OP WEG NAAR HET STATION ONS LAND IN WOORD EN BEELD streelde de kleurige briefjes, die lonkten en schenen te dat heb je nog nooit tegen me gezegd, liet ze er ge- Door MARIE VAN GHERT fluisteren Neem maar, neem maarReeders is rijk genoeg. maakt pruilend op volgen... Ga je ook iemand afhalen? Ik? Nee... nee... Ik liep zoo maar wat te dwalen. Binneneenige uren ben je over de grens. Later, als je verzon hij, haar niet durvende aankijken En onwille- keek hij verdient, kun je het hem terugzenden; leend, geleend voor enkele maanden. Het koud zweet brak hem uit. Eensklaps Hendrik Lame wierp driftig zijn hoed op een stoel en verschrikt op wie zei daar dief bromde Niemand was in het kanto Weer het eten niet gereed, moeder? U weet, dat waren de klerken druk bezig, ik zoo weinig tijd heb en mij moet haasten om op mijn uur op de fabriek te zijn. gulden, wat zou die som beteekenen voor Reeders? Mis- Nou, nou, snauwde de moeder. Niet zoo n drukte, schien zou hij ze niet eens missen. asjeblieftIk kan niet heksen! t is maar ge- keurig tastte hij naar de briefjes, die hem nu als lood wogen. Dat noem'jij dwalen? glimlachte ze. Zeg liever hol len, rennen... en dat in die warmte Ik ga een kóst- Niemand was in het kantoor. In het andere vertrek schoolvriendin afhalen, babbelde Elza voort. Je hebt gezien, dat ik van middag bloemen plukte, niet? Ze wa- Weer gleed zijn hand over de bankbiljetten. Duizend ren voor haar kamer. Hij kleurde, sloeg wild door de aren. Ook haar gelaat was met een diepen blos overtogen Mopperend slofte ze op haar groote muilen naar het patroon kwam met eenige rekeningen binnen. En alsof hij iets ongewoons opmerkte, keek hij Hen drik scherp aan, Weer schrok hij, begon vlug te schrijven, want de en bedrijvig begon ze korenbloemen, bolderik en klap- bijkeukentje, begon hardhandig met het vaatwerk om te springen om haar gemoed te luchten. Sinds die jongen op de fabriek was, meende hij het gansche huishouden naar zijn hand te kunnen zetten. Eiken dag begon hij meer en meer den baas te spelen, gloeiend hoofd over zijn werk. Zijn slapen klopten. rozen te plukken, die langs het wegeltje bloeiden. Hoog in de blauwe lucht tierelierden leeuwerikken, terwijl de dalende zon een purperen gloed op het koren De jonge man voelde den blik, waarin argwaan lag, legde. Op het einde van de arenzee stond het station reeds als een beschuldiging. Dieper boog hij zijn als in brand door de schittering der zonnestralen in de maar haar onder den kncet krijgen, al was hij dan nog Zijn handen beefden. De fabrikant zag de ongewone zoo geleerd, nee, dat nooit, dat nooit... Grimmig stak Hendrik zijn hoofd in het dompige keukentje, en zei kalmer Toe, moeder, anders moet ik zoo vlug... KletsDe deur vloog bijna tegen zijn gezicht. Met houding van zijn boekhouder en vroeg Ben je niet wel, Lame? ruiten. Schuchter keek Elza tot hem op Wat ben je stil, Henk. Toen schertste ze, terwijl ze haar veldbouquet rangschikte Ik geloof, dat jij ver een verwenschdng sprong hij terug, nam zijn hoed en ken? klonk het streng. Ik mankeer niets, mijnheer, stamelde Hendrik, zien ge ten bent, dat wij in onze jeugd beste kameraden beheerschend. waren. Zeker weer lang in De Arend blijven plak- Hendrik zweeg, begon eveneens bloemen te plukkt welke hij haar zichtbaar ontroerd gaf. Hij was in twee- rende het huis uit, de zonnige straat in om zich naar Ik heb er slechts één partijtje gekaart. Toen heftig strijd: als hij ging,.zou hij haar nooit meer zien; als hij een herberg te 'begeven, waar gelegenheid was een en met wrok Ik heb nog al veel geld om te blijven op zijn besluit terugkwam, bleef hij zijn gansche leven goedkoop middagmaal te gebruiken. Hij overwoog Zoo gaat het niet langer meerThuis is het, sinds spreekt. Als ik niet voor je gezorgd had moeder drinkt, altiid hommeles. Het begon hem te vervelen, te