De Pollets onthoofd Aan de Jonge Wacht De indruk op den buiten Moordenaars en brandstichters Kerk ingestort in Zwitserland De ramp van Sicilië. nwi—iM>—iimim nuMiimi i mi—«li—ii—>i— Als over dorp en stede en veld de nacht haar sluier spreidt, als van den toren wordt vermeld de rust zoolang verbeid. Da&r staat nog onvermoeid en pal de trouwe jeugd op poort en wal Goed heil I de Wacht die door den nacht der tijden, onversaagd, de vaan gestand, met hart en hand nog hoop en liefde draagt Als van den toren 't sein weerklinkt Alarm de vijand naakt En dat het noodvier heller blinkt en door den nacht weêrblaakt Waar zijtgij, burgers, poorters al Bedreigd is dorp en stad en wal 1 Doch zie de Wacht Op vest en gracht, staat pal en onversaagd, Wee hem die naakt, de jeugd nog waakt en vreemden dwang verjaagt 1 De stede staat in groot rumoer haar laatste dag nabij, en angstig grijpt men weer en roer en nadert zij aan zij. Maar op de wallen hel en klaar verneemt men thans de blijde maar. Sa rust en kust in liefdelust, en vreest noch dwang noch nood, zoolang de jeugd in deugd en vreugd den vijand weerstand bood En als de macht verdwijnt en smelt, en 't morgenrood verschijnt, en dat de zonne, op dorp en veld haar gouden stralen schijnt DA&r vlucht en dwarrelt door elkaar, des vijands neêrgevelde schaar En hoog in lucht wijl 't leger vlucht, daar dreunt een luid geschreeuw a Wat walsch is valsch is slaat al dood en Vlaanderen die Leeuw Nu meer dan ooit, de vijand loert. en dreigt ons laf en boos, God weet wat hij in 't schild al voert, Kom redt ons schuitjen broos Edoch zoolang de Jonge Wacht, een oog in 't zeil houdt binst den nacht, wij niet vergaan En dreigt de vaan, daar springt de jonge Demokraat en sterk en pal door 't vuurgeknal, hij op de wallen staat I Welaan dan, op I Noch vaar, noch vrees, bedreigt ons rangen vrij Zoolang één Jonge Wachter rees en staat de vaan te bij En dreigt ons weêr de vreemde dwang met boei en ban en ketens bang Voor God en Volk 1 Ons vrije tolk Voor 't recht ons vrije woord 1 De Jonge Wacht met moed en kracht Bewaakt het duurbaar oord Brugge, 3i-12-08. E. D. Maandag morgend verscheen de procureur deskonings in :t gevang te Bethune (Noorden van Vrankrijk) voor de vier bijzonderste der moordenaarsbende Pollet die over eenige maanden ter dood veroordeeld werden en zegde hun Uwe genade is verworpan, bereid u om te sterven, wees moedig. Bij de vier bandieten was de ontroering zeer groot, doch de Pollets herstelden zich spoedig, terwijl Deroo en Vromant verbleekten, beefden en verwilderd cn verschrikt rondzagen. August Pollet wilde onbeschaamd blijven, zooals hij het voor het assisenhof geweest was hij verklaarde woedend, ais razend aan den magistraat Men heeft niet altijd rekening gehouden van mijne aanmerkingen tijdens bet onderzoek. M. Baudry, onderzoeksrechter te Bethune, die het onderzoek gedaan had en M. Monler in de cel vergezelde, antwoordde Ik heb altijd voor u het grootste geduld mogelijk gehad. Geef mij uitleg. Het gerecht is rechtveerdig, antwoordde August Pollet op plechtigen toon, doch de menschen niet. Abel Pollet Abel Pollet vroeg dat men hem den laatsten zou halsrechten. M. Marteaux, opper-cipier, antwoordde Dat is verstaan. Abel Pollet antwoordde Ik heb geen be trouwen in u, laat de anderen eerst voorbij mijne cel gaan, opdat ik zeker ben dat ik de laatste ben. De kapitein van de bende sprak