De Erfenis van den Millionnair Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE 580 ONS LAND IN WOORD EN BEELD ONZE BUITENLANDSCHE-SER1E Weenen De koopman met zijn stalletje op een der bruggen van de Frans Josel Kai. HET VERHAAL TOT NU TOE. De heer B. Chalfont is een der rijkste en geëerdste zakenmannen van Londen. Op zekeren dag noodigt hij een zekeren Jack Chalfonte. een hijna-naamgenoot van hem. uit. bij hem in dienst te komen als secretaris, waarvoor hij hem een rijke positie aanbiedt. Hij behandelt hem geheel als zijn zoon en is van plan hem tot zijn erfgenaam te maken. Norton, een vroegere goudgraver uit Australië herkent in hem den man. die hem jaren geleden heeft bestolen van het gevonden goud en eischt van hem dat hij zijn dochter tot zijn erfgenaam maakt, wat Chalfont uit vrees dat zijn vroeger leven bekend zal worden, doet. Den vol gende morgen wordt Chalfont dood gevonden en zijn dochter Nora wordt erfgenaam. Chalfonte komt bij haar als rentmeester. In een der huisjes op het landgoed woont Maud Delman met haar moeder, jack ontmoet het meisje en die vraagt hem of hij haar wil helpen om aan het tooneel te komen, wat jack belooft. Als zij afscheid neemt van Jack komt juist Nora in haar rijtuig voorbij en ziet hen vertrouwelijk niet elkaar spreken. Onderweg breekt er iets aan haar rijtuig en Lord Ferndalé. die met z'n gebrekkige zuster, lady Blanche, hen op den weg ziet staan, neemt haar en haar chaperone mevr. Feitham mee naar zijn kasteel Bentham Abbey, waar zij vriendelijk worden ontvangen en Nora een Dat doet mijvigroot pleizier," ging jack voort, „ik heb vereden week uw portret al in de couranten gezien. In dat nieuwe stuk speelt u zeker ook een voorname rol „Mijnheer Chalfonte, waarom gaat u weg?" vroeg zij, zich houdend alsof zij niets had verstaan van hetgeen hij had gezegd. „O, u moet niet den ken dat ik dat uit louter nieuwsgierigheid vraag Mijnheer Telby heeft mij gezegd, dat u er slecht uit zaagt, alsof u verdriet en zorgen had. Dat is ook zoo Scheelt er iets aan, hèbt u werkelijk zorgen Wilt u het mij niet zeggen U is voor mij zoo goed geweest, de beste vriend, dien ooit een meisje heeft gehad, en is het dan niet heel natuurlijk, dat ik het mij aantrek, als ik hoor dat u zorgen hebt. U houdt mij toch niet voor ondankbaar en harteloos?" Haar oogeri stonden vol tranen, zij hield de han den gevouwen, en haar blik, die onafgebroken op Jack's gelaat gevestigd bleef, was het duidelijkste bewijs dat zij inderdaad een vurige dankbaarheid koesterde voor hem, die zooveel voor haar had ge daan. Jack leunde tegen den schoorsteenmantel, had de handen in zijn zakken gestoken en beet het mond stuk van zijn pijp bijna stuk. Het was onmogelijk, dat hij op dat oogenblik geen vergelijking zou ma ken tusschen het meisje, voor wie hij op allerlei mogelijke manieren had getracht, een trouwe, op offerende vriend te zijn, het meisje, dat zij het ook geheel onbewust hem van een groot vermo gen had beroofd, dat hem later zelfs met koele te rughouding had behandeld, en het andere, dat op het oogenblik vóór hem zat, dat zoo weinig aan hem verschuldigd was en niettemin oprechte droef heid toonde, omdat zij had gehoord, dat hij in leed en zorgen verkeerde. Nog nimmer, geen enkel oogenblik, was Jack verliefd geweest op Maud Delman, zelfs had er nog nooit eenig gevaar bestaan dat hij het zou worden maar hij was een món, en geen enkele man met een groot en warmvoelend hart kan on gevoelig blijven voor de oprechte deelneming van een vrouw. uitstekenden indruk maakt, vooral op de zuster, die als zij vertrokken zijn. haar broer, die wel edelman, maar zeer arm is. suggereert Nora ten huwelijk te vragen om met haar geld zijn naam meer luister te kunnen bijzetten. Lord Ferndalc antwoordt echter met een; „Ik trouw nooit!" Chalfonte weet Maud inderdaad een plaats aan het tooneel te bezorgen en voor zij daar heen gaat draagt zij in het bosch hem iets voor. Hij luistert in bewondering en om haar dankbaarheid te toonen. kust zij hem op de hand. Als hij weg is. ontmoet Maud een ouden vriend Stephen Fleming, die haar en Jack bespionneerd heeft, en haar zijn liefde voor haar bekent. Zij wijst hem echter botweg af. Hij werpt haar dan voor de voeten, dat ze jack probeert het hof te maken, waarna hij zich ver