den heerBaron Van der Noot Eene opmerking. M. baron Van der Noot. Persoonlijke Dienstplicht. De klerikalen en de Grondwet. stemmen voor die afschuwelijke Libera len, die franc-masons, die geloofvervol- gers, die priesterhaters, die mannen die het geloof in de harten willen dooden. Zij hopen dat gij zoo gemakkelijk aan hunne woorden zult gelooven en dat gij niet eeDS zult denken dat al die benamingen slechts ijdele klanken zijn. Zij spreken daarvan om de aandacht af te trekken van hunnen eigen persoon, opdat gij er niet aan denken zoudt hun te vragen wat zij eigentlijk in de Kamers voor u gedaan hebben. 'T zijn slimme vossen, die gasten. Over vier jaar zijn zij nog eens bij u geweest, .kiezers, en hebben,u alsdan geluk en rijkdom beloofd. Sinds dien tijd zijn zij niet mftSfc'bij u terug gekomen, uit vrees dat gij hun zoudt gevraagd hebben hunne beloften te volbrengen. Maar ook, waarom zouden zij zich voor u geneeren Zij dachten u verslaafde klerikalen, dom genoeg om uwe eigene belangen aan de hunne te slachtofferen. Of ze mis waren. Nu, nauwelijks laat gij de tanden zien of ze staan verstomd zij stellen lmnne populariteit tegenover die van den vrijzinnigen kandidaat en vinden dat hunnen pap begint aan te branden. En daarom komen ze weer te viervoet afgestormd, met gansche karrevrachten beloften, waardoor zij u trachten te ver blinden en uwe stem u te ontfutselen. Maar ik hoor u reeds aan die mannen antwoorden Gij beloft veel maar doet of geeft niets.... Dat spelletje duurt al veel te lang, wij worden het moede en stemmen voor die niets beloven zal dat. hij niet zal kunnen volbrengen en die, geen advo- Ttaat zijnde, ih de Kamers zal handelen in plaats van maar eeuwig te babbelen. Ik zal geene openbare werken meer voor Aalst vragen, zoo verklaarde M. Van Wambeke den 2d December 1. 1., in zit ting van den Aalsterschen Gemeente raad. M. Van Wambeke is burgemeester van Aalst en representant van het arrondis sement. Heeft hij nu gesproker als burgemees ter of als representant In het eerste geval is hij wel ondank baar jegens de stad die van hem den man gemaakt heeft dien hij lieden is. In het tweede geval, weten wij verdui veld niet wat M. Van Wambeke gaat doen te Brussel. Daarbij is het geeno groote onbeschaamdheid, voor hem, zulk iets te zeggen? Sinds 1864 zetelt hij te Brussel als representant. Voor elke maand zitting trekken de kamerheeren 200 hollandsche guldens, en daar de zittijd gemiddeld 8 maanden per jaar duurt, Zoo trekken die mannen 1000 holl. guldens per jaar of 3300 franken 's jaars. M. Van Wambeke is nu reeds 22 jaren represen tant, dus heeft hij, in deze hoedanigheid, reeds zoo iets van rond de 74000 franken opgestreken. En dan komt die vent nog op stouten toon verklaren Ik zal ge ene openbare werken meer voor Aalst vragen. Wat sap perloot neemt maai' gerust uwe klik ken en klakken op wij kuunen u zeer wel missen, man. Dat het klerikaal ministerie in 1888, dus binnen twee jaren, onvermijdelijk zal vallen, is klaarblijkelijk voor elkeen. Waaruit bestaat de ministeriële meer derheid in de Kamer Uit de afvaardiging van Brussel, 16 mannen, die in 1884, in een oogenblik van zinsverbijstering der brusselsche kiezers, na eené halve eeuw lang liberaal geweest te zijn, eensklaps klerikaal wierd. Nu, den 18 dezer maand Mei heeft Brussel bewezen, met M. Buis te kiezen, dat het zijne klerikale afvaardiging- moede wordtbinnen 2 jaren wordt die afvaardiging weer ganscli liberaal en het klerikaal ministerie valt. Wat dan Onze vier klerikale representanten kunnen nu, van een klerikaal ministerie, nog niets bekomen voor het arrondisse ment, wat zullen zij dan bekomen onder een liberaal ministerie NIETS, ABSOLUUT NIETS. Daarom is het noodig dat onze afvaar- (liging in de Kamers ook eeneu liberaal telle op die wijze zullen wij, ook onder een liberaal ministerie,kgimen verdedigd en voorgestaan worden. Daarom, heeren kiezers, stemt voor Tijdens de bespreking in bet. Senaat van liet wetsontwerp waardoor 53 nieuwe. kapitein plaatsen gesticht vierden en dereserve op be dekte wijze wierd tót stand gebracht, antwoord de de klerikale meerderheid al seliolcschoude- rende op de wijze