erge- plakken Kalm, kalm, jong mensch bedenk Een zeldzaam jubelfeest te Veurne, 8 paren jubilarissen wat hij was, doch dan was hij geen dief, behoefde zich je niet voor zich zei ven te schamen. Even zag hij weer den ontredderden boel thuis. Zijn moeder half dronken... Een smartelijke trek lag op zijn gelaat. Henk, begon Elza zacht, weet je nog dat wji vroeger, hier op het stop pelveld, altijd vliegers oplieten Dat wij dan briefjes langs het touw naar boven zonden Weet je nog, dat wij ginds op de zandbergen speelden en in de pijnbosschen eekhorentjes tracht ten te - vangen AllesAide'sweet ik nog barstte hij uit en knakte ruw eenige stengels 'met zijn hand. Waarom plaag je me zoo, Elza? schorde hij. Henk, wat is er vroeg ze ang stig. Vader zei straks ook al... Haar oogen, bang op hem gericht, stonden vol tranen. Hij snikte Ik kan het niet zeggen, ik kan niet. Zij legde haar hand op zijn arm, vroeg medelijdend Kan ik je helpen, Henk, Zeg mij, wat je deert... Nee, nee, aan jou juist niet... Heb je dan geen vertrouwen ren Die warboel dat slordige en dan die kleine stiefbroértjes-enzusjesdat geroezemoes, gesar, geschreeuw en gevecht was hij beu Die ruzie van zijn moeder met haar tweeden man, walgde hem. Hoe kon ze zoo veran deren Vroeger, toen zijn vader nog leefde, was moeder een nette vrouw geweest, altijd proper en in de weer. Stilaan was ze begonnen haar huis houden te verwaarloozen en had Hen drik na zijn schooljaren aanstondrs bij een timmerman in de leer willen doen. Gelukkig had. het hoofd der school den rijken »c hoenfabrikant Reeders kunnen overhalen, om voor diens rekening Hendrik, die tot de beste leerlingen behoorde, dè lessen aan de H. B. S. te laten volgen. Reeders had hem daarna als zijn boekhouder aangesteld. Vijf jaren was Hendrik nu als dus danig werkzaam^ doch het salaris bleef gering .en aldus had Hendrik reeds meer dan dubbel de ontkosten betaald, die Reeders voor hem ge maakt had. Daarbij hinderde het hem. door dat zijn patroon hem telkens liet bemerken, idait hij zijn positie aan hem te danken had. Met opstandige gedachten in het hoofd, vervolgde Hendrik zijn maal en overwoog zijn Hendrik perste zijn tanden op elkaar dat ze knar- met de handen voor het gelaat vervolgde hij Ik ben toestand. sten. Hij had het willen uitschreeuwen, had zijn pa- een gemeenè, lage dief, een ondankbare. Hij haakte naar vooruitgang, naar iets hoogers dan troon kunnen schudden, schoppen, slaan... Verschrikt was ze een stap achteruit geweken, doch boekhouder bij een schoenfabrikant op een dorp. Kon In den tuin, door het loover, lichtte een hel zomer- zijn leed, zijn diepe droefheid ziende, gaf ze hem het hij de wereld in! naar het buitenland! Sprak hij niet kleedje en een hoofdje met een witten stroohoed werd geld terug zeggend: vlot vier talen? Waarom nog langer te blijven? zichtbaar. Dit kalmeerde hem. Hij werd weer zichzelf. Leg het morgen weer in de brandkast, Henk. Mijn In afwachting van het tweede gerecht, staarde hij Hoofdschuddend verwijderde Reeders zich; vader zal niets bemerkt hebtfcn. Niemand zal het ooit vaag naar buiten en het beeld van een mooi, jong Die jeugd, die jeugd heden! Socialisten, commu- weten' ^at zweer )e- Maar nu moet je me zegge», meisje, de dochter Van zijn patroon, kwam hem voör nisten, bolsjewisten, allemaal ontevredenen... En hij waarom, waarom... den geest. vergeet dan ook nog dat ik zijn weldoener ben. Zonder Elza, het speelkameraadje van vroeger. Hij beminde ndj stond hij nu wellicht aan de schaafbank zich in het haar en haar even te kunnen zien, gaf hem dagen van zweet te werken... Wel een flinke kracht en een ge leerde bol, maar dat heeft hij dan ook aan mij te dan ken... Hendrik werkte zenuwachtig door, .sloeg heimelijk een spoorboekje open om zich met het vertrek der trei nen op de hoogte te stellen. meer in mij Vroeger