vervolgens van zijne vrouw en zijne kinderen en schreef een briefje. De vier terdoodveroordeelden verwisselden dan hunne gevaDgenkleederen tegen hunne eigene kleedingsstukken. De aalmoezeniers werden vervolgens bij hen toegeladen. Geen van de vier weigerde de priesters te ontvangen, doch, zooals men weet, alleen Vromant en Deroo hebben zich met God willen verzoenen. Vromant verklaarde moedig te willen ster ven hij vroeg vergiffenis aan God, aan zijne vrouw en aan de samenleving en omhelsde vurig het kruisbeeld. Deroo biechtte in de zelfdet gevoelens. - De Pollet's verklaarden niets aan de priesters te zeggen te hebben, daar zij vroeger hunne biecht aan den onderzoeksrechter gesproken hadden De vier veroordeelden bedankten in 't bijzon der den aalmoezenier van het gevang, voor de goedheid die hij voor hen gehad heeft, tijdens hun verblijf in het gevang van Béthune. Zij namen den wijn, den rhum en de sigaretten aan die de priesters voor hen meegebracht ha.uu.on. De laatste mis De laatste mis werd gelezen door den E. H. Marquant, aalmoezenier, voor Deroo en Vromant, in den gang van het gevang aan een draagbaar altaarken, voor de cel van de twee veroordeelden. De mis duurde achttien minuten. Deroo en Vromant waren zeer ingetogen. Daar de cellen van de Pollet's ook open stonden, woonden zij ook de mis bij. Abel Pollet schreef middelwijl brieven van dank betuiging aan de bewakers, rookte sigaretten, zong en wilde zich een kranig uitzicht geven. August bleef somber en zwijgend en rookte zijne pijp. Op dit oogenblik waren de vier veroor deelden nog niet geboeid en enkel door een cipier bewaakt. Tijdens de mis gingen Deroo en Vromant te Communie en bleven, na de mis, met den priester in gesprek. Het laatste toilet Eens de mis geëindigd, kwam de beul Deibier in dc cellen van de ter dood veroordeel den, om hnn laatste toilet te maken. Van Vromant en Deroo moest het haar afgesneden worden. De veroordeelden werden vervolgens de handen op den rug gebonden en de ijzers aan de voeten geklonken. Voor ieder der ver oordeelden duurde de laatste opschikking vier minuten zij bleven nogal rustig tijdens deze toebereidsels. De uitboeting De beul verliet daarna het gevang om te gaan zien of de guiljotien goed werkte, die sinds twee uren en half op vier hoofden wachtte. Vervolgens kwam hij, met zijne knechten, in het gevang terug, nam bezit van de veroor deelden en ten 7 ure 20 viel het eerste hoofd onder het mes, terwijl de menigte letterlijk huilde: Ter dood V/eg met de moordenaars! Leve Deibier Deroo en Vromant waren reeds half dood toen zij op de plank gelegd werden. Het hoofd van Vromant viel met zulk geweld dat het bijna terug uit de mand bonsde en deze beschadigde. Men weet op welke wijze de twee Pollets gestorven zijn. August Pollet bleef onverschil lig. Het was zelfs met opgeheven hoofd en vooruitstekende borst dat hij onder de poort van het gevang te voorschijn kwam. Hij wierp een uitdagenden blik op het volk. Hij wilde spre ken, doch zijne stem versmachtte in de keel toen hij plotseling voor de guiljotien stond. Toen zijn hoofd viel, juichte de menigte neg harder en de kreten Nog een! Leve Fallières Leve Deibier weergalmden. Wat Abel Pollet betreft, die heeft inderdaad, volgens ooggetuigen, toen hij voor het schavot kwam geroepen Bende callotins Leve de sociale Zijn laatste kreetsgou bijgevolg eene socialistische geloofsbelijdenis geweest