GLOBE S1 A V erf risschend, uitnemend fijn van smaak, onverge lijkbaar om zijne zuiver heid, is Globe de uitge lezen drank voor ieder die aan sport doet. DE ZIEL DER CITROEN ONS LAND IN WOORD EN BEELD 477 -r- Bens moet het toch gebeuren. Laten wij ons be palen tot het klooster van A. waar ook ik geweest ben. Laat haar nog wat bij ons blijven, lieve smeekte hij onderdanig. Zij keek hem streng aan en zei met nadruk 't Is noodig, Rudolf. Haar bcersche manieren, die zij van de dorpskinderen leert, staan me tegen. Met de kerstvacantie zal alles voor haar vertrek geregeld zijri. - van Bentum verwijderde zich, diep bedroefd over dat nieuw, onverwacht besluit zijner vrouw. Hij zou van zijn kleine lievelinge moeten scheiden. Haar naïeveteit zou geschonden wordenmen zou ginds haar karakter wenden en keeren zcoals men wilde; men zou haar opleiden naar hun goeddunken. Hoe kon Denise zoo wreed zijn En hij mocht haar niet tegenwerken haar zenuwen konden niet den minsten tegenstand verdragen. Hij sprak niet met zijn dochtertje over die beslissing en liet het aan zijn vrouw over, haar dat treurige nieuws te melden. En toen Elly vernam, wat haar moeder besloten had, weende zij hevig en zocht troost bij haar vader en Da niëlla, die het kind zooveel mogelijk bemoedigend toe spraken. Allen in huis moesten immers voor den wil der zieke buigen. Niemand durfde er zich met kracht tegen ver zetten zij kon een crisis krijgen, die haar dood ten gevolge kon hebben. En wie zou zulke schuld op zich willen ladien Terwijl men alles beredderde voor het aanstaande ver trek van Elly, werd Dandëlla plotseling ernstig ziek. Een tweede verpleegster werd aangevraagd en kwam weldra op het kasteel aan. Mevrouw van Bentum kreeg herhaaldelijk nieuwe zenuwtoevallen en haar humeur verbeterde er niet op. Over Elly's vertrek werd door niemand een woord gesproken. Het huishouden was gansch ontredderd en Rina was dan hier, dan daar noodig. Daniëlla had een zware kou gevat. De geneesheer vreesde voor longontsteking. Op bevel van van Bentum werden haar de beste zor gen toegediend. Hij ging zich zeiven overtuigen of zijn bevelen goed werden opgevolgd en of haar niets ont brak. Op de vraag van Daniëlla om naar een ziekenhuis vervoerd te worden, had hij met misprjizen geant woord Het zou schande zijn, u niet hier te verplegen, zuster En met bevendie lippen had hij er bijgevoegd laten wij hopen, dat uw ziekte geen uitbreiding neemt Zijn weemoedige blik had haar ontsteld en lang nog zag zij zijn bezorgd gelaat voor zich. De plaatsvervangster van Daniëlla, een bejaarde vrouw reeds, had weinig rust, want dan had mevrouw van Bentum, dan Daniëlla haar noodig. Elly was blij, als zij Daniëlla even mocht oppassen als zij haar wat mocht aanreiken, of haar kussen even mocht opschud den. Denise liet zich nu en dan in de kamer rijden, waar Daniëlla verbleef en die aan de hare grensde. Als zij dan haar dochtertje ontwaarde, zond zij het kind heen en viel Daniëlla met vragen lastig. Eens had de plaatsvervangster haar gezegd, het jonge meisje met rust te laten, daar veel spreken hinderlijk voor haar was. Toen was Denise kwaad geworden en had hevige woorden met de oude verpleegster gehad. Door tusschenkomst van van Bentum was de vrede weer hersteld en de rust teruggekeerd, doch Denise werd minder spraakzaam en de verpleegster onachtza mer voor haar. Daniëlla was ernstig ziek en had hooge koorts. Niet het minste gerucht mocht gemaakt worden. Men moest bij haar waken en toen allen zich reeds hadden aangeboden diit te doen en Rina, de oude keu kenmeid en de huisnaaister ieder op beurt reeds eenige nachten bij haar hadden vertoefd, wilde van- Bentum eveneens zijn plicht doen. Denise vond het ongepast en stelde voor iemand uit het dorp te vragen en er voor te betalen, doch van Bentum hield voet bij stuk en zei Zij is een goede