De Erfenis van den Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE 612 ONS LAND IN WOORD EN BEELD ONZE BUITENLAND-SERIE Gezicht van den Pic du Jer op het dal van de rivier de Gave, in de Pyreneeën in de richting naar Spanje. De achterste rij bergen, ongeveer 35 K.M. verwijderd, vormt de Spaansche grens. De groote berg op den achtergrond is de Col du Tourmalet. HET VERHAAL TOT NU TOE. De heer B. Chalfont is een der rijkste en gcëerdste zakenmannen van Londen. Op zekeren dag noodigt hij een zekeren jack Chalfonte. een bijna-naamgenoot van hem. uit. bij hem in dienst te komen als secretaris, waarvoor hij hem een rijke positie aanbiedt. Hij behandelt hem geheel als zijn zoon en is van plan hem tot zijn erfgenaam te maken. Norton, een vroegere goudgraver uit Australië herkent in hem den man, die hem jaren geleden heeft bestolen van het gevonden goud en eischt van hem dat hij' zijn dochter tot zijn erfgenaam maakt, wat Chalfont uit vrees dat zijn vroeger leven bekend zal worden, doet. Den vol gende morgen wordt Chalfont dood gevonden en zijn dochter Nora wordt erfgenaam. Chalfonte komt bij haar als rentmeester. In een der huisjes op het landgoed woont Maud Delman met haar moeder, jack ontmoet het meisje en die vraagt hem of hij haar wil helpen om aan het tooneel te komen, wat Jack belooft. Als zij afscheid neemt van jack komt juist Nora in haar rijtuig voorbij en ziet hen vertrouwelijk met elkaar spreken. Onderweg breekt er iets aan haar rijtuig cn Lord Ferndale. die met z'n gebrekkige zuster, lady Blanche, hen op den weg ziet staan, neemt haar en haar chapcronc mevr. FeJtham mee naar zijn kasteel Bentham Abbey, waar zij vriendelijk worden ontvangen en Nora een uitstekenden indruk maakt, vooral op de zuster, die als zij vertrokken zijn. haar broer, die wel edelman, maar zeer arm is. suggereert Nora ten huwelijk te vragen om met haar geld zijn naam meer luister te kunnen De oude man wierp haar een dankbaren blik toe en zijn oogen stonden vol tranen. „God zegene u, miss U hebt een goed hart," stamelde hij. „Ik geloof stellig, dat u Stephen bij mij zult terugbrengen. Neem mij niet kwalijk, dat ik u aangesproken heb, miss." '„Neen neen, dat is in orde hoor!" stelde Nora hem gerust. Terwijl zij die woorden sprak, herinnerde zij zich, hoe dikwijls Jack diezelfde woorden gespro ken had en een blos, van schaamte bijna, bedekte ha re wangen. Toen zij op d^ Hall was teruggekeerd, trof zij den heer Horton in de bibliotheek, en met een kortheid die voor haar doen zeer ongewoon was, zeide zij tot hem Ik heb zooeven den ouden Fleming gesproken. Hii maakt zich ongerust over het lot van zijn zoon Stephen." „Dat vyeet ik," zeide Horton. „De jongeman is verdwenen.gelukkig voor het dorp." „Maar niet voor zijn vader," merkte Nora op. „Hij heeft hem noodig en maakt zich zorgen om hem. Zou het mogelijk zijn den jongen man terug te vin den ?'y „O ja," antwoordde Horton, „of tenminste niet onmogelijk. Wij behoeven slechts een goeden de tective opdracht te geven, hem hier te brengen, dan zal dat ongetwijfefd gebeuren. Het zou mij echter niet verwonderen, als hij het land had verlaten." .Zijn vader denkt van niet," zeide Nora ernstig. ..Ik zou graag willen dat hij hier terugkwam, of dat u althans zijn verblijfplaats kon te weten komen." bijzetten. Lord Ferndale antwoordt echter met een„Ik trouw nooit 1" Chalfonte weet Maud inderdaad een plaats aan het töonecl te bezorgen en voor zij daar heen gaat draagt zij in het bosch hem iets voor. Hij luistert in bewondering en om haar dankbaarheid te toonen. kust zij hem op de hand. Als hij weg is. ontmoet Maud een ouden vriend Stephen Fleming, die haar en jack bespionneerd heeft, en haar zijn liefde voor haar bekent. Zij wijst hem echter botweg af. Hij werpt haaf dan voor de voeten, dat ze Jack probeert het hof te maken, waarna hij zich ver wijdert. Jack ontmoet Nora in de hall. Ze gaan samen naar de stallen, want Nora zal gaan paardrijden. Hij laat dan zijn groote be zorgdheid voor haar blijken cn wanneer hij haar bij haar terugkomst als zij uit het zadel springt, in zijn armen opvangt, snelt zij naar haar kamer en begrijpt wat Jack voor haar beteckent, ze wil hem echter vooral niets laten blijken. Ook Jack besluit zich in te houden en zijn liefde niet te verraden. Op een ritje met lord Ferndale en diens zuster ontmoet Nora Jack met Maud Delman. Nora denkt dat Jack op Maud verliefd is. Jack denkt hetzelfde van Nora ten opzichte van Lord Fern dale. waardoor tusschen het tweetal een koele houding ontstaat. Jade woont het eerste optreden van Maud, die den tooneelnaam Grace Lawles heeft aangenomen, bij