GLOBE
correspondentie
315
ïir=
=lfü
rirs
ïir
■JE
Verfrisschend, uitnemend
fijn van smaak, onverge
lijkbaar om zijne zuiver
heid, is Globe de uitge
lezen drank voor ieder
die aan sport doet.
DE ZIEL DER CITROEN
0'
rir=nr:
3SG
814
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
dan eindelijk een bruin geribd reiskostuum voor den dag;
snel eens passen. Jakkes, wat stond het haar moei. Nu
nog een hcofddekséir^clie studenten pet van 't laatste
jaar, alleen stonden eenige weerbarstige krullen van
haar blond pagekopje in den weg. een behandeling met
de schaar en 't was geklonken. Ze lachte op haar spie
gelbeeld. Wel Lena, lachte ze, wat een flinke student
je ben. Ze draaide de kast weer op slot en sloop met
haar buit de kamer uit. Als voogd straks weer kwam
zou hij niets merken en toch allerminst naar zijn stu
dentenpet gaan zoeken
Reeds vroeg in den morgen. Eindeloos kalm lag de
zee te schitteren in 't eerste morgen zonlicht. Witte
meeuwen vlogen bij poozen op, streken weer neer en
dobberden op de speelsche golven op en neer. Nabij
het strand lag een groot zeilschip. De Zeemeeuw
toehoorend aan den heer Karei Bogers, geleerde. De
eerste stuurman liep op het strand heen en weer en keek
naar den horizon.
In de verte zag hij een jonge man met een valies in
de hand het strand komen opgestapt. Die was toch izeker
de heer niet die hij verwachtte, want die was veel groo
ter en droeg- nooit een korte broek. De jongeling bleef
even staan, bracht de hand aan het voorhoofd om betei
te kunnen toekijken en toen hij den stuurman in 't oog
kreeg, versnelde hij zijn pas. Deze keek den schoonec
jongeling van onder tot boven aan.
Zeg baas, is mijnheer Bogers aan boord vroeg "de
jongen met 'n lieve stem, die den stuurman verbaasd
deed opkijken.
Neen, mijnheer komt eerst op 't uur van 't vertrek,
maar als ik u van dienst kan zijn, mijnheerke.
Ik ben een leerling v^n mijnheer Bogers, sprak
't mijnheerke blozend, begrijpend dat zijn bevestigd
moest worden en..., 't mijnheerke sprak een woord,
bleef weer steken, zweeg, aarzelde, bloosde, sloeg de
oogen neer.
Gisteren wist ik niet of 'k mijn meester zou
kunnen vergezellen, maar de zaken hebben zich beter
geschikt dan ik had kunnen hopen en mijnheer Bcgers
zal zeker in zijn schik ,zijn als ik met hem vertrek,
daarom zou ik me willen verschuilen dan is de verras
sing eens zoo aangenaam
Mijn lieve kind dat kan niet
Waarom
Omdat ik niemand aan boord mag laten zender de
toestemming van mijn kapitein en, veronderstel nu eens
dat ie meester boos is, omdat hij volstrekt alleen naar
Afrika wil vertrekken
Och kom, ik ben zeker dat hij niet boos zal zijn
Wel m'n jongen, zei de stuurman. Ik zal aan je
wensch voldoen, maar geloof me vrij, je heb een betoo-
vering in je alsof je een heel lief meisje waart, kom met
me mee ik zal je in het saloon verstoppen.
- O! goeie man, juichte hij. Je zult zien dat hij -zeer
blij zal zijn
Toen de stuurman buiten de weet van de kapitein er.
de matrozen de deur weer veilig dicht gemaakt had,
mompelde hij
Verduiveld, als de heer boos is, dan is hij ook
vreeselijk moeilijk
't Schip vertrok en gleed statig over den weidschen
fonkelenden waterplas. In den zonnegloed - leek het een
reusachtigen wondervogel.
Karei Bogers stond aan de achtersteven en keek naar
schuimende vocht. Het scheen hem nog steeds de
groote, onbeweeglijke tranen te zien. Arme tranen, jong
en zacht die een paar fiere oogen verborgen hadden
willen houden.
Wat speet het hem, zoo brutaal tot haar gesproken
te hebben, en toch, hij kon niet langer in haar nabijheid
blijven. Hij was immers haar voogd, een pleegvader.
Neen, het mocht niet, -het kon niet.
