VOOR ONZE OUDJES
11ULlilu 1 u de lustige vrienden»
Voor 'fcVolk
Geofferd
Ter gelegenheid van
bestaan
Ti j| t n T n t de Maatschappij
FEEST-PROGRAMMA
Uitgediend
Het Roode Hoekje
27° Jaargang N° 20
Prijs per nummer SO centiemen
18 Mei 1950
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
1 9 3
haar Vaandel in
OF ZO!SrXDA_C3- 25 IMIBII a. s.
Pgf. Pieter-Jelles Sroelstra
overleden
WANHOOP
Recht en
Geen rechten zonder plichten
Geen plichten zonder rechten
POSTCHECK-REKENIHG
Belgische Werklieden-Partö
Arrondissements-Federatie Aalst
Nr. 8 B 6 8 6Tolefoou 8 7 2
Honderden ouderlingen geboren in 1863-
1864 en 1865 ondergingen een gevoeligen af
trok op het bedrag van het ouderdomspen
sioen omdat de bij de wet voorziene stortin
gen niet gedaan worden of niet tijdig aan de
Spaar- en Lijfrentkas overgemaakt.
Onze vriend Nichels heeft meermaals die
toestand aangeklaagd in ons blad. Verschei
dene malen heeft hij den Heer Minister ver
zocht om toch iets te doen ten voordeele
dier oudjes. Bij de laatste bespreking van de
begrooting van Arbeid kwam Nichels nog
maals op de zaak terng wijl onzen vriend De
Broyn in den Senaat voor dezelfde gevallen
in de bres sprong.
Eindelijk is er dan toch een stukje wet ge
stemd waarbij gedeeltelijk voldoeniDg wordt
geschonken.
Wc schriften gedeeltelijk. Inderdaad de ouder
lingen geboren in 1863, 1864, 1865 die eenige
storting in do Lijfrentkas hebben gedaan of
die, ten uiterst» binnen dt maand waarin ze vijf en zes
tig jaar geworden zijnaan hunne mutualiteit
oenig geld hebben overhandigd, worden nu
begiftigd met het volle ouderdomspensioen.
Deze die niets storten blijven uitgesloten.
Dat is, ons dunkens, volkomen onrecht
vaardig.
Iedereen weet dat de meeste ouderlingen
hebben gezondigd uit onwetendheid.
Waarom dan zoo brutaal blijven weigeren.
Moeit men die menschenniet nogmaals ge
legenheid gegeven hebben de achterstaande
stortingen te doen?
We denken van ja en zullen dan ook bij de
eerste gelegenheid op de zaak terug komen in
't parlement.
We drukken hieronder de nieuwe wet over
van 22 April 1930.
We vestigen vooral de aandacht onzer oud-
jes, geboren in 1866 op het feit dat ze minstens
in de maand waarin ze verjaren, de storting
van lOSfr. moeten doen of anders verliezen ze
ook een groot deel van hun pensioen.
Voor alle inlichtingen wende men zich tot
onze ziekenbonden Bond Moyson
P. DE BRUYN.
Artikel 1. Voor het jaai 1929, wordt aan
de gerechtigden op het ouderdomspensioen,
op den ouderdomsrentetoeslag of de koste-
looze ouderdomstoelage, een aanvullingstoe
lage verleend, op 18.75 t. h. vastgesteld van
het jaarlijksch bedrag van het pensioen, van
den bijslag of van de toelage, die zij op 31 De
cember 1929 genoten.
Het minimum bedrag van de aanvullings
toelage wordt op 30 frank bepaald.
Art. 2. Om bedoelde toelage uit te kunnen
betalen, wordt er, om op het budget van het
Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Maat
schappelijke Voorzorg te worden ingeschreven
voor het dienstjaar i$29, een krediet van
42.500-000 frank geopend, met deze bewoor
dingen
TWEEDE SECTIE. uitzonderlijke uitgaven.
Art. 153 (nieuw). Aanvullingstoelage aan
de bejaarde personen, op 31 December 1929,
gerechtigd op het ouderdomspensioen, den
oudeidomsrentebijslag of de kostelooze ouder
domstoelage.
Deze uitgave zal door de algemeene inkom
sten van de Schatkist worden gedekt.
Art. 3. De Minister van Nijverheid, Arbeid
en Maatschappelijke Voorzorg zal de regels
vaststellen, voor de betaalbaarstelling dier
toelage.
