Kunst en Wetenschappen i ONS LAND IN WOORD EN BEELD 221 EEN JONG VLAAMSCH DICHTER REIN VANDERHEEST Dat Vlaanderen, het land van Leye en Schel- i - de. met zijn schoone na tuur en zijn innerlijk-rijk en schoon-godsdienstig volk. als 't ware een stre- ke is waar zelfs de sim pelsten met de briesjes I van bo9ch en veld den adem der poësie in zich opnemen, heeft vroeger E reeds den zoet-bespraak- ten pastor van te lande. Eerw. Heer Hugo Ver- riest zoo treffend juist gezegd. Doch t is niet enkel te lande dat Vlaanderen dichters teelt van zuiver talent en sobere schoonheid. Ook in de groote Vlaamsche steden leeft en dicht soms een dier jonge, verborgen Vlamingen, wier zieleschoon het overwaard is in verderen kring uitgespreid te wor den. Meestal is en vaak blijft de eenige aanmoediging welke deze jonge kunstenaars mogen opdoen de gul toegestoken vriendenhand en het schuchter uitgesproken woord van "bewondering, nadat hun werk in nauwen vriendenkring werd voorgedragen of gelezen. Het was inderdaad in de woelige stad aan de Schelde, te Antwerpen, dat van een nog zeer jong. te weten achttienjarige dichter, een armzalig boeksken verscheen in 1920 ■- Witte en Zwarte Vlinders 25 verskens waaraan vooralsnog heel veel. om niet te zeggen alles, los te rukken en uit te rafelen bleef en waarvan Frans De Wilde in Het Tooneel (Antwerpen) zegde Wellicht is de dichterlijke vlam te onbeduidend om tot een persoonlijkheid te groeien, wellicht ook niet en vind hij langs veel omwegen zijn pad. Onze zegen vergezelle hem... In 1923 werd dit boeksken door een tweede, Levens morgen opgevolgd, waarvoor enkele bladen reeds wat meer voelden. De heer Joh Demacgt, in Het Laatste Nieuws zegde o. ni. De vloeiende gang zijner verzen en de zuiverheid van zijn woord wijzen er op dat uit dit jonge mensch een dichter groeit... Zoo was de stille intrede van Rein Vanderheest in de wereld der poëzie en dat is nu reecfe 7 jaar voorbij. Nog bitter jong eigenlijk. 24 jaar. verschijnt thans in Augustus a. s„ bij Victor Resseler, te Antwerpen, zijn derde bundel Silenzio waaruit we voor de lezers van Ons Land hier achter enkele gedichten laten volgen... WIJDING Ik word zoo stil, zoo biddend stil Als ik ten tempel mijner ziele treed. Ik word zoo stil. deemoedig-stil Otider mijn lead. Ik word zoo traag, zoo plechtig-traag Als om mij heen de avond neevlend is. En schenk de sm arte-dag zoo graag Vergiffenis. Ik word zoo teêr, zoo week en tcér Als gij een lief en zoetig woordje zegt. Dat op mijn harte ziek en zeer Wat zalving legt. Ik word zoo vroom, zoo heilig vroom Als in mijn klamme ziel het vreemde licht Plots openblocmt gelijk een droom Tot een gedicht. Hen oude bloemenkweeker uit Wuestwekel, C. Breuff el- mans, met een zijner schoonste specimens Pelaponin. KRANKENKAMER Nu wacht het stoelken stil op haar die komen moet - Een blonde straal langs blecke kamerwanden Een rijke gift in arme. Icege handen. Die droeven man. als ik, weer lachen doet.. Nu wacht het stoelken ademloos op haar verschijn Dat mij weer nieuwen weemoed zal bereiden. Bij 't snelle vordrend uur van 't ruwe scheiden. Lijk 's avonds 't next en trage zonverdwijn Nu staan de dingen meer vaarnuom in dit vertrek Waar slechts wat zieke beelden omme :i ver ven En mijn illusies een-na-een versterven. Als straks, op onze lippen, t zoet gesprek Nu wacht het stoelken schoon, op jonge, blonde vrouw Een zielig zonnekind met frissche wangen En met een rooden mantel mooi omhangen Die warme weelde straalt uit plooi en vouw... Nu wacht m'n klamme ziel op haar die komen moet Een goede fee uit wondre sprookjeslanden. Een vlekje goud van zonnig-blijde stranden Dat bittren man. als ik. weer hopen doet. AVONDLIED 't Is avond nu en goed in mij.. Victor de Meyere. Als klaaggedeun van psalmen monotoon Snikkende doodsklok-klanken opwaarts naar den hemel De avondstraat ligt somber vreemd in 't vaag ge- Van 't luttle leven, togend naar zijn woon (wemel De avond draagt zoo goèlijk 't arm beloon Van zwoegc-zware dag voor schaamlc stervelingen De avond. God. is van alle uw' zegeningen De rijkste en de vroomste, biddend-schoon Is daar geen hand die ooit mij laaf nis bied. Geen enklen mond die ooit een zalvend woord komt spreken Als uit mgn weemocd-oogcn 't worgend wee komt bre- Daar is de avond en zi/n klokkenlied. (ken Een mocderzocn... zoo zoet de avond is. En goed als blauw geluk van weer herpcinsdc dagen. Waarbij, om d" oude vreugde', weer een lach kan dragen Den moeén mond. bitter van droefenis O diepe goedheid van den avondvrcé - Uw droeve sterren zijn mij zoete moederoogen Die neérzien op haar kind vol troostend mcrledoogen En sussend al mijn bang doorleden wee. R. Vanderheest WIEGELIEDJE I'en u'indcke waaide er lijzekens zot I Tn de kanten en in de hagen. En het zong er con liedje met droef gevoel In den schemer der lentedagen. Het zong er van liefde en zeer schoon verdriet Dat verborgen schuilt in de zielen. Doch waarvoor men bij 't avondlijk wiegelied In eenzaamheid neder wil knielen Het zong van zoo menig gestorven geloof. Van illusies cn jonge droomen. Het zong cenig cn stil in het lenteloof Van de haag cn de deern ster hoornen R. Vanderheest Onze foto toont het radio zend-apparaat. dat zijn stroom ontvangt van een kleinen dynamo, terzijde van het vliegtuig aangebracht, die. wanneer de machine in beweging is. wordt gedreven door een kleinen propellor. Op het schakelbord kan de piloot, door een hefboom zijn apparaat op luisteren en ontvangen zetten en zuiver op den golf. welke in het internationaal verkeer voor den vliegdienst is aangenomen, afstemmen. Het is een heel kleine dynamo, die den stroom levert: de radio- apparaten zijn teer en ragfijn gebouwd, maar. onfeil baar en sonoor dringt h?t geluid door de wolken en nevelen en zoo nauwkeurig kan de piloot zijn positie aan het station opgeven, dat men vrijwel op de minuut af zeggen kan. wanneer een bepaalde machine op het vliegveld arriveeren zal. Het gehoor en de spraak van het vliegtuig, zintuigen, die het aan de snelle ontwikke ling der techniek in de laatste jaren dankt, hebben tot de ontwikkeling van het vliegverkeer op niet geringe wijze bijgedragen Daar zijn bijvoorbeeld in de eerste plaats de meterio- logische berichten. Vóór den tijd. dat dc toestellen met draadlooze telegrafie waren toegerust, kreeg de piloot zijn berichten omtrent de weersgesteldheid van het me- teriologisch bureau, op het vliegveld, vóór zijn ver trek. Mocht er tijdens de reis verandering in de weers gesteldheid intreden, zoo bleef hij hiervan uiteraard on kundig. Het laat zich begrijpen dat op deze wijze nooit groote trajecten konden worden gevlogen, daar de pi loot moest dalen om den staat van het weer te kunnen opnemen. Thans krijgt de piloot gedurende de geheele reis nauwkeurig elke verandering in de weersgesteld heid per draadlooze telefoon toegezonden. Hij weet dus precies welke windstroomingen hij mijden moet. waar er mist is of onweer, slecht zicht of anderszins en ook. wanneer en waar er een orkaan woedt, welke van dien aard is. dat het veiliger voor hem is om te landen. Nu kan het natuurlijk ook voorkomen, dat een piloot op een gegeven moment genoodzaakt is om te stijgen, teneinde boven een dikke wolkenbank te komen, die hem. wanneer hij op normale hoogte bleef vliegen, hin derlijk zijn zou voor het zicht. Heeft een dergelijke wolkenbank een groote uitgestrektheid, dan verliest hij daardoor uiteraard alle contact met de aarde en daar mede zijn orienteeringsvermogen. Tot op een bepaalde grens kan hij natuurlijk door de instrumenten, die hij aan boord heeft, altijd wel min of meer bepalen, waar hij zich bevindt, doch om juist dc plaats van een be paalde stad of vliegveld te weten te komen, daartoe is nu eenmaal meer noodig. Ook hier wederom speelt de draadlooze een groote rol. Dc draadlooze stations aan den wal beschikken over zoekers en peiltoestellen, waarmede zij de richting van den piloot kunnen bepa len. In eep dergelijk geval roept hij dan verschillende stations op. die. in onderlinge samenwerking dan op zijn geluld de piloot spreekt dan een halve minuut achtereen in het toestel gaan afstemmen. Uit het on derling contact, dat de stations, in samen werking met den piloot onderhouden, kunnen zij hem zeer nauwkeu rig de plaats aangeven, waar hij zich bevindt. Dit alles geschiedt in een veel vlugger tempo, dan wij het hier kunnen neerschrijven. Meestal kunnen de draadlooze stations het hulpverzoekend vliegtuig, binnen den tijd van één minuut, zeggen waar het zich bevindt. Dat dit een niet te onderschatten veiligheidsmaatregel Is. zal een ieder begrijpen. Door deze ingenieuse uitvinding is het mogelijk, dat tegenwoordig bij vrijwel elke weers gesteldheid. zelfs zeer zwaren mist gevlogen kan wor den. Onze foto's toon en den radio-telegrafist aan den wal. bezig op het apparaat van den piloot af te stemmen. Onderstaande foto toont ons den radio-telegrafist, bezig een e peiling van het toestel op de kaart af te zetten (Wordt voortgezet.J

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 13