SOCIALE STELSELS EN DE DE SPAANSCHE BURGEROORLOG D m MEDEDINGING TUSSCHEN GEWEZEN ARBEIDER EN OUD PATROON DE FOTOGRAFIE 100 JAAR CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming VIERDE LES THOMAS MORUS BIBLIOGRAFIE VRAGEN RECHTSKUNDIGE KRONIEK 't ROOS KRUIS m - - v/ WC N Dr. Goebbels spreekt De nationaal-socialistische revolutie is de minst bloedige uit de wereld geschiedenis Teekening naar Karl Schwesig "4 - Voor Allen - 22 Jan. 1939--- Vocp Allen's Vo/fesoniversifcif r L (F THOMAS MORUS (met zijn En- gelachen nasrn More, geb 1478, gest. 1535)was Groot Kanse lier van Engeland in 1529 en werd, op bevel van koning Henry VIII, wiens echtscheid!ng en godsdienstige politiek hij niet had willen goedkeuren, ontihoofd. Morus werd door de R. K, Kerk als marte laar erkend en een paar jaar gele den heilig verklaard, niettegenstaan de hij de schrijver was van «Utopia-». In Engeland is Morus een soort volksheld geworden. Lang heeft het echter geduurd vooraleer men in den praktischen politikus een huma- nistischen geleerde, een voorlooper zag van de social'stlsche leer. In zijn beroemd geworden Utopia(1) be schrijft- Morus een denkbeeldige kommunistische maatschappij, in navolging van den Griékschen wijs geer Plato. Deze maatschappij stelt hij voor als een model, niet zonder een zeker scepticisme (twijfelach tigheid) echter. Zoo verklaart hij op het einde van zijn boeik: «Al kan ik niet volledig instemmen met wat over het eiland Utopia werd ver teld, toch moet ik bekennen dat er daar heel wat goeds gebeurt, dat ik zou willen zien navolgen door onze maatschappij, meer dan ik kan hepen.» Het eerste deel van het boek be vat een meer positieve kritiek op de zeden en instellingen van More's tijd. De schrijver hekelt de uitbui ting der arme bevolking door de rijken. Zoo lezen wij: «Wat is het voar een rechtvaardigheid, wanneer de edeliman of de woekeraar, In 't kort zij die niets doen of toch niets nuttigs, bij hun werkeloosheid of overbodige bezigheid heerlijk in vreugde leven, terwijl de daglooners, voerlieden, smeden, timmerlieden en akkerknechten, die harder wer ken dan lastdieren en wier arbe d de gemeenschap geen jaar lang zou kunnen ontberen, voor een zoo er - toarmelijk bestaan werken en slech ter leven moeten dan lastdieren?» En elders: «Nog meer: de rijken, niet tevreden ermee dat zij het loon der armen door vuile persoonlijke listen drukken, vaardigen nog wet- ten uit tot hetzelfde doel. Wat van oudsher onrecht geweest is, de on dank jegens hen die de gemeenschap goed gediend hebben, dat hebben zij nog afschuwelijker gemaakt, door dat zij daaraan wettelijke kracht en daarmee den naam der gerechtigheid verleend hebben.» Zoo gaat Morus verder en komt op tegen de organisatie van het ge recht en de te groote strenghel der onderdrukkende wetten; de wet ten moeten niet zoozeer straffen dan wel het kwaad voorkomen. Zooals voor Plato is ook voor Thomas Morus, overeenkomstig het principe van het kommuristne. de a;scfiaffing van het privaat Jigen- dom de remedie tegen al dat kwaad. «Zoolang het eigendomsrecht de basis van het maatschappelijk ge bouw blijft, zullen aan de meest tal rijke en eerbiedwaardige klasse slechts honger, zorgen en wanhoop ten deel vallen.» In dezen gedach- tengang gaat hij zelfs verder dan Plato; hij verwijt dezen dat hij het eigendom voor landbouwers en ambachtslieden aanvaardde (zie derde les). Thomas Morus erkent noch hiërar chie nooh klassenonderscheid; zijn kommunisme is streng egalitair <ge- lijkheidwillend)Alle burgers moe ten handarbeid doen en allen