Bespreking der Perequatie in het Parlement
Alberie De Swarte
25e Jaargang N° 26
Prijs per nummer 50 centiemen
25 Juni 1928
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
De vertegenwoordigers der kristene vakbonden sluiten zich aan bij de
liberale en klerikale konservatieven en verraden de staatsagenten.
Redevoeringen van Gezel PROSPER DE BRUYN
Bedanking.
Partijgenooten
Recht en
Geen rechten zonder plichten
Geen plichten zonder rechten
POSTCHECK-REKENING
Belgische W o r k 1 i e d e n - P a r t
Arrondissements-Federatie Aalst
Nr. 8 5 6 8 B Telefoon 5 7 2
Onze kameraden zullen ongetwijfeld met de
grootste belangstelling de bespreking gevolgd
hebben in het Parlement betreffende de pere-
kwatie der wedden van de onderwijzers.
Onze vriend Prosper De Bruyn is herhaalde
lijk tusschengekomen in het debat.
Wij geven hieronder de redevoeringen welke
welka hij uitgesproken heeft.
Over de bespreking willen wij niet meer uit
weiden dan volstrekt noodig is. We willen er
echter den nadruk op leggen dat de christen
democraten eene allesbehalve fiere rol ge
speeld hebben. Toen de heer Houtart ver
klaarde dat geen cent méér kon toegekend
worden dan voorzien is in het regeeringsont-
werp, legden zij heel deemoedig het hoofd in
den schoot.
Met veel vuur is het amendement der socia
listische groep verdedigd geworden.
Het heeft achter niet kunnen baten 1 De
kleriko-liberale meerderheid stabiliseert de
wedden op basis van het index-cijfer 700, en
weigert de 5 t. h. veranderlijke wedde per 36
punten boven dat cijfer.
Toen de kwestie der afhoudingen ter sprake
kwam, woonden wij een stichtelijk schouwspel
bij.
De socialisten hebben al hun krachten samen
getrokken op het verdedigen van de afschaf
fing der afhoudingen van 3 en 71. h.
We kunnen bet niet genoeg herhalen dat
deze afhoudingen een ware belasting zijn op de
wedden.
De kristene vakbonden zijn het steeds met
ons eens geweest om die afschaffing te vragen
De socialistische mandatarissen hebben op
nieuw trouw dien eisch verdedigd, maar de
mandatarissen der kristenen hebben den eisch
van hunne lastgevers aan hunne hielen gelapt.
Deze platbroekerij gaat werkelijk alle palen
te buiten.
Nochtans stond Minister Houtart in een
moeilijk parket.
In December verklaarde hij zich bereid om
de afhoudingen in te trekken van zoodra hij
zou weten hoe het stond met de opbrengst van
de belastingen.
Thans brengen zij op buiten verwachting, in
zooverre, dat er van niets anders meer sprake
is dan van ontlasting... ten voordeele van de
rijken, natuurlijk.
Er is dus geld
Onze vriend Prosper heeft ons standpunt met
kracht verdedigd.
Wij verzoeken al onze kameraden zijne rede
aandachtig te lezen.
Zij zullen er uit leeren op wie men rekenen
kan.
Zitting van Woensdag 30 Mei
De eensgeainde eisch
wan het personeel.
P. DE BRUYN. Getrouw aan de gedrags
lijn," die wij bij de behandeling van de kwestie
der perekwatie der loonen en wedden steeds
gevolgd hebben, heb ik met mijne kollega's
Melckmans en Falony een amendement in
gediend, waarbij de aanvangswedde der onder
wijzers gebracht wordt op 14,000 frank, aan
gevuld met een veranderlijk deel, bedragende
5 p. h. der basiswedde per schijf van 35 punten
boven indexcijfer 700.
Ik houd er aan te herhalen dat, in overeen
stemming met de Centrale van Openbare
Diensten en het Nationaal Syndikaat, wij
steeds de stelling verdedigd hebben dat de
loonen en wedden in verhouding moeten blij
ven met de indexgetallen.
