EEL G IE EEN BELASTIN GS MAATSCHAPPIJ
In een recent uitgegeven boek brengt Jos Defoort een relativerend, speels verhaal over
de fiscale historie van de voorbije tweeduizend jaar.
Hij vergelijkt de fiscus met struikrovers, hij wijst de fiscus aan als onvermijdelijk
grondlegger van het Russisch communisme en hangt een beeld op van onze toekomstige
samenleving, waarin de burgers mekaars controleurs zullen zijn.
De auteur is bedroefd om het verdwijnen van de kleinschaligheid in de familiale economie
ten voordele van de koude, onvriendelijke markteconomie.
Hij is duidelijk bevreesd voor wat nog komen moet een nieuwe totalitaire staat, waarin
steeds minder plaats zal zijn voor het vrije individu. Deze nieuwe totalitaire staat zou
wel zachter zijn dan het antieke despotisme, maar zou tegelijk ook veel diepgaander
worden uitgebouwd, met alle gevolgen vandien...
Op het eerste gezicht zou men kunnen stellen dat dit toekomstbeeld te pessimistisch,
zelfs utopisch is.
Maar intussen stellen wij toch vast dat de Belgische Staat op de rand van het failliet
staat, niettegenstaande onze fiskaliteit gestegen is tot de rand van het ontoelaatbare.
De kadastrale perekwatie de zogezegde nuloperatie" doet ook de kleinste eigenaar,
dieper in de zak tasten.
Voor de gezondmaking van de sociale verzekeringskassen werden de bijdragen van de zelf
standigen drastisch verhoogd.
De meerwaardebelasting op bouwgronden, waardoor een fiskale ongelijkheid is ontstaan
tussen Vlamingen en walen, ongelijkheid die intussen door de huidige regering werd
weggewerkt
De stelselmatige verhogingen van de B.T.W-tarieven verkleinen rechtstreeks de koopkracht
van alle verbruikers. De zwaardere belasting op de landbouwgronden genoten tot en met
het aanslagjaar 1980 van een fiskale voorkeurbehandeling, omdat alleen het kadastraal
inkomen werd geglobaliseerdVanaf het aanslagjaar 1981 worden de werkelijk genoten
pachtgelden belast.
Deze voorbeelden volstaan om te bewijzen dat de Belgische Staar niets onverlet heeft
gelaten om de vrucht van de arbeid onder allerlei vormen zo sterk mogelijk te belasten.
De laatste tien jaar werd het beleid gekenmerkt door een aanzienlijke stijging van de
fiskale druk, gekoppeld aan enkele tijdelijke en sectoriele gunstmaatregelen die tot
doel hadden de tewerkstelling en/of de investeringen te bevorderen,
liet normaal tarief van de vennootschapsbelasting steeg van 34,6 in 1972 tot 48
in 1976 38 In diezelfde periode steeg de maximale belasting van 39,8% tot
52,8 en tot 56,8 in 1980 43
De belasting op de winsten van niet-vennootschappen steeg van 52,50 in 1962 tot
76,32 in 1980 voor de winsten boven de 4 miljoen.
De laatste fiskale correctie tegen de gevolgen van de inflatie dateert van 1949
en bedroeg 10
Sindsdien zijn de winsten van de ondernemingen steeds berekend op de nominale waarde,
alhoewel de inflatie voor de periode 1970 - 1980 ongeveer 100 bedroeg.
De ontlasting van de BTW op de investeringen werd slechts in 1980 volledig afgeschaft.
De fiskale druk op de immobiliënsector steeg voortdurend ingevolge de verhoging van
de B.T.W. tarieven van 14 tot 17 en de verhoging van de gemeentelijke opcentiemen op
de onroerende voorheffing. De globale fiskale inkomsten van de Staat zijn de laatste
twintig jaar met 1.018 gestegen. Voor de periode 1970-1980 bedroeg dit 392
Cijfers om van te duizelen.
Daarenboven werd de verhouding tussen directe en indirecte belastingen grondig ge
wijzigd ten nadele van de directe belastingen.
De modererende fiskale "prikkels" waren tijdelijk en onvoldoende. Het is dan ook niet
te verwonderen dat in 1981 er 65.000 minder B.T.W. belastingsplichtigen werden gere
gistreerd dan in 1971.
Wij hopen dat de regering - vele tekenen wijzen op 'n gunstige richting - dringend
werk maakt van de beloofde fiskale hervorming, welke vooral in het teken zou moeten
staan van nieuwe impulsen aan onze kleine en middelgrote ondernemingen. De heropbloei
van deze ondernemingen is de enige garantie voor een nieuwe welvaart.
ROBERT DE PAUW.
MET VERLOF
wegens Karnaval nog steeds
in Engeland
I MADAME
yrP, J,
.M
/S f >0 i