!l 1 1 I 1 1 GLOBE lil Verfrisschend, uitnemend fijn van smaak, onverge lijkbaar om zijne zuiver heid, is Globe de uitge lezen drank voor ieder die aan sport doet. DE ZIEL DER CITROEN ONS LAND IN WOORD EN BEELD 605 retjes, niet de engeltjes die de sterretjes dragen, en daarom zeggen ze dat. Daar kcmt Sirius aanzweven, met achter hem een heek zwerm schaterende meisjes en jongetjes.- Ze zwaaien van verre hun fakkeltje boven hun hoefden om hun pret te laten merken, en heel de sterrenhemel kijkt naar hen, en komt als een dichte warrelende sneeuw naar hen toegetrippeld. Hebben jullie al naar beneden gekeken? roept Sirius met schelle stem, het sneeuwt op de wereld! En fameus hoorKijk "eens hoe dik hij ligtHeel de wereld is één witte bol die ons in de oogen schemert. We heb ben onze lichtjes niet noodig om onzen weg te vinden in den donkeren nacht Ik heb mijn lichtje nooit noodig om mijn weg te vindenantwoordt een der sterren uit den Kleinen Beer. Nou dat is een versleten grap knort een ernstige ster van 7 jaar met een hel-flikkerend licht, en heel de sterrenhemel proestte het uit van lachen, jij moet ook niet ééns van je plaats veranderenWat zouden de men- schen op de wereld uit hun koers geraken als jij, die ze de Noordster noemen, het nog in je hoofd kreeg den hemel op en neer te wandelen Maar heusch, kijk nu eens hoe licht de hemel is! Hoe prettig dat de winter daar isLaat ons dansen, hop, den Sneeuwdans, den dans van de witte vlokjes Op lichte witte muziek, die zweeft en dwarrelt als sneeuw, dansen de sterretjes van den Melkweg den krioelenden rondedans van de sneeuwvlokjes. De groote ernstige sterren doen niet mee, maar peinzen aan de menschen op de aarde, en aan de kou die daar ginder, diep onder hen, wordt geleden. Maar de kleine sterre tjes vinden het prettig, en juichen en jubelen zoo luide en wild, dat St. Niklaas een tipje van het zwarte vool opheft, en zijn goedig gezicht met den witten vierkan ten sneeuwbaard eventjes buitensteekt om te kijken wat dit lawaai in het Sterrenpaleis toch mag beduiden. Maar hij is die uitgelatenheid niet gewend, en als hij ziet dat het de Sneeuwdans is dien de sterren dansen, trekt hij zonder verder onderzoek terug naar de Vergaderzaal van den hemel, waar de heiligen aan 't schaken zitten, uit vrees dat de sterretjes hem zullen in 't oog krijgen. Want als dat moest gebeuren, lieve hemel, dan was zijn heele dag vergald! Denk eens heel de Melkweg en dat is geen klein getal, ik verzeker het je! komt dan als een vlucht musschen op hem afgedanst ze houden zoo van hem en t gaat er dan van Lieve St. Niklaas, goeie heilige St. Niklaas, groote St, Niklaas, heilige kindervriend, groote sterrenvriend, en wat al zoete namen meer, onrvan hem wat los te krijgen, weet ge, want geven is zijn gewoonte, hoe ongelukkig toch, zoo 'n gewoonte Nu. St.Niklaas hebben de sterren niet gezien, want ze hadden het te druk met den wirrelenden vlokjésdans. Als die uit is, hijgen ze eenige stonden, strijken hun kleedjes effen, en kijken bezorgd naar hun lichtjes. Maar die branden nog hel. Hoe prettig, zulk een sneeuwdans van die mil- lioenen vlokjes! Die maken geen geluid! zegt Vega uit de Lier. en houdt haar lichtjes boven haar blond hoofdje om'niet verblind te zijn door haar eigen sterretje. Leuk juicht een heel klein jongetje, en klapt daarbij in zijn twee handjes van de pret. Maar o jee Daar tuimelt zijn lichtje holderbalder den diepen don kere in. Het trekt een lange lichte streep op den zwar ten nacht, en sist dan ergens heel ver uit, verdwenen De handjes, die daarnet nog ineenkletsten van plezier, worden nu voor de weenende oogjes geslagen, en heel de sterrenhemel is plats in groote droefheid om het ge vallen lichtje, en om het weenende engeltje. Ja, 't is nog een jong sterretje, zegt de Noordster met overtuiging, 't Zal wel bijleeren. Maar wat nu fluistert Arcturus met vraagoogen, heel groot en verbaasd. Arcturus is een ster met een goed en medelijdend hart, dat weet heel de sterrenhemel. Weet je wat zegt Venus plots, ga naar St. Ni klaas. die weet er wel wat op. Verleden jaar verloor .het blauwe sterretje uit de Waterman ook