WONINGSVRAAGSTUK
MIJN HOEKJE
25e Jaargang N° 5
Prijs per nummer 30 centiemen
29 Januari 1928
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
Het vraagstuk
der Bedienden.
VREDE,
Kooperatief nieuws.
Recht en
Geen rechten zonder plichten
Geen plichten zonder rechten
POSTCHECK-REKEMING
Belgische W e r k 1 i ed e n - P r t ij
Arrondissements Federatie Aalst
Nr. 8 0 6 8 6. Telefoon 5 7 2
en in dit geval moet het voor de gezondheid,
voor de toekomst van tien duizenden kinderen.
Door de Nationale Maatschappij en hare af-
deelingen zijn er in het land reeds een groot
getal woningen gebouwd, maar er blijft nog
zooveel te doen, dat met den gang zooals het
nu gaat, er nooit eene voldoende oplossing zal
bekomen worden.
En nogthans er bestaat mogelijkheid het
woningsvraagstuk op te lossen; materiaal is er;
werkkrachten ontbreken er niet, en men zal
ons toch niet willen wijsmaken dat er geen geld
is in 't land om te bouwen
Het socialistich bestuur der groote stad
Weenen heeft een treffend voorbeeld gegeven
en een werk van groote uitbreiding verwezent-
lijkt. Deze, die de socialistische bladen lezen,
hebben zich kunnen overtuigen dat men daar
de zaak heeft aangepakt zooals het behoorde.
Door eerst en vooral te zorgen voor denoodige
inkomsten, dewelke men bekwam door de op-
offeringea te eischen van de lieden, in staat
deze te doen, door bijzondere lasten dus, heeft
men aan duizende gezinnen, datgene kunnen
verschaffen, waarop elke mensch recht heeft
aanspraak te maken een menschelijke huis
vesting Dit is daar verwezentlijkt door socia
listen, dewelke door onze burgerspers zoo zeer
worden voorgesteld als onbekwamen en stich
ters van wanorde.
Katholieke en liberale bladen, waarin er
nochtans nog al dikwijls geschreven wordt
over belangstelling en genegenheid voor de
groote familiën, dringen gedurig aan op ver
mindering van de lasten, dewelke door de be
zittende klasse te betalen zijn.
Wij zouden over zulke handelwijze kunnen
verwonderd zijn, ware het niet dat wij weten
dat al hunne liefde voor de familiën met veel
kinderen, slechts tot doel heeft deze familiën
meer en meer afhankelijk te maken van de
liefdadigheid, om zoodoende de vrijheid dezer
gezinnen in te krimpen en ook des te gemak
keiijker te kunnen uitbuiten.
Hebben wij het recht niet te zeggen, dat er
niets te verwachten is van de bezittende
klasse, dewelke voor zich alle voorrechten en
welstand eischt en w eigert iets te doen om een
einde te brengen aan den onmenschelijke
woontoestand dewelke wij hier aanklagen
Hoe dikwijls gebeurt het ook niet dat door
eigenaars een woonst wordt geweigerd, onder
voor wendsel dat er te veel kinderen in het ge
zin zijn, omdat zij vreezen dat het huis te zeer
zal beschadigd worden, ofwel dat bij tegen
spoed in het gezin, de huishuur niet genoeg
verzekerd schijnt. Sommige eigenaars zijn zelf
schaamteloos genoeg om zulks te bekennen aan
vaders, op zoek naar een onderkomen voor
hun talrijk kroost.
Nu er zooveel gesproken geschreven wordt
over familievergoedingen en hulp aan de groo
te gezinnen, zou het toch voor elk weldenkend
mensch een bewezen feit moeten zijn, dat de
eerste vergoeding, dewelke aan de familie
-rr-j - x dient verleend te worden, moet zijn een huis
in" zulks mogelijk is, worden wij door katbo- I vesling> beantwoordende aan de noodigste re
lieken en liberalen voorgesteld als albrekers I gels yan gez0ndheid en ook ten bate van de
van de orde 1 zedelijkste verheffing van ons volk.
Dat noemen onze tegenstrevers Orde men-
Het woningsvraagstuk is een dezer maat-
schappelijke kwestièn, die van het grootste bo
lang zijn; en aan dewelke er maar een oplos
sing kan gebracht worden door radikale mid
delen.
