MARY'S LEVENSGELUK
t
VRIJ NAAR HET ENGELSCH, VAN C. GARVICE
100
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
1B
De achtervolgers durfden niet dichter onder het vuur Een woeste, niet te onderdrukken, jaloersche haat de verdwaasde van Heron gericht. „Wel, ik ben onqe
van het lort te komen, zij wachtten een oogenblik om steeg in hem op. wapend, uw oppasser heeft daar wel voor gezorgd
an terug te eeren, en Heron reed verder rustig voort, Een uur geleden zou deze man aan zijn genade of. en u hebt dus vrij spel. Maar waarom u mij zoud:
meT uT 9evan9ene aan zijn zijde. ongenade overgeleverd zijn geweest. En nu lag hij willen vermoorden, dat gaat mijn verstand te boven!'
Ju een brulend op hun overwinning omgaven zijn daar om kem bespotten. Ten minste zou hij toch zijn „Dé ring De ring!" hijgde Heron... Dan, plotseling
ring hebben, dacht hij, en ruw greep hij de hand van herwon hij zijn kalmte en wierp zijn sabel in een hoek.
den slapende, zoo ruw, dat de man ontwaakte; hij rees ..Neen sprak hij met een schorren, onnatuurlijken
half overeind en staarde het bleeke gelaat tegenover jach, ..houd hem Breng hem bij haar terug, en draag
manschappen hem en drongen met hem de poort binnen
voor een oogenblik was alle orde en discipline vergeten
zij hadden een ongekend brutalen uitval gewaagd en zi'
li.u t unii uvricmu tru auittrue uei uieeKe geiaai tegenover uKidü
zich droomerig aan. Langzaam keerde de herinnering ,h™ °P Rijksdag en zeg haar dat ik. haa,
het verstomde en zij weer hun gelederen vormden. En
dan, helaas! kon men pas zien welk een prijs er voor
de overwinning betaald was. Een derde van de man
schappen was in den strijd gebleven en een groot ge
deelte der teruggekeerden was gewond.
Heron liet zich van zijn paard glijden, thans omringd niet ongedeerd, mijnheer. Niets ernstigs, hoop ik
- Ubi iuuciiuy -
aan het dien avond voorgevallene in zijn brein terug, »e minnf,^r' ,u' far. eersten- gespaard heb
en een flauwe glimlach verspreidde zich over zijn ianaar rieP "e jonge man uit, en staarde hem
qe]aat aan. „Ben je gek of ben ik het Dan weet u dus toch
T1 niet wie ik ben... Alle duivels! Hoe kunt u nu denken...
Ik ben bh]u veilig hier te zien, al is het dan ook Kom toch tot bezinning, mijnheer. Weet u, wie ik ben'
ongedeerd, mnnheer. Niets ernstms. hoon ik? ja dat weet ik u ben, de
man, die haar ontmoel
van zijn Engelsche makkers. Sprakeloos en bijna dwaas Heron staarde hem een oogenblik zwijgend aan, hebt in het bosch. LI bent Mary Dalton's minnaar
van verrukking greep Charlie Hamilton zijn hand en wees dan naar de hand, waaraan de ring glinsterde. „Naar den duivel met je minnaar riep hij uit!
drukte die, en ook de overigen putten zich uit in de „Die ring bracht met schorre stem uit. lachte opgewonden. „Je bent gek, of ik ben het. Ik
S^inn9^ T"S w "U w"t toch met zeggen, dat u me dien ring wilt... b™. Sidney Dalton, Marys broer!"
lJan ging er een gemompel door de omstanders en y
de generaal trad nader, een glimlach op het gelaat.
Wel!" onderbrak hij zich dan plotseling, voorover Hij sprong op, nog juist bijtijds om Heron op te van-
it foivu-oo c- li 1 r.. j "u a buigend, en hij staarde Heron aan, zooals deze hem. wankelde en viel.