Het Kartel der Openbare Diensten en het
Kriiten Syndikaat hebben zich bij onze formu
les aangesloten.
Het blijkt uit de talrijke protesten van de
Nationale Federatie van het Onderwijzend
Personeel dat de door Regeering voorgestelde
cijfers, de wedden stabiliseerende aan index
7oo terwijl de indexgetallen het cijfer 800
overschrijden, ook deze organisatie geen be
vrediging schenken.
Het is dus wel in naam van al de afgevaar
digden van het personeel dat wij, zoowel aan
het vorige als aan het huidige ministerie, heb
ben kunnen zeggen dat niemand zich kon
neerleggen bij de stabilisatie der loonen aan
indexcijfer 7oo.
Al de personeelvereenigingen hebben een
parig de herinvoering gevraagd van een veran
derlijk deel dat 5 p. h. per schijf van 35 punten
boven index 7oo zou moeten bedragen.
- Gij hebt geen geld... maar
gij vermindert de belastingen »I
Op onze Interpellatie van December 1. 1.
heeft de Regeering ons geantwoord dat hare
freldmiddelen haar niet toelieten onzen eisch
n te willigen.
Wij kunnen zulks niet voetstoots aannemen
en het is noodig dat men klaren wijn schenke
ten aanzien van den financieelen toestand
Dag op dag verschijnen in het Staatsblad
koninklijke besluiten waarbij zekere belastin
gen verminderd worden.
Aan de Nationale Maatschappij wordt de
betaling kwijtgescholden van 5o millioen ver-
voertaks.
De patroons zijn ontslagen geworden van do
taksen voor het beroepsonderwijs ten bedrage
van 3o millioen.
Het argument der Regeering houdt dus
geen steek.
De statistieken van de opbrengst der belas
tingen toonen aan dat in 1927 de voorziene
ontvangsten met 843 millioen overschreden
werden. Ik heb zulks met voldoening vastge
steld. Ik veronderstel dat, toen de heer Minis
ser de begrootingsontwerpen neerlegde, hij
ernstige schattingen gedaan heeft.
Deze groote staatsinkomsten zullen hem on
getwijfeld evenals iedereen aangenaam
verrast hebben...
Ik stel vast dat hetzelfde verschijnsel zich
voordoet voor 1928...
MINISTER HOUTART. Voor den eer
sten trimester
P. DE BRUYN. Natuurlijk voor den eer
sten trimester I Wij zijn nog maar in Mei. We
kunnen dus niet den uitslag kennen van den
tweede 1...
De cijfers nagaande, afgekondigd door het
Staatsblad heb ik kunnen vaststellen dat
de inkomsten de vooruitzichten op gevoelige
wijze overschrijden.
MINISTER HOUTART. En hoeveel
overschrijden de uitgaven voor de vooruit
zichten
P. DE BRUYN. Ik stel onverhoopte in
komsten vast en anderzijds verminderingen
der belastingen.
MINISTER HOUTART. Door den nood
gedwongen
P. DE BRUYN. Door uwe politiek be
reidt gij stilaan denzelfden toestand voor als
deze welke de heer Theunis ons nagelaten
heeft. Zoo er, na de eerstkomende verkiezin
gen, eene demokratische meerderheid gevormd
wordt, zal zij nieuwe belastingen moeten hef
fen.
MINISTER HOUTART. Gij hebt het
mis voor.
P. DE BRUYN. De wedden van al de
hooge ambtenaren van het departement van
Rechtswegen worden met meer dan 7 verme
nigvuldigd. Deze der priesters met 10,11 en
zelfs 12 1
Ik zeg niet dat de lagere geestelijkheid te
goed betaald wordt, maar ik stel vast dat gij
voor de onderwijzers niet boven het vermenig-
vuldigingscijfer 7 wilt gaan.
Ik besluit hieruit dat gij jegens de geestelijk
heid en de hooge ambtenaren van het rechts
wezen veel vrijgeviger zijt dan voor diegenen,
aan wie de arbeidende klasse de opvoeding
harer kinderen moet toevertrouwen.