Art. 4. In afwijking van de bepalingen van
artikel 23 der wet van 10 December 1924, zul
len de bejaarde personen, geboren in 1863,
1864 en 1865, begunstigd met de kostelooze
ouderdomstegemoetkoming en, eventueel,
met de aanvullende tegemoetkoming, welke
eenige storting in de Lijfrentekas hebben ge
daan of die, ten uiterste binnen de maand
waarin zij vijf en zestig jaar geworden zijn,
aan de afgevaardigde van de mutualiteit, eenig
geld hebben overhandigd om op hun reke
ning in de Lijfrentekas te worden overge
schreven, het bij het wetsontwerp tot herzie
ning der wet ran 10 December 1924 voorzien
verhoogingsbedrag van dé ouderdomsrente
optvangen, waarop zij zouden hebben aan
spraak gehad, indien zij al de bij artikel 23
der wet van 10 December 1924 voorgeschre
ven stortingen hadden gedaan.
Art. 5. De bepalingen van artikel 23 der
wet van 10 December 1924 worden gewijzigd
als volgt
Art. 23. Bedoelde bijslag wordt verleend
onder de voorwaarden vastgesteld voor het
kosteloos verleenen der ouderdomstoelage,
waarvan in onderstaanden titel IV sprake is.
Evenwel moet, in de Lijfrentekas, op reke
oing van den belanghebbende tot vestiging
van de ouderdomsrente, in de voorwaarden
gesteld bij de afdeeling van deze wet, gestort
zijn minstens
300 frank wanneer het gaat om vrouwelijke
verzekeringsplichtigen en 900 frank wanneer
het gaat om mannelijke verzekeringsplichti-
Sen in minstens 25 jaarlijksche stortingen in-
ien zij geboren zijn na het jaar 1901
240 frank oi 720 frank, in minstens 20 jaar
stortingen, indien zij geboren zijn binnen de
1901-1892
180 frank of 340 frank, in minstens 15 jaar
lijksche stortingen, indien zij geboren zijn
binnen de jaren 1891-1882
120 frank of 360 frank, in minstens 10 jaar
lijksche stortingen, indien zij geboren zijn
binnen de jaren 1881-1875
120 frank of 360 frank in minstens 9 jaarlijk
sche stortingen, indien zij geboren zijn in 1874;
120 frank of 360 frank, in minstens 8 jaar
lijksche stortingen, indien zij geboren zijn in
1873
120 frank of 360 frank, in minstens 7 Jaar
lijksche stortingen, indien zij geboren zijn in
1872
60 frank of 180 frank, in minstens 5 jaarlijk
sche stortingen, indien zij geboren zijn in
1871 en 1870;
60 frank of 180 frank, in minstens 4 jaarlijk
sche stortingen, indien zij geboren zijn in
1869
60 frank ei 180 frank, in minstens 3 jaarlijk
sche stortingen, indien zij geboren zijn in
1868;
60 frank of ISO frank, in min stens 2jaarlijk
sche stortingen, indien zij geboren zijn in
iS67
36 frank of 108 frank, in minstens 1jaar
lijksche storting, indien zij geboren zijn in
1866.
Dejaarlijksche stortingen die voorde vrouwe
lijke verzekeringsplichtigen, geboren sedert
1 Januari 1868, 24 franken voor de mannelijke
verzekeringsplichtigen, geboren sedert 1 Ja
nuari 1868,72 fr. overschrijden, worden enkel
voor dit bedrag in het berekenen van boven
staand minimum in aanmerking genomen.
Dejaarlijksche stortingen die de belang
hebbenden als vrijwillig verzekerden moch
ten hebben gedaan, worden onder dezelfde
voorwaarden veor het vaststellen van boven
vermelde minima in aanmerking genomen.
De bijslag wordt echter van rechtswege be
komen door al degenen die op den leeftijd van
51 tot 65 jaar rerzekeringsplichtig waren en
in den loop van elk dier jaren de verplichtte
stortingen gedaan hebben.
Kondigen de tegenwoordige wet af, bevelen
dat zij met 's Lands zegel bekleed en door den
Mo.niteur bekendgemaakt worde.
Gegeven te Brussel, den 22' April 1930.
B. W. P. Arr. AALST. Afdeeling QEERAARDSBEROEN
ZATERDAG 24 MEI, om 8 uur 's avonds, op de kiosk, Groote Markt
CONCERT door de Fanfare De Verbroedering
Bestuurder M. Edm. HOOGHUYS.