moe ten aan het publiek leven deel ne men; maar nimand mag bezitten, zelfs niet het produkt van zijn eigen arbeid. Alles uxrrdt gemejnschappe- lijk voortgebracht, samengebracht en gemeenschappelijk verbruikt. Dit principe werd vcor het eerst door Morus vastgelegd; het werd later door andere theoretiekers her- nom?n, Op d.e manier zouden de eionomische bekommeringen geen invloed hebben op den gang van den Staat, aangezen niemand er een voordeel in zou hebben meer dan nocd.g voort te brengen. Het ekono- misch leven mosst trouwens tot zijn minimum herleid worden, en scber- heid verplichtend gemaakt: de bur gers (citoyens) moesten zich gewoon maken al het overtollige te ontbe ren. In zoo'n geregelde samenleving zou de arbeididuur kunnen herleid worden tot zes uur per dag, terwijl acht uur worden besteed aan rust en tien aan ontspanning en stüdie. Wat betreft de administratie en de regeering. alle ambtenaren wor den verkozen, en alle burgers heb ben stemrecht. Het kemmunisme van Thomas Morus staat dus reeds veel dichter bij de demokratie dan dat van Plato, die z'oh niet ken ontdoen van zijn aristokratische neigingen. Toch is More's ingebeelde maatschappij nog ver van de deanokratische samenleving zooals wij die nu wil len, omdat bij hem het individu aan een Staat volledig ondergeschikt biyft. Het bestaan van het individu is inderdaad streng gereglementeerd; in het bijzonder bezit de burger de vrijheid niet naar goeddunken ge-n vrijheid niet naar goeddunken ge want d t gebruik is koliektief en ge- niveleerd (gelijk gemaakt)Daarbij doet het ascetisme (strenge levens houding). dat in «Utopia» de regel is net als in Plato's Republiek, op den mensch een dwang drukken, die onvereenigbaar is met d-e demokra- tische ideologie zooals wij die nu op vatten. Men mag echter niet vergeten, dat Thomas Morus, als kind van zijn tijd, de grenzen van d-:en tijd niet kon overschrijden. Hij geeft echter bli.ik van zijn ge niale scherpzinnigheid, wellicht ock ten deele van zijn instinkt, dat hij in de maatschappij van zijn tijd reeds de vraagstukken zaj, welke zij in haren schoot droeg. De grond slagen van zijn primitief socialisme, als we zijn utopisch-kommunistisehe stellingen zoo mogen noemen, zijn modern, alhoewel doorgaans door iets onmoderns bedekt. Vinden wij b.v. in «Utopia» niet enkele groote problemen terug, zoo als b.v. produktseregeling, hervor ming van het gerecht, verkorting van den arbeidsduur, kultureele ont wikkeling der arbeiders, enz.? Het moderne socialisme heeft nau welijks een scherper kritiek op de maatschappij aan te wijzen dan die vervat in de beschrijving van het eiland «Utopia». More's boek was geen loutere be spiegelende en geleerde studie; het moest praktischer invloed op het lot der natie verkrijgen. Want als humanist streefde de schrijver naar meer menschelijk geluk, broederlief de, edeler gevoelens en een hooger kuituur. Het is dan ook echt huma nistisch dat «Utopia» in het Latijn geschreven werd, taal die slechts door een gering gedeelte van het vol'k begrepen werd. Dit moest voor gevolg hebben dat eerst en vooral de geleerden, de geestelijken en zekere ambtenaren met More's stellingen in aanraking kwamen. Toch duurde het nog bijna drie eeuwen vooraleer de oude Engelsche demokratie voor den arbeidersstand eenige voordee- len bracht. «Hoe verlangend ook More was om zijn ideaalstaat verwezenlijkt te zien, toch deinsde hij angstvallig terug voor elke poging om aan de uitbui ting van onder op een einde te ma ken. Het kemmunisme kon zich der halve van zijn standpunt