zijn lichtje, en St. Niklaas heeft het een splinternieuw lantaarntje gege ven, splinternieuw hoor jeEn dat zonder dat O. L. Heer er iets van te weten is gekomen Ja hoepen al de sterretjes van den Melkweg door een, ga naar St. NiklaasSt. NiklaasLeve St. Ni klaas We gaan mee naar St. Niklaas St. Niklaas heeft alles afgeluisterd van achter 't zwarte doek en lacht in zijnen grooten. witten" baard. Het sterretje zonder-licht wordt door heel den sterren hemel uitgeleide gedaan tot aan den ingang van het Sterrenpaleis. Dan klinkt plots de muziek van een nieu wen dans, en het ongelukkige jongetje gaat alleen op zoek naar den grooten Sterrenvriend. Pas is de dans ingezet ,<5f daar is het reeds terug, springlustig en met lachende oogjes. In zijn handjes houdt het een fonkel nieuw lichtje, rood als een zonbeschenen smaragd. En het danst mee den wiegenden vlinderdans, en al de en geltjes kijken lachend toe en pinken tegen elkander beteekenisvol. Wat een lieve St. NiklaasDe Heilige met den witten baard heft ongezien een tipje van het zwarte doek op, en strijkt zijn zilverbaard met een glim lach van voldaanheid. Na den dans troppelen de engeltjes.weer samen. t Wees gegroet, Maria bidt Venus voor, en als de WAT EEN VROUW WIL •t Is de Chlcorel der Trappisten Vincart 334 anderen in koor hebben geantwoord, springt het purper lichtje van den Edelsteen uit den Ring naar yoren, ge volgd van zijn maatjes, kleine krullekopjes en schuchtere ccgjes. Vrienden roept hij gejaagd uit en steekt zijn licht heel hoog boven zijn hoofd om naar de aarde te kunnen zien. St. Jozef is daarnet naar de aarde gegaan. Ik heb hem langs de ladder van Jacob zien afdalen. St. Jozefklinkt het aarzelend, en allen kijken be dremmeld om zich heen. St. Jozef naar de aarde En wat Wel ja, zegt dé oudste van allen na een poos na- denkens, dat kan best Verleden jaar deed hij dat ook in 't midden van den winter. Herinneren jullie dat niet meer Hij gaat een plaatsje zoeken voor Onze Lieve Vrouw. Onze Lieve Vrouw - Hé, dat is waarroept plots een van de sterren die de Drie Koningen verbeelden, 't is morgennacht Kerstmis St. Jozef gaat een stalleken zoeken om 't Kin deken Jezus te laten geboren worden Een lange poos zwegen de sterre-engeltjes, naden kend. Toen zongen de sterretjes van de Drie Koningen sa men een Driekoningenliedje Wij zijn de Drie Koningen, en komen van ver Wij kemen van 't Oosten en volgen de ster Die wijst ons den weg en toont ons den stal Waar wij groeten den Koning, den God van 't Heelal. Dit hadden ze nog onthouden van toen ze nog op de aarde waren, en op de straat de Drie Koningen speelden. De sterretjes luisterden eerbiedig en dachten aan St. Jozef die nu door den kouden sneeuw aan 't zoeken was naar een stal, en aan de Koningin van den hemel die morgen de warme gezellige zalen hierboven ging verla ten om onder de menschen te gaan wonen waar 't zoo koud is. brr!... En als de sterretjes peinsden aan 't Kindeken Jezus dat nu ook in die bijtende winterkoude zou moeten ge boren worden, lieten er velen onder hen traantjes van innig medelijden over hun roode wangjes rollen. Nee hoorNu was al de pret van die blanke sneeuw op ééns weg en voorbij Overmorgen Kerstmis, murmelde een der sterren uit de Balans, en keek naar haar lichtje. Wie zal er dees jaar Sterreken van Bethleem zijn vroeg ze toen1 luide. Heel ernstig keek zij de omstaanders een voor een aan en liet haar oogen over de krioelende massa sterren va ren, wie zal dees jaar gekozen worden Zij overwoog al de kansen zooals dat past aan een ster uit de Balans die elk der sterretjes had, en kwam tot het besluit .dat zij wel het meeste kans had van allen om gekozen te zijn. Ik ben groot en oud, geef veel en mooi wit licht, en voor alles ben heel het jaar braaf geweest heb niet gepreuteld tegen Onzen Lieven Heer, geen kibbel gehad met de andere sterretjes, altijd mijn plicht van ster uit de Balans stipt vervuld, nooit... Zij werd gestoord in haar gewetensan der zoek door In goede instellingen wordt enkel Globe geschonken, maar mijdt U voor na maaksels in tweede rang huixen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 13