Alle Staatswerklieden Weten die heeren niet, dat in zóó ee* strijd, die dreigt hardnekkig te zijn, de kleine fabrikantjes door de grooten zullen verslonden worden Begrijpen die mannen niet, dat een grooten fabrikant, soms wel voorzien van sigaren, machtig in kapitaal het veel beter kan uithouden dan zij, die van hunne wekehjksche verzendingen moeten leven Dat een grooten fabrikant door het niet kunnen leveren van de gevraagde sigaren, er nog tegen kan een klant te verliezen, maar dat een kleinen baas hierdoor weldra ten onderen is gebracht Nu 't is hunne zaak, maar de domheid der kleine fabrikanten mag ook wel eens door de werklieden beoordeeld worden vooral dan, als zij meenen zooveel macht te bezitten, het proletariaat den honger prijs te geven, proletariaat waarvan zij enkele maanden geleden, wellicht nog deel maakten. Nu wie hier het ergst gehavend uit den slag zal komen, dit zijn de kleine fabri kanten, want de sigarenmakers, allen goed vereenigd, beschikkende over eene goed gevulde kas, zijn nationaal met de sigarenmakers van geheel het land verbon den, hebben achter hun, de vrienden van Geeraardsbergen die in Amerika rijkelijk hun brood verdienen, en reeds bewijzen hebben gegeven van milde ondersteuning in geval van strijd, ondersteuning die nu desnoods vertiendubbeld zal worden heb ben achter hun, den invloed der syndikale commissie waaraan zij zijn aangesloten, den invloed van den Landelijker Raad der Belgische Werkliedenpartij, tot de welke zij de eer hebben te behooren, mogen rekenen op de hulp en onderstand van het gansche belgische proletariaat, dat alhoe wel den bestaanden crisis, een kluit zal weten af te zonderen, omdat de sigaren makers van Geeraardsbergen, ten allen tijde hun plicht hebben gedaan en mild hebben ondersteund daar waar er nood was. De toestand is dus veel hachelijker voor die kleine baaskens, die hun fabrikaat, hunne nijverheid bedreigd zien, die kans hebben opgeslorpt te worden door de groote, dan voor de werklieden, die wan neer het mocht noodig blijken, dat er moet geofferd worden, zullen offeren, om hunne heilige zaak te winnen, 't is te zeg gen, om hun loon te vrijwaren van aftrok ken, waarvoor zij reeds zooveel hebben moeten doen. Men heeft ons den handschoen gewor pen, wij rapen ze op. En nu vooruit voor den triomf. Nichels Alfred stemmen in 't Arrondissement Aalst voor M. Petrus Daens, zoo zegt men, omdat hij voor hun heel goed heeft gewerkt. Eerst en vooral ontkennen wij niet, dat M. Daens zijn plicht heeft vervuld, maar het komt tóch aan de socialisten pijnlijk voor, zulks te «toeten hooren zeggen, zij die van bij hunne intrede in de Kamer, dus van af 1894, nooit iets anders heb ben gedaan dan de belangen der Staats werklieden ter harte genomen, ten alle tijde hunne grieven doen kennen, en luid en krachtig in de Kamer en in 't openbaar geprotesteerd tegen het onrecht hun aan gedaan. Herinnert u, Staatswerklieden, met welke energie, wilskracht en aanhoudend heid, de Socialistische mandatarissen voor u in de bres zijn gesprongen, tel kens men over uwen toestand sprak. En vergeet niet, wanneer de Socialisten den minister duchtig onder de handen hebben genomen, omdat hij niets voor u wilde doen, onze acht-en-twintig volks vertegenwoordigers het allen met u eens waren, eens zijn en eens blijven, om uwe rechten te verdedigen en zij daarbij een te duchten werkersleger achter hun hebben, die mede met u lijden en strijden, en niets zullen verwaarloozen om u in uwen edelen kamD te helpen en te steunen. En om u een bewijs te meer te leveren, dat de Socialistische Werklieden-partij voor u in de bres springt en in de bres zal blijven springen, wil ik hier het verslag laten volgen dat aan de afgevaardigden, voor het Socialistisch Congres te houden te Brussel op beide Paaschdagen, door de zorgen van den Socialistischen Werkers- bond van Mechelen is gezonden. Het geldt hier dus niet één persoon, die zich met de belangen der Staatswerklie den bemoeit, het is de gansche machtige Werklieden-partij, waarin onzen Kan didaat Hnysmans Camiel, een werk- zamen rol vervult. Ziehier het verslag, dat alle Staats werklieden heel aandachtig moeten lezen. VERSLAG over den toestand der Staatsarbeiders in dienst van den IJzerenwegPosten en Telegrafen. KAMERADEN, Als wij het gedacht hebben opgevat om den toestand der Staatswerklieden van den ijzeren- weg, posten en telegrafen aan hetcongies bloot te leggen, dan is het met het doel om onze man datarissen, in de Kamers van Volksvertegen woordigers en Senaat, behulpzaam te zijn in hunne taak om onze klachten en verzuchtingen om een menschwaardiger bestaan te verkrijgen van «vege het goevernement, om die klachten, zeggen wij, aan den bevoegden minister over te maken. Wij rekenen ook op de hulp van gansch de partij om onze gewettigde eischen die hier vol gen te vervvezentlijken. Als eerste en hoogste eisch welke aan de staatswerklieden zou ten goede komen, als hij moest verwezentlijkt worden, is deze 1) Recht veen vereeniging op alle gebied dat wil zeggen dat de Staatswerklieden het recht zouden moeten hebben als andere werkers zich te ver- eenigen in vakorgonisatün Moest aan de Staatswerklieden dat recht toe gekend worden zij zouden er een groot voordeel mede hebben, want heden zegt men altijd, als wij klachten indienen bij den minister, dat wij ontevredenen zijn, omdat wij altijd persoonlijk onze klachten moeten nederleggen. Door de vrijheid van vereeniging toe te staan aan de werklieden, zou den minister veel betere 1 vei slagen over den toestand der werklieden kun- 1 r,en bekomen, die nu meestal door sommige j bureeloversten wordt vei bloemd als er door den minister wordt achter gevraagd. 