niet in den klassenstrijd door de l'gica der feiten ontwikkelen, het moest in het hoofd gereed zijn eer men er aan denken kon een der machthebbers er voor te winnen die het van boven af aan de menschheid oplegde. Dat was een illusie. (K. Kautsky). (1) Van het Grieksch Ou en topos plaats, gebied, dus niet bestaand land. door Dr. H. Oldewelt niet, land; (18 Plato, frank Thomas Morus en zijn Utopie, door K. Kautsky (Sociale Bibliotheek 1903). Le Socialismedoor Durkheim. De Socialisten, door Quack. N.B. Voor het eventueel bestel len van studieboeken, wende men zich tot den boekhandel «De Vlam», St. Pietersnieuwstraat, 64, Gent. 1. Vergelijk het utopisch kommunis me met h;t hedenda&gsche socialis me. 2. Eischt het socialisme het koliek tief verbruik der produktiewaren? Spanje staat meer dan ooit in het middenpunt van de internationale be langstelling. Hoe zou het ook ander Het is als of al de Europeesche politieke tegen stellingen er tegen elkaar opbotsten. Want het gaat sedert lang niet meer om een burgeroorlog. Het is een we reldoorlog geworden op kleine schaal tusschen twee ideologieën: fascisme tegen demok atie, demokratie tegen fascisme. Sinds die verwoede strijd losbarstte hebben we meer en meer Spanje lesren kennen, een land waarvan de massa bij ons omzeggens niets of wei nig afwist. En nog hebben we van dit volk, dat doorheen de eeuwen een zoo belangrijke rol heeft gespeeld, maar een flauw begrip. We denken daarbij aan Philips n. den zoon van te Gent geboren keizer Karei (1500 1558), aan de Spaansche inkwisitie. aan het bloeitijdperk van de schilder kunst en aan het onvergetelijk mees terwerk van Cervantes, «Don Qui- chotte de la Mancha», waarvan we het tegenbeeld vinden in onzen Vlaam- schsn «Tyl Uyienspieghel». Wij ook kennen de dualiteit van ras en taal, evengoed als Zwitserland, Spanje, Polen en anderen. En daar door voelen wij ook inniger dien band tusschen ons en de nog zoo jong ont- welkte Spaansche demok atie. Al onze aandacht wordt aan de evo lutie daarginds gewijd. En het boekje van Pierre Dumas laat ons nu toe een blik te werpen op het Spaansche noordervolk van de Pyreneeëngerns dat zich in Frankrijk verlengt aiover deze natuurafbakening. Want ook Zuid-Frankrijk is door Basken bevolkt en niets is kenschetsender voor deze over twee landen verspreid? bevolking dan de verminkte volksspreuk: «Parler le Frangais comme une VACHE e~pa- gnole» (Fransch spreken gelijk een Spaansche koe) t. t. z. op zeer gebrek kige wijze. Die uitdrukking beteekent niets. Inderdaad ze is een populaire verminking van deze: «Parler Francais IN een lend als hot onze, waar de klassen niet potdicht gesloten zijn, stelt de vraag van een mo gelijke mededinging tusschen ar- beider en patroon zich vanzelfspre kend. De voorbeelden zijn legioen van ahbsiders die het na enkele ja ren ook eens willen beoroeven en die, natuurlijk meest in de lijn van hun vroegere l. wieden, van eigen zelfstandigen arbeid willen le ven. Dat <Lt wel eens tot wrijvin gen kan aanleiding geven ligt voor de hand. Incevolge de zielkundige wet van den minsten weerstand zal de tendens grootelijks zijn niet te veel af te wijken van de methedes, den werkkring, de klienteel van den patroon bij wien men werkzaam ge weest is- Vandaar de bij den pa troon vaak voortkomende reaktie om een te vruchtbaar plukken in eigen rapenveld te keer te gaan. Hoe stelt zich - dan de vraag van de uitgesloten mededinging op rechtskundig gebied JJr zijn twee neronderetelliniren die moeten op het oog genomen wor den. Ofwel is er tusso en de partijen