ZONDAG 25 MEI, om 10 uur voormiddag
Prijskamp met den Dikken Bal
tusschen de partijen Ronse Verbroedering Lessen Carton Ed. Geeraardsb. Roode Bal.
Om 2 1/2 uur, Overhandiging der Vlag
door de kameraden Guil. DE NAUW, Senator, Burgemeester. NICHELS Alfr. Volksver
tegenwoordiger. Om 3 uur, Vorming wan dan stoet op de Vesten.
Na de Betooging TOESPRAKEN door de kameraden CHALMET, Volksvertegen
woordiger en DE BRUYN Pros. Senator.
Om 6 uur CONCERT door de Socialo Accordeonisten uit 6ent (75 uitvoerders)
Bestuurder EVERAET Piet.
Programma
1. Marche Vooruit Everaet
2. Martha, fautaisie Flotow
8. Faust
4. Rigoletto
5. Mijn Droom
Guonod
Verdi
Everaet
0m 8 uur CONCERT door do Accordeonisten Steeds Hoogsrvan Ronse
Bestuurder BAGUET Theofiel.
1. Lune de Miel, Marche Sousa I I 4. Faust Fantaisie Guonod
2. Poëte et Paysan, Ouverture 9uppe I 5. Los Cloches de Gorneville Planquet
3. Pour Toujours suite de Valse 6. Valse Militaire Beige Frenau
met trompotten.
Maandag 26 Mei om 7 uur '8 avonds,
GTroot HulcleJoetoon. aan. onzen
Bestuurder IVO ID IE BBOITWEB
De Sociaaldemokratische partij van Hol
land verliest een der voornaamste leiders in
den persoon van Troelstra.
Hij is geboren te Leeuwarden den 20 April I860
Hij studeerde te Gromfngen en promoveerde
aldaar in 1888 tot docterin de rechten. Hij
sprak in 1889 openlijk zijn sociaal demokraii-
ache gevoelens uit. Hij werd redakteur vao de
Sneker Courant, De Nieuwe Tijd, de Sociaal
demokraat en was in 1894 medestichter der
S. D. A. P. Hij werd in 1897 lid van de Twee
de Kamer in drie distrikten-tegelijk In 1913
wees hij een ministerportefeuille af.
Op één uitzondering na bleef hij lid van de
Tweede Kamer tot 1925 en was inmiddels
hoofdredaktenr van Het Volk a geweest.
Hij was de aanvoerder van de groote staking
1903. Hij heeft Friesche gedichten geschreven
en gaf met Ph. de Groot een Ny Frysk Liede
renboek uit.
Enkele weken geleden werd Troelstra op
70 jarigen ouderdom voor zijn welgevuld strij
dersleven en groote gaven gevierd.
Hij bracht de partij met andere strijders, op
goeden weg, maakte ze groot en sterk.
Eere aan zulk mooi figuur.
We buigen oprecht en diep.
We treuren in hem.
We vinden in De West-Vlaming eene
rubriek op de eerste bladzijde, den 3 Mei, als
volgt getiteld.
Het Frontisme heeft uitgediend
en verder Het Nieuws van den Dag wijdde
voor enkele dagen een artikel aan het Fron
tisme, en het besluit was Het Frontisme
heeft uitgediend.
Wij antwoorden (zeggen zij) zoo veel te
beter.
In West-Vlaanderen hebben wij reeds lange
jaren met het frontisme opgeruimd en verder
nog
Het Frontisme heeft uitgediend
omdat het Vlaamsch Nationalisme
zich zelf heeft gevonden
En zeggen dat het zelfde blad over een paar
weken de Vlaamsche Nationalistische geko
zenen Van Dieren, Lindekens en Gravez, se
nators gekozen op het VI. Nat. programma
van 't snoer gaf, en tusschen in zegde
We kunnen ze best missen,
want meer dan ooit is het noo-
dig met scherpe waakzaamheid
het gedachtenpatrimonium van
't Vlaamsche Nationalisme te
verdedigen
En nu schrijft diezelfde west-Vlaming»
dat het Vlaamsch Nationalisme zich zelf ge
vonden heeft.
Is het Vlaamsch Nationalisme van: Van
Er is in het Parlement aan Anseele
verweten dat hy meer had kunnen doen
voor het Vlaamsche volk. Wy moeten
Anseele niet verdedigen, maar het is
toeh noodig van antwoord te dienon.
