ff» e.
De Nagemaakte Schoonzoon
636
ONS LAND IN' WOORD EN BEELD
Klaas Hansen had het schip met wederzijdsch goed
vinden verlaten, en de geheele bemanning sloeg met ver
lichting zijn vertrek gade. 'Na eenige jaren in de groote
vaart te zijn geweest, had hij zich voorde afwisseling
aan laten monsteren op een kustvaarder en vervulde
daar, wijl de schoener Curlew geen scheepstimmerman
noodig had, de functie van kok. Klaas had zijn uiterste
best gedaan en de bijvoeglijke naamwoorden, die de
dankbare bemanning hem achterna riep, waren het resul
taat. De kapitein en de stuurman knikten de in het uit
denken van scheldwoorden vindingrijke zeelieden aan
moedigend toe, terwijl Klaas met den koffer langs de
kade voortsjokte. Hij bracht zijn koffer naar het zee
manshuis, en geenszins terneergeslagen om dezen plot-
selingen tegenslag nam hij plaats voor het restaurant,
van waar hij een prachtig uitzicht over de zee had, en
trachtte met een sigaret tusschen de lippen plannen voor
de toekomst te maken. Hij sloot de oogen, en opende ze
plots, toen een vrouw van middelbaren leeftijd met een
vriendelijk doch zorgzaam gelaat, op het andere eind
van de bank had plaats genomen.
Mooi weer, hé zei Klaas een andere sigaret op
stekend.
De vrouw knikte en liet haar oogen droevig over de
zee dwalen.
Hebt ge wel eens gekookt of gebakken vroeg
Klaas na eenigen tijd.
Jaluidde het verwonderde antwoord. Maar
waarom vraagt ge dit
Ik wilde graag weten hoe lang een biefstuk gebra
den moet worden, zei Klaas, 't Is maar uit nieuwsgierig
heid. Ik kook toch nooit meer
Hij herhaalde van zijn ondervindingen tijdens de
laatste dagen, en daar hij in de vrouw een belangstel
lend toehoordster vond, praatte hij ook over zich zelf,
zijn reizen, en wat hij van plan was te doen.
Ik heb mijn zoon op zee verloren, zei de vrouw
met een zucht. Gij lijkt precies op hem.
Klaas's oogen kregen een zachte uitdrukking
't Spijt me, 't spijt me dat ge hem verloren hebt,
bedoel ik
Ik denk wel dat hij er nu als u uitgezien zou heb
ben, zei de ander, 't is al negen jaar geleden Hij was
juist zestien geworden.
Klaas, na een kleine berekening, knikte.
Zoo oud ben ik precies, zei hij, in Maart ben ik
vijf-en-twintig geworden.
Hij ging naar Melbourne, zei de vrouw, mijn arme
jongen
Klaas schraapte deelnemend zijn keel.
Zijn vader stierf een week*nadat hij uitzeilde, ver
volgde de ander. En drie maanden later ging het schip
van mijn jongen naar den kelder. Twee jaar daarna,
gek die ik ben, trouwde ik weer. Ik weet niet, waarom
ik u dit alles vertel, 't Komt misschien omdat u mij aan
hem herinnert
O'praat u maar raak, zei Klaas goedhartig, ik heb
toch niets te doen
Hij stak een derde sigaret op, en, in een aandachtige
houding zittend, luisterde hij naar een opsomming van
huiselijke twisten, waar de man der vrouw steeds de
'hqofdrol in speelde. Ondertusschen wenschte hij zi<^h
zeiven geluk, dat hij maar vrijgezel gebleven was.
Sinds ik Verdels trouwde, kan ik mijn ziel mijn
eigendom niet meer noemen, zei het huwelijksslachtoffer
teen ze opstond om weg te gaan. Als mijn arme jongen
nog maar geleefd had, zou alles anders geweest zijn.
