DE orWHMXDEV
Het is toch niet ernstig zeggen de hee-
ren van de Fiiature et Futenes reünies tot
onze afgevaardigden dat ge ons opslag
vraagt, ook voor die ouderlingen die wij
uit medelijden in ons fabriek houden, en
die hun werk niet meer kunnen.
Kan men schandelijker spreken
Onder die ouderlingen telt men er die
vijftig er, meerjaren voor de zelfde patroon
arbeiden, die altijd hongerloonen hebben
gewonnen, die de heeren toegelaten heb
ben millioenen winsten te verwezentlijkeri
op hun zweet, op hun arbeid, die ten ge
volge van die kleine loonen te winnen ge
durende al die jaren armoede en gebrek
hebben geleden, en het is na zoo een leven
van werken en zwoegen, dat die ha: telooze
heeren durven zeggen wij houden die
menschen uit medelijden, wij kunnen hun
geen opslag geven.
Gelukkig dat die menschen goede ver
dedigers hebben gevonden in de Socia
listen, die knap aan de heeren hebben
geantwoord, dat ook die ouderlingen te
weinig winnen en zij ook hun opslag
MOETEN HEBPEN.
En weer denken wij op de domheid
der dompers, die in dezen strijd een gansch
leger ouderlingen hebben betrokken, en
zich tegen den algemeer.en opslag verkla
ren..
Van nu at laten de heeren dus hooren,
dat zij niet geneigd zijn san die brave
ouderlingen opslag te geven. Van nu af
zeggen wij hun dat de socialisten niet
aan 't werk gaan zonder dat ook die
oudt linger, hun opslag hebben, want als
de heeren per dag en per kop 3,60 fr. heb
ben gewonnen, dan was het togh ook op
dm arbeid der ouderlingen.
Neen. indien die heeren een mensche-
lijk gevoel hadden, zij zouden die ouder
lingen hun loon betalen zonder werken,
zij zouden hen een pensioen geven, hoog
genoeg om er goed mede te leven.
Wat er ook van zij, den algemeenen op
slag waartegen de katholieken zich ver
klaard hebben, zal moeten veroverd wor
den door de socialisten, en dan nog in
't bijzonder voor het groot getal katholieke
ouderlingen.
Wij doen het met liefde, omdat die
menschen zich dan eens te meer zullen
rekening kunnen geven, hoe dom en slecht
men in hunnen kring handelt.
Esn diefstal door de Politie.
Dinsdag avond was er een onzer vrien
dinnen met eene bus naar 't sargiënfabriek
getogen om onderstand voor de werksta
kers, en een agent vondt niet beter, dan
het meisje op te leiden naar 't commissa
riaat alwaar de bus en 't geld aangeslagen
wierd
Kon men nu toch schandaliger
Twaalf volle weken is men in strijd, om
een geringen opslag van 25 centiemen te
bekomen op de betaalde hongerloonen, en
den heer Burgemeester die den schijn
aan neemt voor de werkstakers te willen
zijn, is zoo slecht, de omgehaalde gelden,
die moeten dienen om boterhammen te
koopen voor de hongerlijdende kinderen,
ja, dien katholieken Burgemeester Ghee-
raerdts is zoo slecht, dat geld door zijne
politie te doen stelen
En terwijl hij dien wettigen diefstal ten
nadeele van gebreklijdende werkstakers
doet plegen, gedoogt hij, dat men dien
zelfden dag, van huis tot huis, met opene
schalen rondgaat voor de machtige rijke
kerk, voor St-Antonius, een heilige die
niet moet eten
En wanneer het aangehoudene meisje,
aan den Heer Politiecommissaris vroeg,
waarom zij moest vervolgd worden, en
dezen die met opene schalen rondgaan
voor de kerk niet verontrust worden, dan
heeft hij orde politie dit niet gezien
Niet gezien terwijl z:j rondgaan van
huis tot huis (zelf in mijne woning komen)
en ongetwijfeld ook bij burgemeester,
politiecommissaris en agenten
Hippoiyte Vergeynst wonende Zorine-
straat De Haeck, Moutstraat Moens
Albert, Nieuwstraat, hebben rond geweest
en zullen het niet loochenen, want M.