Wij willen in niets de verdiensten verminde
ren dergenen, die door het houden van con
gressen, inrichten van tombola s, de aandacht
trekken op de erbarmlijke woningstoestand,-
wij erkennen ook dat er door de Nationale
Maatschappij voor het bouwen van goedkoope
woningen, en hare afdeelingen reeds goed en
nuttig werk is verricht, maar wil overdrijven
niet door te zeggen dat er geen begin is ge
maakt aan wat eigentlijk eene oplossing van
den woningstoestand zoo mogen genoemd
worden.
En als men in sommige bladen leest, en
door sommige katholieke en liberale P*"c'
mentsleden hoort verklaren, dat erin ons land
geen woningsnood meer bestaat, vraagt men
zich af of er hier onwetendheid in t spel is, of
wel slechte wil tenzij dat dezen, die zulks beve
stigen, en zelve in prachtwoonsten verblijven,
van oordeel zijn dat de werklieden mogen te
vreden zijn, als zo maar een onderdak hebbeD,
al is dit soms slechter dan een stalling.
En duizende gezinnen in ops land zijn ge
huisvest in slechtere voorwaarden dan de die
ren, en niet enkel in de groote steden maar ook
in de kleinere plaatsen en zelfs ten plattelande.
Nooit heeft de woningscrisis zich zoo schrep
afgeteekend als nu. Wij hebben in onze bladen
gelezen hoe erbarmlijk en zelfs wraakroepend
Se toestand is te Namen b, v., hoe menschen
daar wonen in krotten zonder licht of lucht.
In ons blad Vooruit hebben wij gelezen
over den toestand te Meenen, het kamerlid De
Bunno, burgemeester dezer stad, heeft in de
Kamers erover gesproken—en t is te hopen
dat de uitzetting op groote schaal uit. de nood-
barakken, sooals zulks dreigde, niet zal ge
beuren. Maar daardoor aal de toestand er nog
niet opgelost zijn want als het gevaar nu
tijdelijk kan ontweken zijn, moet er toch ge
zorgd worden dat de menschen, die deze barak
ken bewonen, in den korst mogolijken tijd,
andere woongelegenheid vinden, want deze
barakken zullen niet bewoonbaar blijven maar
men kan hen er ook niet uitdrijven vooraleer
dat ze weten waar naartoe.
En is in onze streek de toestand bevredigend?
Wij kunnen het tegenovergestelde bevestigen
en bewijzen wij kennen de toestanden do-
welke wij ons niet zou kunnen voorstellen,
ware het niet door deze zelf te hebben vast
gesteld.
Menschen, dewelke gehuisvest zijn in zulk
danige slechte voorwaarden dat wil het eene
schande noemen voor de bestaande maat
schappelijke orde. Familiën van zeven perso
nen beschikkende over twee kleine plaatsen,
de eene heeft negen vierkante meters en de
andere zes vierkante meters oppervlakte. En
omdat wij in opstand komen tegen zulke toe
standen, en de maatschappij aanklagen, waar-
achen, dTe door Minnek arbeid allen rijkdom
scheppen, en de gezondheid van hen en de
hunnen zien ondermijnen, omdat zij zelf nog
over geen huisvesting beschikken, de'lva^®
het geringste minimum geeft van wat een
mensch op dit gebied behoeft.
Moet men dan verwonderd zijn door som
migen dezer ongelukkigen te hooren zeggen
men moest degenen, die verklaren dat er
geen womngscrisis meer bestaat kunnen ver
oordeelen om gedurende enkele maanden de
plaats in te nemen dezer (?n?el"kk'ge!\'n,„°
verplicht zijn standvastig in echte pestholen
te wonen
En niet tegenstaande dat alles, wat men
eenigszins den naam van woonst geeft o bit
tere spotternijin genomen ishoort men nog
van uitzettingen spreken. De toestand is even
hachelijk als hij ooit is geweest.
Het is bswezen dat het privaat initiatie!
haast geene verbetering aan dien toestand
brengen kan van esne oplossing van het
woningsvraagstuk kan er nooit spraak zijn,
tenzij dat de Regeering, eens en v00rS00^?°
uit te wetken plan zou op maken, en hetwelke
zou uitgevoerd worden over enkele jaren,
want de toestand is zoo erg, dat we zelf erken
nen dat er tijd zoo noodig zijn om deze wan-
toestanden te doen verdwijnen.
Maar de huidige Regeering, die verklaart bij
elke gelegenheid dat de fmantièn goed zijn,
kondigt zelf opeenvolgde vermindering van
belastingen aan, en wilt dus land s inkomsten
verminderen.
