^Socialistisch weekblad voor het Arrondissement Aalst.
Cpmiteit voor Arbeiders-Opvoeding. Afdeeling Aalst.
Morgen Maandag,
If om 7 112 ure 's avonds,
Voordracht met Lichl beelden
Het Grisisfonds.
Ditjes en Datjes.
Aalst
Kritiek of Beknibbeling.
1!)' Jaar i
Prijs per nummer «a centiemen
over Constaxtix MEUN IER, door
Gezel MIEL FRAMTZEN, van \nlvverpen.
'nf >la nneu en Vrouwen, op post
SAMEXSPKAAK
22 Januari 1022.
I.
ANNONCEN
Rechterlijke 4 fr. per 1.
Reklamep 0/25 fr. per^égel.
Vermindering van prijs vöor annoncen die meer-
maals verschijnen.
Alle briefwisselingen moeten elke week vóór
Woensdagavond, 8 ure, ingezonden worden.
De strijd penning die de,zelfde week moet ver
schijnen, moet ingediend zijn, vóór Dinsdag
middag.
REDACTIE EN ADMINISTRATIE
Weidestraat, 14, GENT
Verantwoordelijke uitgever,
J. BEKAERT, Weidestraat, 14, GENT.
Ongetoekende brieven worden niet opgenomen.
Berichten over werkstakingen en grieven móe
ten door de Vakhonden gestempeld zyn.
ABONNEMENTSPRIJS
3 maanden
6
1 jaar
1 jaar
fr.
1,95
3,7?
7,50
BUITEN BELGIE.
fr. 15,00
in het lokaal HAND IN HAND
DeVoordracnt zal opgeluisterd worden door een symponisch orkest
Er heerscht vreugde in de rijke
burgerpérs.- De nieuwe reaction-
naire minister \,txu Ar.keid M.Moy
erspen van Aalst.heeft aangekon
digd, dat hy veranderingen wil
brengen aan het Crisit>f»nds. En
zulk belicht alleen doet onze
•voldane ryke buigeiy reeds lekke-
baarden. Hetigaat immers tegen de
armen', tegen de werkloozen. en
als" "daai tegen iets ondernomen
wordt-,", geeft dit töeh vreugde by
diegenen, die nooit werken, die
eeuwig; paroBiti ercn op den maat
schappelyken lykdofti.
in" kou: wol dl nu weer gelogen
ov'érï de bestendige luiaards, die
van dén dop een stiel maken.
In koor wordt de grootste ploer
tigheid uitgekraamd te^en de vak
bonden, die de luiaardij in de hand
zouden werken en hun leden ver
bieden van gaan te werken.
In koör wordt gelogen over ar
beiders, die bij 't eerste woord hun
werk laten staan en overgaan naar
den. Dép- Er wordt op de brutaal
ste \vyze een schandvlek op onze
werkende klasse gew orpen.
Waar Le Matin van Antwerpen
beweert dat een bekwaam ajusteur
weigert te gaan werken-en liever
uit hengelen gaat dan naar eene
fabriek, eischen wy den naam van
dien beroeps-visscher. Waar men
vakbonden beschuldigt, tientallen
arbeiders beschuldigt, eischen wij
NAMËN.
Het zyn lafaards die klakkeloos
iemand beschuldigen, vooral als
die beschuldigingen gaan naar de
vakbonden, die strenger dan wie
ook toegezien hebben op de eer-
lyke en slipte toepassing van de
reglementen vai/t Crisisfonds.
Nu reeds eischt Le Matin, dat de
arbeiders, die werk hebben, ver
plicht zouden worden van te spa
ren, en dat zij. die niet zouden ge
spaard hebben, bij een eventueels
werkloosheid den eersten tijd niets
zouden ontvangen ais steun van de
openbare besturen.
Do ezel die dat schrijft, weet ze
ker niet, dat men nu reeds noet
sparen om aanspraak te kunnen
maken op onderstand. Moéten de
arbeiders niet verzekerd zyn tegen
werkloosheid en in rege! met de
statuten om te kunnen trekken
Weet hü dan niet, dat iemand die
z.-lf niet voorzienig was, geen cent
krijgt. En weet hy ook niet dat
onze vakbonden er niet aan den
ken om het Ciisisfonds altijd te. la
ten bestaan Zij weten, dat, als de
toestanden normaal worden, men
met de gewone werkloozenverze-
kering de toestand kan verhelpen.