2) Stemrecht voor de Werk- en Nijverheidsraad en Werkrechtersraad De werklieden van den Staat hebben ook geen recht voor hoogergenoemde raden, alhoe wel er dikwijls groote redens bestaan tegenover onze bestuurders om ons tot die raden te kunnen wenden om recht te bekomen. Alle werklieden van den Staat hebben er be- ang bij om te mogen stemmen voor die raden, opdat door dezes tusschenkomst er aan een en- partijdig oordeel zou kunnen uitgesproken wer den in de geschillen opgerezen tusschen de werklieden en de bestuurders. Waarom als een werkman of bediende be trapt wordt op diefstal wend onzen minister zich tot een anderen minister om den werkman of bediende te doen straften, te weten tot den minister van Justicie Waarom dan, als den werkman of bediende verongelijkt wordt door het bestuur, in zijn loon of anderszins, zou deze zich niet mogen t wenden tot den Werkrechtersraad om in 't ge- j lijk gesteld te worden, dat zou maar recht en J billijk zijn 3) Bemoeiing met partijstrijd, aanneming van kandi- j datuur. Het zou aan de werklieden moeten toegestaan werden dat zij zich zouden mogen bemoeien in. I den politieken strijd der pariijen nu moeten wij altijd naamloos werken ten vootdecle onzer partij, de werklieden onderling mistrouwen elk ander om hunne indrukken of verzuchtingen be kend te maken. Ook zouden de Staatswerkliedeu het recht moeten hebben om zich als kandidaat te laten voordragen voor de verschillende politieke in stellingen, nu wordt hun dat recht onthouden. De verschillende nijvei heden van het land hebben hunne werklieden afgevaardigden in de Kamers, provincie, gemeente en andere instel lingen De Staatsweikiieden kunnen echter in geenen deele op zulke afgevaardigden wijzen, alhoewel zij hier ten landen op een werkersleger kunnen wijzen van 60 a 70,000 werklieden. En deze werkersmassa wordt door het katho liek ministerie aangezien als zijnde geene Bel gen. 4) Afschaffing van het premiestelsel (économie). In enkele afdeelingen van het departement van ijzerenwegen wordt nog altijd dat stelsel in oege gehouden. Hier moeten wij bijzonder den toestand van Mechelen voor oogen hebben. De aanwerving van het personeel geschiedt er zooals overal elders, maar in het toekennen van het loon wordt er rekening gehouden van de premiën (économie) welke men er betaalt en het loon werd er 40 centiemen d-.ags minder getakseerd dan elders. Denk nu niet dat al de werklieden die 40 cea- tiemen daags winnen. Neen, kameraden, wij kunnen zelfs met zeker heid zeggen dat meer dan de helft der werklieden deze 40 centiemen niet bekomen. Ook moeten wij nog op een ander feit wijzen dat ten nadeele is der werklieden. De werklieden welke het geluk( hebben van premiën te winnen, moeten van deze som 4 0/0 laten afhouden voor de ziekenkas en pensioen fonds. Als nu echter de werklieden ziek worden, dan komen de gfhoudingen welke gedaan zijn op de premiën niet in aanmerking, er wordt maar alleen gerekend op het vast dagloon der arbei ders. Zoo is het ook met het toekennen van het pensioen. Wij zijn dus voorstanders van de afschaffing van het premiestelsel a) Omdat ons loon daardoor zou verhoogen b) Omdat wij in geval van ziekte meer zieken geld zouden ontvangen c) Omdat ons pensioen daardoor ook zou vermeerderen 5) Invoering eener klimmende loonschaal. De verhocging van het loon laat aan den Staat ook veel te wenschen. Wij kunnen te Mechelen wijzen op werklie den, bekwame vakmannen, die 30 tot 35 ja. en trouwen dienst hebben ea die een dagloon win nen van fr. 3,?o tot fr. 3,40. Welnu dat is eene schande en. daartegen moet krachtdadig geprotesteerd weiden. Er zou volgens ons eene klimmende loon schaal moeten ingericht worden, beginnende met een minimumloon van 3 fr. daags om na een tijdperk van 20 jaren trouwen dienst, een maximumloon te bekomen dat aan de werklie den zou toelaten hunne pensioensteliing te vra gen zonder te moeten vreezen voor honger, koude of te moeten gaan bedelen zooals wij hier te Mechelen werklieden kennen. Ziedaar, kameraden, wat wij u in dit verslag moesten zeggen. Nog andere kleine verbeteiin- gen kunnen ingevoerd worden, maar deae hier boven genoemd zijn de hoogst vereischten onzer verzuchtingen. Laten wij, als socialistische Workliedenpar'ij, de belangen der Staatswerklieden niet uit het oog verliezen, wani eens zullen die werkers ons rekenschap vragen over onze werking ten hun nen voordeele, en daarom vragen wij u ook om onze besluitselen algemeen te stemmen. Het Congres, Gehoord hebbende de verschillende grieven en klachten der Staatswerklieden, x. Over het vereenigingsrecht in alle graden 2. Stemrecht voor Werk- en Nijveibeidsraden en Werkrechtersraden 3. Bemoeiing in partijstrijden aanneming van. kandidatuur 4. Afschaffing van het premierecht 5. Invoering eener klimmende loonschaal. Besluit,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1908 | | pagina 2