Allerlei
1
Bericht aan onze Lezers
1927
ftjfc
VOORHEEN
EN THANS
Ome Vlaamsche Letterkundige :1EF CHICK
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
831
Inbreker (tot dame, die driemaal geschoten en driemaal ge
mist heeft) Toe mevrouw, ga nu weer naar bed. U maakt me
gewoon zenuwachtig"
Zeer b'fiiende automobilist 14 Zeg 's, beste man, kunt gij dat
hondje van U niet beletten zoc midden op den weg te loopen?,,
Bij het intreden vat*-~*\en nieuwen jaargangnt. aan
staande week zal Ons l ad verschijnen onder een nieuw
hoofd, terwijl ook de rertactioneele indeeling eene kleine
wijziging zal ondergas i. Onzen zich steeds uitbreidenden
lezerskring is u^hec beste bewijs dat de geleidelijke
uitbreiding van t^^orgaan in ruimen kring op prijs gesteld
wordt. Harerzijds-zal de redactie van Ons Land dan ook
alles in het werk stellen om het peil van het orgaan steeds
te doen blijven beantwoorden aan de eischen des tijds,
zc* )wel uit actueel en artistiek als wel literair oogpunt, en
Si doende de reputatie van Ons Land, als zijnde een der
iMste geij£/£reerde bladen van Belgie hoog te houden.
EXCUUS
Een heer bemerkte, dat iemand de hand zijn zak stak.
Wat moet datvroeg hij barsch.
O, pardon, meneer; ik deed 't uit verstrooidheid;
ik heb namelijk net zoo 'n pantalon gehad als gij daar
draagt.
Een vrek besluit, na lang aarzelen, zijn vrouw op
haar verjaardag een geschenk te geven.
Wat wilt ge, dat ik u geven zal vraagt hij.
Ik weet het niet, antwoordt de vrouw, verbaasd
over deze omgewone mildheid.
Welnu, ik geef... een jaar bedenktijd.
W'uchtvud reiziger (om een praatje ver
legen) Ik ver- onderstel dat gij in uw
leven al 'n macht kaarties geknipt hebt
Controleur O meneer, 'k zou ze niet
graag tellen
Reiziger U doet 't tenminste bui
tengewoon goed
Door G. VAN PAMEL
Dat de belangstelling voor ons modern tooneel in
Vlaanderen met den dag grooter wordt staat als een
paal boven water. De vertooningen van het Vlaamsche
Volkstooncel blijven ongemeen succesvol en verwekken
over al een vlammend enthousiasme. Maar ook liefheb
berskringen stelden zich, in den laatsten tijd, te weer om
kapitaal werk, in den geest der nieuwe richting, op hun
actief te brengen. Was hun prestatie, in artistiek opzicht,
niet altijd onberispelijk, wij kunnen met blijdschap vast
stellen dat de geestdrift thans ook de massa heeft be
reikt. En dit is eene niet geringe verdienste, vooral wan
neer men nagaat hoe gewichtig een faktor het tooneel-
leven biedt in ons eigen Vlaamsch kultureel bestaan.
Zoo heeft de tooneelkring De Zeestar van den
Katholieken Volksbond, te Oostende, voor een gewoon-
dcorsnee publiek, tot driemaal toe een wonderlijken bijval
behaald met de vertooning van Jef Crick's legendespel
Fra Angelica In tal van andere steden werd dit
stuk, sinds zijne creatie in October j. 1., niet minder
dan een dozijn tal malen opgevoerd en talrijke nieuwe
aankondigingen worden geestdriftig begroet. Dit geeft
ruimschoots aanleiding een woordje te reppen over den
jeugdigen schrijver en zijn literairen arbeid.
Bij het verlaten der collegebanken kwam zijn eerste
dichtbundel Verzekens (1910) reeds van de pers.
Gezaghebbende critici als Vermeylen, P. Linnebank,
P.-H. Thans, L. Dosfel e. a. hebben ze, in vloeiende
beoordeelingen, om hunne frischheid begroet als de eer
ste bloemen eener Lente. Hoor even wat Richard De
Cneudt hem hierover schreef Nu reeds hebt gij-eene
benijdbare beheersching van den vorm. Uw verzen klin
ken zuiver en echt en vloeien in verrukkelijke onge
dwongenheid voort. Gij treedt tot de natuur met dien
schroomvollen eerbied, die den geboren lyrischen dich
ter verraadt, en als gij nadert tot de menschen, groote
en kleine welk en nieuw verrassend geluid brengen
uw versjes uit de kinderwerelddan is het steeds met
ontvankelijk teer gemoed, waarin elke menschelijke
vreugde of smart een zuiver-bewaarden weerklank vindt.
Gij hanteert dien moeilijksten maar volmaaksten aller
kunstvormen, het sonnet, reeds met die gracielijke han
digheid die wel eens tot zwierig meesterschap zou kun"
nen overgaan,
En dit aan een 20-jarigen dichter
Doch meteen stond Crick ook in het volle reeële
leven. Hij begon bijdragen te leveren aan «Jong Dietsch-
land en Dietsche Warande en Belfort en stichtte
in 1913 het maandschrift Excelsior een speciaal
voor de jeugd bestemd tijdschrift voor Vlaamsche be
weging en kunst, dat in vollen bloei met den oorlog ver
dween.