zijn. Men weet hoe het volk deze ongehoorde onbe schaamdheid beantwoord heeft. Ten 7 ure 20 was alles gedaan. Terwijl men de vier bandieten halsrechtte, hoorde men in de verte de toonen van eene fanfare. De dag van 11 Januari scheen voor de bevolking een feestdag, een dag van verlossing geweest te zijn. De lijkschouwingen Na ds strafuitvoering werden de lijken naar het gasthuis van Bethune gevoerd, te midden van het gejuich der menigte, die op den door tocht door de troepen en de gendarmen op afstand gehouden werd. De akelige stoet werd geopend door een peloton dragonders, gevolgd door het Broederschap der Liefdadigen, dat da toelating bekomen had de lijken te vergezellen. Dan volgde de fourgon. Gendarmen te peerd sloten den stoet. In het gasthuis werd de groote mand met de vier lijken en de vier hoofden door verscheidene geneesheeren, professors der Hoogeschool van Rijssel, in ontvangst geno men. De hoofden, de harten, de nieren, de longen, de levers en de hersenen werden naar gemelde hoogeschool gezonden om onderzocht te worden. Wat er van de lijken, die door de families niet opgeëischt zijn, overblijft, zal op het kerkhof van Bethune ter aarde besteld wor den. In het gasthuis van Bethune werden de hoofden in eene kist gelegd en de vier lijken op eenen steenen tafel uitgestrekt. De bijzon derste levensorganen werden eruit gehaald. De lichamen waren gezond. Ds lijken, door eene werking der spieren, trilden nog op 't oogenblik dat zij op den steen gelegd werden. De schedelhuid van Abel Pollet trilde eveneens. Het was akelig om zien. Op de armen van de gehalsrechten zag men blauwe vlekken, veroorzaakt door het geweld dat de beulsknechten gebruikt hadden om de ban dieten op de plank der guiljotien gekneld te houden. De lijken, uitgenomen dit van Vromant, werden in drie groote kisten gelegd en naar Rijssel gezonden, samen met eene andere doch kleinere kist, inhoudende de hoofden en de bijzonderste ingewanden. Deze akelige kisten kwamen Maandag ten I uur i5, in de statie van Rijssel aan en werden onmiddellijk naar de ontleedzaal van de Hoogeschool over gebracht. Ron'! de guiljotien Onmiddellijk na de strafuitvoeringen, werd de guiljotien door de beulsknechten uiteen genomen, terwijl M. Deibier met eene groote spons stuk voor stuk nauwkeurig afwaschte. De slijderige grond, rond de guiljotien, was vol plassen bloed, daar men, na iedere strafuit voering, slechts in haast het mes gereinigd had. Het Moed dat den grond bedekte, kwam grootendeels oort van Abel Pollet, uit wiens lichaam, op het oogenblik dat men het afge houwen hoofd in de mand wierp, twee groote stralen bloed sproten... Men reinigde de plaats bij middel van eenige eemers water, nadat men de stukken van de guiljotien in den foergon geladen had. De menigte ging stilaan uiteen, terwijl groepen nieuwsgierigen liedjes zongen, die, over de akelige strafuitvoering, door liedjeszangers ver kocht werden. Ten 10 ure 's voormiddags had Bethune hare gewone rust herkregen, alsof er niets gebeurd ware. Het was met eene ware voldoening dat de boeren van den omtrek van Bethune, waar de bende Pollet zoo wreed en zoolang huis gehou den had, de viervoudige strafuitvoering ver nomen hebben. In ée Warmonceaustraat, op de grenzen van de n>.etnten Gilly en Lodelinsart, woonden in «<r neuten gebouw een ouden voddenraper, Gustaaf Deraet, 76 jaar, zijne echtgenoote Maria Theresia Radomme, en