Maar zoolang er nog meer dan
fOüOOO onvrijwillige werkloozen
zyn. zoolang er vakken zyn. waal
meer dan 20 per cent werkloozen
zyn. kan men nog van geen ge
wonen tijd spreken. En dan is het
de plicht van de openbare bestu
ren van tusschen te komen en
steun te geven. Dat werd en wordt
in alle landen van de wereld ge
daan. Dat werd vooral na den
wapenstilstand gedaan om de
werklieden te helpen en ook,en
vooi al uit schrik van hongeropstan-
den, die zeker niet zouden ach
terwege gebleven.zijn en w aarvoor
de bourgeoisie met een heiligen
schrik bevangen was.
De werkende klasse,' en vooral
zy die werken, zullen van dichtby-
de wyzigingen, die aan het Crisis
fonds gebracht worden, volgen en-
zij zuilen niet dulden dat de onge-
lukkigen die .willen wei ken en niet
kunnen, hun laatste bete broods
uit den mond zouden genomen
worden
De vorderingen eener
socialistische instelling.
Wij hadden reeds do geleuouheid
de *órd< ringen door LA PRÉVOY
ANTE Sni IaLE in .de verschilliira
lakken liar, -r be.injvi-hri i uemaakt
m» t cufers uil i«- l«*«-geii w i| acluen
het doddig daarop terug te komen.
Bij den wape'stilstand beti* lsdo
de tak Leven, 83.971 koMraklen met
18,385,975 frank v.-nn-kerde kapita-
©n eene janrlijUsehe inning van
052,601 frank.;
Den 30 November 1. 1. was het aan
tal kontiaklen gestegen tot 131,229
met eene kapitaalverzekëring van
56,787,965 frank en .-ene iaarlykschc
inning van 2,429,189 frank.
In het tijdverloop van driejaren
verhoogde dus deze aangroei
voor het aantal polissen
van 100 op 156
voor de verz< korde kapitalen
van 100 op 309
voor de jaarlijksche prorniën
van 100 op 255
Hetzelfde verschijnsel v >or de af
deling Brand.
Bij den wapenstilstand bezat zij
33.395 polissen met eeno inning van
197,291 frank-;
Deze cijfers zyn gestegen tot 73,401
póljssen en 815,325 frank.
Zóodus eene vermeerdering van
100 tot- 219'voor.do polissen."
100 tot 413 voor de inningen-,
zij n~bij zónderen, het.zijn Coö
peratieven, het zijri 'Gémeentehestu.-
ren die zich in la PREVOYhNCE SÖ-
CIALE tegen brand laten verzekeren.
Meer dan 100 gemeenten stellen
vertroywen in haar en hun aantal
groeit.dagelijks aan.
Het is ten andere, heel natuurlijk,
dat onze mandatarissen zich herin
neren dat, indien de kapitalistische
ondernemingen gedurende verschei
dene jarenvrij spel hadden, er in
1907, ónder do bescherming der
wérk li eden partij eene socialistische
Samenwerking van verzekeringen
werd gesticht die voor langen tijd de
voorkeur der gemeente--en provin
cieraadsleden zal móeten genieten,
alvorens haar regelmatig depl te be
komen in de vérzekering der gehou
wen die "van hun beheer afhangen.
Door hunne verzekeringen naar la
PRÉVOYANTE SOCIALE over te
dragen verwaarloozen de socialisti
sche burgemeesters, schepenen en
gemeenteraadsleden geenszins de
belangen hunner medehurgers.
De Samenwerking der Werklie
denpartij bezit eene vastheid tegen
alle beproeving bestand, het is wat
haar ..iet belet do -gemeentegevaren
te verzekeren aan pénen merkelijk
lageren taks dan deze aller mede
dingende maatschappijen.
M. SCHELFHOUT
den doktor, die in den gemeenteraad,
de weezen en ouderlingen gestich
ten, als aards-paradijzen voorstelde,
waar de weesjès éu oudjes gelukkig
leefde, heeft iJaar-iOOf een slechten
i.aam verworven.