wijdert. Jack ontmoet Nora in de hall. Ze gaan samen naar de stallen, want Nora zal gaan paardrijden. Hij laat dan zijn groote be zorgdheid voor haar blijken en wanneer hij haar bij haar terugkomst als zij uit het zadel springt, in zijn armen opvangt, snelt zij naar haar kamer en begrijpt wat jack voor haar bctèekent, ze wil hem echter vooral niets laten blijken. Ook Jack besluit zich in te houden en zijn liefde niet te verraden. Op een ritje met lord Ferndale en diens zuster ontmoet Nora Jack met Maud Delman. Nora denkt dat Jack Op Maud verliefd is. Jack denkt hetzelfde van Nora ten opzichte van LordFern- „Bij mijn trouw, u bent een hartelijk schepsel zeide hij dankbaar, een weinig droevig zelfs. „Het is heel vriendelijk van u, zich om mijnentwil zoo bezorgd te maken, maar er is werkelijk geen reden voor." „Maar u ziet er slecht uitEn u gaat weg Waar om hebt u Chertson Hall, uw werk daar, verlaten? De toekomstige automobiliste. dale, waardoor tusschen het tweetal een koele houding ontstaat, jack woont het eerste optreden van Maud, die den tooneelnaam Grace Lawles heeft aangenomen, bij en gaat na afloop der voorstelling met haar soupeeren. In het restaurant ziet ook Lord Ferndale hen. Eenigen tijd later houdt Fleming Jack aan en verwijt hem. dat hij Maud Delman beeft geschaakt en wil haar adres hebben, wat Jack weigert, waarna een worsteling volgt, die Jack wint. Uit wraak maakt Fleming Jack bij Miss Norton verdacht, door te vertellen dat hij Maud Delroan in Londen verborgen houdt. Nora gelooft dit aanvankelijk, doch als Fleming den anderen morgen wegens dronkenschap wordt opgepikt, begint ze te twijfelen, vooral ook wijl Mevrouw Feitman met grooten lof over Jack spreekt. Als Nora echter weer bij de Ferndale's op bezoek gaat. vertelt lady Blanche van haar broers bezoek aan het Carlton restaurant in Londen en vertelt tevens van het meisje dat bij hem was. Nora denkt dat Chalfonte haar niet bemint en als Ferndale haar een huwelijksaanzoek doet. neemt zij dat aan. Als Jack dat verneemt, gaat hij weg en laat de boodschap achter, dat hij ergens anders een betrekking heeft gevonden, wat echter nog niet het geval is. Maud Delman komt dan van hem afscheid nemen en bekent hem bij die gelegenheid haar liefde voor hem. die hij. verliefd op Nora, niet kan beantwoorden. O, mijnheer Chalfonte, u moet O"! niet boos op mij zijn, het komt O# omdat ik zoo angstig ben, zoo be-zorgd, omdat ik.... ik...." „Ik heb Chertson Hall verlaten/omdat ik een andere betrekking heb, «geide Jack zwakjes. „U weet zeker wel, dat miss Norton gaat trouwen." Bij deze laatste woorden keek hij haar niet aan maar staarde met afgewend hoofd naar het tapijt, daardoor zag hij den sterken blos niet, die Maud naar de wangen steeg, en evenmin den glans die plotseling in haar oogen verscheen. „Trouwen!" fluisterde zij. „O, daar ben ik blij om!" „Ik ook," antwoordde Jack, terwijl hij zijn tabakszak greep. „En zij zelf trouwens ook.... maar nu komt er een andere toestand, en ik ga in een andere betrekking." „Waar vroeg zij. Jack gaf geen antwoord op die vraag. Hij had wel niet bepaald leugens verteld over die nieuwe betrekking maar toch min of meer bedektelijk din gen te kennen gegeven, die niet geheel met de waar heid strookten. Maud Delman trok uit zijn zwijgen de juiste conclusie. Een beetje aarzelend stond ZÜ °P> naar hem toe, en haar hand op zijn arm leggend, keek zij hem met smeekenden blik aan. „Neen, mijnheer Chalfonte er is nog iets anders U hebt zorgen, ik zie hetMijn oogen zien scherp genoeg om dat op te merken. Is het.geld Zij wierp een blik om zich heen op het meer dan armoe dige meubilair. „Als het dét is.... o, als u.... als ik u zou mogen helpen, ik heb juist eenige dagen geleden een flinke verhooging gehad. Bij het nieuwe stuk heb ik een groot salaris." Zij hield op, plotseling bang geworden door de uitdrukking op Jack's gelaat. Zijn trekken waren hard en strak geworden het duurde echter slechts een kort oogenblik, toen legde hij haar met bijna vaderlijk gebaar de hand op den schouder en zeide met een glimlach om de lippen „Je bent een goede ziel, Maud: Je zou mij dus geld willen leenen Maar m'n beste, ken je dan de wereld nog niet genoeg om te weten dat een man

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 4