C Waarom Mijnheer Kraak moest rentenieren
Blijf bij uw kloeke!
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
615
ft» °o@ spreken met veel uitroepen en gebaren. Nu waren ze
floc'dermamezelleke, zooals ze er eene luidop dierf roepen
waar de andere gewichtig mee instemden. Wat wou die
soms van hun mijnheer Kraak hebben
In de Kogelstraat, te Brugge, die de straat is van de
rijkgeworden winkeliers en kleine handelaars, woonde
mijnheer Theodoor Kraak, en rentenierde daarte zeg
gen. was verplicht te rentenieren. Hoe dat eigenlijk
gebeurde zal ik u eens vertellen.
Mijnheer Theodoor Kraak had vroeger een goed ge-
kalandeerd linten en knopenwinkeltje gehad in eene der
veie kleine straatjes die rond. het Minnewater kronkelen.
Mijnheer Kraak was altijd vriendelijk en minzaam voor
iedereen, wat niet te verwonderen is voor een geboren
winkelier die al buigend en glimlachend en aardig pra
Mijnheer Kraak vermoedde niet het minste van wat
Daar hadden ze heel zeker gelijk in, op tijd van een
halve dag stond heel het huis op stelten en alles van
zijn plaats, en dan lachte en zong dat ding dat heel het
huizeken er van weergalmde, en ook mijnheer Kraak
deed dan zoo gek en scheen dat heel graag te hebben.
Wie zou dlat' raadsel kunnen oplossen. Iemand die een
beetje Fransch kende zou haar eens aanspreken, want
end, veertig sohoone jaren van zijn leven achter zijn eenigst kind van zijn jongeren broer die in het begin van
proper witgelakte toogje had gestaan. Mijnheer Theo- den oorlog paar Frankrijk gevlucht was en daar te Parijs
door Kraak was vrijgezel, wat wel te verwonderen was
in zijn straatje zooal omging tusschen al zijn ijverige niemand zou ooit gedurfd hebben hierover met mijnheer
w" 1 1 Kraak zelf te spreken. Maar die iemand kreeg als ant
woord op zijn vraag wie zij was Mademoiselle Gri
sette Grêêêch zoo scherp mogelijk geaccentueerd en
zoo slepend mogelijk uitgesproken. Dat was een naam
die ze nooit gehoord hadden, dius zeker geen familie van
mijnheer Theodoor Kraak, en nu kwamen de tongen
maar pas los. Dat was ongehoord van mijnheer Kraak
zooiets in huis te halen, was al hun. ijver dan ten slotte
toch voor niet geweest Al de jaren dat ze geduldig zijn
klanten waren geweest konden niiet baten om hem los
te maken van dat wufte dfing
klanten. Hij zat heel genoeglijk in. zijn breeden stoel en
keek en lachte almaardoor naar de oorzaak van al die
drukte, die in huis heen en weer liep en alles betastte
en aanraakte, en maar gedurig gilletjes slaakte Oh
inaisGrand Die-u Par exemple Hé Cu-
rieux ga
Mademoiselle Grisette Kraak was voor een paar
maanden de gast van haar oom Theodoor. Zij was het
getrouwd was met eene lieve, elegante midinette die
coor een minzaam en vriendelijk man met en goed geka- un magasin de modes openhield, maar ongelukkiglijk - Hemeltjelief! maar dat zouden ze hem betaald
r_nteiï e,n knopenwinkeltje. Het waren immers enkele maanden na de geboorte van Grisette in de ma- zetten, dat zouden ze hem eens flink iaten voelen. Aan
temité gestorven was. Hij had nooit willen terugkeeren zulke dingen deed geen deftig vrouwvolk mee, dan wa-
naar zijn vaderland, vestigde zich te Parijs als reiziger ren daar nog andere fatsoenlijke en deftige winkels en
in toiletartikelen en besteedde zijn kleine Grisette uit tot handelaars in knopen en linten waar ze op deftige manier
hun waren konden krijgen zonder te
allemaal naaisterkens die bij hem kwamen, en iedlereen
weet dat naaisters het moeilijkste van alle vrouwen van
de markt geraken.
En het aardigste is wel. dat mijn
heer Theodoor Kraak juist - daarom
zoo spoedig rentenieren moest. A!
die naaisterkens. oude en jonge,
mooie en leelijke, zwarte, blonde
of rosse, kochten hun waar bij mijn
heer Theodoor, en zelfs meer dan
hun waar, er waren er zelfs die na
enkele jaren, evengoed konden lin
ten en knopenwinkeltje houden van
al het overtollige gerief dat bij hen
lag opgehoopt.