en gaat na afloop der voorstelling met haar soupeeren, In het restaurant ziet ook Lord Ferndale hen. Eenigen tijd later houdt Fleming Jack aan en verwijt hem. dat hij Maud Delman heeft geschaakt en wil haar adres hebben, wat Jack weigert „Daar zal ik terstond voor zorgen," beloofde Hor ton haar. „Maar wat ik u vragen wou weet u misschien waar de teekeningen van de Moor Farm zijn Bij de pa pieren die de heer Chalfonte mij gegeven heeft, heb ik ze niet kunnen vinden." „Neen, dat weet ik niet," antwoordde Nora. En, al had het haar het leven moeten kosten, dan zou zij nog niet hebben kunnen nalaten, erbij te voegen „Waarom schrijft u hem dan niet, om hem te vragen waar zij zijn „Dat zou ik natuurlijk wel doen," antwoordde Horton, „als ik zijn adres maar wistWeet u het „Neen," zeide Nora kortaf. En daarna verliet zij de bibliotheek. XXIV. Later op den middag zag Nora Ferndale de oprij laan langs komen. Hij was te paard, en zoozeer vormde hij het bijna volmaakte type van een „gentleman", dat Nora zichzelf een ernstig verwijt maakte, omdat in haar hart geen gevoelens van liefde en rechtmatigen trots opwelden, toen zij hem zag aankomen. Zij ging hem haastig tegemoet en begroette hem hartelijker dan andersmaar het was haar plichts gevoel dat sprak, niet haar hart Ferndale vertelde haar, dat hij een architect had gevonden, die de noodige plannen zou maken tot restauratie van Bentham Abbey.... iets waarop Nora had aangedrongen. Natuurlijk stelde Ferndale veel belang in die zaak, en zij trachtte zichzelf te waarna een worsteling volgt, die Jack wint. Uit wraak maakt Fleming Jack bij Miss Norton verdacht, door te vertellen dat hij Maud Delman in Londen verborgen houdt. Nora gelooft dit aanvankelijk, doch als Fleming den anderen morgen wegens dronkenschap wordt opgepikt, begint ze te twijfelen, vooral ook wijl Mevrouw Feitman met grooten lof over Jack spreekt. Als Nora echter weer bij de Ferndale's op bezoek gaat. vertelt lady Blanche van haar broers bezoek aan het Carlton restaurant in Londen en vertelt tevens van het meisje dat bij hem was. Nora denkt dat Chalfonte haar niet bemint en als Ferndale haajr een huwelijksaanzoek doet. neemt zij dat aan. Als Jack dat verneemt, gaat hij weg en laat de boodschap achter, dat hij ergens anders een betrekking heeft gevonden, wat echter nog niet het geval is. Maud Delman komt dan van hem afscheid nemen en bekent hem bij die gelegenheid haar liefde voor hem. die hij. verliefd op Nora, niet kan beantwoorden. Om in zijn onderhoud te kunnen voorzien, wordt Jack, onder dea naam Bill Jones kadewerker op het eiland Wenfleet. Hij sluit vriend schap met het 8-jarig dochtertje Molly van den opzichter Ryan. Op zekeren dag komt Fleming op het eiland, die hem herkent en hem mtt een hevigen slag op het hoofd bewusteloos slaat. Nora denkt steedi aan Jack en wordt telkens door allerlei kleinigheden aan hem herrinnerd eens vroeg o.a. de oude Fleming haar of zij eens wilde laten onder zoeken waar zijn zoon zat. die ve»liefd was op Maud Delman. die haar door een ander was weggekaapt. verbeelden, dat zij zijn belang- w T *7 stelling deelde, iets waarin zij Z J zoo goed slaagde, dat hij, met een voor hem zeer ongewone gevoelsuiting, haar hand greep en die aan zijn hart drukte. „Natuurlijk verschaft mij dat een groote vreugde, Nora," zeide hij, „maar geloof niet, dat het alleen om mijzelf is. Ik houd veel van de Abbey, dat spreekt vanzelfmaar het herstel van het landgoed mijner vaderen.hetwelk ik aan jou alleen te danken zal hebben is zulk een groote vreugde voor mij, omdat jij het door je tegenwoordigheid zult opluiste ren. Geen huis kan te mooi zijn voor mijn koningin." Nora voelde bij deze woorden een blos van schaam te naar haar wangen stijgen en zeide „Die betiteling verdien ik in het geheel niet, Edward, want ik heb geen enkele eigenschap van een koningin. Zoo nu en dan, als je mij zoo ophemelt, vraag ik mezelf af wat je wel van mij zoudt hebben gedacht, als je mij eens had gezien in de wildernis van Australië een „gewoon" meisje zonder fijne manieren, levend temidden van het ruwe mijn werkersvolk. Of, als je mij eens had ontmoet, toen ik nog, schamel, armoedig gekleed, in een van de Londensche achterbuurten woonde." Terwijl zij dat zeide, dacht zij aan Jack, die haar werkelijk in die omgeving had gezien, die haar ge kend had, ook in de dagen van haar armoede, maar die haar niettemin altijd had behandeld als een dame en door woord nóch daad had getoond, dat hij maat schappelijk boven haar stond. „Ook dón zou ik je hebben bewonderd en lief

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 4