hun zoon Con stant, 35 jaar oud, voerman. Deze laatste was maandag namiddag, rond 5 1/2 ure, naar de Duchèrestraat gegaan om een ezel te koopen. Toen hij rond 8 1/2 ure terug naar huis kwam zag hij eene akelige klaarte in het houten ge bouw hij bestatigde aanstonds dat er binnen brand ontstaan was. De zoon Deraet opende de voordeur en bij de klaarte van den brand zag hij het gedeeltelijk verkoold lijk van zijn vader ten gronde liggen. De jonge man riep om hulp; de geburen snelden toe en met eenige eemers water was het vuur gebluscht. Toen de rook wat opgetrokken was, vond men een tweede lijk dit van moeder Deraet de ongelukkige was afgemaakt met vier mest- steken. De twee ouderlingen waren vermoord door schurken, die moesten weten dat de zoon afwezig was en die, om de sporen hunner mis daad te doen verdwijnen, het huisje in brand gestoken hadden. Vader Deraet had eene ijse- lijke wonde aan bet hoofd; de schedel was gebroken. Alhoewel men wel kon denken dat menschen die in eene el endige hut wonen, geene fortuin bezitten, is diefstal de drijfveer van de afschu welijke misdaad geweest. Alles was overhoop geworpen en al de meubeltjes waren door zocht. De dubbele moord heeft aan de schurken slechts eenige franken opgebracht 5 of 6 fr die in eene kas lagen, 3 of 4 fr. welke in een houten kistje gestopt waren en eenige cen tiemen die in een blikken spaarpot staken. Het houten kistje is verdwenen de spaarpot was met een mes geopend. Ziehier in welke omstandigheden de instor ting der kerk van Nax plaa's had. Het was 10 ure 20 's morgends. Men hield juist op met de klokken te luiden en de kerk was vol ge- loovigen. De pastoors bevond zich op den predikstoel. De organist zag dat er plaaster op den vloer viel en verwittigde den priester. Deze antwoordde dat er geen gevaar bestond. Eenige oogen'olikken later werd er geroepen Sauve qui peut 1 Een schrikkelijk gedrang ontstond tusschen de geloovigen ongelukkig lijk waren de kerkdeuren langs binnen gesloten. Middelerwijl viel het dak in, en talrijke slacht offers werden onder de puinen bedolven. Men had sinds lang opgemerkt dat er scheu ren in het gewelf ontstaan waren. De juiste oorzaak van de instorting is niet gekend. In alle geval heeft men geene aardbeving gevoeld. De opruimingswerken begonnen onmiddeüjk en gingen snel vooruit. Er zijn 28 dooden, mannen, vrouwen en kinderen, en omtrent evenveel gekwetsen, waarvan twaalf erge ver wondingen kekomen hebben. Verscheidene lijken zijn erg verminkt. In een huishouden zijn er vier dooden. Het wordt bevestigd dat de pastoor en de burgemeester ongedeerd ge bleven zijn. Al de geneesheeren van Sion werden naar Nax ontboden. Reeds ten 4 ure 's namiddags waren al de puinen opgeruimd, en de lijken naar hunne woDing gebracht. Men heeft een zeker getal gekwetsten naar Sion gevoerd. De gemeente Nax is op i5 kilometers van Sion gelegen, te midden van een prachtig land schap. Het dorp telt 5oo zielen en 60 huizen. De ontroering door deze instorting in den om trek veroorzaakt is nog verre van gestild. Een franschman M. Leon Grandin, die voor rekening van eene engelsche maatschappij, te Tremestrieri, nabij Messina, eene fabriek be stuurde, is, met zijne vrouw en zijn dochterken van i3 maanden oud, gelukkig aan de ramp ontsnapt en naar Frankrijk teruggekeerd. Hij verhaalt het volgende Den morgend van 28 Decemder, rond 5 1/4 ure, stond ik op en begon