GLOBE De Lichlprins. Verfrisschend, uitnemend fijn van smaak, onverge lijkbaar om zijne zuiver heid, is Globe de uitge lezen drank voor ieder die aan sport doet. 222 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Sprookje van vroeger en nu. Daar waar 's werelds grenzen met de blauwende on eindigheid één worden en de afstanden ophouden te be staan. daar waar aardsche beslommeringen ongeweten sterven gaan in het glanzende schoon van het eeuwige licht, leefde eens een heel mooie, kleine fee, Illuzie-kind geheeten. Het heerlijke purper van stervend Zonnegoud en ta nende dagschoonheid vlocht de'lieve fee iederen avond saam tot een zachte glanzende slaapstee, waarop ze. glimlachend, zich te rusten lei om met geloken oogen op den nieuwen dageraad te wachten. En iederen ochtend als de jonge Zcnne opstond uit een rozenbed, waaruit een duizendvoudige stralenzee de ontwakende schepping belichtte, vond ze het lieve Illu sie-kind spelen in dé kleurschakeeringen harer pasgebo ren heerlijkheid. Oost- en Westereinder, dat was het rijk van Illuzie- kind en de andere goede feeen. Daar zwaaiden ze als koninginnen hunnen scepter vol zonnigen levenslust. Helaasde lieve blonde fee was nog zoo jong en op haar waakten dag na dag twee Argus-oogen. de oogen der heerlijke nymfenmoeder Zorg. Vaak. wanneer de gouden middagzonne hoog en ver in het reine Zenith glansde en gloeide, onbereikbaar voor Illuzie-kind, dan kwam er telkens in de ziel der jonge fee n stille gevoel van weemoed en verlangen omdat het mooiste der Zonne haar ontzegd werd. Öau voelde ze, als een zware last de onophoudende waak zaamheid der Argus-oogen op haar drukken, en het ve'. lange rijpte in haar tot een mateloos begeeren om vrij te zijn. vrij, zooals de prins van het Licht die met zijn Zonne reisde van einder tot einder, dag na dag O. de LichtprinsZe zag hem iederen ochtend gaan met zijn mooien veelkleurigen mantel, zijn stralend- schoon gelaat en zijne heerlijke oogen. Ze zag hem iederen avond terugkeeren van de lange reize. hoog opgericht en fier na volbrachte taak. Ze voelde telkens als een groote. schoone ontroering wan neer hij de handen naar haar uitstrekte met den blijden uitroep O, Illuzie-kind. wat ben je heden mooi Illuzie-kind kreeg de Lichtprins heel lief. zoo dat ze iedere maal haar hartje wild en heftig voelde bonzen in zijn bijzijn, zoo dat ze onder de straling van zijn blik die haar telkens geheel omgaf vol kozende streeling zich voelde wegglijen in eene zee van ongeproefde zaligheid en vreemd geluk Op een goddelijken ochtend, toen de prins met zijne Zonne den nieuwen dag inging en gekleed in zij mooiste gewaad haar het afscheid toewuifde, werd Illuzie-kind hare liefde zoo diep bewust dat ze in de rozige nevels van haar heerlijk rijk met n schok op de knieën zonk en schreiend van verlangen naar hem de armen uit strekte. Dit had de prins van het Licht gezien Dien dag begreep niemand in het feeënrijk waarom Illuzie-kind zoo buitengewoon stil bleef en reikhalzend de groote Zonne volgde in haren langen tocht. Edoch, toen de avond als een stil gebed over de wijde wereld kwam en alom eene vredige rust over de sluimerende dingen lei, schoof de Zonne met een moeën glimlach hare purperen gordijnen, slapensree. voor het gelaat en bij haar bed stonden twee heerlijke gestalten de Licht prins en Illuzie-kind die in goddelijke omhelzing hun eersten zoen wisselden En den volgenden dag ontsnapte Illuzie-kind de scherpe waakzaamheid der Argus-oogen en miek met haar Prins de reize mee. van einder tot einder O. dat was een triomftochtDat was eene veropen baring van ongedroomde weelde, waarin Illuzie-kind tranen van heilige ontroering schreidde. Dat was een? jubeling van geluk waarin de jonge fee. almaardoor. weeldedronken herhaalde O. mijn Prins, wat ben ik gelukkig, gelukkig En kozend hadden s prinsen slanke handen haar lief gelaat gestreeld, terwijl zijne stem. zwaar van diepe teederheid had gefluisterd Mijn mooi, klein Illuzie-kind. wat heb ik je lief Nog menigmaal ontsnapte Illuzie-kind de waakzaam heid der Argus-oogen en miek met haar Prins de schoon? reize. En dieper groeide het gevoel harer machtige liefde in haar. heerlijker werd haar zachte wezen, mooier en meer glanzend de schoone straling