Vergeynst zelf heeft ze mij persoonlijk ge
noemd.
Zult ge ze vervolgen heer Politie-com-
missaris Ongetwijfeld neen, want het is
voor de rijke kerk en niet voor arme werk
stakers, niet waar
Dit zijn de grooten die ge zoudt moe
ten nemen, maar neen, dit niet, het ge
recht is eene wet waar de rijken gemak
kelijk doorspartelen.
Dat dit een spoorslag weze, burgers en
werklieden, om ons meer en meer te steu
nen, opdat wij den strijd tot de overwin
ning kunnen volhouden, tot spijt van
onzen fanatieken burgemeester en partij
dige politie die zich altijd aan de zijde
schaart van de kapitalisten klasse, wiens
knechten en dienaars zij zijn.
Vertrsk onser moeders ea kinderen naar
Antwerpen en Ronse.
B.
Ons bezoek te Ronse
Niet orezien Welnu de Heeren
O
«O O O—
Verleden Zondag zijn er weer een 5ctal kin
deren en moeders hunne geboortestad moeten
ontvluchten om bij goedhartige lieden opgeno
men te worden, ten einde de ellende te ontwij
ken, veroorzaakt door de nooit voldane geid-
barons.
't Was treurig bij hun vertrek om te zien af
scheid nemen, mannen van hunne vróuwen,
moeders van hunne kinderen, een steenen hart
zou bezweken hebben bij het hooren van hunne
laatste woorden, toen net afscheid gebeurde.
Hoe dikwijls gaan wij zulke spektakels nog moe
ten zien hoorde men van mond tot mond.
't Is waar, ons volk is braaf en verduldig, en
het schijnt dat de heeien fabrikanten er gerust
in r ijn, maar hunne schande is er niet minder
groot om. Doch, dat kunnen havteloozen alleen,
zooals zij. Geld winnen is hunne zaak, en al het
andere hooien of zien zij niet, maar aan alles
komt een einde. DochfWas het afscheid alhier
hartroerend, onze ontvangst in Ronse was sym
pathiek. Geheel het Statiepiein zag zwart van
volk, en niettegenstaande öst den heer Burge
meester het besluit genomen had, dat wij binnen
de stad niet mochten, manifesteeren, volgde
geheel die menschenschaar ons naar den bui
ten onze kinderen werden door de partij-
genooten in de armen genomen, uit vrees dat
ze zich zouden Veimoöiën.
Intusschentijd had Gezel De Mey ons verteld,
dat wij naar het chalet De Broecke gingen, waar
een menschanvriena die met wilde gekend zijn,
ons zou onthalen, op een lekker tas chocolade
met koeken, waarover wij atuurlijk zeer ver
heugd waren.
't Was nog al een ritje, maar met hunne
sclroone Harmonie, vergaten wij onze moeite en
geraakten nog eindelijk in het lokaal De Ver
broedering Daar wierden al onze moeders en
kinderen op het verhoog geplaatst en de zaal
weid gevuld met eene menschenzee. 't Was ten
aandoenlijk schouwspel.
Dan was het de beurt aan ons, om aan de
vrienden van Ronse uit te leggen, waarom wij
zoo onbarmhartig hadden geweest, de kinderen
aan hunne ouders te onttrekken, en het wettig
gebonden huwelijk van elkander te scheiden,
door de schuld van hartelooze fabrikanten, die
speculeeren op den honger hunner werklieden,
niettegenstaande zij millioenen winnen.
