m ONS LAND IN WOORD EN BEELD Jack zag daar ernstig tegen op, maar hij wilde het toch niet weigeren. Hij haalde met een glim lach de schouders op en zeide „Nu, vooruit dan maar, ofschoon dat voor mij een kwaad kwartiertje beteekent. Waar wilt u in Londen gaan wonen „Ik heb een kamer gehuurd in Chelsea num mer 106 in de Gardenstreet. Daar heb ik terstond voor gezorgd, nadat ik het kantoor van mijnheer Telby had verlaten," antwoordde Maud, wel eenigs- zins verlegen. „Drommels, dan hebt u er geen gras over laten groeien," meende Jack. „Och, aarzelen heeft immers geen nut vond zij. „Mijnheer Chalfonte, ik geloof dat u nog niet geheel overtuigd zijt van mijn ernstige bedoelingen. Ik ben niet alleen begonnen, maar wil ook doorzetten eji slagen „Dat is flink," antwoordde Jack. „Nu, laten we dan maar dadelijk naar uw moeder gaan, want hoe eerder dat achter den rug is, hoe beter." !Zij wendden zich om en gingen naar het dorp. Maud praatte onophoudelijk en met groote leven digheid. Nu en dan hief zij haar knap gezichtje naar hem op en waren haar oogen, vol uitdrukking I en schitterend van opwinding, op hem gericht. Jack luisterde met belangstelling, en knikte af en I toe instemmend. Bij een kromming van den weg zagen zij een rij tuigje naderen, waarin lady Blanche zat, geëscor- j teerd door Nora en lord Ferndale, die te paard aan weerszijden van het voertuig reden. Het scheen Jack toe, dat hij zich nimmer in ge zelschap van Maud Delman kon bevinden, zonder Nora te ontmoeten En ofschoon hij terstond tot zichzelf zeide, dat er geen enkele reden was, waarom hij niet met het meisje zou moeten wandelen, voelde hij zich toch niet op zijn gemak en lag er een verlegen uit drukking op zijn gezicht toen hij den hoed afnam. Hij bleef niet staan, maar lady Blanche gaf een teeken om haar rijtuigje te doen stoppen, en nu kon i Jack moeilijk anders doen dan naar haar toe gaan. „Een oogenblikje alstublieft," zeide I hij tot Maud Delman. z,j gi°g langzaam verder, en Jack I liep terug naar het wachtend groepje. I Ferndale keek hem even koel aan als I gewoonlijk en Nora's gelaat stond bijna I zoo strak als dat van den lord, maar 1 lady Blanche verwelkomde hem met I een lieven glimlach en stak hem de J hand toe met een gebaar, dat duidelijk I haar genoegen over deze ontmoeting I te kennen gaf. „Een heerlijke morgen, vindt u II niet, mijnheer Chalfonte vroeg zij opgewekt. „Wij hebben eenaangenaam ritje gehad, en nu gaan we met Nora naar huis om te lunchen. Welk een buitengewoon aardig meisje is dat toch," ging zij voort, op Maud Delman wijzend. „Ik heb haar al eenige malen I gezien, maar ik ken haar niet. Hoe I heet zij „Miss Delman," antwoordde Jack, op zooveel mogelijk gewonen toon. Hij was zich bewust, dat Nora hem met koelen blik gadesloeg. „Zij is een van miss Norton's huursters." Hij wilde er nog bijvoegen „Ik heb haar geholpen I om aan het tooneel te komen, en nu was ik op weg I om haar moeder daarvan in kennis te stellen," maar I hij herinnerde zich zijn belofte aan Maud Delman. „Nu, dan zien wij u zeker wel bij de lunch, niet 1 waar vroeg lady Blanche argeloos. Jack schudde ontkennend het hoofd hij was niet verlangend, in het gezelschap van lord Ferndale de lunch te ge- I bruiken „Het spijt mij wel, maar dat kan niet," zeide hij. I Hij bleef eenige oogenblikken staan, niet wetend I hoe weg te komen. Nora kwam hem te hulp met een: I „Wij moeten voort maken, anders zullen we te Iaat I komen," en daarop zette de kleine stoet zich weer I in beweging. Jack had de wenkbrauwen gefronst, toen hij bij I miss Delman terugkeerde, en toen zij eenigszins 9 angstig vroeg I „U hebt haar toch niets gezegd miss Norton, i bedoel ik antwoordde hij vrij kortaf „Over uw tooneel-aspiraties Daarvan heb ik I niemand iets gezegd, want ik beloofde u immers ge- I heimhouding." „Daar ben ik blij om," zeide zij. „Ik heb niet graag, dat iemand het weet, voordat ik geslaagd ben. Wat ik u nog zeggen wilde ik heb een tooneel- I naam gekozen, Grace Lawles. Ik hoop dat u dien I aardig vindt." „Hij klinkt heel goed," antwoordde Jack ver- I strooid. Hij dacht aan Nora, aan den koelen blik, dien zij op hem had geworpen, aan het feit, dat zij den mor gen met