Wii aiin er ook niet voor onnooaig lasten op
het Volk te laten wegen, maar wie zou durven
beweeren dat het onnoodig is voor doge ijke
woontoestanden te zorgen. Het is de plicht
der Regeering, al te doen wat mogelijk is op
dit gebied.
De bond der talrijke huisgezinnen belegt
samenkomsten, levert een strijd tegen de krot
ten, maar de middelen, welke gebruikt worden
zijn niet doeltreffend. Het is met voldoende
een wantoestand aan te klagen, statistieken
op te maken, met lof te spreken over de groote
familiën, men moet ziet durven uitspreken
T»or krachtdadige maatregelea, als het moet,
kende vijanden, die zij, tot nog toe niet eens
gezien hadden
Dat het land zou verwoest, steden en dorpen
asch gelegd worden I Wij zegden,
dat zij weldra zouden neerzakken, met hun
oude woonst, den klokketoren, in een laatste
jamraerklagen dat zij zullen sterven, met
op hunne bronzen lijven een vreeselijk gebrom,
dat hun doodskreet zou zijn en galmen zou tot
bij de bloedende plekke, waar menschen, om
ter meest, menschen vermoorden 1...
O 1 ijselijke herinnering!...
Reeds negen jaren is het drama der mensch-
heid ten einde Droomen we, dat het vrede is
en dat een nieuw leven is geboren 1 Droomen
zeggen we, want nog schetteren ze uw tergen
de krijgstrompetten, nog gapen duizende ka
nonnen, de mensch vervloekt nog den mensch!
Nog zitten haat en nijd in de harten der
volkeren en schreeuwt men tegen het billijke
wetsvoorstel van den zesmaandschendienst 1
Vrede jaWe hooren opnieuw de klokken klep
pen, luidjubelend in de lucht vol zon, het lied
van verzoening, het lied vol liefde en lente,
het schoonste meilied dat ze ooit zullen zingen,
het hoogschoone lied van de vrede
Menschen hebt elkander lief.
Doch wie durft beweren, dat de vrede duur
zaam is
En nochtans, vrede is immer te verkiezen
boven andere toestanden hoe indrukwekkend
en grootsch deze laatste kunnen verschijnen.
Niets gaat boven vrede, omdat hij in zich alle
foede hoedanigheden bevat, die het mensch-
om kunnen gelukkig maken. Vrede is tevens
de voorspiegeling van een zuiver gerust gewe
ten, van een kalmen geest, immer bereid tot
weldoen en tot verheffing der menschelijke
waardigheid. Vrede vereenigt alle goeden wil,
om samen te streven naar net hoogste goed
van een volk, wilskracht en samenwerking, om
kunsten en wetenschappen te doen bloeien om
handel en nijverheid te bevorderen om alle el
lende en tegenspoed, zooveel mogelijk te ver
wijderen of uit te roeien, om beschaving en
welvaart, tot hun hoogste peil te brengen.
Waarom zouden wij dus het streven tot
vermindering van diensttijd niet mogen
steunen, medewerken, voor zooveel het onze
krachten toegelaten tot de geheele ontwape
ning tot een eeuwigdurende vrede Dan
mogen we met innige voldoening een anderen
plakbrief uithangen, waarop de volkeren zullen
afgebeeld zijn elkander de hand reikende en
waarop de volgende gouden letters zullen
prijken
Niet alleen gedurende zes maanden, maar
geheel hun leven, dienden zij hun Vaderland,
niet door broedermoord, maar in een duurza-
men weldoenden Vrede.
RICHARD WILLEMARCK.
Men heeft b. v. een traitement van 8ooo fr.
's jaars, waarvan het bedrag der stortingen dus
8oo fr. is. Van die 8oo fr. gaat er 72 fr. naar de
Algemzene Spaar en LijfreDtkas, 2oo fr. naar
het Toelagenfonds voor bedienden en 528 naar
het verzekeringsorganisme. Van dit laatste
trekt men
Op 2o jarigen ouderdom begonnen bedraagt
het pensioen op 0B jaar 4.565 franken per jaar.
Begonnen op den ouderdom van 3o jaar
3.112 fr.
De eerste storting gedaan als men 4o jaar is
1.886 fr.
Hier moet nog bijgevoegd worden de ver#
hoogingen en toelagen, geschonken door den
Staat en de complementairente toegestaan door
het Toelagenfonds voor bedienden.
De toelagen van den Staat zijn 72o fr. maxi
mum per jaar, gedurende de overgangspériode,
dus voor degenen geboren na IV05 3jjo fr.