Vfjftig jaar terug kampte Anseele reeds
voor het Vlaamsche volk. Hfj w» toen
zelf jong, arm, weinig geleerd maar be
zield met een wilskracht, meteen over
tuiging die als voorbeeld kan gesteld
worden aan iedereen. Anseele schreef
artikels, zette ze in de drukkerij, hielp
mee drukken en verkocht dan de sociali
stische bladen. Anseele was de wekker
van Vlaanderen. In het Vlaanderen van
toen werden loonen betaald van 10 fr.
per week voor een werktijd van 7S uren.
Het Vlaanderen van toen was gekend
voor zijn schreeuwende armoede, voor
zijn groote onwetendheid. Kinderen van
vijf en van zes jaar moesten mee aan
den arbeid vrouwen moesten naar de
fabrieken ofwel moesten zij lange uren
daags zwoegen in de doodende huis
nijverheid. Rechten had dat volkniet.
Geen onderwijs. Geen stemrecht Geen
pensioenen. Geen steun van den open
baren onderstand. Niets Het was een
volk van slaven dat zjjn eenlg vermaak
had in het zich bedrinken omdat het geea
geestelijk genot kon verorberen. In dat
Vlaanderen is Anseele pienler geweest.
Dat vertrapte volk heeft hij wakker ge-
sohnd. Voor dat volk heeft hij geleden
en gestredenvoor dat volk is hij de ge
vangenis ingegaan De katholieke partij
die veertig jaar meester was in
ons land, heeft voor het Vlaamsche volk
niets gedaan. Jawel, zjj had art. 310 om
vakbondleiders in de gevangenis te wer
pen. Zü zond gendarmen tegen de sta
kers, zelfs togen slakende kinderen zoo
als te Hamme. Zij zond het leger «f de
gendarmen of de burgerwacht om men-
schen die stemrecht vroegen neer te
schieten. Zij deed alles ten kwade. An
seele deed alles ten goede. Met misprij
zen wijzen wij dan ook elk verwijt af dat
van katholieke zijde komt aan het adres
van Anseele, die alleen meer deed voor
het Vlaamsche volk dan al de klerikalen
te zamen. Dat zü eerst beginnen met
hun mea culpa te maken vooral de mis
daden die hun party en partijgenooten
gepleegd hebben tegen het Vlaamsehe
volk. En dan nog hebben zü geen ver-
wyten te sturen aan een Anseele. Wa.
ren er een dozün Anseele's geweest,
Vlaanderen zou niet zoolang gekneveld
gebleven zynEn nu nog is bet dank zy
de socialisten dat het Vlaamsche volk
ontwaakt. Wie dat loochent kan even
goed het licht van de zon loochenen.
Maar dat durven de klerikalen wel.
Dieren, Lindekens en Gravez
Of van Devos den vrijdenker 1
Ofwel van Vanseveren den Idialist dia
gedurig in de wolken zweeft 1
Vindevogel is reeds over eenige weken
door* De West-Vlaming over boord gewor
pen, met eonige 11 komplimenten 1 1...
Uit hoeveel groepen bestaat bet Vlaamsch
Nationalisme nu al wel f
En welke fraktie moet er wel gevolgd wor
den.
roman door Ed. Anseele
Doch allen droegen den stempel zijner
smart en der verandering die in gansch zijn
wezen wak gebeurd.
De twee Iaatsten, die tot zijne heerlijkste
Êewrochten behooïen, deelen wij hiermede,
let eerste is eene vertaling, het tweede is
een oorspronkelijk stukje
1AMBE
(Vertaald uit Auguate Barbier).
I
Als ieder jeugdig harte nog van galle vrij,
vroeg ik aan 't hemelsche mijne eerste poézij.
Eilaas, tot antwoord viol maar eene bittere
[klachte
Och. arme iet dui klenk het welken de
[gedachte
doen dorstig hijgen i die uw glcénae lippen
[steekt
9 #®h#pg, en pm god9 s&eöj o® wat wat#r
iiflwkt.
I
verwacht van mij niet meer die reine in-
[ademingen
neen, want de wind der aard verdroogde
[mijne kringen,
verzengde mijn gebloemte en blies in zijne
[vlucht j
mijn' schoot veel kaler dan eens schooiers
[nek. De lucht
zoet balsemend, moog soms nog 's menschen
[wierook zweven,
'tis een' herinring slechts, die gauwisweg-
[godreven
de geurge damp valt neer op de aard terug,
[en stijgt
Niet hoog m dan 't gewelf dat van die hulde
[zwijgt.