De eene koopster betrouwde de
andere niet en maakte ze stiekum
uit voor mannenjager ik weet
niet al te best of dat woord eigen
lijk wel bestaat, ik geloof niet dat er
-en enkele encyclopedie of woorden
boek het opgeeft, maar daar stoorden
onze naaisterkens zich in 't geheel
niet aan. Mannenjager noemden
ze mekaar, en verweten ze in stilte
en ook wel eens luidop wanneer de
eene of de andere met volle armen uit
het winkeltje kwam waar ze weer
een vol uur had moeten kiezen.
Het was daar altijd een heimelijk
gekonkelfoes rond mijnheer Theo-
door's winkeltje, alleen mijnheer
Theodoor zelf scheen dit niet te be
merken en geriefde kalmpjes voort,
telde knopen en rolde lint af met
kleine, voorzichtige gebaartjes en
minzame hoofdknikjes naar de wach
tende vrouwen.
Dat duurde nu zcoal verschillende
moeten ooggetuige zijn van de flik-
flooierij van dat vreemde pronkma-
mezelleke, dat daar zeker met geen
goei intenties was en zoo familiaar
deed met mijnheer Kraak die, tus
schen haakjes gezegd, toch nog al
tijd minzaam en vriendelijk bleef
voor iedereen. Jammer voor hem, hij
had maar beter uit zijn oogen te
zien wie hij in huis nam, 't was God
geklaagd 't was een schandaal
zoo ging het maar dag in, dag
uit. Maar Grisette stoorde zich aan
niemand, evenmin mijnheer Theo
door, die was zelf niet eens bewust
van al wat er rond hem gebeurde.
Maar zijn winkeltje werd het ge
waar, er kwamen geeen oude en jon
ge naaisterkens meer om linten en
knopen en wat weet ik al, en hij zag
met leede oogen dat zijn inkomsten
sterk verminderden. Hij wist geen
raad, wist niet hoe dat kwam. Hij
had toch nog altijd dezelfde goede
en degelijke waar en was toch altijd
even vriendelijk voor iedereen
Dat duurde nu zoo al drie weken
en mijnheer Theodoor zocht naar een
uitweg,*
Die was spoedig, gevonden. Op
zekeren morgen kwam hij verge
noegd lachend zijn krakend trapje af
en kondigde zijn nichtje triomfante
lijk aan dat hij ging rentenieren en
j .1, heel zijn winkel met zijn huizeken er
jaren zonder dat er de minste verandering kwam in het zij maar school Kon gaan. Zijn zaken waren prachtig bij verkoopen ging. De zaken gingen slecht voor het
leven van mijnheer Kraak en de kooplust van de Brug- voermtgegaan, zoodat hij haar in een eerste klas kost- cogenblik. de goeie tijd was voorbij en hij had er deuq-
sche naaisterkens. Mqnheer Kraak bleef de nette, vrien- school kon plaatsen. delijk zijn parl van had Nu zat hi) waralpjes in
dehjke winkelier, zonder ook maar een greintje men- Nu was zij voorgoed thuis gekomen van kostschool en zou hij gaan rentenieren, al was hij nog maar amper
schenkennis bij te krijgen, en de anderen bleven geregeld en zou eerst een paar maanden bij onde Theodore in veertig jaar. Hij zou het dan ook maar onmiddellijk doen,
hun inkoopen doen, met het een oog glim afhend naar venof gaan. vooraleer zij zijn huismoedertje zou worden. „u dat zijn nichtje nog bij hem was om te helpen,
mijnheer Kraak, en het andere venijnig loerend naar Zoo stonden de zaken. Maa; niemand uit het
naaister nummer twee, of die niet al te vriendelijk deed, straatje wist dat.
om het dan seffens te kunnen voortvertellen. En omdat Grisette Parisienne was deed ze lief, en om-
Maar ineens kwam er een heele ommekeer in de zaak. dat ze lief deed vonden ze haar onuitstaanbaar. Dat was
Op een mooien dag bleef het winkeltje van mijnheer ongehoord, zulke flikflooierij Zoo 'n vreemde meid,
Kraak veel langer gesloten dan naar gewoonte. Er had- niemand verstond haarEn in koor werd mijnheer
den al wel een uur naaisterkens aan de deur gerammeld, Theodoor Kraak beklaagd Wat kwam die daar deen
maar er scheen niemand thuis te zijn. Eindelijk tegen den zou mijnheer Theodoor soms..., nee, die was
middag aan, zag men mijnheer Theodoor in het straatje daar nu toch te deftig voor. Zoo n vreemde kwispel naaisterkens nog meer .verwonderd staan. Wat was dat
verschijnen op zijn Paaschbest gekleed, met een.' enorme Zo» dat soms zijn meid of zijn helpster in den winkel nV r,as m.1, ce.T Theodoor Kraak nu totaal gek,
valies in de 'eene hand en aan den anderen arm een Of zijn waschvrouw Ze deed zooal van alles in
mooi, piepjong meisje van rond de 18 jaar met een ver- z'in huis, al had ze nergens verstand van, beweerde heel
rukkelijk teerrose kleedje aan en grooten, witten fladder- c'; huurt.