Om te genieten van het Toelagenfonds moet
men geboren zijn vóór 1 Januari 1891. Deze ren
te is onbepaald.
Het bediendenpensioen kan dus niet defini
tief vastgesteld worden het is gansch proble
matiek.
De weduwe van den bediende kan een deel
van het pensioen, verschuldigd aan haar man,
genieten.
11
Tot wat dient het op te komen tegen zede
lijk verral, als men niet begint met de ge
legenheid te geven aan eenieder te leven in
zulke voorwaarden, dat hij over de middelen
beschikt, om zich eene stoffelijke toestand te
scheppen oprechtmenschwaardig
De woningskwestie maakt deel van het groot
maatschappelijk problema en is maar op te los
sen door een grondige hervorming der maat
schappij zelf, wat toch niet belet dat wij steeds
ijveren willen om verbetering in den toestand
te breogen, en al wat er op dit gebied zal ge
daan worden, onze goedkeuring bekomt. Elk
pogen verdient steun.
G. DE NAUW.
Toen ik vóór eenige dagen het raadshuis
eener gemeente der Brusselsche omgeving
binnentrad, werd ik in mijne persoonlijke ge
voelens getroften door een plakbrief, opgehan
gen in een goed zichtbare plaats der wachtzaal
van het sekretariaat. Rechts op dien plakbrief
staat in groote letters te lezen Niet geduren
de ze3 maauden maar tot aan hunne dood dien
den zij hun vaderland Links bemerk ik nog
de voor rechtstaande muren met verhoolde
balken van een stuk geschoten huis. Voor
eenige gebroken struiken, drie of vier kruisen
met op den dwarsbalk het welbeteekende op
schrift Gesneuveld voor het Vaderland I
Is een nieuwe oorlog iD aantocht Ik zou het
haast moeten gelooven want voor iemand, die
tusschen de regels kan lezen, moeten onze
jongens niet gedurende zes maanden, maar
gansch hun leven zich gereed houden, om als
kanonnen vleesch gebruikt te worden 1 Vrede
op aarde de menschen van goeden wil 1
En in mijne wijdsche droevige gedachteD,
keer ik terug tot 1914 l
Op eens, te middernacht, begonnen de klok
ken te kloppen en te tieren van woede, te kla
gen en te steunen van wanhoop, te snikken
van droefnis zij zegden, datgansche kudden
jeudige krachtige en levenslustige, lachende
knapen zouden vermoord worden door onge-
Wij hebben het heden over de pensioenen.
De wet op de pensioenen der bedienden
werd afgekondigd den lo Maart 1925, toen M,
Tschoffen, katholiek, minister van Nijverheid
Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg was ze
trad eerst in voege op 1 Januari 1927.
Het pensioen der bedienden is een ingewik
keld iets. Wij geven hier grosso-mode de wet
weer.
Het bedrag der stortingenis io percent op
het loon van den bediende, waarvan 5 p. c.
door deze laatste en de andere helft door den
patroon betaald wordt. Nochtans wanneer het
loon niet de 6000 fr. overtreft, betaalt de bo
diende maar 3 p. c., terwijl de patroon 5 p. c.
blijft betalen.
Het bedrag der stortingen gaat maar tot een
loon van 15ooo fr. 's jaars. 't Is te zeggen op
wat men boven de i5ooo fr. wint moet de lo
p. c. niet betaald worden. Deze som is ver
hoogd met Boo fr. per kind onder de 16 jaar,
ten latste van den bediende. Bij het loon wordt
ook de congé vergoeding gerekend.
Deze gelden worden nu in handen van een
verzekeringsorganisme gegeven, 't zij een
private verzekeringsmaatschappij daartoe offi
cieel gemachtigd of de Algemeene Spaar- en
Lijfrentkas.
Dit verzekeringsorganisme stort een deel
van het geld Toelagefonds voor bedienden en
een ander deel in de Algemeene Spaar- en Lijf
rentkas, om te genieten van de algemeene wet
van verzekering tegen ouderdom en vroegtij-
digen dood. De rest blijft in handen van het
verzekeringsorganisme en dient voor de f pen
sioenrente.
De bediende ontvangt zijn pensioen op 65
jarigen ouderdom; de vrouwelijke bediende op
60 jaar.
Nochtans kan men pensioen genieten op
den ouderdom van 55 jaar eene verwittiging,
15 maanden op voorhand gedaan aan het ver
zekeringsorganisme, volstaat daartoe. Er hoeft
niet gezegd, dat het pensioen dan kleiner is.