Zijn vader liet het huis en de meubelen aan hem, en ik
geloof vast, dat mijn tweede man mij daarom trouwde.
Dat en het beetje geld wat ik bezat. Nu verkoopt hij
wat van de meubelen van mijn jongen. Daarom ben ik
hier gekomen..., ik kon het niet langer aanzien.
Misschien komt hij we! weer eens terug, zei Klaas.
Ge kunt nooit weten.
Juffrouw Verdels schudde het hoofd.
-- Ge zult geen slaapplaats voor mij hebben voor een
paar nachten, veronderstelde Klaas, haar aanziend.
Weer schudde de vrouw ontkennend het hoofd.
't Geeft niets hoor, zei de jonge man. Ik wilde
liever bij u blijven, dan in een of ander beroepskosthuis.
Ik mag u graag, 't Zou anders een mop wezen als ik
naar uw huis ging en uw man vertelde, dat ik uw zoon
was, hé
Juffrouw Verdels schrok op, liet zich weer op de
bank neervallen, en nam zijn arm in haar bevende
vingers.
Als..., als..., zei ze aarzelend, als ge eens
kwaamt... en net deedt alsof ge mijn zoon waart.
Klaas staarde haar verbaasd aan en begon dan harte
lijk te lachen.
Niemand zou 't weten, vervolgde de ander vlug.
We kwamen hier wonen, nadat hij uitgezeild was en
zijn zusje was toen pas tien jaar. Ze zou zich u toch
niet kunnen herinneren.
Klaas zei, dat hij er niet aan dacht, en staarde vast
besloten over de zee. Al haar argumenten en smeekbe
den lieten hem onbewogen, en hij was juist van plan op
te stappen, en haar zijn deelneming te betuigen, toen ze
plots opschrok en haar arm door den zijnen stak.
Daar komt uwe zuster aan, riep ze uit.
Klaas verbleekte en keek haar verbaasd aan.
Ze heeft me uw arm vast zien houden, vervolgde
juffrouw Verdels fluisterend, 't Is de eenige manier
waarop ik het verklaren kan. Denk er aan, dat uw naam
Piet Groot is en haar naam Annie.
Klaas bleef haar ontsteld aankijken, en vestigde zijn
oogen verrast op het meisje, dat naderde. Het scheen
onmogelijk, dat ze de dochter van juffrouw Verdels was,
en in zijn opwinding zei hij het bijna.
Annie, zei haar moeder op zenuwachtigen toon.
Annie, hier is uw broer Piet
Klaas stond schaapachtig op, en voelde tot zijn ver
bazing twee paar sterke meisjes armen om zijn hals en
twee hartelijke kussen op zijn wangen.
Eerst nu was Klaas' besluit genomen.
O..., Piet, zei juffrouw Annie en begon zacht te
schreien.
O..., Piet, zei juffrouw Verdels, het voorbeeld
harer dochter volgend.
Daar, daar zei Klaas.
Hij zette beiden op de bank, en ging tusschen hen
inzitten, met om elk een arm. Er was niets in het gezicht
dan een paar zeilen ver op zee, en hij liet het lieve
kopje van juffrouw Annie ongestoord op zijn schouders
rusten. Als eenigst, kind voelde hij nu, hoe heerlijk het
was een zuster te hebben.
Waarom kwaamt ge niet eerder thuis, fluisterde
het meisje.
Klaas schrok op en keek een weinig scheel naar den
rand van zijn hoed. Dan keerde hij zich naar Annie's
moeder alsof hij van haar een antwoord op die vraag
verwachtte.
- Hij leed schipbreuk, zei deze.
Ja..., schipbreuk, knikte Klaas.
En hij kreeg hersenkoorts, doordat hij zoo lang in
't water bleef, vervolgde juffrouw Verdels.
Ja..., 't is wonderlijk wat water al niet doen kan
zout water, bevestigde Klaas. Juffrouw Annie zuchtte
en kuste de hemd, die om haar middel geslagen was.
