Le General-Major. Gouverneur de la Flandre Oriëntale,
Vu l'état de siège
Vu la nécessité d'assurer le maintien de l'ordre et la tranquillité
publique
Considérant que des attentats a la vie et a la propriété des person-
nes se produisent journellement a la laveur de l'obscurité
Article premier. Tout circulation est interdite dans les limites de
la province sous mon commandement aux personnes étrangères aux
armées nationales ou alliées
a) entre 24hes et 4hes dans les communes de 100.000 habitants et plus;
b) entre 22hes et 4hes dans les communes de plus de 5.000 habitants
c) entre 21hes et 4hes dans les communes de moins de 5,000 habitants;
depuis la date de la publication du présent arrêté et jusqu'a nouvel
ordre.
Article 2. Les personnes étrangères aux armées nationales et
alliées pourront être autorisées a circuler sur le territoire de la
commune et des communes limitrophes pendant les heures interdites
a condition de justifier d'une raison d'intérêt général.
Cette autorisation sera accordée par écrit par le bourgmestre et
revétue du sceau de la commune.
Le bourgmestre pourra également accorder pareille autorisation
a titre exceptionnel et précaire et pour une durée limitée aux besoins
strictsdes intéressés, aux personnes qui justifieront des raisons
d'intérèt personnel urgentes et respectables.
Article 5. Les infractions au présent arrêté seront constatées par
les autorités militaires, les autorités civiles locales et les agents de
la force publique, et punies d'un emprisonnement de 8 jours a trois
mois et d'une amende de 26 francs a 500 francs ou d'une de ces
peines settlement.
Fait au Gouvernement Militaire,
le 13 janvier 1919.
Le Général-Major,Gouverneur militaire de la Flandre Oriëntale.
DE BLAUWE.
De Generaal-MajoorjKrijgsgouverneur van
Gezien den staat van beleg
Gezien de noodzakelijkheid van de openbare orde en veiligheid te
handhaven
Aangezien het leven en de eigendom der personen dagelijksch in
gevaar gebracht zijn, dank aan de duisternis.
BESLUIT:
Artikel één. Alle verkeer is in de grenzen der provincie onder mijn
bevel verboden aan alle personen die geen deel uitmaken van het
leger-
Ajtusschen 24u. en 4u.in de gemeenten vanl00,000inwonersen meer;
fijtusschen 22u. en 4u.in de gemeenten van meer dan 5000 inwoners;
c)tusschen 21 u. en 4u. in de gemeenten van min dan 5000 inwoners
van den datum van de bekendmaking van het tegenwoordig besluit
en tot nader bevel.
Artikel 2. De personen, die van het leger geen deel uitmaken,mag
het toegelaten worden van op het gebied der gemeente of van nabu
rige gemeenten tc verkeeren gedurende de verbodene uren,vermits
zij in een openhaar belang bewijzen te handelen.
Deze toelating zal schriftelijk door den burgemeester der gemeen
te afgestaan worden, en van den gemeenlestempel voorzien.
De personen die een dringend en achtenswaardig persoonlijk be
lang kunnen bewijzen zullen ook,bij uitzondering en voor den stipten
noodigen duur, zulke toelating van den burgemeester kunnen
bekomen.
Artikel 3. De overtredingen aan bovengemeld besluit zullen door
de militaire en de burgerlijke overheid der plaats en door de agen
ten der openbare macht bestatigd worden, en gestraft van 8 da«-en
tot 3 maanden gevang en 26 tot 500 frs. boete, of alleenlijk van een
dezer twee straffen.
Gedaan in het Militaire Krijgsbestuur
den 13 Januari 1919-
De Generaal Krijgsgouverneur van Oost-Vlaander en.
DE BLAUWE.