een beding van niet-mededingiing op gemaakt geworden, ofwel ve laten beide partijen elkaar zonder de min ste verbintenis. Is dit beding van niet-mededin ging altijd en in al zijn bepalingen geldig? Hier, zooals in vele domei nen van het rechtsgebied, is het een vraag van feitelijken aard binnen de perken van een algemeen begin sel. Dit b-ganse 1, zonder hetwelk geen gezonde maatschappelijke ver houdingen mo.jelijk zijn, is het recht van vrijen arbeid. Dit is het voor naamste kriterium dat door de rechtbanken zal dienen in aanmer king genomen te worden bij de waarr- deerinig van een desgevallend voor gelegde overeenkomst van mededin ging. Indien aangenomen wordt dat voor een zeer beperkten tijd en bin nen een bepaalde ruimte de kon- kurrentiemogelijkheden uitgesloten worden, mag dit niet zoover gaan dat het aanvaarde beding voor ge volg heeft dat de arbeider in de onmogelijlkheid wordt gesteld zijn broed te verdienen. Aldus werd ge oordeeld dat een verbintenis zonder beperking cm zich in België onder seen voorwaarde aan dezelfde bedrij vigheid als zijn meester over te le veren van nul en geener waarde is. Daarentegen kan de arbeider rich geldig verbinden binnen een korte tijdspanne hetzelfde bedrijf niet uit te oefenen. In dit geval wordt ech ter ook aangenomen dat de vergoe ding voor eventueele overtreding van de aangedane bepaling een matig karakter meet dragen. Een voor beeld een brouwersvoerder kan zich de verplichting opleggen gedurende een zekeren tijd geen klienten te ma ken onder diegenen die hij voor re kening van zijn patroon bezocht, maar deze verbintenis zou niet kun nen geldfn voor een onbeperkt tijd perk. Het is dus een kwestie van maat waarin het zeer moeilijk valt alge- meene reelen te trekken maar waar de rechtbanken alleen, door een ma tigende tusochenkomst voor een ze ker evenwicht dienen te zorgen. Maar zelfs indien er geen beding van niet-mededinging werd opge maakt, zijn de rechten van de ar beider niet onbeperkt in de rich ting van een absolute vrijheid. Bui ten de verplichtingen die men zich kontraktegewijze kan oplegaen be staar. de algemeene rechtsprincipes die in de wettelijke bepalingen zijn vervat. Welnu, er bestaan enkele grondstellingen, die de oneerlijke mededinging verbieden en die er kunnen toe bijdragen dat er geen misbruik gepleegd worde door iemand die door zijn werkzaamhe den bij zijn patroon in de gelegen heid geweest is niet alleen ervarin gen op te doen, maar een aantal geheimen ter kennis te krijgen, die hem bij een verdere plaatsing zeer dienstbaar kunnen zijn. De Rechtbank van Koophandel van Antwerpen (9e Kamer-12 Oogst 1936i heeft aldus een geval te be handelen gekregen dat het vermel den waard is, omdat het enkele der meest voorkomende feiten bestrijkt die bij een geval van mededinging in aanmerking komen. Het geval deed zich voor in de wereld van het Antwerpeche diamantbedrijf waar een gewezen arbeider zich In de buurt van zijn oud patroon geves tigd had voor slijperij van allerhan de gekleurde steenen. Als grondbe ginsel werd aanvaard dat hij het recht had een soortgelijken han del aan te gaan. De handel is vrij en het is toegelaten aan eenieder zich van arbeider tot patroon op te wer ken. Dat hij hetzelfde kwartier daar toe had uitgekozen werd evenmin als een element van oneerlijke me dedinging weerhouden: het is im mens een bekend feit dat het dia mantbedrijf rich te Antwerpen in een bepaald stratenkomplex vastzet en dat men dan niet vragen mocht dat de kontourrent het zich te lastig zou moeten maken met zich buiten de circulatie