de Ferndales had doorgebracht, dat Fern dale naast haar had mogen rijden en natuurlijk met haar had mogen praten. Had zij den lord even koel behandeld als hèm Och-, het kwam er ook niet op aan Hij beteekende immers niets in ver gelijking met lord Ferndale Juffrouw Delman was ijverig aan haar werk be zig, toen Jack en Maud binnentraden. Hij begon, aanvankelijk ietwat verlegen en naar woorden zoe kend, haar te vertellen, welke verandering er in het leven van haar dochter zou komen. De vrouw luis terde met zichtbaar groeiende ontstemming, maar tenslotte kwam er een uitdrukking van gedwongen goedvinden op haar gelaat. „Ik had zooiets wel verwacht," zeide zij, de oogen even opslaande van haar werk. „Maud's gedrag van den laatsten tijd bewees wel, dat er iets bijzonders met haar aan de hand was, en het verbaast mij eigenlijk niet erg, maar wel verwondert het mij, dat u haar bij die dwaasheid hebt geholpen. U moet mij niet kwalijk nemen, mijnheer Chalfonte, dat ik dit zoo ronduit zeg, maar u hebt toch ook een groote verantwoordelijkheid op u genomen." Jack was door deze woorden wel een weinig uit het veld geslagen, maar hij glimlachte en zeide op geruststellenden en tegelijk verontschuldigenden toon „Ja, kijk eens, juffrouw Delman, uw dochter heeft blijkbaar talent voor tooneelspelen, en het begin is in elk geval veelbelovend. Ik voor mij ge loof niet dat ik het tooneelieven zou kiezen als ik een jong meisje was, maar miss Maud schijnt er nu eenmaal haar hart op gezet te hebben." „Ja, ja, dat begrijp ik wel," antwoordde haar moeder, „ik heb wel gemerkt, dat Maud den laatsten tijd in het geheel geen lust meer had in haar werk. Zij heeft, evenals haar vader, een sterke wilskracht, en als zij zich eenmaal iets in het hoofd heeft ge haald, dan moet dat ook met alle geweld gebeuren." „Nu, zij kan het in elk geval probeeren," meende Jack, „en als het niet goed gaat, kan zij terugko men. Dan is er nog niets verbeurd." „Wij zullen zien," zeide juffrouw Delman met een licht schouderophalen, dat niet van groot vertrou wen in het tooneelspeelsterstalent van haar dochter getuigde. Maud vergezelde Jack tot aan het hek en dankte hem hartelijk voor zijn „pleitrede." „Tegen mij zou moeder duizenden tegenwerpingen hebben gemaakt," zeide zij. „Niet dat die mij van mijn plannen zouden hebben afgebracht, maar „Neen, dat geloof ik ook niet," zeide Jack met een ietwat droevigen glimlach. „Niet in het minst, want ik ben vastbesloten om dóór te zetten. Mijnheer Chalfonte o, nu sta ik alwéér op het punt, u een gunst te vragen Wilt u de eerste voorstelling bijwonen, waarin ik moet optreden Of is dat teveel gevraagd voegde zij er haastig bij, toen zij Jack's gezicht zag betrekken. Hij had ernstig de hoop gekoesterd, dat zijn relatie met Maud Delman thans zou eindigen „O, u moet geen „neen" zeggen, als u ook maar eenigszins kunt!" smeekte Maud. „Ik ben ervan overtuigd, dat ik veel beter zal spelen, als ik weet, dat u in het theater aanwezig zijt en mij gadeslaat. Dan heb ik het gevoel, dat ik tenminste één vriend heb onder al die menschen. O, kom toch, mijnheer ChalfonteIk beloof u, dat dit de laatste gunst is, die ik u zal vragen." „Goed dan, ik zal komen," beloofde Jack, „en ik zal flink applaudiseeren," voegde hij er met een glimlach bij. „O, dat behoeft u niet te doen. Ik ben al tevreden als u er zijt. O, mijnheer Chalfonte, wat hebt u toch veel voor mij gedaan hoe goed en vriendelijk zijt u voor mij geweestZonder u zou ik het nimmer zoover hebben gebracht. Ik ben u zéér, zéér dank baar Hij stak haar de hand toe, en zij lgede de hare erin. De zijne was koel en beefde niet, maar haar zacht, goedgevormd handje drukte die van den jon gen man met een warmte 'en hartelijkheid, die heel wat meer dan enkel dankbaarheid beteekenden maar Jack bemerkte er niets van Hij begaf zich naar een verafgelegen boerderij, waar hij zijn twaalfuurtje gebruikte zijn gewone, gezonde eetlust ontbrak ditmaal echter geheel, want hij dacht aan de lunch op Chertson Hall, en zag in den geest, hoe lord Ferndale aan Nora atten ties bewees. Hij was eerst van plan om naar de stad terug te keeren, maar het eigenaardige verlangen van menigen verliefden jongen man, om zichzelf te kwellen door het gezicht van een mede-minnaar, dreef hem tegen het thee-uurtje naar de Hall. De thee was buiten opgediend, en Jack zag dade lijk, dat Ferndale Nora ijverig behulpzaam was. Het kleine gezelschap scheen in zeer opgewekte stemming te zijn, en toen Jack naderbij kwam, lachte Nora juist om iets dat Ferndale zeide al thans, dat schéén zoo. Jack beet de tanden op el kaar.. want hij wist niet, dat Nora gedurende de lunch verstrooid en stil was geweest, dat zij nu bijna voor het eerst lachte, en dat het lachje eigen lijk niet Ferndale gold, maar hèm !