hoed op, en dat praatte en lachte en keek naar alle kan-
ten rond en scheen mijnheer Theodoor Kraak te willen
Een pracht exemplaar van een hond met eenen zeer typische kop. Eigenlijk is hij
zoo kwaad niet als hij er uit ziet.
Grisette sprong torenhoog van blijdschap om de ver
andering in haar eentonig leventje, en seffens was alles
geregeld en geklonken. Dienzelfden dag ging ze naar
een notaris die de zaak in regel zou brengen en de vol
gende week zou de verkooping plaats hebben.
Toen kwam er een groote zwart-gele aanplakbrief op
de deur van het garen en knopenwinkeltje en deed de
voort trekken, en mijnheer Theodoor Kraak lachte ook
en knikte, en deed alle moeite om den pas te houden,
en hij scheen niemand' ter wereld te zien dan dat gra
de use dingetje dat snaterend aan zijn arm hing.
Toen ze voor het winkeltje stonden, waar de blaadjes
nog van dicht waren, liet het juiffertje zijn arm los, deed
een paar sprongetjes op zij en naar achter, en met wat
grappige on's en ah's gaf het zijn verwondering lucht
over het lage, ineengestuikte huizeken.
Mijnheer Theodoor zocht met veel zwier in zijn zak
ken naar de sleutel van zijn deurtje, glimlachte almaar
door met een hoogrood gezicht, en duwde en rukte aan
de kruk om de deur open te krijgen.
Toen dat gedaan was, wipte het trippelend -dingetje
naar binnen, mijnheer Theodoor Kraak volgde met het
groote, naar 't scheen heel zware valies, en sloot opnieuw
het deurtje voor de nieuwsgierig loerende oogen van de
gapers.
Hé, was me dat een verademing in het straatje toen
ze dichtflapteAlle deuren stonden vol nieuwsgierig
kijkende vrouwen en kinderen die geen woord hadden
gezegd zoolang dat tooneeltje had geduurd. Nu hokten
ze samen en met halffluisterende stem begonnen ze ge
heimzinnig te lameeren, en heel het aardige geval te be-
Aan Piet Lombaerts.
O gij m'n vriend, die zooveel hebt geleden.
Gij die gereisd hebt, gansch de wereld rond,
Gij die gedwaald hebt door de groote steden,
En op geen plekje liefde of ruste wondt
Gij, arme bedelaar langs stille wegen
Om liefde voor uw harte bad uw mond;
En voor uw lichaam stille rust en zegen.
Doch 't was of iedereen U verder zond
O blijf, m'n jongen lief, blijf bij uw Moeke,
Daar is 't dat gij uw rust en zegen vindti
En voor uw liefde, wil niet verder zoeken,
't Is Moeder, zij alleen die U bemint.
Uw Moeder ken, van Jezus uitgekozen
Om U te leiden langs de levensbaan
De schoonste baan vol roode liefde rozen.
of had dat ding hem dan heelemaal in haar m-acht ge
kregen. Hoofdschuddend stonden zij de aanplakbrief te
lezen. Hij was toch nog altijd even lief en vriendelijk
voor mij, dacht ieder naaisterken stilletjes in haar eigen,
en ze zou nog, o zoo graag, terug bij hem orri linten en
knopen gekomen zijn, maar nu was het te laat. Waarom
moest hij nu al gaan rentenieren, hij was claar nog veel
te jong voor, hij zou zeker versuffen, dachten ze met
een zuchtje waar al hun vervlogen hoop in lag. En geen
enkel dacht er aan dat hun eigen domheid de schuld was
dat mijnheer Theodoor Kraak verplicht was te rentenie
ren op amper veertig jaar.
Jan BAATS.
PROOST
Harry nam gisteravond deel aan een amateurs-
opvoering en vandaag is hij zoo schor, dat hij nauwe
lijks kan spreken.
O, dan had hij zeker de leiding
Neen, hij soufleerde.
DE PLAATSVERVANGER
Een jonge man, met vele idealen, hoorde den dood van
zijn vriends deelgenoot. Voor de hondefdste maal bood
hij zich aan en zei dan
Waarom zou ik die plaats van uw partner niet inne
men
't Is te probeeren, zei de ander, stel -u in verbin
ding met de onderwereld dan