mij tekleeden. Opeens voelde ik den vloer geweldig onder mijne voeten daveren, terwijl een dof ge rommel uit de ingewanden der aarde scheen te komen. Eenige seconden later, hoorde ik een verveerlijk gekraak de muren mijner kamer scheurden en een deel van het gewelf viel in. Buiten brak de vijf en twintig meters hooge fabriekschouw in twee door en viel op een dak, dat vernield, en op een ketel die in den grond gedrongen werd. Rondom vielen de muren inde twee ketels van 3000 liters, die drie meters hoog stonden, kantelden om en groeven eenen diepen kuil in den bodem. Ik nam mijn dochterken in de armen en, gevolgd door mijne verschrikte vrouw, vluchtte ik de straat op, waar zich reeds de portier der fabriek met zijne familie en drie werklieden bevonden. Als door een wonder had niemand de minste verwonding bekomen. Tremestrieti is een dorp van ongeveer drie honderd inwoners. Langs alle kanten hoorde men in de duisternis geschreeuw en gejammer. Men zag verdwaasde lieden als schimmen vluchtenen de aardtrililngen duurden, bij tusscheDpoozen, nog eenige minuten voort, al hoewel zoo hevig niet meer als de eerste maal. Wanneer het dag werd, zagen wij dat een twintigtal huizen in puin lagen. Men haalde zeven dooden onder de puinen uit. De fabriek Santi di Pasquale, eveneeDS te Tremestrieti, was L,.. :.n gansch vernield; alleen stukken van de buitenmuren stonden nog recht. Rond 8 ure begaven de drie werklieden zich naar Messina. Zij kwamen als waanzinnig van schrik terug van deze stad schoot niets over.. Weldra kwamen de eerste gekwetsten te voet uit Messina aan. Verscheidene hunner waren naakt. Nooit van mijn leven zal ik dat ijselijk tooneel vergeten Meest al de gekweten waren overdekt met gapende wonden zij huilden van de pijn. Een man rood van bloed, kwam pijnlijk aangestrom peld met een lijk op den schouder. Het was het iijk zijner vrouw die hij gekwetst onder een balk uitgehaald had en die onderweg gestor ven was. Terwijl deze ongelukkigen de akelige streek ontvluchtten, kwamen gansche benden naar de vernielde stad gesneld. Er waren daar waarschijnlijk vrijwillige redders tusschen, m ar ook bandieten, enkel op plunderen uit. De spoorweg tusschen Messina en Guania was ongeschonden gebleven, en weldra werden treinen voor de gekwetsten en de vluchtelingen ingericht. "5bcs?3B 1 1 111 mi, t ,i 'utvtanrwwnr'rm—rrrTmtaTMjmwKemjriTitm H uwelij ksaankondigingen Huwelijksaankondigingen van Zondag 10 Januari Alfons Jooris, bediende, met Nathalie Van den Bus- sche, zonder beroep Mauritz Moerman, sektieoverste bij den ijzerenweg, met Maria Clicteur, zonder beroep. Jaques De Cazes, eigenaar, te Bayonne, met Gabriel- la van de Walle, eigenares. Edward Lycke, bandelaar, met Emma Missotten, winkel iester, te Sysseele. Karei Carels, werkman, te Assebroucke, met Clemen- ce Debel, cigarenmaakster. Edmond Creyf, smid, met Esther Ruysschaert, werk meid. Edward Huys, brouwersknecht, te Assebroucke, met Charlette De Roo. werkmeid. Lodewijk Cottenjé, werkman, met Leonie De Buyt, huishoudster. Emiel Dragon, sasknecht, met Zenobie Henneman, dienstmeid. Gaspar Roose, meubelmaker, te Etterbeek, met Rosa lie Slabbaert, fijnnaaister, te Etterbeek, voorgaandelijk te Brugge. Victor Cierkens, fabriekwerker, te Mouveaux, met Julia Decat, dienstmeid. Pieter De Myttenaere, bankbediende, te Munich, met Helena Wolf, zonder beroep. BURGERSTAND VAN BRUGGE Huwelijken 9, Oscar Ledène, bediende te St-Michiels, met Helena Sabbe, z. b., Gieterijstraat. li - Gustaaf Gilbert, werkman, Vuldersstraat, met Maria De Rous, kantwerkster, Balsemboomstraat. Edmond Carpels, werkman, Rijke Pindersstraat, met Maria Segers werkvrouw, id. Hendrik Van Belle, smid, met Margaretha Vercruysse, werkvrouw, Westmeersch. 