Na zijne redevoering zijn in den
gemeenteraad slichtende feiten voor
gebracht, dat de oudjes in den
bitteren koude van 5 1/2 ure 's mor
gens hun bed moeten verlaten en
dan nog één uur moeten w achten,
om wat te kUiinen eten of drin
ken. M. Schelfhout die dat hoorde in
den gemeenteraad, wat antwoordde
dan dezen "doktor niets hij zweeg
als eeii visch
DE BURGEMEESTER
door de katholieken lot eersten
burger onzer Stad aangewezen,
maakt in sommige omstandighe
den een drollig, "postuur Die man-
heeft dan veel gelijkénis van een de
zer liepen, dfe té zien is, in de boek
jes der alkool-bestrijders. 'T is een
pracht, 'zoo een mensch aan 't hoofd
van'de "stad te zien
DE KATHOLIEKEN
die in do Kamer,en Senaat in blok
stemden voor de alkoolwet, hebben
tijdénsden laatsio ki> sstryd, desocia-
listén van deze 'net beschuldigd,
waardoor de katholieken hunne ei
gene stemmingen in 'de Kamer en
Senaat verloochenden. Maar het was
dan ltiezing, de menschen moesten
belogen en bedrogen worden. Stem
men winnen voor de katholieken
was dan hoofdzaak, en zeggen dat er
nog zooveel ongelukkige dutsen van
menschen zich door do katholieke
leugens l&ten vangen. Dat zal toch
'niet blijven duren
Geen lichten modderpoelen.
De inwoners van verschillende
straten onzer stad en vooral van do
werkers wij keu klagen, omdat er
geen licht is, en hebben aan M De
Windi reeds menige brieven geschre
ven orn w at licht te vragen, ook me
nige straten en wegen zijn als mod
derpoelen. De Zwarten Hoek en Tra
gel, waar iederendagduizende|werk-
menschen door moeien gaan, zyn er
een voorbeeld van. Ge weet dat M.
De Windt veel belooft, waar niets
van komt
Verleden week heb ik u dus ge
sproken en mijn kritiek gemaakt,
over de kleinen, over de heel nede-
rigen, en nu gaan wij eens de meer
gewordön in oogenschouw nemen.
Gedenk altyd, geachte strijd
makkers, het spreekwoord die zegt
het is 'al geen goud wat blinkt en
eigen lof stinkt.
Als. ge dus met andere menschen
wilt in betrekking komen om hun te
leeren kennen, om te zien wat er
eigenlijk insteekt, met wat inborst
ze bezield zijn, of gij het te doen hebt
met mannen van karakter, is het ook
noodig dat gij u zelve kent en uw
karakter voordraagt.
Ik moet u dus eersten vooral zeg-
dat ik geen filosoof of profeet ben,
maar dat ik op alle oogenblikken be
reid ben qjj* te lutteeren, voor al wat
slecht en onrechtvaardig is uit de
wereld' te bannen en te doen plaats
maken voor al wat goed en recht
vaardig is.
Ziedaar kort en bondig het karak
ter van de kiek die verder in zijn
doen en laten gekend is van heel de
stad en omtrek. Brut, zeker, dat hen
ik, maar dat zijn wij allen kamera
raden, en hoe zou het anders kun
nen.
Om niet te overdrijven, van op
lOjarigen ouderdom, mannon van
onze klasse, ziften wij op den konij
nen-zolder ifahriekpjaatsen) op twee
de, derde of vierde verdiep voor onze
lioogeschool, tusschen het geronk en
gekletter dor-machionen en rriekanie-
ken, van 's morgens heel vroeg, van
af vijf uren tot 's avonds laat, soms
negen en tien uren, lof gelijk er van
ons ook al waren dié mochten mede
troiten naar den omtrek van Brussel
naar de kareelovens om ons daar te
laten verbeesten en te verprossen,
zelfs tot in de geneverkrotten om te
drinken met de scheut in dien tijd,
en geen goed onderricht meer, geen
gelegenheid om teleefen meer. Hoe
kan het anders of we moeten brut
zijn, dat wij vroeger en nu nog, een
beestigneid hogingen of begaan, dat
mag en moet ook al eens beknibbeld
worden, maar daarvoor vragen wij
toch ook al de verzachtende omstan
digheden te willen in aanmerking
nemen om ons de kleinste straf toe
te passen.
Spreken wij eerst en vooral van
onzen depute Fred, ook tegen hem
hebben wij allen'al beknibbeling ge
hoord, dat hy dit, dat hij dat, maar
bijzonderlijk dat hy wat gaarne met
de kaart speelt. Ik zeg daarop ie veel
is te veel en is slecht, te veel vleosch
etéh is slecht, - te voel drinken is
slecht,-te veel werken is slecht, maar
vergeet niet, beste vrienden, besten
dig, bestendig op route, op propa
ganda is ook slecht, zoowel voor hem
als voor ons, en waarom zouden wy
hem dat misgünnen, van hem bij
tijds zijn harte spel, een wiosje te
laten slaap, en bijzonderlijk dan nog
in liet lokaal, te midden van ons al
len. Neen, neen, dat kan ik niet nijg
beknibbelen. Zoolang ik zelf niet zie,
«lat- het waarlijk te veel zou zijn, en
dan, ge nioogt my gelooven, dat ik
niet lang zouwachten om mijn
kritiek of beknibbeling tegen hem
zelfs te makon, zelfs in het bijzijn
van u allen.
