Briefwisseling. Nog eens le laat. Aalst, den 30 September xgog. VRIEND NICHELS, Het verwondert me ten zeerste in Recht en Vrijheid van verleden Zon dag een artikel aan te treffen, met uw naam onderteekend, en waarin ge schrijft datA. B. niemand arders dan ik zelf u het antwoord schuldig blijft of de werkstaking in de Viscoselabriek al dan niet gewettigd is. Ge doelt op mijn arti kel Over de Werkstakingen versche nen in de Volksgazet van ig September jl. Welnu, daarin keur ik niet alleen de werk staking in de Viscose goed, maar ill de werkstakingen, aangegaan tot het beko men van een menschelijk loon, in even redigheid met den afgelegden arbeid, de duurte en de levensbehoeften van het tijd stip, of tot het verkrijgen van verminde ring van werkuren, om, bi] gevaarlijken, ongezonden of afmattenden arbeid den graad van gevaar, de mogelijkheid van ziek-worden, de sterkte van afmatting te keer te gaan of te verminderen. Dat staat heelemaal met dezelfde woorden te lezen in de Volksgazet. Meer no» ik schrijf zelfs dat de werklieden misschien dikwijls tot PLICHT hebben den arbeid te staken. Ik doe ook een beroep op iederen edel- denkenden burger, op iedereen, die een hart heeft, op eiken man om 't even tot welke politieke partij hij ook behoore die zijn medemenschen liefheeft en wil medewerken tot het algemeen welzijn, om die stakers stoffelijk en zedelijk te steu nen. Is dat nu klaar en duidelijk, Vriend Nichels Mijn antwoord is dus volgens mij, is de werkstaking in de Viscose- fabriek gewettigd. En'ik herhaal wat ik reeds in de Volksgazet schreef Zoo lang een arbeider honger zal lijden of niet menschlievend zal behandeld wor den, zoo lang is de maatschappij niet goed. Over het door mij gebruikte woord in- troebel-water-visschers, beweert ge dat er dubbelzinnigheid in 't spel is en dat ik het hier over de leiders der syndikaten heb. Van het oogenblik af dat ge zoo goed weet op wie ik het gemunt heb. kan er natuurlijk van dubbelzinnigheid geen sprake zijn. Uw zin hierover heeft dus geen beteekenis. Maar, onthoud wel dat ik nooit dubbelzinnig schrijf en, had ik de leiders der syndikaten bedoeld, dan had ik heel eenvoudig dat woord geschreven. Ik schrijf vrij en vrank zooals ik denk. Doe ik het ook niet zoo, wanneer ik het heb over de vele fortuinbezoekers, die een weelderig, zelfs een dierlijk leven lijden, en noch kunst, noch wetenschap, noch een menschlievende onderneming steu nen En daar ik zelf een groot voorstaander ben der syndikaten en de erkenning der vakvereenigingen vraag, en dat ge zulks weet vermits het in mijn artikel in de Volksgazet staat dan vraag ik me te vergeefs af hoe ge op de gedachte geko men zijt dat ik bepaaldelijk de leiders der syndikaten bedoelu heb. Indien ik het woord in-troebel-water-visschers ge bruikt heb, dan is het enkel omdat ik in mijn woordenschat geen juistere uitdruk king vind om mijn denkbeeld weer te ge ven. Ik heb bedoeld al de personen, die in troebel water visschen, en het spreek woord zegt In troebel water is goed vis schen, d. w. z de oneerlijke man doet zijn voordeel, waar verwarring heerscht. Kunt ge me een beter woord aangeven, dan zult ge me zeer verplichten. Als er nu soms mochten leiders der syndikaten bestaan, die in troebel-water- visschers zijn, zoo zullen zij te eerder door de werklieden ontmaskerd worden, die on middellijk een ander hoofd zullen aanstel len. Ge ziet dat men in-troebel-water-vis schers overal kan vinden en dat ge in de door mij gebruikte woorden een bedoeling gaan zoeken zijt, die er volstrekt niet in te vinden is Van den anderen kant echter, wou ik weten waarom ge mijn artikel slechts NOG AL democratisch heet. Twee jaar geleden nochtans werd, door umijn minder omschreven programma op12 bno- misch gebied, volkomen democratic ^ri ge noemd. Waarom nu dit verschil Ik zou uw lezers aanraden bedoeld arti kel Over de Werkstakingen in de Volksgazet van ig September te lezen. Dan zullen ze weten hetgeen velen van hen, ten andere, reeds weten welke pun ten op economisch gebied ik, te hunnen v< ordeele, verdedig: 1. Bescherming van den Staat over de werklieden, door het uitvaardigen van arbeidswetten en goede staatsinspectie in alle opzichten.2. Maxi mum van werkuren. 3. Minimum van loon. 4. Betere pensioenwetten 5. Betere regeling van rustdagen en werk- verlet. 6. Betere regeling van kinder en vrouwenarbeid. 7. Degelijke inrich ting van een intercommunaal werkloozen- ionds. 8 Erkenning der syndikaten. g. Toelagen aan de syndikaten en mutualiteiten, zonder onderscheid van partij. 10. Eerlijke scheidsrechterlijke tusschenkomst der ovrheden bij werksta kingen. 11. Leerplicht. 