VROOLIJK ALLERLEI
1
MARGARINE
Aan onze Abonnenten
1dvc.i\ JAr 1 bi) kn
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
ik ben blij dat je zoo van die sigaar geniet Ik wist wel dat
't een goede was, want hij heeft al jaren lang de motten uit
m'n kleerkast gehouden. London Opinion
Hernieuwing van de 3 maand
abonnementen voor 't 4de kwartaal.
Het postbeheer zal omstreeks 10den September a. s.
de 3 maandabonnementen rechtstreeks laten ontvan
gen voor het 4de kwartaal.
Wij verzoeken de lezers die in het geval zijn hunne
voorzorgen te nemen opdat de kwijtbrief bij de eerste
aanbieding zou betaald worden dit om gebeurlijke
schorsing te vermijden bij den aanvang van het
4de kwartaal.
Bij afwezigheid late men het bedrag van den
abonnementsprijs aan een te huis blijvend familielid.
GELEGENHEID MAAKT DEN DIEF
Een rechter wees er op, dat een getuige niet noodza
kelijkerwijs ais ongeloofwaardig behoefde te worden
aangemerkt, wanneer hij anders verklaarde dan hij
vroeger gedaan had.
Om een voorbeeld te noemen, zei hij, toen ik van
daag het gerechtsgebouw betrad, zou ik met beslistheid
verklaard hebben, dat ik mijn horloge in mijn zak had.
MaaT later herinnerde ik mij, dat ik 't huis dn de bad
kamer had laten liggen.
Toen de rechter thuiskwam, vroeg zijn vrouw hem,
wat hem toch scheelde, om drie mannen om zijn horloge
te sturen.
Drie mannen... maar ik heb niemand gestuurd.
Ik heb aan den man die het eerst kwam, uw hor
loge mee gegeven.
DE OORZAAK
Chef. Juffrouw Wiesner, hoe komt het toch, dat
gij nooit aan 't werk zijt als ik hier kom
J-ja... ik geloof dat dit aan uw gummizolen ligt,
meneer
NEEMT
Twee vrienden ontmoet
ten elkaar op de morgen in
de straat en bleven staan
om een praatje te maken. In
den loop van het gesprek,
zeide de een tot den ander
Vertel me eens, beste,
hoe vindt ge uwen nieu
wen dokter?
O, het is een buiten
gewoon man, antwoordde
de ander Altijd zoo vroo-
lijk en hij neemt het leven
zoo gemakkelijk
ALS...
Man. Ik heb juist
mijn portret laten maken.
Hoe vindt gij het?
Vrouw. O... hoe
mooi Harry. Als ge er zoo
eens toch uitzag
DAAR VALT NIET AAN TE TWIJFELEN
Een sluwe Hindoe leerde een papegaai den volzin
Daar valt niet aan te twijfelen zoo duidelijk moge
lijk napraten. Toen nam hij hem mede naar de markt,
waar een Mongool hem wilde koopen. De Hindoe
begreep dat het er aan zat en vroeg 300 roepijen.
De Mongool liet zich schertsenderwijs ontvallen
Zoudt ge zulk een groote som waard zijn
De vogel antwoordde Daar valt niet aan te twijfelen.
In zijne verrassing kocht de Mongool den vogel dade
lijk tegen den gevraagden prijs en liet hem meedragen
naar zijn paleis. Maar spoedig bleek het hem dat de
vogel niet anders kende dan deze woorden. Vol berouw
en schaamte keek hij den duren vogel aan en morde
Ik was toch een gek toen ik u kocht
Daar valt niet aan te twijfelen, zeide de papegaai.
Moeder Denk erom. Je
mag niet praten als ik spreek."
Zus „O, moet ik daarmede
dan wachten tot u naar bed
bent?
Auto-verkooper Welk type van wagen wenscbt u
Kooper „Nu eigenlijk geen een Ik kwam enkel maar 's binnen om die dingen 's op m'n gemak
te bekijken, zonder kans overreden te worden I"
WAARDEBEPALING
Wat ds Peeters voor 'n soort man?
Hij is iemand die royaal is met z'n wijn, maar
de soort is zóó, dat 't niks schelen kan.
DORST EN DORST
Wat zit uw zoon
tje daar ijverig te wer
ken, moeder. Wat een
dorst naar wetenschap
Hij heeft geen
dorst noodig, zijn va
der heeft dorst genoeg
voor de heele familie!
o
DE REDEN
Lieveling, zei Me
vrouw Cawker tot haar
dochter, als we van
avond bij Mevrouw
Wel me r komen, moet
ge niet dat praatje over
Mevrouw Vandrigs
vertellen, dat Mevrouw
Willems ons vanmid
dag wist mede te deelen.
Waarom moeder?
't Is niet aardig,
en netjes, en Mevrouw
Vandrigs zou het u echt
kwalijk nemen enne...ik
wil het zelf aan Mevr.
Welmer vertellen.
1 O AC D APIIfC 1PI
Maar onze springers brulden door
„Ak ak, kwak, ak-ak-ak!"
Dat Japiks haast wanhopig werd,
En 't pakje openbrak.
En 't jak dat haalde hij er uit,
En hield 't den kwakers voor.
Ja ja, nu zagen zij het goed.
Ak-akl" riep 't heele koor.
„Wat uilskuikens, wat dikkoppen,
Zijn jullie dan soms blind
Zeg, of dit niet een jakkie heet,
Zoo'n ding van zij en lint."
„Ak-ak!" „Nee, jak!" gilde onze boer,
En kneep het tot een bal.
„Bezie het ding dan van nabij, Wordt
En blèr niet meer zoo mal." vervolgd)
Ik heb m'n been verloren,-juffrouw.
't Spijt me man, maar hier is het niet.