Hoe groot i9 nu net pensioen van den be
diende, die de vereischte stortingen gedaan
heeft
Zulks hangt af van de belangrijkheid der ge
dane stortingen, van den ouderdom waarop
men het pensioen trekt.
Ziehier enkele voorbeelden, wat de bediende
van het vercekeringsorganisme aal trekken.
Deze wet is allerminst naar den zin en in
t voordeel der bedienden.
De bediende, die in 't algemeen een pauver
loon wint, moet te veel betalen. Wanneer hij
meer dan 6000 fr. verdient, moet hij zooveel
als de patroon. Dat is te sterk 1
De patroon heeft goedkoope arbeidskracht
aan zijn bedienden. Wat waren vele financieële
instellingen vóór vijftig jaren
Niets 1 1
Wat zijn ie heden
Machtige instellingen, met spacieuse en
groote gebouwen, en die milloonen bezitten
Hij, de nederige bediende, die er 30 k 40
jaren voor werkte, wat hij heeft.
Een krommen rug, versleten hersenen, een
ondermijnd gestel.
Kunnen die rijke en machtige patroons niet
zorgen, dat hunne bedienden een kosteloos
pensioen genieten in hun ouden dag
65 jaar is te hoogen ouderdom voor het eerste
pensioen te trekken. Hoeveel bedienden ziet
men van 65 jaar, om niet te vragen hoeveel er
tot dien ouderdom kunnen werken
Als men de mortaliteitstabellen neemt van
vele verzekeringsmaatschappijën, dan vindt
men hier in, dat op loo.ooo personen er alleen
maar 36.489 enkel 65 jaar worden en op 7o jaar
blijven er nog 27.7J3 over.
60 jaar voor de mannelijke en 55 jaar voor de
vrouwelijke bedienden ware dat niet genoeg
om pensioen te genieten
Het bedrag der pensioenrente i9 te gering,
ondanks de hooge stortingen vanwege den be
diende. Er is geen minimum noch maximum
vastgesteld. Een bediende kan volstrekt on
mogelijk weten, wat zijn pensioen zijn zal op
65 jaar. Het mekanisme der wet is zeer gekora-
plixeerd en vraagt berekeningen zonder einde.
De wet kan vereenvoudigd worden met de
gelden toe te vertrouwen aan één verzekerings
organisme een Nationale kas van pensioenen
voor bedienden.
Nu komt er veel van het geld in handen van
private verzekeringsmaatschappijën daartoe
gemachtigd, en waarop de bedienden niet de
minste control hebben.
Wel mag de bediende het verzekeringsorga
nisme kiezen, waaraan hij zijn geld toever
trouwen wil, maar de patroon zal niet wachten
drukking uit te oefenen en een verzekerings
maatschappij aan bevelen naar zijn zin.
Nooit mag een verzekering van socialen aard
toevertrouwd worden aan private instellingen-
want deze hebben alleen den boni in 't oog.
De wet is in der haast gestemd Er was geen
tijd meer over om ze grondig te bespreken. Ook
de Socialistische groep moest zich hierbij neer
leggen. De wet moet en zal herzien worden.
Ons algemeen princiep in zake pensioenen is
't deze een voldoende pensioen om te kunnen
leven zou moeten kosteloos toegestaan worden
aaa iedereen, zoowel hand- als geestarbeider,
op den ouderdom van 55 jaren.
De maatschappij bestaat maar uit twee klas
sen de bezittende, die de rijkdommen be-
heerschi en de arbeidende, die den rijkdom
schept.
De eerste klasse leeft in genot, de tweede in
gebrek en te kort.
Waarom mogen de arbeiders niet genieten
van een rustigen ouden dag, wanneer ze veer
tig en moer jaren alles gegeven hebben voor
de samenleving Ze hebben winsten ver
wezentlijkt, met dit verschil dat ze niet in
hun zak terecht gekomen zijn.
Wie van de twee klassen moet de kosten
van pensioenen dragen voor de arbeiders
Wij zullen ons idéaal in deze samenleving
niet zijn verwezenlijken. Dit zal het werk zijn
van een nieuw regiem, die de klassen zal doen
verdwijnen.
Daarvoor moet het kapitalisme ten gronde
gaan.
Het kapitalisme, dat de oorzaak is val alle
rampen.
A, Vijverman.
Hé. 'tis «Nonkel» die we doorheb
ben Nonkel is een bijnaam waar
onder hjj ïeer goed is gekend).
Ja, 't Is «Nonkel» en hij wenschtu
eens te spreken.