harer zoete droom- oogen. zoodat vaak de andere goede feeën het fluiste rend aan elkaar vertelden in stille bevreemding Illuzie-kind is voorwaar reeds de mooiste onder onsVanwaar toch die verandering in zoo weinig tijds Alleen de duizendjarige Godin der Liefde, met haar eeuwig jong gelaat, glimlachte heel zacht voor zich heen. want zij. de mildgocde. begreep En.... op een ochtend, toen de Lichtprins. samen met zijn Illuzie-kind. hand in hand. in hun stralend Zonne paleis. het blauwe Zenith doorwandelden, gebeurde iets heel verrassends Illuzie-kind voelde pK j de hand van haar Prins heel koud worden in de hatx en bevreemd keek ze hem in het gelaat. Toen slaakte ze een gil van ontzetting. Waar was de mooie, duizendkleurige mantel die haar Prins immer droeg 7 En waarom was zijn gelaat, steeds schitterend van Zonneschoonheid. dechts nog eene WAAROM TE WORSTELEN tegen de chlcorel Trappisten Vlncart. zwarte vlek die haar huiveren deed 7 O. mijn Prins, wat ben je opeens heel leelijk schreidde ze. met de handen voor het gelaat. Illuzie-kind. zie je daar die zwarte vlek 7 Dat is slechts een eenvoudig wolkje cat zijne schaduw op ons werpt. Wij. kinderen van de Zoime. zijn slechts schoon in hare glanzing en haten de schaduw omdat ze ons bevuilt. Illuzie-kind. kom, wees sterk, want cok jij benf heel leelijk nu. Geduld, we worden .allebei weer mooi! En. als om zijne woorden te bevestigen gleed het wolkje langzaam voort onder hen. en een oogenblik later stonden ze beiden zich te verlustigen in eikaars her boren schoonheid. Als eene schuchtere hinde, met vochtige oogen en trillende leden, drukte Illuzie-kind zich onwillekeurig tegen de Lichtprins dichter aan. angstig voor de dingen die nog mochten komen. En deze kwamen. Uit alle einders, diep onder hen. werden dreigende wolkgevaarten geboren, die langzaam, als trotsche reu zen. naar elkander schoven. En uit de.botsing dier wilde gevaarten sloegen helle, kronkelende klaarten,y vurige slangen gelijk, die de verre oneindigheid doorkruisten, gepaard met ontzettend dondergeweld Haar Prins, haar stralende Lichtprins. ze kon hem haast niet meer bekijken wanneer die dreigend-zwarte wolken onder hen doorschoven. O, wat was hij leelijk dan En Illuzïe-kind's liefde doorworstelde een vreeselijke crisis. Met afgrijzen voelde ze vaak hare groote min uit hare ziel glijeo. om ge dan. even' daarna te voelen op laaien, heviger dan te voren, wanneer één oogenblik maar. de blauwende ruimte weer mooi werd. En kalm. met zijn zachten. weemocdigen glimlach op de lippen, met zijne cogen als een schoone smeekbee in de hare. stond de Lichtprins naast haar. Hem stutte het heerlijke, rostvaste betrouwen zijner Liefde Hem sterkte de vochtige glans hare groote schrik-oogen waarin hij diep het mooie harer zielegevoelens las. Zoo zagen ze de schoone. doorzichtige avondsluiers geboren worden, terwijl de groote. moeë Zonne lang zaam naar haren einder gleed, stervend een heerlijken dood. Toen strekte de Lichtprins in breed gebaar den arm uit en toonde Illuzie-kind den afgelegden weg. Illuzie-kind. fluisterde hij innig, hecen miek je de eerste reize door 's werelds stormen. Heden heb je voor de eerste maal gezien dat er niet immer Licht en Zonne schijn is. Duizenden menschen-kinderen maken die reize dagelijks en hen rest niets dan de zwakke schuit waarop hun Wil zegevierend aan het roer moet staan. Helaashcevelen gaan er niet te Icor in die eeuwige worsteling omdat hunne Illuzie niet gepaard met de sterkte van hunnen Wil het roer hunner broze vaar tuigen de sidderende vingergreep Iaat ontglippen Om dat hunne oogen. gekoesterd en verwend aan de lich tende glanzing hunner IHuzie's, de donkere smart van één dag levensstorm niet bij machte zijn vlak in 't ge laat te zien!.. Lieveling, jij die Illuzie-kind heet, zal je ook om één uur schoonheidsgemis, de warme gloed van je liefde voelen verbleeken en tanen Mijn Prins, voortaan zal Illuzie-kind ook sterk zijn En sedert dien is de Illuzie bij de menschen- kinderen ook een nieuwe kracht geboren, namelijk Sterkte! Em. VANDEN BROECK. In goede initellingen wordt en kal Globe geechonken, maar mijdt U voor na- maaktal» in tweede rang huizen DE ZIEL DER CITROEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 14