Klaas kleurde, en drukte haar liefkoozend tegen zich aan.
Geholpen door juffrouw Verdels werd zijn geheugen
weer een weinig opgefrischt en op zachte stem vertelde
hij, hoe hij aan de aanvallen van hersenskoorts had we
ten te ontsnappen. Dat zijn geestelijke vermogens nog
perfect in orde waren, bleek wel hieruit, hoe goed hij de
gebeurtenissen uit zijn kinderjaren, die zijn moeder en
zuster vertelden, wist te herinneren.*
Hij gaf er zelfs een of twee van hem zelf ten beste,
die gebeurden, toen zijn zuster nog maar twee jaar oud
was.
En nu, zei juffrouw Verdels op bevenden toon.
moeten we uw stiefvader het heuglijke nieuws vertellen.
Klaas stemde toe en door beiden ondersteund wandelde
hij langzaam terug. Toen ze in een straat waren geko
men met nette huizen, bleef juffrouw Verdels plotseling
stilstaan en uitte een lichten kreet. Aan een kant stond
een groote verhuiswagen.
Daar hebt ge het, riep ze uit.
Wat vrceg de weergevonden zoon
De meubelen, waarover ik het met u had. De meu
belen, waar uwe arme vader zoo aan gehecht was, om
dat ze eens aan zijn grootvader behoorden. Hij ver
koopt het aan Zwart, ofschoon ik hem gesmeekt en ge
beden heb, het niet te doen
Klaas moedigde zichzelf met 'n diepen zucht aan.
Mijn meubelen vroeg hij.
Juffrouw Verdels kreeg moed.
Ja zei ze hoopvol, uw vader heeft ze u nagelaten.
Klaas hief zijn hoofd standvastig op, greep beide
vrouwen stevig in de armen en staarde vast naar een
onaangenaam uitzienden man, die hem op den drempel
staande, vol verbazing van hoofd tot voeten opnam.
Daar hij hun armen nog in de zijne geklemd had, leverde
het tuinhek nogal eenige moeilijkheden op, doch door
een handige manoeuver van Klaas wisten ze binnen te
komen en wachten nu in het voortuintje tot juffrouw
Veerdels zou beginnen te spreken.
Piet, zei ze ten slotte, dit is uw stiefvader.
Klaas, die niet ged wist, hoe hij zich bij zulk een gele
genheid houden moest, maakte zijn rechterarm los en
stak een hand uit.
- Goeien avond, stiefvaderzei hij opgewekt.
Verdels deed een stap terug en keek hem wantrouwig
aan.
We... we dachten, dat ge verdronken waart, bracht
hij eindelijk uit.
Ja bijna, zei Klaas.
We dachten 't allemaal, vervolgde Verdels met
tegenzin. Iedereen dacht het. Hij ging even op zij, om
een kleinen vuurrooden man door te laten, die nfet een
klein bureel in zijn armen geklemd en geholpen door
zijn knieën naar het hek toe strompelde. Klaas dacht na.
Hallo, zei hij plots, gaat ge verhuizen moeder
Juffrouw Verdels snoof verdrietig en schudde het
hoofd.
Hé vroeg Klaas, met een verwonderde uitdruk
king op het gelaat, wat 'doet die kerel dan met mijn
meubelen
Eh brabbelde Verdels, wat
sxsxsxsxsxs^sxsx
Hiernaast links
T ooneelgroep
Onder Ons
Zonhoven in
het geschiedkun
dig- drama Lode-
wijk van Nevers
dat door dezen
kring op treffende
wijze werd weer
gegeven.
Hiernaast rechts
Een type uit het
blijspel Fratsen
van Manus zeer
meesterlijk uitge
beeld door een der
liefhebbers van
den tooneelgroep
«Onder Ons»,
Zonhoven.
3XSXS<SXSXSXSXS>