vermaningen der Ileeren Mignot en Graux, die de reserve, als anti-de mocratisch, bestreden, zeggende dut men wel moest toezien met dezen tijd van armoede en ellende, geene meerdere lasten op den schouder der volksklas te laden en deze, op die wijze, tot het uiterste nut te drijven. Die wijze vermaningen wierden in den wind geslagen en de hatelijke reserve door de kleri kale meerderheid gestemd. Nauwelijks was dit schapdelijke werk vol bracht of erge onlusten braken in het land los het volk 6tond op, vernieling en bloed op zijnen weg achter latende, en bracht de gansche natie in opschudding. Woest was de opstand des volks geweesthet volk had, als in verblindheid ge handeld en doen zien dat het toch ook eene macht was met de welke moest afgerekend worden en wien men niet gestadig, als op een slaaf, alle lasten mag opleggen. Hij wien het hart op de rechte plaats klopt, keurt hij dan ook al het vernielingswerk der grevisten af en is hij geen. aanklever der socia listische grondbeginselen, moet bekennen dat het hoogst tijd word mede te helpen tot de op lossing der sociale kwestie en tor de verbetering van het lot der werkende klassen. Een eerste punt daartoe is zeker wel op het volk alleen de bloedbelasting niet meer te hef fen, maar rijk en arm, adeldom en am- hachtsliën te roepen ons persoonlijk, ter verde diging van het vaderland op te komen. De per soonlijke dienstplicht moet de eerste voldoening zijn aan de eischen van het volk, een middel om zijn ongeduld te stillen. Over eenige weken lachte het klerikaal mi nisterie en zijne slaafsche meerderheid, met den persoonlijkon dienstplicht, door liberale volksvertegenwoordigers en senators gevraagd. Heden, dat het volk de tanden heeft laten zien, zijn zij zelve, ministerie en meerderheid, verplicht den persoonlijkeu dienstplicht voor te stellen. Maar, hij het naken der kiezingen zijn hunne bladen over dien maatregel bevreesd zoo wei nig volkslievend, zoo weinig vaderlands min nend zijn die klerikale nobiljons en grondbe zitters, dat de klerikale gazetten schrijven dat de Koning,niet het miuisterie, den persoonlijken dienstplicht hebben wilt. Neen, 't is de Koning niet, 't is het ministerie, omdat het volk zulks eischt, omdat het volk zulks hebben moet. J. J. De beste verdedigers, de hardnekkig ste voorstaanders, de ge trouwste partij- gaugers onzer (1 rond wet zijn de kleri kalen. Zoo ten minste beweeren zij. Hunne kiesmaatschappijën dragen den naam van bewarende, grondwettelijke. Is hunne beweering gegrond, is die benaming rechtzinnig Wij zullen het tegendeel zien. De klerikale meerderheid in de Kamer is van 34, op 138 leden. Die meerderheid is reeds groot genoeg,- zult ge zeggen, vriend lezer. Inderdaad, maar voor de klerikale heethoofden is het anders. Zij eischen dat ook te Genk. Verviers, Zonin gen en Doornijk, de liberalen door ka- tholijken vervangen worden M. Woeste verklaarde dat op eene onlangs te Ver viers gebonden»1 klerikale vergadering. Eiwel Moesten op al die plaatsen de klerikalen bovenkomen, dan hadden zij eene meerderheid van 00 op 138 leden, MEERDERHEID GROOT GENOEG OM TOT DE HERZIENING DER GROND WET TE KUNNEN OVERGAAN. Dus is het doel der klerikalen de herzienin»' dei* sri-oud- wet in eenen fanatièken li. Ja, zij willen de •herziening, de ver nietiging onzer schoone, alomberoemde Grondwet, die ons 56 jaren rust en voor spoed bezorgde. Kiezers van het arrondissement Aalst, Verheft, met gansch het land, uwe stem tegen de vrijheidsdoodende ver zuchting belet voor uw deel dat de klerikalen eene misdadige hand leggen op het schoone werk van het Nationaal Congres en aldus België in den rampspoed dompelen. Openbare Werken. De Crisis woedt erg in ons land, gebrek en armoede vermeerderen van dag tot dag en moest men alle die meuschen zien die, uit ellen de, des avonds simpen gaan. met e"ne nuchter maag, gelijk zij des niorgeiids zijn opgestaan, men zou verschrikt staan hi j het aanzien van hun ontzagelijk aantal. Wat doet het ministerie om esnige leniging aan die ellende toe te brengen Niets. Eenigen tijd nadat M. Beernaert dea heer

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Strijd | 1886 | | pagina 3