„Ik feliciteer u. Sir Heron, sprak hij. de hand uit- J Het was slechts een oogenblik van duizeling, door
stekend, dit is onze heetste strijd geweest! Een mees- "D'e rln9 herhaalde Heron die ring is van mij den geweidigen schok teweeggebracht, en, spoedig weer
terlijker praestatie heb ik nooit gezien Het convoi is bloe bent u daaraan gekomen? Ik wil hem hebben. Hij tQt 2kh 2eJf gekomeri) staarde Herón in het knappe,
binnen en oh. u bent gewond!" onderbrak hij zich, ls vatl mil jongensachtige gelaat. Hij behoefde niet naar de waar-
toen^ hij Heron's hevig bloedenden arm ontdekte. „Duivels!" mompelde de gevangene. „Droom ik?" heid van die laatste bewering te vragen: nu geen
luider voegde hij er bij: „U kent mij, mijnheer?" jaloezie hem meer verblindde, ontdekte-hij gemakkelijk
in elk der trekken van den jon-
,Een schampschot antwoordde Heron rustig.
„Ga naar uw kwartier, Sir
Heron," sprak de generaal
ernstig. „Ik zal u dadelijk een
dokter zenden."
Kom, oude jongen," zei
Charlie Hamilton, „laat ons
gaan. Ik weet, wat bij jou een
schrafhmetje beteekent. Hé-
wie te dat Hij staarde naar
den gevangene, die in de scha
duw had staan wachten wat er
gebeuren zou.
„Een gevangene," antwoord
de Heron, nauwelijks het hoofd
omwendende. „Parks, breng
hem naar mijn kwartier."
Met een bijna vrouwelijk-
teedere voorzichtigheid trokken
Hamilton en Pierpont Heron
zijn bovenkleederen uit, toen
de dokter zijn onderzoek in
stelde.
Hm sprak hij, „de kogel
is eigenlijk gelukkig nog ge
schampt. De wond is niet zoo
ernstig, als het bloedverlies zou
doen denken." Hij legde een
eerste verband, en spoedde zich
zich dan weer heen, want er
wachtte hem na de manipula
ties van dezen avond een
zware nacht.
Zijn vrienden brachten nu
Heron naar zijn kwartier, waar
Parks reeds bezig was, een zoo
gemakkelijk mogelijk bed bij
het vuur gereed te «aken.
Voor hij heenging vroeg hij:
,Wat moet er met den gevan-
gene gebeuren, Sir Heron Hij
is in de kamer hiernaast."
„Laat hem hier komen. fc>- hij gewond
„De dokter is juist bij hem geweest 't is niet em
stig. Zal ik hem binnen laten komen?'
Dat sommige paarden bijzonder goed springen kunnen is bekend, maar een "sprong als
hierboven algebeeld, over drie volwassen paarden heen, is een hooge zeldzaamheid.
„Ik ken u, ja Dat is genoeg. Weigert u, mij dien
ring te geven
"Die ring sprak de man langzaam. „Ja, die is van
,INeen, ik zal naar hem toegaan. Ga jij maar naar u. Dat weet ik. Maar ik heb hem niet gestolen."
d' Woedend sprong Heron op de been.
p IfUr!i<>eeni9e5 tj9enzj.n been: Heron nam „Neen," sprak hij schor en bitter, „hij is gestolen dat Niemand had het hem gezegd, maar één was er,
een kaars en klopte aan de deur der aangrenzende ka- voor u. De bedriegster I" 1 1
mer, en trad, zonder antwoord gehoord te hebben hin
gen man de verrassende gelij
kenis. Dat waren Mary's
oogen. dezelfde krulling van
Mary's bewegelijke lippen, en
een blik van argeloos-vrijmoe-
dige spotternij, die hem ook
herinnerde aan Carrie, de
vroolijke, kleine Carrie
„Hemel riep hij uit, „wat
een dwaas ben ik geweest
En hij verviel in een diep ge
peins, hoe hij Mary's en zijn
eigen leven half, geheel
misschien, gebroken had om
een ijdel vermoeden alleen.
„Wist u, dat ik met uw .zuster
verloofd was, mijnheer Dal
ton
„Ja, zij vertelde het mij op
den avond, dat ik haar ont
moette in het bosch."
„Dien avond!" riep Heron
uit, nu weer iedere gebeurtenis
van dien dag in al haar bij
zonderheden hem voor den
geest kwam om zijn kwellend
zelfverwijt nog te versterken.