- Ben ik waanzinnig, mompelde hij, zij mint immers
Hendrik Maarten..., maar neen..., 't waren uitvlucht
sels. Ach, zou ze mij misschien minnen Ik begrijp er
niets van. Kon ik die mysterieuse ziel maar doorgronden,
ik Ik verlang alleen haar geluk en toch... ik ben ja-
loersch op dien onbekende, haar ideaalwist ik toch
Hij werd opgeschrikt door den eersten stuurman.
Mijnheer, sprak hij verlegen. Ik moet u wat jzeg-
'n
Ja. vriend spreek op
Och, mijnheer wees niet boos op mij.
Spreek kerel, wat is er
U zult boos zijn, ik zie het al, maar heusch ik kan
't niet helpen. In korte woorden vertelde hij hoe hij
den knaap aan boord genomen had.
Een kind, mijnheer de geleerde, een jonge dame,
ik ben er verzekerd van, een kleine blonde engel... Haar
stem smeekte..., haar mooie, groote oogen weenden!...
Maar mijnheer de geleerde luisterde al niet meer en
stormde met wild kloppend hart naar de kabien waar
Lena verborgen zat. Zenuwachtig opende hij de deur.
- Ik vraag me af, ongelukskind, welke romantische
aanval je nu weer tot deze dwaze streek bewogen heeft?
Lena droeg nog. steeds het reispak en de universiteits-
pet.
- Ik heb het niet uitgevonden, fluisterde ze. Je wilde
geen meisje mee naar Afrika nemen en...
En denk je dan dat men je voor een jongen neemt?
WAT IS HIJ LEKKER, WAT IS HIJ LEKKER,
de filter klaargemaakt met korrels Trappisten Vin-
cart. 334
maar kind nu toch. ik vraag me af wat de menschen
zullen denken
De menschen, lachte ze. Ik lach met de menschen»
Wat geef ik cm de menschen, om de wereld?... niets,
als, als... 'k mijn ideaal maar heb voor mij alleen
hijgde ze.
Lena, lieveling..., fluisterde Karei en nam haar in
zijn armen. Vergeef me, Lena, maar er zijn dagen
geweest dat ik zöö naar je verlangde, maar ik was de
voogd. Lena mijn schat, fk min je.
Niet als een voogd?... Ze vlijde haar gouden
hoofdje tegen <zijn schouder aan.
Niet als een voogd antwoordde hij.
Ik min je, die arme Jan Camens die tien maal meer
waard is dan ik kan je zöö niet liefhebben als ik. Ik ben.
nog maar twintig jaar om je lief te hebben Lena..., maar
heb je wel nagedacht, twaalf jaren liggen tusschen ons
beiden, eens komt een tijd dat ik al 'n oude man zal-
zijn en jij... Zij belette hem te vervolgen door haar
hand voor zijn mond te houden.
- Mijn goede, lieve Karei, zei ze zacht:" Wat-deert
mij dat alles, je waart mijn ideaalJij zijt het. Omijn
ideaal
En wijl de blanke wondervogel de baren doorkliefde,
was hij niet bewust dat hij twee overgelukkige men-
schen-kinderen met zich droeg naar 't verre Afrikaan-
sche land.
En de zee..., de zee..., zij zong haar eeuwig zelfde
lied, haar eeuwig lied van smart, haar eeuwig lied van
vreugde, haar eeuwig liefdelied!...
Antwerpen. Maria VAN SINTRUYEN.
■et-
Aan vele inzenders. Photo's, welke uitsluitend re
clame-doeleinden beoogen. kunnen niet in den
redactioneelen tekst worden opgenomen, tenzij
tegen extra betaling.
Clichés of afdrukken hiervan, die in ons
blad zijn opgenomen, kunnen niet aan de af
zenders worden teruggezonden.
Ingezonden photo's of negatieven, die niet
in ons blad wórden opgenomen, worden aan
de inzenders uitsluitend teruggezonden, wan
neer de hiervoor verschuldigde portie is inge
sloten.
C..., Lier. Zullen uw voorstel in overweging
nemen. Plaatsing in een bepaald blad echter
kunnen wij nooit garandeeren. Wij hebben
steeds—copie in voorraad voor maanden.
A. L. Antwerpen. De door u gezonden photo
zijn niet geschikt voor plaatsing.
R. Zonhoven. De door u bedoelde schets is
in behandeling. Plaatsing in bepaalde nummers
kunnen wij nooit garandeeren, daar actueele
copie voorgaat. Komt echter spoedig aan de
orde.
J. de L.... Berchem. Verslagen van feestelijkheden
worden door ons nooit geplaatst.
In goede instellingen wordt enkel Globe
geschonken, moor mijdt U voor na
maaksels in tweede rang huizen.
a/ c~-a---—