Wanneer het de onderwijzers geldt, ant
woordt gijEr is geen geld 1 De belasting
betalers zijn reeds voldoende getakseerd I
Zij die u steunen zijn het niet allen eens met
uwe handelwijze I
Wat zal de houding zijn
der kristene Mandatarissen
De Rechte Lijn het orgaan van het
Kristen Syndikaat, vraagt met klem de af
schaffing der afhouding van 3 en 7 p. h. op de
reeks magere inkomsten der staats- en spoor-
agenten. Deze dragen reeds lang genoeg
zegt dit blad den last van besparingen, die
te gemakkelijk ten nadeele der kleinen worden
gedaan.
Ons amendement vertolkt den eensgezinden
wil van gansch het personeel van staat, pro
vincie en gemeente. Ik had het, met mijne
vrienden van de socialistische groep, in De
cember neergelegd. Ik leg het opnieuw ter
tafel.
In December richtte ik mij tot diegenen,
welke hier spreken in naam der kristene orga
nisaties. Ik vroeg hen zich niet te laten leiden
door overwegingen van politieken aard. Ik
vroeg hen denzelfden moed te hebben als
deze, welken wij getoond hebben, wanneer
wij voor een socialistisch minister stonden en
toen wij verklaarden dat wij nooit de stabilisa
tie der loonen aan indexcijfer 700 zouden aan
nemen, terwijl het indexcijfer over de 800
gi°g-
Heeren der rechterzijde 1 Nu gij tegenover
een katholiek minister staat, moet gij denzelf
den moed toonen om de rechtmatige eischen
van het personeel te doen inwilligen. (Zeer
wel 1 op de socialistische banken.)
Zitting van Donderdag 31 Mei
Nieuwe tusschenkomst
van Gezel Prosper De Bruyn
Een belasting
die moet afgeschaft worden I
P. DE BRUYN. Het oorspronkelijke
amendement, dat ik ingediend heb, heeft voor
doel de tijdelijke afhoudingen van 3 tot 7 t. h.
op de wedden en loonen af te schaffen.
Deze afhoudingen zijn, in den vollen zin
des woords, eene bijzondere belasting op de
loonen en wedden 1
Wanneer het publiek kennis neemt van de
bedragen der wedden der staatsagenten, heeft
het den indruk dat deze bevoordeeligd wor
den. Maar men vergeet altijd dat beduidende
afhoudingen op deze wedden gedaan worden
ten voordeele van de Kas van Weduwen en
Weezen en van het Kleedingsfonds. Ten
slotte is er nog de beroepstaks en de bij
zondere belasting. We kunnen gerust zeggen
dat het personeel negen tienden ontvangt van de
bruttowedde.
De heer Minister van Geldwezen heeft,
heel het land door, redevoeringen gehouden,
verkondigende dat in de bedoeling lag der Re
geering zoo spoedig mogelijk de belastingen te
verminderen.
Als er eene belasting is welke moet vermin
derd worden, dan is het wel deze, die drukt op
de loonen der staatsagenten 1
Men zal mij wellicht tegenwerpen dat de af
schaffing der afhoudingen ongeveer 100 mil
lioen zal kosten voor de staatsdiensten en voor
de Nationale Maatschappij van Spoorwegen.
Ik wil mij daarom verzoeningsgezind toonen.
Ik vraag aan de Regeering dat zij om te be
ginnen de afhouding van 3 p. h. zou afschaf
fen, 't is te zeggen deze, welke gedaan wordt
op de loonen en wedden onder de 1Ö.000 fr.
De uitgave zou aldus met de helft verminderd
worden.
Ik bezit niet de juiste cijfers betreffende de
staatsdepartementen. Ik weet echter, dat voor
het spoorwegpersoneel dat vroeger de helft
van het staatspersoneel uitmaakte de uitga
ve ongeveer 40 millioen zou bedragen.
In het Staatsblad van vandaag lees ik dat
de Regeering verzaakt aan de taks van 2 t. h.
op het vervoer, die 5o millioen opbrengt.