1 >at ik goed begrepen wierd, hoeft niet gezegd
te worden, want op sommige oogenbükken
vreesde ik zeil mijne ïedevoering te moeten slat-
ken, daar ik voor mij niets zag, dan weenende
vrouwen en mannen, medegesiepeu door hart
roerende tooweelen, die cr zich onder onze
Aalstersciie werklieden reeds hadden voorge
daan. Ik deed dan een beroep c.p de edele ge
voelens van hun hart. opdat onze moeders en
kindeten bij hun zouden genoten hebben, schuil
plaats, eten en vrienden, waarvan zij vandaag
gescheiden waren.
Daarop antwoordde gezel Da Mey in naam
der bevolking van Ronse, dat zij gelukkig
waren te mogen mede helpen aan zoo een edel
werk, en hij verzekeide ons, ai duurde de siiijd
nog een gansch jaar, dat wij mochten naar Aalst
weder keeren, mét de voile overtuiging dat er
aan geen enkel iets zou ontbroken hebben, en
dat zij zouden genieten van het schoone der
natuur en yan alles wat hun kan aangenaam
zijn.
Dan volgde de verdeeling. een lastig weik,
doch met de belofte dat wij hen zondag eene
nieuwe karavaan zouden bezorgd hebben,'stelde
men hun te vreden. Aizoo eindigde dien histo
rieken dag.
's Anderdaags was het bijeenkomst om 10 ure,
en getn enkel onzer kinderen of moeders, of zij
waren met hunne pleegouders op post hunne
tevredenheid uitdi ukken is hier onmogelijk. Zeg
gen wij terloops dat er al verscheidene waren,
die reeds bij den kleermaker geweest hadden en
tegen zondag in een nieuw pakje zullen steken.
Donderdag brachten wij een bezoek aan
Ronse, aan onze vrouwen en kinderen der sta
kers. om ons te overtuigen dat zij allen te vre-
den waren.
In 't lokaal troffen wij den vriend Pol de Mey
aan, die ons aanstonds begon te vertellen, hoe
er allen waren, hoe content zij zijn, hoe zij er
zich vermaken, hoe men er bezig is met ze allen
in 't nieuw te steken, enz. enz.
Wij trokken natuurlijk de gezegdens van den
ievervollen schrijver niet in twijfel, maar plicht
gebied, en weg war en wij op ronde om de vrou
wen en kinderen zooveel mogelijk zelf te spre
ken.
De eerste die wij aantroffen was onze dikke
rooskleurige Emelie, en zij zat te ween en.
Een goed begin dachten wij, eene die reeds
verdriet heeft, maar weldra bleek het dat wij het
mis .hadden.
De brave vrouw weende van aandoening; zij
had juist twee brieven gekregen van Aalst, en
haar gemoed was overstelpt, zij dacht aan haar
man en twee kinderen die zij te Aalst achter had
gelaten, zij had er medelijden mede, omdat zij
het nu zoo goed had bij hare pleegouders te
Ronse, omdat zij het ai me Aalst was ontvlucht
en de achterblijvers het niet zoo goed hadden,
als zij en haai kind, dat ook in hare nabijheid
was opgenomen en 's nachts bij haar slaapt.
Spoedig was het verdriet gestelpt, zij stapte
met ons mede, om gezamentlijk een bezoek te
brengen aan de andere vrouwen aidaar verblij
vende.
En op onzen weg, was zij ons aan 't vertellem
hoe liefderijk men voor de vrouwen en kinderen
van Aalst was, welke genegenheid men hen toe
droeg, en hoe bezorgd de vrienden van Ronse
waren» om lien het goed te laten stellen en wat
meer is, wat men er doet, om allen geheel en al
in 't nieuwe te steken.
En inderdaad men maakt er te Ronse kleine
prinsen en echte princessen van.
Wij komen daar bij eene rosse, z'is geherbergd
bij een der stichters van het wevers-syndikaat,
met hare drie kinderen, waaronder een
onnoozel bloeiken van twee maanden
oud.
Deze is reeds in 't bezit van ten stapel klee
deren, genoeg om er gansch haar leven mede te
slijten, als zij het alleen moet dragen. Voor haar