- En met de, eveneens den verliefden jongen man kenmerkende wisseling van stemming werd Jack, die den geheelen morgen stil en somber was geweest, nu plotseling opgewekt, bijna vroolijk. Hij ging naast Blanche zitten, en weldra klonk haar helder lachen om zijn geestigheid door den tuin. Nora echter scheen er geen genoegen in te vinden, want zij stond vrij spoedig op en ging met lord Ferndale den tuin in. Als bij tooverslag verdween toen ook Jack's opgewektheid, en eenige oogenblikken later stond hij op, half binnensmonds mompelend, dat hij nog het een en ander te doen had. Tot mevrouw Feitham, die hij te genkwam toen hij naar binnen ging, zeide hij „Mabel, wil je aan miss Norton zeg gen, dat ik de papieren gereed heb, die zij nog zou teekenen Hij ging naar de bibliotheek, liet zich in een stoel vallen en staarde met somberen blik op het tapijt. Een poosje later hoorde hij lord Ferndale en zijn zuster vertrekken, en weldra trad Nora de bibliotheek binnen. Zij droeg haar rijcostuum nog, en toen Jack een bewonderenden blik op haar wierp, merkte hij bij zichzelf op, dat de dorpskleermaker er toch wel een knap stuk werk van had gemaakt. „Had u naar mij gevraagd vroeg Nora, en of schoon zij moeite deed, op haar gewonen, vriendelijken toon te spreken, merkte Jack toch wel op, dat haar stem koel en gereserveerd klonk. Zij dacht nog aan Maud Delman. en het feit dat zij haar en Jack thans voor de tweede maal samen hadjgezien. Zij herinnerde zich ook zijn aarzeling en verlegenheid, toen zij eenige dagen tevoren over Maud Delman hadden gesproken. Ongetwijfeld moesten zij en Jack wel heel goede vrienden zijn, dat zij zoo dikwijls samen aan den wandel waren. Nora had ook gezien, dat Maud opgewonden was, en daaruit afgeleid, dat haar gesprek met den jongen man voor haar buitengewoon interessant was. Men mag wel eens meenen, dat jalouzie alleen voor komt onder de lagere volksklasse, maar de werke lijkheid leert wel ènders. Sinds Nora Jack en Maud Delman samen had gezien, knaagde een felle jalou zie aan haar hart, en ofschoon zij wel duizendmaal tot zichzelf zeide, dat zij daartoe in het geheel geen recht had, dat het niet meer dan natuurlijk was, dat de heer Chalfonte zich aangetrokken zou gevoelen tot zulk een aardig en vriendelijk meisje, als Maud Delman, dat hij het volste recht had, met haar te wandelen en vertrouwelijke gesprekken met haar te voeren, toéh kon zij zichzelf niet tot rede brengen. „Ja, hier heb ik eenige papieren, die door u ge- teekend moeten worden, maar er is geen haast bij. Ik hoop, dat ik u niet gestoord heb.beroofd van het gezelschap van lord Ferndale, bedoel ik „Lord Ferndale en zijn zuster zijn reeds vertrok ken," antwoordde zij onverschillig, en zoozeer met haar eigen gedachten bezig, dat zij de jaloerschheid, die door zijn stem en houding verraden werd, niet opmerkte. „Ik zal die papieren even teekenen." Jack stond op, legde de papieren op tafel voor den stoel, en Nora ging zitten om ze te onderteekenen. Jack stond naast haarmaar hij keek niet naar haar handteekening, wat hij eigenlijk had moeten doen, om later als het noodig mocht zijn, te kunnen getuigen, dat het inderdaad haar handteekening was. Toen haar donker gelokt hoofdje zich over de papieren boog, loosde hij onwillekeurig een zucht van verlangen, om haar in zijn armen te nemen. „Wat een zuchtzeide Nora schertsend, zonder het hoofd op te heffen of de oogen op te slaan. „Ik vrees, dat u te hard gewerkt hebt vandaag, mijnheer Chalfonte." (Wordt voortgezet IK HEB MIJN WAGEN VOLGELADEN MAAR NIET MET OUDE WIJVEN.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 5