verpleegster, Denise. Wij moe ten wat voor haar overhebben. Zij keek hem doordringend aan, als wilde zij op zijn gezicht lezen, of dit de uitsluitende rede wel was. Eindelijk stemde zij toe, zich voornemend dien nacht geen oog te sluiten en haar ooren te spitsen, of zij iets zou kunnen opvangen als er soms een gesprek gevoerd zou worden. Zij wist, dat haar jaloezie haar zoo deed handelen, maar zij deed geen moeite om dit euvel te bestrijden. Zij gaf het zelfs voet, door alle mogelijke onzinnige dingen zich voor den geest te halen. van Bentum zat bij het flauwe licht eener schemer lamp naast het ziekbed van het jonge meisje, dat onrus tig sliep en%telkens ijlde. Bewogen sloeg hij haar gade. Wat was zij verma gerd!... Hij legde voorzichtig op beide haar schouders een der lange, zware bruine vlechten en staarde haar lang aan. Wat tfond hij haar mooizij geleek een beeld. JA, JA, 'T IS DAAR dat men altijd, altijd, zou willen leven daar w^tar men zijn koffie overheer lijk maakt door toevoeging van de chicorei Trap pisten Vincart. 334 Haar smal gewerden gelaat scheen fijner nu het omge ven was door haar fluweelachtige vlechten, die er als een lijst om heen lagen. Wat had hij haar lief Lispelde zij daar niet zijn naam Met zachte hand droogde hij haar klam, verhit voor hoofd, luisterend naar haar gefluister, naar haar war taal, waarin hij meermaals den naam van zijn dochtertje hoorde vernoemen. Nu en dan streek hij de korte krullen uit haar gelaat en dekte haar telkens teeder toe. Zacht klonk de stem van Denise Rudolf, kom wat bij meIk kan niet slapen. "Hij begaf zich even naar zijn vrouw, doch gejaagd ging hij weer aanstonds naar Daniëlla. Dorst, lispelde het jonge meisje. Hij nam een glas water en gesteund door zijn arm, dien hij onder haar rug geschoven had, nam zij een dronk. Toen herkende zrj hem, glimlachte even en blijheid straalde in haar oogen. Dandëlla, fluisterde hij ontroerd en drukte haar zacht tegen zich aan. Hij keek haar in het gelaat. Zij had haar oogen gesloten en lag bewusteloos in zijn arm. Hij liet haar hoofd zacht op het kussen glijden bette haastig haar slapen met Eau-de-Cologne en zag haar weer tot het bewustzijn terugkeeren. Wat doe je toch klonk weer de stem van zijn vrouw. Hij bromde een vloek en gaf geen antwoord. Rudolfriep ze luider, waar ben je Hier natuurlijk, antwoordde hij bits De zuster was zoo juist bewusteloos, nu rs zij weer wat beter. Zal ik de andere schellen, Rudolf Niet noodig, Denise. 't Gaat beter. Dat was de eerste en laatste nacht, dien van Bentum aan het ziekbed van Daniëlla doorbrachtmevrouw had volgens haar goeddunken maatregelen genomen en liet voor den nacht voortaan een religieuze uit het dorp komen. Daniëlla's toestand verbeterde en langzaam herstelde zij van haar zware ziekte. Haar mooie zware vlechten, tijdens haar bedlegerig zijn, zoo bewonderd door Elly, hadden veel geleden. Het haar viel met klissen uit en Daniëlla was verplicht ge weest, het geheel te laten afsnijden. Nu had zij veel werk, om de weerbarstige krulletjes onder haar muts te kunnen bedekken en telkens wilde Elly weten, wie van hen beiden het langste haar had. van Bentum mijdde Daniëlla en zij, zich zijn blik en het lispelen van haar naam herinnerend, overwoog, of bij hem enkel zijn goed hart had gesproken. Ze zag tegen een alleen-zijn met hem op, bang, dat hij haar dien nacht in herinnering zou brengen. Even had zij zich gelukkig gevoeld, toen hij haar in zijn arm had en haar naam uitsprak met zooveel liefde en teedere zorg, dat zij zich voelde bezwijmen. Zij zocht in haar geheugen, of zij hem had laten be merken, hoe zij hem beminde, maar niets, niets kon zij zich herinneren. (Wordt vervolgd.) In goede instellingen wordt enkel Globe geschonken, maar mijdt U voor na maaksels in tweede rang huixen. I C- -

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 13