Iedereen weet dat de spoorwegtarieven zijn
opgemaakt geworden, rekening houdende met
deze taks. De Regeering ziet er van af I Bijge
volg houdt de Nationale Maatschappij van
Spoorwegen eene som van 50 millioen in hare
kas en kan aldus voldoening schenken aan het
personeel en vermits de Regeering goedschiks
afziet van deze 5o millioen is het duidelijk dat
de finantieele toestand niet zoo slecht is en
dat gij zonder veel moeite de vraag kunt in-
j willigen van het personeel.
Gij beschikt over het noodig» geld
om ons voldoening te schenken I
Er is meer 1 De dagbladen hebben gemeld
dat het Internationale Gerechtshof van Den
Haag eene vraag heeft ingewilligd van ons
land waardoor eene som van ongeveer 3oo mil
lioen ter beschikking onzer Regeering gesteld
j wordt. Als men hier nu bijvoegt de 50 millioen
waarvan de Regeering goedschiks afziet, ko
men wij tot een totaal van 350 millioen.
Wij vragen daar iin tiende van om voldoening
te geven aan het personeel I
Al de personeelvereenigingen vragen eensge
zind de afschaffing.
De kristene syndikaten hebben voetstappen
aangewend bij leden der Regeering en waar
schijnlijk ook bij katholieke volksvertegen
woordigers, die tot de democratische fractie
behooren. Ik doe een beroep op hen nament
onze syndikale organisaties en ik vraag hen
zich bij ons aan te sluiten om de door ons ge
vraagde ontlasting te bekomen. (Zeer wel
van socialistische zijde).
Zitting van Woensdag 6 Juni.
De regeering tweemaal geklopt.
Het amendement De Bruyn aangenomen
over de afschaffing der korting van de 3 0/0
en de terug invoering der woonstvergoeding.
Al de katholieken, al de liberalen stemden
tegen.
Zitting van Woensdag 13 Juni.
Nieuw verraad der kristenen.
Da regeering dwingt al haar
steunpilaren de amendementen
De Bruyn af te stemmen.
Nieuwe redevoering
van Gezel De Bruyn.
Nagels met Koppen.
Mijneheeren,
Na lezing van het artikel door de achtbare
Heer Dovéze in Le Soir neergepend; wis
ten we welk lot aan ons amendement ging
bescharen worden.
De hear Minister beroept zich opnieuw
op het evenwicht der budgetten.
Hij heeft dit evenwicht niet ingeroepen
wanneer verleden week, do midden afdeeling
de voorstellen der regeering in het voordeel
der geestelijken heeft gewijzigd.
Dit amendement kost vijftien millioen.
Vijftien millioen werden dus meer gegeven
aan de geestelijken.
De heer Minister heeft ook de finantieele
toestand niet ingeroepen wanneer, daareven
nog, de toestand der eerste substituten werd
verbeterd door hun drie jaarlijksche verhoo
gingen met 300 tot 500 fr. te verboogen.
Ik bestatig dus dat het weeral in 't voordeel
der grooten is. De regeering heeft ons daarook
een vermeerdering gevraagd van 2ooo franken
voor lieden die niet meer in dienst zijn.
De heer minister heeft evenmin de finan
tieele toestand ingeroepen wanneer hij ver
zaakt heeft, niet alleen voor 1928, maar ook
voor I927, aan de speciale taks op de indus-
trieelen ten voordeele van het beroepsonder
wijs. Hij heeft van zijn budget niet gespro
ken wanneer hij heeft afgezien van den taks
van 2 0/0 op het vervoer, nochtans de tarieven
van den ijzerweg hielden daarvan rekening en
de Nationale Maatschappij had de middelen
om die 5o millioen aan de regeering te geven.
Hij heeft niets gezegd wanneer verleden
woensdag het Staatsblad een besluit afkondig
de waarbij de weeldetaks op de weelderige
noenmalen werd verminderd.
Dat is een bestaging.
Hij heeft evenmin aan den finantieelen toe
stand gesproken wanneer hij, in galop, 3o mil
lioen aeed stemmen voor de forten van de
Maas.