Onze schrijvers dor vakbonden en
politieke groepen, nu, ook deze jon-
gens verdienen, do minste beknibbe
ling, om de eenvoudigste reden dat
hun werking ten voordeele van ons
allen in "sommige tijden zoo kolos
saal groot en lastig is, dat er velen
van l.iun onder dezen last bezwijken.
Ziet eens rondom u, kameraden-
gedenkt aan al onze jeugdige schrij
vers en voorlichters in de partij, hoe,
velen hebben er niet den kop bij
neergelegd -
Ik ga geen namen noemen, gelief
zelfs eens te gedenken aan al onze te.
vroeg afgetobte mannen, hunne ge
zondheid, verstand en genie voor ons
allen opgeofferd, voor de heilige
zaak, liet volksrechtwaar zij ten
slotte zelf het slachtoffer van zijn.
Neen, neen, kameraden, deze man
nen zyn niet te beknibbelen, tenzij,
dat zij nog te veel uren moeten wer
ken, 't geen wy allen onder onzen
kop mogen leggen^ap waarvoor mij
dunkt, wij eene belSfibbeling verdie
nen.
Onze schrijvers mogen wy zeggen,
doen meer voor ons allen, dan zij
waarlijk kunnen, zwoegen nog gelijk
onze werkers in den ouden tijd, van
's morgens tot 's avonds, soms nog
een brok in den nacht, weten soms
niet waar eerst naartoe, door dat zy
gedurig lastig gevallen en geraad
pleegd worden door onze partijgo-
nooten en aangesloten leden over
allerhande kiescbe zaken.
Moesten zij hunne werkuren nevens
de onze leggen, wanneer h«>t jaar ten
einde is, ik mag u verzekeren, beste
kameraden, dat er velen zouden zijn
die nog aardig de kijkers zouden
open zetten als zij liet resultaat zou
den zien, en hun verwonderd afvra
gen strijden die mannen ook voor
de 3x8.
Neen, kameraden, laat ons geen
menschen beknibbelen of bekriti-
koeren die het niet verdienen. Onze
schrijvers brengen het hunne bij met
al wat zij in hun korpus hebben,
door hunne bestendige werking en
propagandeeron voor de eenheid en
welvaart van alle prolos.
B. KIECKENS.
tusschen JEF en NELLE.
Jef. Och Nello mensch, go blijft
ook lang weg voor zoo'n klein kom-
miseken.
Nello. Jaan watte Jef, as ge stiel
doet, komt er a altijd iemand tegen,
doorbij wachtte me maschien.
Jef. Awel, Nolle, op ne zekero
zin bajooik.
Nelle. Es er iets bijzonders, Jef.
Jef. Joot, Nolle,len t'es van groot
belang.
Nelle.Awel Jef, ge.wetj 'ken.
ben ni nijg krieus, moor vertel het
mij agaa.
Jef. Juik Nelle, en zonder om
wegen, ken moet toch ver aa niot
zwijgen, zie Nolle, ons stad is geredj.
Nelle. Geredj, Jef.
Jef. Ja, Nelle, ons stad goredj
enmaschienmeirenof«ovormeiren ons
land, want woor dat er avekoten en
notarissen de stad bestieren, moet
ge toch met mij bekennen, dat da
slimme menschen zyn, doorbij dat
es, gekendj dat dennen avekoot on-
misboor es ver onze stad zen flnan-
tiën.
Nelle. Dat es woor Jef, moor is
er zooveel aangelegen.
Jef. Zie Nelle, pas woor de bui
ten of took., took... took. ik in
t'frans, antree do deur ging oepen
en door stond nen agent Nellc.
Nelle. Nen agent Jef.
Jef. Ja, nen agent of ne^ebam-
petter golyk ge t' wilt, Nelle.
Nelle. Oei, joei, j«>ei, ne cham
petter in champetters kleeren
Jef. Nee, ne champetter in mi
nisters kleeren dal es naj^ok een
vroog.
Nelle.— A zei tog niets kontoroore
Jef.
Jef. Ba neen, de jengen was
gheel beleefd, 't was hem opgelegd
van zen hooger bazen, dat go mor-