12. Uitbrei ding van het vakonderwijs i3. Aan deel in de winsten. Met éen woord ik zal immer en overal datgene verdedi gen wat iets kan bijbrengen om van onze arme, ziekelijke, ongeletterde werkersklasse een kloek, gezond, deftig, ontwikkeld, onafhankelijk volk te maken. Ik laat uw verstandige lezers oordeelen of zulk programma niet oprecht, volko men democratisch is. En, Vriend Nichels, zeg het maar ronduit zijt gij zelf er ook niet van overtuigd Vriendelijk gegroet. Achille Brijs. Daar dit schrijven slechts Donderdagavond ons toegekomen is, was het voor mijn vriend Nichels (die op reis is met de stakers) onmoge lijk hier Leden op te antwoorden. Ik wil hier in 't kort er enkele regels aan toe voegen. M. Brys schijnt (en ik geloof het) nog altoos breede gedachten te hebben, doch hij zal wel licht, zooals al deze die de Volksgazet lezen, moeten vaststellen, dat de geest die dit blad overheerscht niet overeen te brengeD is met zijne goede gedachten. Zijn artikel, met de talrijke van den naam- loozen schrijver, die iedere week zijne gal uit spuwt tegen de stakers en op deze die de las ten moeten helpen dragen, staan regelrecht tegenover elkander. Zal M. Brijs hiertegen in De olksgazet lutteeren M. Brijs keurt de staking goed. Wij wen- schen U hierever geluk Zult gij nu opkomen tegen de gedachten van 't Bestuur van 't libe rale Werkeloozenfonds, die zegde in volle ver gadering, dat deze slechts onderkruipers wa ren, die daar vóór de staking werkten, en al de werkeloozen ofwel dezen die elders werkten was het toegelaten het werk der stakers in te nemen, dus deze mochten enderkruipen. De metaalbewerkers staakten het werk uit solidariteitsgevoel met de stakers.Hiervoor wor den zij in volle herberg aangevallen (zoo het schijnt) door een liberalen chef. En de hart vrienden van dezen man, gaan de stakers hun werk innemen. M. Brijs ziet dat de handelwijze der groote liberalen niet overeen komt met de zijne, en deze werken om de stakers in hunne pogin gen te doen mislukken. Dat zullen de werk lieden onthouden H. F. Weer hoort men die woorden herhalen sedert eenige weken onder de Viscosebewerkers, die ziende bünd zijn en hooiende doof, gelijk deze uit het Evangelie, 't is te zeggen bij de niet ver- eenigde, bij degene tegen wie wij horderde ma len hebben aangedrongen, om in onzen vakbond te komen, en die alle soorten van uitvluchten wisten om er aan te ontsnappen. Z'.j zouden hun geld zelf sparen, moest er iets voorvallen naar hen moest men niet zien. Zij zullen alt jd doen gelijk een ander, of zij weten altijd waar naartoe, ofwel den inleg was te groot of te klein, of zij kwamen niet in den vakbond om persoonlijke reden die zij met den een of an deren werkmakker waren tegengekomen, een aantal andere uitvluchten, allen even boos en nietig. Maar de eenige en ware rede was, dat zij liever hunne dertig centiemen verspeelden met kaart, bol cf duiven, omdat zij dachten, dat is geld dat ik veiloren smijt. Ongelukkige die gij zijt, hebt, gij nog geene lessen genoeg gezien in uwe stad zelf, 't is d'eene werkstaking achter d'andere die wij hebben, zon der te spreken van de grieven die bestaan, en die door uwe schuld niet kunnen uitgeioeid worden. Ziet eens naar uwe patroons, zij die soms ver deeld schijnen in kiezingstijd, of op gebied van godsdienst, als het is om u en mij te 'onderdruk ken, zijn zij altijd bereid elkander te helpen, vereeniging is hunne leus, wat gij honderd maal meer noodig hebt dan uwe patroon, doch bij hen zijn geene uitzonderingen, 't is bij de werklieden dat men ze nog altijd aantreft. En weer lioort men nu, 't is te laat onder de Viscosebewerkers, die vroeger niet geluisterd hebben, die niet moesten vereenigd zijn, den honger is binnen geslopen, de vrouw van den man, of moeder, van zoon of dochter, weetniet meer wat op tafel te 'mengen, de kas is ledig en den winkelier geeft niet meer, vertwijfeling en angst sluipt er binnen Wat gedaan, onderkruipen, zijne makkers van vroeger met wie hij werkte, zijne kameraden met wie hij zwoer voor de werkstaking niet meer te werken zonder verbetering, deze laffelijk in den rug schieten, deze, waar zijn boezemvriend Jan bij is, ja, hij moet, hij heeft honger, hij is niet vereenigd, hij trekt niet voldoende, hij kan niet anders. Dat is het antwoord die men krijgt bij die ongelukkige, die heden de schuld zijn, dat den strijd der Viscosebewerkers nog niet geëin digd is. Hoelang zal men zulke onmenschen nog vin den, want alzoo mag men ze noemen, zij zijn als de pest onder de bevolking, schadelijker zelf, deze ziekte zoekt hare slachtoffers, maar laat er toch nog vrij van, maar gij onvereenigde laat niemand ongedeerd, door u zijn veldslagen ver loren op de Arbeidsmarkt, waar geheel de wer kende klasse door lijdt. Van u mag men zeggen, in een werkhuis waar gij binnen zijthier liggen wolvenijzers en schietgeweeren dit is bedroevend. Maar kom, laat otis een blik werpen op het verleden, in bijna al onze werkhuizen zijn grieven en hebben werkstakingen ontstaan, hoe en op welke manier heeft men ze zien verdwij nen, door de macht der vereeniging niet waar, hoe redden wij de Vervié'ois, toen zij uitgeslo ten waren met duizende werklieden, door de vereeniging. De werkstaking van 't groot fabriek van den Tragel, de werkstakingen van Marchant, van Jelie, van de Vesten, van Torley en tal an dere die nog onlangs voorgevallen zijn, is het

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1909 | | pagina 2