is er
mee gevallen, 'k Zal 't u
vertellen. Ze stond net bijna
op de bovenste tree van de
trap, toen dat kreng brak
de trap wel te verstaan
en daardoor onder haar
voeten weggleed. Toen, in
haar angst, greep ze gauw
het gordijngamituur en
bleef daar met haar volle
zwaarte aanhangen. (Nu, ik
ken die tante, zoo voegde
hij er tusschen, zoon soort
vrouwelijk zwaar-ge wicht
kampioen!) Daar was 't na
tuurlijk niet op berekend en
kwamen én werkvrouw én
met veel geraas en gegil
gordijnen naar beneden, het
garnituur in tweeën.
Nu, ik wist natuurlijk genoeg. Mevrouw was niet
thuis en later hadden ze maar gauw verteld, dat cie
behanger zulk slecht goed had geleverd, dat de boel bij
de minste aanraking in tweeën brak. Maar, daar had het
meisje zich leelijk verpraat. Gelukkig voor mij, want
toen alles aan 't licht kwam, ben ik tegenover mevrouw
en tegenover m'n patroon gerehabiliteerd. Ziet u zei
de behanger zulke dingen kunnen u alleen maar in
schoonmaaktijd overkomen.
Dat vrouwvolk weet wat, zuchtte hij, terwijl hij
de laatste baan aan den wand bevestigde, waarmee hij
m'n eertijds zoo sombere kamer in een Vroolijke rui.nte
had omgetooverd.
GEMOEDELIJK
Een zachtmoedig uitziende heer had in de volle tram
al 'n aardige poos allerlei onaangenaams verdragen. Ten
slotte wendde hij zich tot een dicht naast hem staanden
jongeman.
Meneer, zei hij, ik hoop dat u mij niet voor onbe
leefd houdt, als ik u vraag, hoe oud u is
De aangesprokene staarde den heer 'n poos verwon
derd aan en antwoordde dan
Achttien.
Achttien, herhaalde de zachtmoedig uitziende heer.
Achttien al Denkt u niet, dat u oud genoeg is, om op
eigen beenen te staan