Hij heeft evenmin van den finantieele toestand
gedacht wanneer hij door zijn militaire voor
stellen, hatidvollen raillioenen weggooit voor
degene die 't vaderland moeten verdedigen.
Maar heden gaat het om de kleinen, en dan
roept men den toestand der budjetten in.
De leden der rechterzijde gaan dus eene
stemming uitbrengen die de regeering hun ge
biedt en zulks in tegenstrijd met de beloften
hun vakbonden gedaan en in tegenstrijd met
de hoop die de kristene gesyndikeerden had
den gekoesterd wanneer ze de stemming van
mijn amendement hebben vernomen.
Het personeel vernam die stemming met
uitbundige vreugde. Morgen zal het teleur
stelling zijn.
Wat er ook van zij, het personeel zal voort
aan weten en beter dan ooit langs welke
zijde zijn ware verdedigers zetelen.
(Toejuichingen op de Socialistische banken).
Onze vriend De Bruyn kreeg honderden
brieven van gelukwenschen en bedanking
voor zijn hardnekkige tusschenkomst ten voor
deele van alle arbeiders en bedienden van
alle openbare besturen.
Het is hem schier onmogelijk aan alle te
antwoorden.
De vrienden gelieven bij deze de veront
schuldiging van onzen Gezel De Bruyn te aan
vaarden.
welke de sympathie van elk reohtschapen
mensch had verworven en vooral door de
bevolking van ons arrondissement goed is
gekend, omdat hij een der eerste kandida
ten is geweest van de Socialistische partij,
welke de strijd had aangebonden tegen
over het klerikale reactionnaire juk, is niet
meer.
Eenieder voelde voor hem den diepsten
eerbied, de grootste achting, de teederstc
vriendschap.
Want hü was een rechtvaardige, de
trouwe ridder der eerlijkheid, do verper
soonlijking van onbaatzuchtigheid.
Alberie is nu heengegaan in den woelde-
rigsten bloei van zijn leven, te midden van
een tyd wanneer overtuigde Vlaamsche
strijders zoo noodig zijn te midden van
zijn arbeid, van zijn werk, gevallen als een
man, doch indoovertuiging.dat zijnedel
Vlaamsch werk zal voortgezet worden.
Hij is heengegaan geacht en bemind door
iedereen, weggerukt op het oogenblik dat
zijn alomvattende arbeid gezogend werd en
zijn room doordrong van de laagste tot de
hoogste standen.
Hij was schoon naar ziel en lichaam. Ge-
boron te Nieupoort zong hij met de onbe
perktheid aaD de horizons do vrijo winden
van zijn land in. Daar waar de voorouders
leden en streden om hun bestaan, leerde hij
de nooden van ons volkkennen en van jongs
af aan communiceerde hij metdeteedere
ziele der nederigen en der noodlijdenden.
Hij schoot op als een zoon van de kust,
lenig groot, met een blik die ongekende
diepten, peilt, en droomend. Zijn mond was
vriendelijk, zijn woord mild en weelderig.
Hij had den gang van een sterke, bewust
van zijn kracht, toonbeeld van levensmoed
en levensblijheid.
En thans, plots, werd zijn harte stil ge
legd, versleten van inspannend werk, ge
sprongen onder de drift van den stoom.
Arme vriend, zoo goed, zoo nobel, zot
eerlijk, zoo geestdriftig, ja, zoo geestdriftig
tot voortvarendheid toe, edelmoedig uit
bundig, teeder menschlievend en levend
voor het leven van alles, wat hier op aarde
ademtmensch, dier, bloem.
Aan uw wieg zong de zee en toen uw
jongsten stond aanbrak en uw vriendelijk
oog voor immer geloken werd, zong de
wind van uw land in de prachtige boomen
van uw tuin.
Uw menschlievendheid, die gij erfdet van
uw vader, uw rechtzinnigheid en uw dorst
naar vrijheid, vormden u tot flamingant,
dreven u naar de nederigen, de miskenden,
en alles wat in u was, alles wat u tot werk
aandrijven kon, was gericht om het lijden
te stelpen en recht te verkrijgen.