Dan wendde hij zich, half drif
tig, tot den jongen man. „Maar
waarom dan ook al die ge
heimzinnigheid Kondt u mij
dan niet vertrouwen, den ver
loofde van uw zuster En kon
zij mij dan niet vertrouwen 1
Wat was er dan van mij te
vreezen
„Ik was een deserteur en u
waart een magistraat en ge-
houder mij te aresteeren, wan
neer ik mij bekend maakte."
„Maar een enkel wpord had heel dit verschrikkelijk
misverstand kunnen voorkomen
„Wie vertelde u. dan,, dat ik Mary's beminde was,
Sir Heron
Heron schrok op en verbleekte. Wie vertelde hem
at Niemand had het hem gezegd, maar één was er,
die zijn vermoedens zoo had geleid, die hem naar het
nen. In het licht van ide kaars, die hij boven" zïiThooïd L1 "Er Jmoet een misverstand zijn," sprak de gevangene, K°sch gebracht had, de vrouw, die door hem was
hield, zag hij den gevangene uitgestrekt op een hoop Mofend,ou en ,met flikkerende oogen. „U bent heel vrij teleurgesteld.
stroo, het hoofd op zijn eene hand gesteund, zijn Rus- T* uw( woorden'. mijnheer. De dame, die mij dezen ..En waarom - als u dan dacht, dat Mary u bedroog,
sische uniform bespat met bloed Hij draaide zich reeds ?ng 93 1S met van dat soort Wién heeft zi) be' Sir Heron- waarom kwam u niet tusschen beide Ik
om, en wilde heengaan, toen het licht van de kaars viel dro9en zou het toch zeker gedaan hebben in uw plaats!"
op een blinkend voorwerp aan 's mans hand, en half »Mij riep Heron, die zijn hartstocht niet meer Heron zonk op den stoel neer en steunde het hoofd
werktuiglijk trad hij naderbij om te zien, wat het was. meester was. „Mij, den man, die haar liefhad en ver- in de handen, als hij zich herinnerde, hoe de hand van
Hij boog zich voorover en keek; dan schrok hij plot- tr°uwde.- Ik ken u. Met u heeft ze mij bedrogen, en ik Rose Vavasour hem teruggehouden had.
selling bleek en bevend terug. Het blinkende voorwerp heb u vanavond het leven gered. Geef mij dien ring, ..En hoe kwam u daar?"
was een gouden ring zijn eigen ring de ring, dien d^en r'n9 „Toevallig neen," sprak Heron bitter, „ik werd
hij Mary gegeven had. „Ik begrijp het niet ik begrijp er niets van. Uw er heen gebracht, gebracht naar de plaats, waar u
Een oogenblik leek hem de kamer rond te draaien ring— ja, ik weet, dat het uw ring is, en als ik dat niet samen..."
en hij steunde op zijn sabel. Droomde hij Hij boog begrepen had, zou ik hem al lang niet meer gehad Ja. ik wist het. Ik wist, dat er iemand in den omtrek
zich nog eens voorover, om den man in het gelaat te hebben. Maar - waarom bent u dan hier was. Het was een vrouw, een blond, knap meisje. Ik heb
zien, en een siddering voer door al zijn leden. Het was „Ik ben hier," schreeuwde Heron bijna uit, „omdat haar gezien, toen ik verscholen zat om op Mary te
het gelaat van den man, dien hij bij Mary gezien had haar trouweloosheid, haar vlaschheid mij hier heen ge- wachten. Nu begrijp ik ook den brief van het arme
in het Letchford-bosch, het gelaat uit het medaillon, stuurd hebben... Geef me dien ring, of..." Hij trok kind," ging hij verder. „Ik wist wel dat mijn vader's
Met een gesmoorden kreet zonk hij weer op een stoel zijn sabel. dood en haar armoede haar niet zoo terneergeslagen
en staarde den slapende aan. Deze man, zijn gevan- „Of u zult mij vermoorden?" sprak de ander kalm, konden hebben, als er nog niet iets anders geweest was."
gene, was degene, met wien zij hem bedrogen had! zijn oogen met een verbaasd onderzoekenden blik op (Wordt vervolgd.)