te gaan vestigen. Het feit dat hij voor zijn bedrijf ook perso nen had overgenomen die vroeger in dienst van zijn patroon hadden gewerkt werd niet 'beschouwd als een omstandigheid die op de zaak een stampei van oneerlijke mededinging kon drukken. Ten slotte bleef er neg het be zwaar over dat de nieuw geplaatste zadh tot de klienten van zijn oud patroon had gewend. Dit had kun nen aanleiding geven tot diakussie indien hij d'arbij werkelijk misbruik bad gemaakt van den naam van zijn patróón, of vermelding had gemaakt van de betrekkingen die deze klien ten vroeger met zijn patroon onder- -» houden hadden. Daarvoor bad hij zich echter wel gehoed. Indien hij een omzendbrief gestuurd h?d aan dezelfde klienten, was dit enkel om dat deze personen voorkwamen in een publiek jaarboekje dat de adressen lijst geeft van de verscheidene be oefenaars van den diamanthandel. Welnu, de kliemteel is geen mono- poolstelling en elk heeft het recht in deze vrije jaoht huis te houden, zoo lang hij er geen stroopersmanieren op onderhoudt In ons geval was er niets ongeoorloofds en werd de eischer afgescheept. Men ziet daar uit dat een maatstaf is het gebruik vermijden van bedrieglijke midde len. Et hlijft den werkman die zich wil vestigen dus een zeer breede ruimte over, zoodat de opgang van een klasse in een andere in ons land rechtskundig op weinig moeilijkhe den stuit. comme un Basque Espagnol», uitdruk king, die de massa niet begreep toen ze naar alius werd opgedischt. De Spaansche Bass.n inderdaad spreken eroarmelijk Fransch. Welnu, het zijn de spaansche Bat ken, dis de aandacht hehoen gaande g-maakt, niet alleen van oezen F-an- schen reporter, waaraan we enkele bijzonderheden ontleen wn, maar ook van allen, die aan het demokratiscla ideaal blijven verknocht. Laten we u onmiddeliyl zeggen, dit om een eventueeie beschuldiging van partijdigheid te ontzenuwen, dat de schrijver van de brochure over «De Basken en de Spaansche oorlog» een katholiek geloovige is, een kristen in den echten zin van het woord, die met de Basken moest sympathiseeren door zooveel affiniteiten maar dat deze diep- geloovige dis verknocht is aan Vrijheid en Rechtvaardigheid, vanzelfsprekend zijn verioeiing moest uitdrukken voor een stelsel, dat niets ontziet, en zijn hart laten spreken voor een lijdend volk. «De Bakken, zoo vertelt hy ons, zijn een sterk, moedig en eelyk ras. Ze spreken een ruwe taal; ze houden van dans en van zang en... niet alleen brengen ze de stelregelen van Kristus uiterlijk in toepassing: ze leven ook naar naar de sociale en moreel® wetten ervan, zoowel in hun privaat als in hun publiek leven. Hoeveel geloovigen zouden dat in Vlaanderen mogen beweren? De schrijver vertrok met deze een voudige gegevens voor een paar we ken naar Spanje, en Lwam er, zoo ge tuigt hij, hrelemaal uit zijn lood ge slagen van terug. D? uren die hij te San Seba tiano, te Guernica, te Du- rango en te Bilbao had beleefd, wa ren voor hem de mooiste van zijn le ven: omdat hy voor de eerste maal in zijn bestaan een klein volk had ont moet ste k van lichaam, gezond van geest en gastvrij, dat zich kultureel en physisch aan het heropbeuren was en slechts één doel najaagde: Vrijheid! Sinds dat bezoek dat de schrijver met een zoo sympathiek enthousiasme weergeeft verliepen dlrie jaar. toen in 1936 generaal Mola verkoos zijn troe pen te koncentreeren te~en de Bas ken van San Seba tian. Toen waren daar de nationalisten den baas en schrijver van de brochure werd er niet toegelaten evenwel na een beleefde te beleefde weigering terwijl