Kortom, do mensch kan met geene engelen
[meer spreken,
Aartsengelen, maagden, heiligen, 't is me al
[ontweken,
dat homelsch volk, 't welk dikwijls, vóór der
[wereld oog,
een dichter met de handen, Rafaël, hierhoog
bemind, op 't lijnwaad neerliep. Nu is 's le-
[vens bronne
gansch uitgedroogd aan de overzijde mij
mer zonne
en mijner starren kaatst geen echo klanken
[weer.
niets vindt men, niets dan eene diepe af-
[grond meer,
'nen wijden, sombron ring, beroofd van
[steaoeiluiater,
'nen onbegrensden kolk, 'nen nacht afgrijs-
[lijk duister,
'nen put die gaat, een kist onmeetlijk, zon-
|der boord
en't grondloos ooghol waar de kol is uitge
boord.
II
Geen God meer, niets daarhoog! och ongeluk,
[ellende
wat is toch zonder heemlen nu deze aarde op
['t ende
Deze aarde Ze is nog slechts een droevig,
[kwaadvol oord,
een walglijk speelhuis waar het goud geen'
God vermoordt
waar aan den honger stervend, die blijft im-
[mer knagen,
de mensch zijn aangezicht gegeeld,zijn levens*
[dagen
ontvleeschd heeftwaar, zijn harte leedgend,
[hemel, min
en vrijheid, de eerlooze alleeheeft verloren in
der eeuwigheid., een kot vol ontucht, vol mis-
[daden,
waar, naar mijn zin, de dood te weinig levens-
[draden
afsnijdt ;een modderpoel, een grond waar, als
[de voet
uitslibbert want de grond is vet en glad
[in 't bloed
men neerstortde overblijfsels eener braspar-
Ltije,
waar't menschelijk dier in rolt vloekbare
[slemperije 1
Daar legt zich,zonder schaamt noch wroeging
[en bereid
tot alles, 't wijf bij hem die, 't geld in hand,
[baar vleit
de man, hij lacht er mee, hij lastert spot met
[deeeden,
werpt naar elk aanzicht slijk en smaad, en,
[ontevreden,
doodt, slecht hij, klimt op 't outer, vreest noch
[straf noch schand,
plaatst op het heilig goud des kelks een'
[zond' ge hand f
dan, luid vervloekt hij de genondheid van zijn'
[vader,
en zelfs uwen 't moederzog nog loopt in
[iodere ader,
is kaar zijn eerste woord de bussel ligt pas
lat
een wensch dat spoedig hij haar voeren moog'
[naar 't graf:
zoozeer kwelt hebzucht hem, en baart zijn bin-
[nestsmarte,
zooneer vult goud, die moddergod, met slijk
[zijn harte,
zoozeer kan de aam des gouds op zijn mismoe
dig hoofd,
zijn' deugd vernielen vóér 't eerstjhair hem zij
[ontroofd.
III
Werp, werp dus elke heilige gedachte neder
als 'nen versleten mangel die voor't gure weder
niet meer bescherremt, als 'nen slechten gaan-
[stok zoek
naareenen kruisweg en wtrpt haar in d'eer-*
[steil hoek
dan, buk het heofd en keer in 't midden van
['t geschater
dormenigt weer; daar, blindelings, zonder
[doel, als 't water,
dat wegvlietver van 't pad door de ouderen
[gebaand,
doorreis dees schurfte wereld, heel alleeee
[gaand
druk geene hand, geen voorhoofd op den weg;
|en, zoo ge
het kunt, stap tot het eind, 't hart ledig, t oog
scheel droge,
en als de dag zal komen dat ge, een' moeden
[man
gelijk, ep eens zult stilstaan moeten, als gij
[van
's doods kilte uw' hersenen uiteen zult voelen
[drijven
en in uw' holle beenderen de merg verstijven,
dan, om het kort te maken, zoo gij 't stervend
loog
nog wendt toevallig naar d'onmeetbren he
melboog,
gedenk, zieltogende, dat niamand woont
[daarboven
sleep in 't naburig veld u, raap'nen steen,
['nen groven,
leg uwen kop er op, druk met uw' buik den
grond,
Uit lllei gaan als 't gaat en. barst gelijk een
[hond.