En waarover gaat het beste vriend 1
Ja, 'k heb het boofd vol. 'k Ben reeds
63 jaar, 'k ben ziekelijk, juist wel niet
ziekelijk, maar gebrekkelijk aan 't been.
Ge moet weten, 'k beb destijds een on
geval gehad op het werk, z'hebben mij
daar op 't fabriek na een halve genezing
gehouden, het been wilniet meer medeen
nu dat het fabriek in andere banden is
overgegaan, ben ik elders aanvaard, maar
aan verminderd dagloon
'k Voel het, 'tgaat moeiëljjk om nog
te werken, maar 'k moet meer doon dan
ik kan omdat ik nog niet oudgenoegben,
om in 't hospitaal bet oude-mannen-
buis aldaar opgenomen te worden.
'k Heb geen middelen van bestaan, en
nu, op mijn laatste dagen, zie ik met
angst de toekomst tegemoet, omdat mij
dunkt dat mij armoede te wachten staat.
En nochtans 'k heb van d' eerste uur
medegestreden met de socialisten om be
ternis in onzen stand te bekomen.
Wij hadden geen onderwijs wij heb
ben het nu tot bet veertiende jaar geen
pensioen voor de ouderlingenwij heb
ben nu reeds vier franken daags op 65*
jarigen ouderdom.
Als soldaat hadden wjj de plaatsver
vanging, de rijken kochten ziob voor
1600 franken vrij, en WÜ arme drommels
hadden drie jaren diensttijd nu is bet
alleman soldaat en zij hebben maar tien
maanden dienst te kloppen.
Stemrecht hadden we niet, nu stem
men we evenals den rijksten burger, en
ik zou kunnen voortgaan op die baan,
om aan te toonen, ia welke omstandlg-
hodon, wij strijders van het eerste uur
den kamp hebben moeten leveren.
Wij mogen dus fier zijn op den afge-
legden weg, maar tooh ben ik niet tevre
den, omdat wij het nog niet verder heb
ben gebracht.
Ja, beste vriend, maar ge moogt niet
vergeten dat wij nog geene meerderheid
zijn.
't Is dat wat ik betreur, en zulks komt
enkel en alléén, omdat er nog zoovele
werklieden ons nist volgen, menschen
die denken dat zij het wei van de rijkelui
zullen bekomen. Hoe dom nietwaar
En vlug nam hü de klink van de deur,
die hü diohtsloeg achter zicb.
Friedêrik.
T«o*n d« EoonomaUn
Onder de vraagstukken die op het Contrei
derduitsche coöperatieven verhandeld werden,
komt deze der economaten voort.
Men herinnert zich dat zij op om Ongrei
van Namen onderzocht werd.
Ofschoon de duitsche wet zulk soort handel
formeel verbiedt, hebben veel fabrieken en
groote beheeren hem doen herleven en dit nog-
wel onder nauwelijks verkleede vormen, vorm
welke in de zware westphaalsche nijverheid,
bijvoorbeeld, nauwelijks herkenbaar gelijkt op
het oude truk-systeem, enkel met dit verschil
dat indien dit laatste systeem een verzwaarde
vorm van werkersuitbating was, de nieuwe
vorm de koopwaar zoekt te leveren beneden
de prijzen van den handel om de prijsen van
het personeel niet behoeven te verhoogen en
aldus beter de konkurrentie te slaan.
De oooperatieven in het bijzonder zien er een
soort trouwelooze konkurrentie in omdat de
fabriekbezitters de lokalen leveren en ook zeer
dikwijls de kosten van beheer te hunnen laste
nemen en er aldus toe geraken iets beterkoop
don haar te verkoopen. welke kosten da coö
peratieven genoodzaakt zijn in den verkoop
prijs weer te vinden.
Wat de belanghebbende, de werkers fami
liën betreft, het spreekt van zelf dat zij er den
voorkeur aan geven deze koopwaar aan het
economaat te koopen. Zij dragen er aldus toe
bij den verkoop der coöperatief te doen dalen
(evenals trouwens den particulieren verkoop).
Er is hier, zoo zegt de Coopérateur Suisse
ontkenning van het princiep der vriië konkur
rentie, ongelijkheid van het vertrekpunt uit.
zonder te spreken van het feit dat dit stelsel
den werker afleidt van denheilzamen weg, van
selfhelp en van gereede betaling.
Men ziet het eens te meer dat de kapitalisten
van de zelfde werkwijzen gebruik maken in
alle landen, om te beletten dat de loontrek|