12- Lodewijk Craeye, smid, Roopeerdstraat, met Arsene Van de Cappelle, kantwerkster. Franciscus Van den Bossche, agent van politie, Esschenboomstraat, met Malvina Van Torre, z. b. Balstraat. i3. Aimé Staelens, werkman, Baliestraat, met Emerence Van Loocke, werkvrouw, id. Overlijdens 9. Maria Willems, huishoudster, 37 j.echt. van August Jarry, Graanschuurstraat. Maria Dupont, 6 m., Blokstraat. 11. Maria Janssens, huishoudster, 5i 1\2 j., echt. van August Deloddere. Moerkerkestraat. Gaspard Doorns. 5 maanden, Roopeerdstraat. Maria Laevens, dienstmeid, 44 112 ong., Mariastr. Lodewijk De Blieck, werkman, 82 j., wed van Cle- mence De Vestel, id. Pieter Depestele, z. b., 85 i\z j wed. van Amelie Loose, Ste-Catharinastraat, 12- Remi Missiaen, werkman, 63 j., ong., Mariastr. Catharina Houf, z. b., g3 j., wed. van Jan Vermeersch Bouveriestraat. Joannes Defraigne, z. b., 92 jwed. van Joanna Dossin, id. Francisca De Ruddere, z. b., 86 j., wed. van August Tourlamain, Potterierei. Anna De Ceuninck, kantwerkster, 77 jwed. van Lodewijk De Poot, Pijpersstraat. Joannes Van Ballenberghe, z. b., 84 j., wed. van Virgienie Vanhollebeke, Schrijversstraat. i3. Franciscus Blondeel, gepensionneerde politie agent, 66 jwed. van Maria Aspeslagh, Kemelstraat. Maria Verriest, z. b 73 i\z j., ong., Ste-Clarastraat. Maria Rau, 10 maanden, Hoedenmakersstraat. Diane Van Daele, 5 maanden, üiddersstraat. !4- Joseph Van de Cayzeele, 8 maanden, Gottje i5. Marcel Fleurus, 4 i\z maanden, Zee-Brugge. Julia Van Hoorne. dienstmeid, 45 i\z j., ong. Jerusa- lemstraat. Elisa Salmon, kloosterlinge, 75 i{2 j., ong. Ste-Catha- rinastraat Rodolphe Daveluy, rentier, 52 i[2 j., ong .Timmer manstraat. Clemence Deconinck, huishoudster, 73 i\z j., echt. van Jacques Bourdon, Speelmansrei. Geboorten 9 Adriana Van den Berghe, Groenestraat. Jozef Wildemeersch, Heyststraat. Camiel De Kimpe, Dud- zeelsche steenweg. Hendrik Reyngout, Rolleweg. Ger- mana Baes, St-Pieterskaai. Jozef Deneire, Nieuwe Gent- weg. Rachel Van de Casteele, Kersenboomstraat. Flora De Rudder, Groote Markt. Marcella en Cyrilla Lontie, Oude Gentweg. Juliana Vanhollebeke, Houwersstraat. 11. Evarist Derpoorter, Carmersstraat. Irena Dru- wel, Rijke Pindersstraat. Firmin Verfaillie, Lange rei. Andre Bonnevalle, Noord Ghistelhof. Albert Schotteet, Hoogstuk. Julia Ricquier, Peterseliestraat. Marcel Du- pont, Blokstraat. Alfons Janssens. Ravenstraat. Ernest Case, Roodestraat. Antonius Dossche, Westmeersch. 12.— Andreas Aerts, Collaert Moysesstraat Mariette Beucke'aere, Gentpoortvest, Mauritz Van Eecke, Zee- Brugge. 13. Gentille Desloovore, St-Gillisdorpstraat. Paul Abrams, Academiestr. Irena De Fonteyne Uapaardstr. Maurice Van Belle, Roodestraat. Walther Pannier, St- Claradreef. Fabienne Calens, Oostendschestr. Euphrasie Daveloose, Oostmeersch. 14. Willem Moeyaert, Damhouderstraat. 15. Espérance Van Brabant, Kleine Hoedenmaker- straat. Emiel Vandenbroucke, Schoolstraat. Clementine Verrecas, Roopeerdstraat.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

't Vrije Woord | 1909 | | pagina 3