de an dere journalisten wel toegang kregen tot die st eek: de penneknechten van de zoo verspreide ira'ormatiefslatten, die hun talent en hun vaardigheid verwisselen tegen klinkende munt. Bilbao werd ingenomen en daarna 3antander. Tweehonderdduizend Bas ken hebben hun vaderland verlaten, en verkozen ballingschap boven het fascisme. Ze zyn gevlucht voor de brandbommen van niets ontziende moordenaars! Allen zoudon zyn ge vlucht als het mogelijk ware geweest. De Basken die voor zooveel repor ters een ondoord ingbaar geheim zijn gebleven, wilde Euzkadi trachten te doorvorschen. Waar hij ook zijn in zichten te kennen gaf, werd hij ervoor gewaarschuwd zich in te spannen voor een onmogelijke taak! Toch probeerde hy ..et... En het lijkt ons dat hij er inderdaad voor een groot deel in is gelukt. Wat zyn de Basken? Een ras op zichzelf, tevens een volk, en tevens een natie, daarenboven een civilisatie als men zich wil houden aan de zuiver technische uitlegging van deze woor den, die het woordenboek ons mede deelt. Dit legt veel uiti men begrijpt dat de Spaansche regeeringen evenmin als de mee te vreemde reporters nooit hebben willen inzien met welk op zich- W&arom ïyden aan HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTSEN PIJN DER MAANDSTONDEN als de WONPERBARE BRUINE POEDERS van der Apotheek DE POORTERE te ST-NIKLAAS-WAAS, U oogenbltk- kelljk zonder schadelijke gevolgen van deze pijnen zullen bevrijden. De doos van 8 poeders 4 frank. De drledubb doos 25 poeders 10 fr. Te verkrijg ln alle goede apotheken ot vrachtvrij tegen postmandaat Gebruikt ze eens. U zult nooit geen andere meer gebruiken. zelystaand volk ze hadden ts doen, een voiK, dat nooit de onderdaan is geweest van een ander en dat nooit zal aanvaarden dat rr.en raken zou aan ZIJN wet, ZLJN heilige boeken, ZIJN zeden, ZIJN kooe, ZIJN tra dities, Zij in ona.nanaeiyKheid. Maar om ze goed te begrypen moe ten we vanzeltsprekend hun rol, de rol der Basken nagaan, van het oogen- blik af dat de Spaansche staat niet eens toestond, en cat ze, meer dan dui- z.nd jaar geleden #op zichzelf leefden zonder dat er een v.eemde bescha ving vat had op gekregen. Dit zou ons echter te ver leiden, want het ware de eeuwenlange geschiedenis volgen van het volk, dat heden zoo sterk onze aandacht trekt en in de Wereld zooveel sympathie heeft weten te veroveren. Nooit was men erin gelukt hen volledig te onderwerpen of aan te passen: ze bleven doo heen de eeu wen e:n volk op zichzelf. Niets eens de diktatuur van Primo de Rivera, na deze van Alfonsius c'.en XlIIn kon daarin lukken. Steeds smeulde onder den druk het vuur onder de asch. Toen de tweede republiek ontstond bekeken Spanjaarden en Basken elkaar met wantrouwende oogen. Maar het lukte dezen niet de Katalanen na te volgen en hun onafhankelijkheid uit te roepen: in 48 uur kreeg men ze klein. Desniettemin wezen ze een aanbod van de hand dat hun werd gedaan door de reaktie, om mede samen te zweren ten einde de monarchie, het koningdom van Alfons VIII, weer in te voeren. «Ze wilden vechten voor hun vader land. Ze waren de vijanden geworden van den godsdienst, van Moskou, van het internationale Jodendom. Ze wil den niet vechten, zegden ze voor iets dat hun geen belang inboezemde». Ja, die Basken zeggen soms dingen, die ze niet meenen of die men hun doet zegg.n. Maar toen begon de on verbiddellijke stryd van het Baskisch nationalisme, dat als geperst zat tus schen de regeering van Madrid en de Spaansche reaktie. Ze moesten tus schen wit en rood kiezen, tegen wit en rood vechten. De bladen van