kenden wij el kanders geheimen altijd. Weet je nog, Henk Hij keek haar aan en het geld haas tig uit zijn zak nemend, zei hij met een snik en afgewend gezicht Geef dat aan je vader, Elza, en zeg hem dat ik hem bestolen heb. En genot in zijn saai leven. Haar in den tuin, in de straa te zien, haar de plaats van het woonhuis naar de fabriek te zien oversteken; even haar groet, haar glim lach te mogen ontvangen, maakte hem gelukkig. Soms bleef ze even met hem praten, meestal over vroeger, en hij, anders zoo vrank en vrij in het spreken, - - was dan schuchter als een schoolknaap tegenover zijn eeni9e briefjes van honderd gulden in zijn binnenzak en Ik een dief werd, zei hij handenwringend. Ja, knikte ze. Verafschuw je mij dan niet? vroeg hij verbaasd. Ze schudde zacht neen, terwijl ze met haar blanke hand de gouden aren streelde. Hij vertelde haar zijn strijd, zijn hopelooze liefde voor haar en smeekte Elza, kun je mij vergeven? Ik als ondergeschikte Zonder aarzeling stak hij, tegen het sluitingsuur, van je vader, mag immers niet aldus aan je denken? Elza? meerderen. Even hadden zijn oogen gestraald, toen hij aan haar dacht, maar plotseling werd zijn blik weer somber en mompelde hij bitter Hoe kan ik aan haar denken? Zij, de dochter van den rijken Reeders, de dochter van mijn patroon en ik... de zoon van1 een timmerman... de zoon van een - t j- j i j- li j i j i j- koren ligt, om aldus de groote baan te kunnen mijden, vrouw the ckmkt. dte nu bekend staat als de slordtgste hoogeygraan voekfe hij zich veiliger, vrouw van het dorp. Ik moet weg, ik wil niet ger meer blijven. Ik. Zich verder. Ze sloeg haar armen om zijn hals, zei teeder Maar ik houd van je, Henk. Ik heb altijd van je gehouden. Heb je dat nooit begrepen? Elza Het was een jubelkreet, die opsteeg naar het blauw, waar steeds nog de leeuwerikken het hoogste lied jubel- Hij sloeg een wegeltje in, dat tusschen het rijpend den. - - - - Zachtjes zong de wind in het koren, dat bevallig boog t o als groette het de jong verloofden, die tijd en uur ver tastte even naar het geld in zijn binnenzak en spoedde gaten en elkaar woorden van liefde en eeuwige trouw verliet schijnbaar kalm de fabriek Hij begaf zich op weg naar het station, dat een kwartier van het dorp gelegen was. Hij had nog een half uur tijd, doch eenmaal buiten de straten van zijn geboorteplaats, liep hij gejaagd voort, vlug de kennis sen groetend, die hij ontmoette. schaam mij zulke moeder te hebben. Hij nam zich voor, zoodra hij zijn maandgeld ontvangen had, naar het buitenland te gaan. Eensklaps hoorde hij een stem achter zich Is dat loopen, Hendrik Met een schok keek hij om, sloeg verward zijn oogen En kalmer, nu hij een besluit genomen had, ging hij op Elza, die hijgend aankwam. Ontdekt, schoot het door zijn hoofd. Doch haar lachend gelaat ziende, herademde hij. naar de fabriek, begon weer aan zijn optellingen, schreef kwijtschriften en legde geld gereed voor beta lingen. Een gedachte kwam in hem opAls hij eens niet aanblikkend, talmde en heden ging? Daar lag geld in overvloed! Ik?... Ja, ja, juffrouw, stotterde hij. toefluisterden, gevolgd door innige zoenen. Elza wist Hendrik te overtuigen, dat haar vader op den duur toestemming tot hun huwelijk zou geven, daar hij, niettegenstaande zijn strengheid en meesterschap in de fabriek, onder de pantoffel zat van zijn eenigst kind. Plots schrokken ze op de trein gaf het sein tot ver trek en zij waren nog vijf minuten van het station ver- Ga je ook naar het statical? vroeg ze, hem blij wijderd. Langs het ruischend graan snelden ze als stoeiende kinderen .voort en weldra werd het kostschoolvriendin- voor-te grijpen, zooveel hij verkoos! Hij keek er naar, Wat doe je mal! gierde ze. En dan juffrouw netje het geheim hunner verlovh* toevertrouwd...

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 14