Ja, uw leven was één strijd, een vechten
van jaar tot jaar, van iedere minuut. Nooit
hebt gij aan uw idealen verzaakt om liefde
en vrede onder de menschen van uw land te
verkrijgen.
Ik stond bij uw lijkbaar, verleden Zater
dag, toen alles schreide om U heen, men
schen, boomen, luchten en ik hoerde uw lof
verkondigen doormannen die uw vrienden
waren allen wezen er op, hoe de liefde tot
de rechtvaardigheid U dreef om voor het
taalreoht der Vlamingen te strijden, hoe het
doel van uw voelen en de arbeid uws levens
gericht waren om uw volk in en door zijn
taal tot een waar kunstvolk op te voeren
en aldus plaats te doen nemen in den rang
der kuituurvolkeren.
Alles wat uit uw volk groeide, boeide U,
verwekte uw belangstelling, hebt gij aan
gemoedigd. Er was geen Vlaamsch feest,
geen Congres, geen letterkundige-of kunst-
zitting ef men trof er U aan. hoorde er uw
edelmoedig of vergramd woord. Lafontaine
noemde U, een onzer hoogstaande rechtsge
leerden en zoo zal het land ook weten wat
het aan U verloren heeft.
Gif waart flamigant uit Vaderlandsliefde'
in het besef dat ieder Belg het ziln moet bil
brengen tot den bloei en groei van het
land, tot den vrede onder de burgers, tot
den roem van het gemeenebest. Ik hoorde
U eens de thesis verdedigen dat men geen
goed Belg kan zijn wanneer een Vlaming
geen flamingant is, want de stamtrots is de
eerste vereischte van ieder die zich zelf
eerbiedigt.
Hij was niet scherp, niet hoekig niet barsch
joeg niemand van zich of door bittere ironie
of afstootende pretentie, maar door zijn
milde, echt mersehelijke gevoelens, door
zijn onbaatzuchtigheid en altruïsme trok
hij ieder naar zich toe enwist de hevigsten
te overtuigen zoo niet tot rede te brengen.
Zijn buitengewone breede levensopvattin
gen, zijn goedheid, zijn oprechtheid, kon
den alle Vlamingen verzoenen.
De liefde voor het Vlaamsche volk dreef
hem om alle Vlamingen in een zelfden
strijd te binden verheffing uit don driesten
toestand, waarin zij naar ziel en lichaam
verkeeren. Hij woog zijn tegenstrevers niet
naar de zwaarte van hun filosofische waar
de, verzocht alleen ridderlijkheid en eer
lijkheid en legde toen onbeschroomd zijn
trouwe hand in de zijne. En toon ging het
op leven en op dood.
Hij was en bleef om dat alles socialist
De liefde voor het mindere volk was bij
Alberie geen edelheid maar werkelijkheid,
Hij heeft voor zijn diepgaande overtui
ging, moeten boeten en lijden, hij is zede
lijk en stoffelijk getroffen geworden, maar
nooit is hiermede zijn geloof of zijn over
tuiging, zijn mensohlieveiidheid aan man-
keleü gegaan.
Hij bleef wat hij was groot en schoon
Helaas, Alberie werd ons ontnomen, een
leemte is hiermede in de vangen van het
strijdende Socialistische leger geslagen en
zal nog niet vlug aangevuld worden.
De Soc. partij en met haar gansch het
strijdende proletariaat treurt om het droe
vig afsterven van Alberio doch de vereen
de kraebten dienen steviger broederban
den te smeden, opdat het opbouwende ont-
voogdingswerk het Socialisme waaraan
Alberie zijn beste krachten heeft gewijd
voortgezet worde.
Wij verliezen een onzor trouwste ridders
een onzer schoonste en edelste figuren uit
de werkersbeweging,
Steunt uwe strijdende werkbroeders
van het fabriek Torley, die staken om
hunnen rechtvaardigen eisch te verove-