Intusschen was Crick overgegaan tot het dagbladbe
drijf als hoofdopsteller van de Aalstersche Dender-
bode waarin hij zich oneindig meer thuis voelde.
Hierin liet hij, in een reeks hoofdartikels, een paar diep
doordachte, apologetische studies verschijnen. De be
narde oorlogsjaren waren hoe zonderling zijn
vruchtbaarste periode. De tragische momenten waren
als zooveel motieven waaraan hij zich inspireerde en
opvolgenlijk verschenen oorlogswee (1915) een
fragment uit een lyrisch drama! Smartlied (1915),
een cyclus sonnetten gewijd aan zijn jongste overleden
zuster; Mondscheinsonate van Beethoven (1916),
reeds herdrukt, voorzeker zijn sterkste stuk poezie,
sprankelend van koloriet en gespannen van plastische
kracht; Pax (1917), het bekende lyrisch Kerstspel,
waarvoor Hendrik Van Schoor heerlijke muziek kom-
poneerde en dat menige triomfantelijke opvoering be
leefde; en, last not least, Sonnetten (1918), waar
mede hij een plaats onder onze beste moderne dichters
heeft verworven. Deze dichtbundel heeft tot nog toe de
algemeene waardeering niet genoten, die echte kunst op-
eischt. Zijne verzen zijn rijk aan klank en beeld en geu
ren van waarheid en liefde. P. Hilarion Thans kenschet
ste ze juist waar hij schreef Indien het laatste ele-
men van poëzij, muziek is, bewogenheid tot muziek ge
stegen en gelouterd, dan heeft Crick in menig gedicht,
op een rijk-heendeinende gevoelsgolf gedragen, de zui
verste poëzij benaderd.
Crick heeft dezen bundel afgesloten met dit puike Moe
dersonnet
En moe gezworven langs zoovele levenspaden,
Ke&end van verre tochten naar geluk en leed,
Is 't immer weer aan u, o vrouwe vol genade.
Dat 't heimwee mijner ziel mijn stappen richten deed.
En 'k voel het immer weer gij hebt me niet verlaten
Uw liefde t' eiken dag trouw aan mijn zijde schreed.
In eiken avondvind, met bloemengeur beladen,
Zoelde zij langs mijn wang waar vaak een traan op gleed.
En toen mijn droomen door den starrenhemel dwaalden,
Toen vrede en zegen uit de klare nachten daalden,
Was het of op mijn hart een stortdeken nog lei
Uw warme moederhand gemaakt voor troost in 't lijden,
O goede en heiige vrouw, waarheen door alle tijden
De stem zal stijgen van mijn diepste zielsgeschrei.
Era Angelica heet te zijn een legendespel. Geen
drama. Een mysterieus gebeuren van zeer specifieke op
vatting, met eigen vizie en eigen atmosfeer. Het speelt
in Vlaanderen. Van uit een alledaagsch koewachters
midden groeit het stuk uit, in flink opgehouden lijn, tot
een meer en meer wazige sfeer van legende en mystiek.
De schrijver heeft aan de realistische en soms ironische
elementen voldoende stoffelijkheid, voldoende lichaam
weten te geven, cm des te beter de ziel, de mystiek van
het stuk, tot den toeschouwer te doen spreken. En door
dat deze ziel zich steeds klaarder uit het materieel be
doeld omhulsel van het stuk losmaakt, in een stijgend
tempo, om ten slotte, in het laatste bedrijf, heelemaal te
domineeren en heelemaal zielsgebeuren te zijn, heeft hij
zijn doel bereikt. Crick doet hier niet aan speculatieve
kracht, maar is rijk aan gev.oel en uitbeelding. De snel-
afwisselende tafereeltjes komen zich aaneenreien als
zoovee' pareltjes van zuiver-sentimenteele, verheven ly
riek. En na momenten van vrome contemplatie, voert de
actie onverzwakt de spanning weer hooger op en nader
de roerende ontknooping van het wondere gebeuren.
Hierin is hij best geslaagd door zijn hoofdfiguur te
plaatsen midden een stel menschen, die allen scherp
kontrast vormen met den engelachtigen droomer Gio
vanni.
Doch boven dit alles schonk Crick gemeenschaps
kunst. Zijn stuk heeft, reeds in wijden kring, zoowel het
fijn als het grovere publiek bereikt en geboeid. De tal
rijke liefhebberskringen, die Fra Angelica voor het
voetlicht brachten, hebben, spijts kortzichtige insinua
ties in relaasjeskritiek, het pleit beslecht, en aange
toond dat dit legendespel, met ware piëteit en volledige
overgave door kunstzinnige acteurs geïnterpreteerd
wel terdege aan de eischen van onze moderne toonee l -
kunst beantwoordt en tevens verheven en edelende
schoonheid biedt.