de «fascisten» waren voor het wettelijk verdelgen, het legaal uitroeien van de Basken: Gil Robles hield de gek me de autonomie van San Sebastian, de ongelukkige Calvo Soleto galmde uit «Liever een ROOD Spanje dan een VERBROKKELD Spanje», terwijl de Carlist Fal Conde van hen niet wilds weten, omdat zy naar zyn meening geen Spaansch hart hadden Van daar dat ze, door eenieder ver laten, er slechts aan dachten de on tevredenheid van enkele kasten uit te buiten voor him eigen ideaal. Nie mand had hen begrepen, beweerden ze en ze kee-den zich vanzelfsprekend tegen allen, die het Baskisch statuut niet wilden aanvaarden. Hoe weinig dit volksgedeelte van het Iberisch schiereiland is gekend, zou tenvolle moeten blijken uit de woor den van een geleerden historikus, die b: weert «dat ze ongeli k hebben de na tionale eenheid niet te willen verwe zenlijken met Franco, zij die voordeel hebben gehaald uit de Spaansche kui tuur en uit den ekonomischen toestand van het land en die zonder Spanje alleen maar een primitieve menschen- samenleving zouden vormen». Maar deze bewering klinkt potsier lijk als men weet dat de Baikische be schaving steeds aan de spits stond van het Iberisch schiereiland, en dat de Basken in de rolprent der eeuwen on verpoosd een vooraanstaande rol heb ben gespeeld. Een feit slechts om dit artikel te eindigen en dat op voorhand alle kri tiek lamlegt; In Euzkadi waren er minder dan 13 percent ongeletterdsn terwijl in het ovsrige gedeelte van het (zie vervolg onderaan volg. kol.). c.- Reproduktie van het historisch origineele daguerreotype, het Palais Royat te Parijs voorstellende, door Daguerre op een zilveren plaat gefixeerd, en door Arago aan de Fransche Akademie voor Wetenschappen op 7 Januari 1839 gekommunikeerd. EZE maand werd de eeuwher denking der fotografie ge vie d. Er is bijna geen dagblad dat aan deze gebeu tenis niet groo te artikels heeft gewijd. De gevierde gebeurtenis was inderdaad zoo be langrijk, dat de herdenking niet on gemerkt kon voorbijgaan. Het was op 7 Januari 1839, dat A ago, lid der Académie Franqaise, bij deze verslag uitbracht over een door Daguerre gedane uitvinding, waardoor het mogelijk werd natuur lijke beelden op een voor het licht gevoelig gemaakt scherm vast te leg gen. Om de waarheid te zeggen, was het Daguer:e niet die, niettegen staande de mededeeling van Arago, als uitvinder der fotografie moet be schouwd worden. Het spreekwoord zegt een uitvinding komt nooit alleen Daarmede wordt niet alleen bedoeld dat een uitvinding soms veel inspanning. arbeid en verstand vraagt, maar ook dat zij ande:e uit vindingen voor gevolg kan hebben of, omgekeerd, het gevolg is van vroegere uitvindingen. Dit is ook het geval geweest met de fotografie. Om den corsprong van deze kunst want fotografie is niet beperkt ge bleven tot het domein der weten schap, maar is daarbij een kunst gewo den, een kunst zelfs die zich op ongemeene wijze heeft gevulgariseerd te vinden, moeten wij terugkeeren in den tijd toen de natuurkundigen tot de ontdekking kwamen van de eigenschappen van het licht. Want alleen de aanwezigheid van licht maakt het mogelijk foto's te maken. De moderne natuurkunde heeft ons daarbij geleerd, dat er ook onz'cht- baar Ticht bestaat, n.l. ultra-violette en infa-roode stralen en n:g andere stralen die men door gev:elige pla ten of andere middelen kan vastr stellen. Welnu, praktisch werd geen enkel bepaald feit, aangaande de scheikun dige eigenschap van het licht, vast gesteld vóór het jaar 1566, datum waarop Fabricus ontdekte dat dhloor- zilver (door de alchimisten hoorn- zilver genaamd) onder den invloed van het zonnelicht zwart werd. Dit is, in al zijn eenvud, het principe gebleven der fotografie. Twee eeuwen later, in 1777, observeerde de scheikundige Scheele hetgeen Jean Senebier op zijn beurt onde"- zocht dat het effekt, door de licht stralen teweeggebracht, vee] sneller was voor de violette stralen (15 se- konden) dan vo:r de roode (20 mi nuten) Spaansche schiereiland het percent de vijftig, ten honderd overtrof. On der de hoogeschool tudenten waren er tweemaal zooveel Basken als andere Spanjaarden. En dit terwijl de Staat steeds een offieieele hoogeschool asn de Basken weigerde, die echter Hit procent bereiken moesten in andere universiteiten. Daarop komen we toekomende week terug. PAUL PEE. In 1802 kopieerde Wedgwood in de zon het schaduwbeeld van personen or voorwe pen, door de schaduw op een in 'n oplossing van zilvernitraat gedompeld papier. Zoo werd het pro-' fiel «gefotografieerd». maar kon niet bewaard blijven, door het feit dat het fixeerblad nog niet uitgevonden was. Toen kwam Nicéphore Niepce. uit Chalons, die als de werkelijke uitvin der, niet zoozeer der fotografie, dan toch der praktische methode om een gevoelige plaat te prepareeren, moet beschouwd worden. Hij was de eerste die van 1816 tot 1822 beelden ver kreeg door geb'uik te maken van een donkere kamer, of camera obscura, die reeds door Leonardo da Vinei be kend was. en door G. B. Porta, Ita- liaansch bouwkundige, in zijn boek Magia Naturalis (1589) vermeld werd, maar eenigszins gewijzigd, n.L voorzien van een positieve lens. Het was dus allang geweten dat, wan- po»- m«n een klrin gaatje in den wand van een gesloten doos maakte, een beeld ontstond op den wand t'> genover het gaatje. Van een derge lijke kamer was het, dat Niepce ge bruik maakte om een beeld op de ge voelige plaat te brengen. Deze was samengesteld uit aardpek of bitume van Judea, die in lavendelessentie opgelost, cp een verzilverde koperen plaat werd gelegd. Op deze gevoelige plaat ontstond het beeld van het te repioduceeren voorwerp na een pose van niet min der dan acht uren! Door den invloed van het licht werd het pek onoplos baar en het was voldoende de plaat met een mengsel van petroleumether en lavendelessentie te wasschen, om het pek, op de plaatsen waar het niet door het licht was beïnvloed, te verwijderen. Zoo ontstond een cli ché. waa.van de licht-schaduwtegen- steliing verscherpt werd door de in- erking van jodium en zwavelkal- clum. Het was rond dit tijdstip dat zich ook een schilder, met name Daguer re, bezig hield met hetzelfde pro bleem, zonder resultaat echter. In 1820 associeerde zich Nieoce met Dague re, en uit beider onder vindingen ging een praktische werk wijze voor het maken van licht beelden geboren worden. Al Is, naar wat v oraf gaat, Daguerre de eigenlijke uitvinder der fotografie niet, toch verbeterde hij de doo- ziin vriend gevolgde methode in zoo'n mate, dat hij als de grondlegger van de kunst, die de wereld heeft vero verd, triomfantelijk mag doorgaan. Hiervan mocht Niepce niet geniet- ten hij stierf inderdaad in 1833 want het was slechts zes jaar la te- dat Arago de mededeeling deed over wat men toen noemde het daguerréotype, oorspronkelijke naam voor f:tografie. Van dit tijdstip af is de fotokungt vooruitgegaan, niet alleen door d« verbetering aan de bereiding van ge voelige platen, maar terzelfde tijd aan de toestellen, die nog steeds be rusten op het principe der camera obscura van Porta.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4